Los bericht bekijken
Oud 30 augustus 2017, 20:51   #271
Gwylan
Minister-President
 
Gwylan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 13 juni 2010
Locatie: Het Zuidelijker Zwerk
Berichten: 5.881
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door bedrijven docter Bekijk bericht
procesrecht is niet mijn specialiteit ,maar Tanghe vraagt uitdrukjkelijke afstand en dat is art 824 Ger W en niet 1045 Ger W
Artikel 824 Ger.W. gaat over afstand van geding, wijl artikel 1045 Ger.W. gaat over het berusten in een (rechts-)beslissing : dat zijn twee zeer verschillende zaken. In casu gaat het over een berusting, dus over artikel 1045.

Op bladzijde 18 van zijn «Aanvullende en Syntheseconclusies in Beroep» stelt uw tegenstrever dat u «op ondubbelzinnige wijze in de aangevochten beslissing op voorbehoudloze wijze berust had», waarna hij art. 1045 Ger.W. aanhaalt en stelt dat «in dit geval de berusting uitdrukkelijk is, minstens kan er worden beschouwd dat er sprake is van met elkaar overeenstemmende akten of feiten waaruit blijkt dat de partij het vaste voornemen heeft haar instemming te betuigen met de beslissing».

Hetgeen uw tegenstrever aldus stelt lijkt eigenlijk zowat een mix van de bepalingen van artikel 1045 Ger.W., maar het lijkt mij evident dat hij in zijn stelling met het woord «uitdrukkelijk» in wezen «ondubbelzinnig» bedoelt, en in feite aan het Hof de beoordelingskeuze laat of het in casu om een uitdrukkelijke of een stilzwijgende berusting gaat, zoals omschreven in artikel 1045.

Hoe dan ook, het resultaat van bedoelde beoordeling maakt voor het overige geen verschil : als het Hof aanneemt dat er uit de feiten blijkende berustig was (het weze uitdrukkelijk of stilzwijgend) is uw hoger beroep onontvankelijk. Als het Hof daartentegen aanneemt dat er geen berusting was is uw hoger beroep alvast niet om die reden onontvankelijk, maar dat doet niets af aan de beoordeling omtrent de gegrondheid van uw beroep.
Gwylan is offline   Met citaat antwoorden