Los bericht bekijken
Oud 16 september 2003, 19:21   #2
wardje
Burgemeester
 
wardje's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 5 juni 2003
Berichten: 598
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Voor Lykke Friis, wetenschapper bij het Deense instituut voor Buitenlandse Politiek DUPI, staat het vast dat de benarde positie waarin Denemarken in de EU verkeert, grotendeels aan de referenda te wijten is.

Volgens haar mondt het simpele ja-nej-debat snel uit in een algemeen welles-nietesspelletje, waar allerlei argumenten bijgesleurd worden, maar uiteindelijk niemand nog doorheen kan kijken. Friis: ,,Als de andere lidstaten allemaal referenda over de EU hielden, zouden ze even Europa-kritisch zijn als ons land.''

En ze zouden groot gelijk hebben. De EU is stilaan aan het uitgroeien tot een totalitair monster. Lees bv.: A.Oldag & HM Tillack “Raumschiff Brüssel. Wie die Demokratie in Europa scheitert” Argon 2003
En is het omdat de denen dat boek gelezen hebben dat ze tegen de EU zouden stemmen? Of is het gewoon omdat, als je niet goed geïnformeerd bent of niet goed weet wat er precies zal veranderen, je natuurlijkerwijze dan maar voor het veiligste, i.e. geen verandering, stemt?

Citaat:
Volgens critici leidt dat tot stigmatisering van het EU-debat. Vraag je de Denen na een referendum dan naar hun uitgebrachte stem, blijkt dat hun ja of nee meestal niet onvoorwaardelijk is, maar eerder als een ,,ja, maar'' of een ,,nee, maar'' moet worden begrepen. Maar die mogelijkheid tot nuancering bieden de volksraadplegingen niet.

Parlementairen drukken uiteindelijk òòk op het rode of het groene knopje. Ze stemmen ook ja of nee. Een belangrijk verschil is wel, dat parlementairen bij het stemmen onder druk staan van hun partijhoofdkwartieren. Indien ze niet stemmen zoals de partij voorschrijft, kunnen ze na de volgende verkiezingen hun lucratieve zitje in het parlement wel vergeten. De burger in het stemhokje staat niet onder zo’n druk.
Met dien verstande, dat parlementairen wel degelijk kunnen debatteren over voorstellen, voorstellen kunnen amenderen, veranderen, tot compromissen komen: iets wat de directe democratie niet vermag: overleg. Tis meerderheid tegen minderheid pats boem.

Citaat:
Højlund gelooft dat volksraadplegingen fataal zijn voor de parlementaire democratie. ,,Ze zijn volledig ongeschikt voor complexe vraagstukken. In dat geval krijg je bijna altijd een fifty-fifty resultaat. Kijk naar ons land : uiteindelijk is het telkens een groepje van 50.000 kiezers (op 4 miljoen stemgerechtigden, nvdr.) dat de doorslag geeft. Is dat democratie?''

Dat is natuurlijk een absurd sofisme. Precies hetzelfde argument kan gebruikt worden tegen een parlementaire meerderheid. Stemming van 78 tegen 72: een klein groepje van 5 parlementairen geeft de doorslag. Is dat democratie?
In het parlement is er eerst over gebabbeld, en is het wetsvoorstel meestal al voor een stuk aangepast en geamendeerd. Dat maakt een hemelsbreed verschil. Dat maakt de botsing minder hard.

Citaat:
Højlund vraagt zich ook af wat je met een referendum uiteindelijk bereikt. De uitslag zaait tweedracht, want hij wordt meteen verschillend geïnterpreteerd.

Ook dit is geen argument tegen directe democratie. Want de schrijver toont niet aan, dat de door hem geschetste (overigens zeer twijfelachtige) effecten minder optreden indien beslist wordt langs parlementaire weg. Ook in dat geval kan de uitslag van een stemming ‘tweedracht zaaien’ en ‘verschillend geïnterpreteerd’ worden. De kans is wellicht zelfs groter, want een meerderheid in het parlement is daarom nog geen meerderheid bij het volk.
Directe democratie, zoals ik als zei, is pats boem meerderheid tegen minderheid. Het is ja of neen. In het parlement komt die ja of neen er pas na een debat waar iedereen zijn mening heeft kunnen uiteenzetten, en een debat bovendien dat vaak zijn invloed heeft op het wetsvoorstel (amendementen)

Citaat:
Als voormalig hoofd van een volkshogeschool kent de Deen het Scandinavische, volkse gedachtegoed binnenstebuiten. Daarin krijgen referenda een bijna metafysische betekenis, als zou het eerlijke, homogene volk een orakel uitspreken, dat de machthebbers weer met beide voeten op de grond zet. Højlund: ,,De uitslag van een volksraadpleging lijkt op het dogma van de onfeilbaarheid van de paus. Voor sommigen geldt hij als een eeuwige waarheid, waar niet meer aan getornd mag worden.''
hehe - we hebben hier ook dat soort retoriek gezien. Het valt toch op hoe veel voorstanders van het BROV voortdurend de term "Volk" in de mond nemen, als ze de burgers bedoelen, of erger nog: als ze gewoon de tijdelijke meerderheid van kiesgerechtigde burgers bedoelen. Zulk taalgebruik is uiterst nefast voor de democratie.
wardje is offline   Met citaat antwoorden