Een cadeautje van de duivel.
Ik was verbijsterd op een onderkoelde wetenschappelijke manier. Ik bewonderde die atoomtheorie enerzijds om de goddelijke schoonheid ervan, maar anderzijds beschouwde ik die atoomtheorie ook als een cadeautje van de duivel, als een product van de onderwereld.
Hoewel die atoomtheorie een hogere wereld vertegenwoordigt, had ik toch de voorstelling dat ik in een hele diepe put naar beneden keek, waarin hevig vuur brandde. Ik keek in de hel. En ik deed de deksel van die put maar gauw weer dicht om niet overweldigd te worden. Nu is dat ook wel logisch te verklaren, want een hogere wereld is niet alleen maar eenzijdig beter dan een lagere wereld.
|