Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Wiki
Tussentaal is ontstaan bij Vlamingen die zich wilden distantiëren van de dialecten, maar geen Nederlandse standaardtaal konden of wilden spreken.
|
Ik spreek dialekt met diegenen die dat past of tussentaal. Ik wil mij dus zeker niet distanciëren van dialekt. Maar uiteraard ook niet per se van AN. Mijn generatie is gewoon de laatste der dialektmohikanen.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Wiki
De Nederlandse standaardtaal is in Vlaanderen namelijk wat kunstmatig ingevoerd op het einde van de 19e eeuw en heeft zich niet op dezelfde natuurlijke manier kunnen ontwikkelen als in Nederland.
|
Op het einde van de 19e eeuw sprak men in Nederland ook nog dialekt. En wie in dat dialekt werd opgevoed, haast iedereen dus, die kwam dan op school ook op een "kunstmatige" manier in kontakt met AN.
Met andere woorden, in Nederland werd dialekt ook op een "kunstmatige" manier ingevoerd.
Alle verschil met Vlaanderen ontgaat mij in deze.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Wiki
Doordat de taal kunstmatig is ingevoerd, wordt de Noord-Nederlandse norm bovendien ook door veel Vlamingen als exogeen ervaren.
|
Dezelfde opmerking als het voorgaande. Is in Nederland het AN dan niet "kunstmatig" ingevoerd ? Of is in eender welk land de standaardtaal niet "kunstmatig" ingevoerd ?
Maar heeft men daarom per se een exogeen-ervaring ?
Ik denk dat ik die pas zou gehad hebben als men mij in het Frans naar een school stuurde.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Wiki
Afzetting tegen die norm is ook een van de ontstaansredenen van het fenomeen tussentaal.
|
Ik
spreek tussentaal maar niet omdat ik mij per se wil afzetten tegen de norm. Ik heb in de jaren -60 op school de werkwoorden in de tweede persoon enkelvoud leren vervoegen in de
gij-vorm.
En in mijn dialekt bezigt men ook die vorm ook. Dat zit er dus zeer diep in. Men moet mij nu niet komen vertellen dat wat de meester mij leerde, en wat mijn moeder mij zei verkeerd is.
En ik houd als taalminnaar vast aan mijn geniusgevoel dat zich onder andere uit in drie verschillende vormen voor het onbepaalde lidwoord ipv van het eenheids-
een.
Tegen dat laatste komt mijn taalgevoel bijna even hard in opstand als dan dat ik een allochtone rapper hoor zingen over "
de meisje".
(En toch, als ik eventjes tegen een Nederlander spreek merk ik dat ik mij begod begin aan te passen.)
Het is dus eerder een
vasthouden aan ipv
afzetten tegen.