Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jacob Van Artevelde
Bijvb ?
|
Geachte heer Van Artevelde
Hierop kan zeer uitgebreid geantwoord worden.
Daarom zal ik me bij dit eerste antwoord beperken tot de Vlaamse Rand om Brussel om zo ook de redetwist verder te volgen.
In 2013 heeft een "buitenstaander", meer bepaald een naar Parijs verhuisde Lotharinger, een opstel gemaakt inzake de ontwikkeling der scheidingslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
http://limites-de-bruxelles.blogspot...bruxelles.html
In dit opstel worden de zes Vlaamse gemeenten met voorzieningen (
faciliteiten) als hoofdzakelijk Vrankrijkstalig gebied beschouwd.
Doch wordt het noordoosten van Wemmel (verwaalste benaming in een middeleeuwse oorkonde: Wamblines) met de gehuchten "Boechout", "Bos", "Oude Molen" en "Zijp" zo ook de oude dorpskom van Rode (verwaalste benaming: Roux) als hoofdzakelijk Nederlandstalig gebleven gebied aangegeven. De spoorweg zou vroeger de scheiding geweest zijn tussen het "Rode van de Vlamingen" en het "Rode van de Vrankrijkstaligen". De westelijk gelegen gehuchten Tenbroek en Terkluizen (= l'Ermite, vroeger: Dudinsart) zouden nu als verwaalst gelden. Bovendien stijgt op zijn beurt de Vrankrijkstalige inwijking in de oude dorpskom.
De hoofdzakelijk Vrankrijkstalige gehuchten in de Vlaamse gemeenten
zonder voorzieningen zijn volgens het opstel (zie bovenstaande afbeelding):
1
Ingendaal te Alsemberg (middeleeuwse verwaalste benaming: 1251 Hasenbert)
2
Schavei te Beersel (middeleeuwse verwaalste benaming: Berselles vgl. Brussel/Bruxelles, Elsene [eertijds: Elsele]/Ixelles, Elzele/Ellezelles,...)
3
Dachelenberg te Beersel
4 Beersel ten
noorden van de Danislaan
5 Dilbeek ten noorden van de Goede Lucht (= Bon Air) met het gehucht
Koudenaarde
6
Moortebeek, gedeelte in Dilbeek met Eikelenberg en Kattebroek
7 Groot-Bijgaarden (= Grand-Bigard, vgl. Hoegaarden, Waalse uitspraak: (H)ougard)
ten oosten van de Ring
8
Mutsaart, gedeelte in Strombeek-Bever
9
Voor (= Beauval) met
Koningslo te Vilvoorde (= Vilvorde, middeleeuwse verwaalste benamingen: 1154 Filfort, 1201 Villefort, 1375 Filfordes, Hoogduits: 1122 Filfurt)
10 Woluwe-ten-Voorde ofte Sint-Stevens-Woluwe (= Woluwé-Saint-Etienne) ten noorden van de A3 met de vreemdtalige gehuchten
Hockey en
Hortensia
11 Woluwe-ten-Voorde ten zuiden van de A3 met het vreemdtalig gehucht
Acacia (Deze bloemnaam wordt in het Ndl. ook "
schotendoorn" geheten)
12 Sterrebeek (Tramlaan-Normandylaan) met de vreemdtalige gehuchten
Armendy en
Normandy
13 Tervuren (verwaalste benaming: La Fure vgl. Terhulpen/La Hulpe, Ternat, 1253 la Natte) ten noorden van de Tervurenlaan met het gehucht
Hoogvorst
14
Jezus Eik (= Notre-Dame-au-Bois) te Overijse (= Isque, oude Waalse uitspraak te Rozieren: Yousque)
15
Maleizen (= Malaise) te Overijse
16 Hoeilaart (= Houlay, Holez) ten westen van de spoorweg met de gehuchten
Pittoresk en
't Rot
Uit navraag aan de Hoeilaartse heemkundige kring "Glazen Dorp" blijkt 't Rot daarentegen nog hoofdzakelijk Nederlandstalig te zijn. In 1963 werd dit Hoeilaarts gehucht met de aansluitende doch voormalig Terhulpse Hazendreef (= Drève du Lièvre) verrijkt.
Het gehucht Pittoresk (Pittoresque) is eerst in de vorige eeuw ontstaan. De eerste (land)huizen werden na 1930 gebouwd. Dit gehucht telt niet enkel veel Vrankrijks -en anderstaligen maar ook enkele Bekende Vlamingen. De nieuw uitgevonden benaming heeft geen Nederlandstalige tegenhanger. Er zijn geen andere oude veldnamen waarop teruggegrepen kan worden.
De gehuchten
Negenmanneke en
Zuun zouden een sterke Vrankrijkstalige minderheid kennen en werden bijgevolg nog niet in de voorafgaande lijst opgenomen.
Deze gehuchten kwamen echter ter sprake bij de onderhandelingen van de Egmontovereenkomst in 1977 en bevinden zich in het grondgebied van de gemeente Leeuw ofte Sint-Pieters-Leeuw (= Leeuw-Saint-Pierre, verwaalste benaming: Lewes, Leves, Léau-Saint-Pierre, vgl. Zoutleeuw/Léau, Leeuw-Saint-Léonard en Gors-
Opleeuw/Gorslieux,
Suslewa).
Verder wordt in dit opstel ook voorgesteld om heel wat verbeteringen aan de bestaande scheidingslijnen te brengen. Deze verbetering houdt een gebiedsruil in. De Brusselaars krijgen ten eerste enkele Vlaamse toegangsgebieden met stalplekken tot de Ring, ten tweede twee Brusselse begraafplekken op Vlaams grondgebied (Schaarbeek, Koekelberg) en ten derde noodzakelijk geacht grondgebied voor het Avondlandse Leerhuis (
Europese School) en het ziekenhuis van de Heilige Lukas.
De Vlamingen krijgen op hun beurt heel wat landelijk en bosgebied:
Brussels gebied ten noorden van de Ring
Hallerbos (uitloper gelegen te Woutersbrakel)
Klabbeekbos (Klabbeek, eertijds: Glabbeke)
Laarbeekbos (Jette)
Neerpede (Anderlecht, in een middeleeuws Waalse oorkonde: "Andrelet")
Veroost (Ganshoren)
Vogelenzang (Anderlecht)
Zevenborren (Eigenbrakel)
Zoniënwoud (Watermaal-Bosvoorde en Oudergem, in een middeleeuws Waalse oorkonde: Audrenghien vgl. Edingen [Adengem] = Enghien, Gellingen [Gislengem] = Ghislenghien en Odegem = Oeudenghien)
De Walen verliezen zoals hierboven aangegeven heel wat bosgebied. Dit verlies wordt vergoed met het gedeelte van het Zoniënwoud te Hoeilaart en meer bepaald met Groenendaal (= Valvert, Vauvert)
Zoals u hierboven reeds opgemerkt zal hebben heb ik waar mogelijk ook de oude/minder bekende Vrankrijkstalige of Waalse benaming bijgevoegd. Waarom? Heel eenvoudig! De Walen houden zich dikwijls krampachtig aan de oude Nederlandstalige spelling vast. Bovendien eisen ze deze Nederlandstalige spelling op buitgewoon dwaze wijze als de hunne op, bv. Crainhem, Groenendael, Hoeylaert, Overyssche, Rhode, Tervueren, Zuen…
De betrouwbaarheid van de gegevens in dit opstel zijn, dient aan Vlaamse zijde verder nagegaan worden.
Hoogachtend