Los bericht bekijken
Oud 9 maart 2013, 22:40   #1
Sjaax
Europees Commissaris
 
Sjaax's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 november 2006
Locatie: tussen het stemvee
Berichten: 7.237
Standaard Socialisme is passé

De socialistische idee is voorbij, nu en in de toekomst. In tegenstelling tot socialisme passé bestaat er een website met de titel: ‘Socialisme nu‘. Het is een site van trotskisten. En de trotskisten waren al passé in 1925 toen Stalin de machtsstrijd met Trotski in zijn voordeel besliste. ‘Socialisme nu’ is dus allang voorbij. Het gaat in dit artikel echter over meer dan alleen trotskisten.

Eerst nog een klein stukje over (min of meer) trotskisme. President Hugo Chávez van Venezuela was een zelfverklaarde trotskist. Het land doet het betrekkelijk goed. Zijn de trotskisten daar trots op? Nee! Want Venezuela is niet trotskistisch zoals trotskisten dat graag zien. Nog niet alle grote ondernemingen zijn genationaliseerd. We hoeven ons verder niets van trotskisten aan te trekken natuurlijk. Een gerelateerde vraag is: Kan Venezuela als een voorbeeld van een socialistisch alternatief dienen? Nee, dus. Het land heeft enorme oliereserves. Het Saoedi-Arabië van Zuid-Amerika wordt het wel genoemd. Financiering van Chávez’ ‘socialistische’ experiment op deze manier is voor andere landen – op enkele oliestaten na – niet weggelegd.

Andere socialistische experimenten zijn of mislukt – Sovjet-Unie en satellietstaten – of in feite getransformeerd in een dictatoriale kapitalistische staat – China – of compleet onaantrekkelijk als voorbeeld – Noord-Korea. Een voor de hand liggende conclusie is dan ook dat het socialisme niet werkt. Voordat zonder meer, zonder analyse, het liberalisme wordt omarmd, kunnen we ons afvragen waarom het socialisme niet werkt. Bij de analyse moet de economie centraal staan, Karl Marx indachtig.

Adam Smith

Adam Smith, de eerste belangrijke filosoof van het kapitalisme, formuleerde een veel geciteerde notie: “Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang.” Daar had en heeft Smith zeker een punt. Het marktmechanisme waaronder de slager, brouwer en bakker werken, levert de maatschappij als geheel voordeel op. Als dat systeem zo goed werkt, is het liberalisme dan de uitverkoren weg, of zit er een adder onder het gras? Adam Smith zelf was zich bewust van de giftige slang. Hij schreef ook: “Geen natie kan bloeien en gedijen als de meerderheid in armoede en ellende leeft.” Duurzaam liberalisme leidt tot een grote groep armen en een kleine elite van extreem rijken.

Bij de keuze tussen dictatuur en een redelijke levensstandaard enerzijds en anderzijds extreme armoede voor de overgrote meerderheid is het niet moeilijk. Dan kies je voor socialisme. Maar op die voor hen ongunstige uitkomst hebben de kapitalisten iets gevonden: de sociaaldemocratische verzorgingsstaat. De sociaaldemocratie slijpt de scherpste kantjes van het kapitalisme af. Er is daarentegen geen methode die socialisme verzacht. De reden daarvan zit in de waardebepaling.

In een markt bepalen aanbod en vraag de prijs. Als er geen markt is, bestaat er geen goed alternatief voor de prijsbepaling. Dan moet je werken met een surrogaat als arbeidswaarde. Maar het is vrijwel onmogelijk de ene soort arbeid met de andere te vergelijken.

In een agrarische samenleving met relatief weinig dynamiek is waardebepaling door middel van arbeid nog enigszins doenlijk. Maar in een hoog ontwikkelde samenleving loopt dat geheid fout. Wil je aanpassingen, zoals Gorbatsjov probeerde met zijn glasnost en perestrojka, dan ontaardt dat al rap in liberalisme.

Sociaaldemocratie

Sociaaldemocratie was in aanleg geen handlanger van het kapitalisme. In de beginjaren werd het geformuleerd als de democratische tegenhanger van het autoritaire socialisme, zoals dat onder Lenin, Trotski en opvolgers gestalte kreeg. Eduard Bernstein, Karl Kautsky en Jean Jaurès figureerden onder de prominenten. De intentie was om het socialisme via vreedzame, democratische weg in plaats van middels revoluties tot stand te brengen.

Toegegeven, de sociaaldemocratie heeft het nodige opgeleverd. Het heeft de verzorgingsstaat gebracht die het liberalisme verzachtte. Maar de doelstelling om via de tussenstap van sociaaldemocratie naar socialisme te gaan heeft gefaald. En socialisme kan dus niet bereikt worden wegens de problematiek van de prijsbepaling, zoals ik eerder heb betoogd.

De sociaaldemocratische voorlieden hebben het onmogelijke van de opdracht ingezien. De Nederlandse oud-leider Wim Kok formuleerde het opgeven van het socialistische ideaal als ‘het afschudden van de ideologische veren’. Zonder ideologie is de sociaaldemocratie verworden tot een soort van kleine grutter. “Mag het een onsje meer zijn?” is een standaardvraag van zo’n winkelier. De sociaaldemocratie vraagt aan de kapitalist: “Mag het ietsje minder zijn?” Iets minder hardvochtig wordt daarmee bedoeld. Daarmee zijn zowel de sociaaldemocraat als de kapitalist tevreden. De grootste onvrede van de arbeider is geneutraliseerd en de sociaaldemocraat kan zich voordoen als belangenbehartiger. In de loop der tijd is de sociaaldemocratie helemaal ingekapseld. Een mooi commissariaatje zit er altijd in voor een oud-leider.

Alternatief

Sociaaldemocratie lijkt reëel beschouwd de meest linkse optie. Toch kan het anders. We moeten erkennen dat een markt noodzakelijk is om prijzen te bepalen. Maar niet alles kan vermarkt worden. Zelfs de liberaal erkent dat. Maar in hun meer extreme opvattingen moeten slechts defensie en nog een paar zaken moeten bij de overheid blijven; een liberalisering van het leger zou een burgeroorlog uitlokken. Een doordachte uitwerking is evenwel mogelijk van wat wel en niet via de markt te regelen valt. In zo’n uitgewerkt systeem kunnen prijzen voor overheidsdiensten worden vastgesteld als afgeleide van de marktprijzen. Ik zal het model demarcatisme noemen – het is slechts een werktitel – omdat het een heldere afbakening vereist tussen overheid en markt. De markt mag de speelwei van de kapitalist zijn. Maar die wei heeft een stevige omheining nodig. Democratisch en effectief toezicht op banken bijvoorbeeld. En bedrijvigheden als spoorwegexploitatie voldoen niet aan de marktprincipes. Daar treedt onherroepelijk monopolievorming op. Wanneer een Fyra bij gebleken gebreken niet direct vervangen kan worden door een andere trein wegens een tjokvol spoorwegnet, zal onmiddellijk duidelijk zijn dat marktwerking daar een fabeltje is.

Een randvoorwaarde voor demarcatisme is overigens dat een bestuur (regering) reële zeggenschap over de economie heeft. Niet dat een kleine economie gedwongen wordt in te stemmen met de eisen van de groten op straffe van stevige handelsbelemmeringen. Dat houdt in dat België of het bijna dubbel zo grote Nederland alleen te klein zijn. Dan hebben we toch nog een klein stukje trotskisme nodig, dat een wereldrevolutie nodig acht.

Er valt zoveel over dit onderwerp te zeggen dat er bijna geen beginnen aan is. Toch hoop ik in de kern de problematiek van het socialisme en een alternatief te hebben kunnen verwoorden.
Sjaax is offline   Met citaat antwoorden