Mattheus 11:1 En het is geschied, toen Jezus geëindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden. 2 En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; 3 En zeide tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? 4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: 5 De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd. 6 En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden.
Ik: maar Johannes wist toch al van Jezus. Hij heeft Hem zelf gedoopt!
Zie Mattheus 3:13-17.
|