Jesaja 14:12 ‘Hoe zijt gij uit de hemel neergestort. Morgenster, zoon van de dageraad! Daar ligt gij neergesmakt in de onderwereld, overwinnaar der volken! Gij hebt bij u zelf gedacht: ‘Ik klim naar de hemel, hoog boven Gods sterren plaats ik mijn troon; zetelen zal ik op de berg waar de ‘goden’ samenkomen, op de hoogste toppen van de Safon. Ik stijg hoog op de wolken en word aan de Allerhoogste gelijk. Maar nu zijt gij in het dodenrijk geworpen; in het diepst van de afgrond.’
|