Los bericht bekijken
Oud 1 maart 2012, 14:04   #1
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard Revisionisme en portret restauratie

REVISIONISM AND PORTRAIT RESTORATION


Gravure naar een onbekend portret van Van Mierevelt van Prins Maurits van Oranje door: J. Starterus (1617)

Citaat:
Geachte mw. Marjan de Visser,

Bent u in uw werk oude portretten tegengekomen waar men naderhand de gezichten en handen, doelbewust met beige en roze heeft overgeschilderd om het oorspronkelijke bruine of donkerbruine gezicht te verbergen?
Soms met lelijk resultaat, of zelfs beschadiging. Het Frans Hals Museum toont portretten van Nicolaas van der Maes en zijn vrouw Vooght, die overschilderingen aan handen en gezicht tonen, na onderzoek, waarin pigmenten van na 1720 werden aangetroffen. Men schrijft niet te weten wat de bedoeling is.
Het Mauritshuis (2004: 326) schrijft geen onderzoek naar 'interventies' gedaan te hebben. En Mor's portretten zouden soms een 'underdrawing' hebben van 'brownish paint,' met 'modelled in extreme detail.' Deze beschrijving slaat wellicht op het onderliggende uitgewerkte portret dat ten onrechte als onderschildering wordt opgevat.

Egmond Codfried
HANDBOOK OF ART RESTORATIONS


Citaat:
Base "Restauration"

© WIDART (Nancy), 1994 : Glossaire français-néerlandais de la restauration des peintures de chevalet : la couche protectrice, français-néerlandais, 62 notions, format Termisti, avec réseau notionnel, bibliographie disponible, dir. : Frans De Laet.
Index français
Index néerlandais

http://www.termisti.refer.org/data/restaura/index.htm


Code Lenoch : CPR94

FRANÇAIS

Terme : surpeint

Définition

repeint* destiné �* transformer l'oeuvre en fonction d'une variation de goût (repeint de style*) ou pour des raisons morales (repeint de pudeur*, repeint iconographique*).
Code grammaire : M

Contexte

Témoignages matériels des variations du goût au cours des âges, les surpeints ont toujours intéressé les historiens d'art qui ont souvent écrit sur le sujet. Cette preuve manifeste de l'importance culturelle des surpeints conduit �* adopter une attitude prudente et très réservée vis-�*-vis de leur éventuelle suppression. (BERG-C, 1990 :123)
Note

Le terme "surpeint" est souvent employé dans le sens de "repeint"*
Auteur : Nancy Widart
Liens conceptuels


surpeint "est un type de" repeint
surpeint "peut être" repeint de pudeur
surpeint "peut être" repeint de style
surpeint "peut être" repeint iconographique
NEERLANDAIS

Terme : overschildering (2)

Définition

een met verf bedekt gedeelte dat het originele schilderijgedeelte verbergt en omwille van stijlverandering (overschildering om stylistische redenen*) of morele redenen (preutse overschildering*, "iconografische" overschildering*) vervangt.
Code grammaire : F

Contexte

Bij de bespreking der methoden van restaureren en conserveren heb ik afgezien van de mogelijkheid, dat de oorspronkelijke schilderingen overschilderingen heeft. In dit geval zal men twee mogelijkheden moeten onderscheiden :- dat de overschildering is aangebracht op het origineel, zonder dat de vernislaag zich daartusschen bevindt en- dat beide door een vernislaag zijn gescheiden. (DEWL-C, 1928 : 149)
Auteur : Nancy Widart
Liens conceptuels


overschildering (2) "is een type van" overschildering (1)
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" preutse overschildering
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" overschildering om stylistische redenen
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" "iconografische" overschildering

http://www.termisti.refer.org/data/restaura/62.htm

Terme : "iconografische" overschildering

Définition

overschildering* waarvan het doel erin bestaat een personage of een scenario te veranderen.
Code grammaire : F

Contexte

"Iconografische" overschilderingen worden zoveel mogelijk behouden om historische redenen. (Mevr. de Maeyer)
Auteur : Nancy Widart

Date de création : 3/20/1994
Liens conceptuels


"iconografische" overschildering "is een type van" overschildering (2)

http://www.termisti.refer.org/data/restaura/58.htm#FR

Terme : overschildering (2)

Définition

een met verf bedekt gedeelte dat het originele schilderijgedeelte verbergt en omwille van stijlverandering (overschildering om stylistische redenen*) of morele redenen (preutse overschildering*, "iconografische" overschildering*) vervangt.
Code grammaire : F

Contexte

Bij de bespreking der methoden van restaureren en conserveren heb ik afgezien van de mogelijkheid, dat de oorspronkelijke schilderingen overschilderingen heeft. In dit geval zal men twee mogelijkheden moeten onderscheiden :- dat de overschildering is aangebracht op het origineel, zonder dat de vernislaag zich daartusschen bevindt en- dat beide door een vernislaag zijn gescheiden. (DEWL-C, 1928 : 149)
Auteur : Nancy Widart
Liens conceptuels


overschildering (2) "is een type van" overschildering (1)
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" preutse overschildering
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" overschildering om stylistische redenen
overschildering (2) "kan gelijk zijn aan" "iconografische" overschildering



http://www.haagshistorischmuseum.nl/page/de-restauratie

Citaat:
Waarom restaureren?
Van Ravesteyn heeft met zijn magistraatsportret uit 1618 een grote artistieke prestatie geleverd. De hoge kwaliteit van zijn werk is echter niet overal meer goed te zien. Eerdere restauraties hebben het doek niet altijd goed gedaan. Bij een vroegere afname van het vernis is vooral de rechterkant van het schilderij beschadigd; de verf is hier deels weggepoetst. En over het hele schilderij zijn onregelmatige geelbruine plekjes – residu’s van eerdere vernislagen – zichtbaar.

Het doel van de restauratie is om het schilderij voor de toekomst veilig te stellen. Restauratie heeft ook een esthetisch doel, namelijk om de hoge kwaliteit van het werk van Van Ravesteyn weer zichtbaar te maken. Zo zal straks weer goed te zien zijn wat Van Ravesteyn met dit doek heeft gepresteerd: de nuances in de zwarte kleding, de details in de gezichten en het rijk versierde tapijt op de achtergrond.

http://arrs.nl/html/NL/restauratie/maes.html



[Overpaint in the face of the child]



[Details after removing varnish]


http://arrs.nl/html/NL/restauratie/maes.html


“Familieportret”
Nicolaes Maes, 1661, olie op doek
93 x 71 cm.
Gepubliceerd in Nicolaes Maes,
León Krempel Kat.-Nr. A 49




http://www.conservart.nl/en_Restorat...%20Boudaen_eng







Hendrik Jan Boudaen (1702-1761)
Citaat:
OLIEVERF

http://nl.wikipedia.org/wiki/Olieverf

Citaat:
Conservering

Doordat veel van de belangrijkste en kostbaarste werken van de (vroeg)moderne Westerse beeldende kunst in olieverf zijn uitgevoerd, heeft het behoud van olieverfschilderijen altijd veel aandacht gekregen; het ambacht van de restauratie van schilderijen heeft zich grotendeels ontwikkeld in reactie op de specifieke problemen die de olieverftechniek in dit opzicht stelde. Meer bepaald zijn dit de vervuiling, vergeling, verkleuring en degeneratie van de vernis- en verflaag en het vergaan van de drager.
Het is niet gebruikelijk — of wenselijk, gezien de vochtbeheersing — olieverfschilderijen achter glas te bewaren; door in een kamer te hangen zal een schilderij in de loop der tijd dus bedekt worden door een grauwbruine laag van stof, roet, vet en teer ("nicotineaanslag") die de oorspronkelijke voorstelling vaak haast onherkenbaar maakt. Deze vervuiling valt goed te verwijderen door de hele vernislaag, zelf vaak ook dof of geel geworden, te vervangen. Zo'n schoonmaakoperatie vergt een grote professionaliteit omdat voorkomen moet worden dat de bovenste glacislagen van het werk zelf mee verwijderd worden, het beruchte "verpoetsen". Een ondeskundige poging tot reiniging zal meestal resulteren in onherstelbare schade aan het olieverfschilderij. Het meest schadelijk is het gebruik van water en zeep: het vocht zal verflaag, grondering en drager in ongelijke mate laten zwellen met barsten of zelfs een totaal uiteenvallen tot gevolg.
Niet alleen vervuiling tast de originele frisheid aan: lijnolie heeft van nature al de eigenschap te vergelen. Dit proces wordt wat vertraagd door de inwerking van daglicht, maar in de loop van enige tientallen jaren verandert het coloriet van ieder olieverfschilderij door een pregnante geelzweem. Deze vergeling is zo typerend dat zij in de 19e eeuw als kenmerkend werd gezien voor de werken van de grote meesters van de Gouden Eeuw en men in de Romantische school die gelige tinten opzettelijk begon na te bootsen. Oude werken die onvoldoende vergeeld waren, bedekte de kunsthandel zelfs met een geel vernis om ze alsnog van de gewilde "Rembrandtieke goudglans" te voorzien.
Naast de vergeling van de bindmiddellaag, veranderen ook de pigmenten van kleur. Lijnolie beschermt de pigmentkorrels tegen de inwerking van licht en bij moderne lichtechte pigmenten is de verkleuring gering. In vroeger tijden gebruikte men echter noodgedwongen vaak organische pigmenten die onvoldoende lichtecht waren; die waren typisch glacerend en werden in de meest kwetsbare positie aangebracht: bovenop een reflecterende witte onderlaag. Een grote boosdoener is het, zoals de naam al aanduidt, verschietende schijtgeel dat bijvoorbeeld in Johannes Vermeers Gezicht op Delft de eerst groene bomen in blauwe heeft veranderd. Verkleuring kan echter ook het gevolg zijn van spontane chemische verandering van het pigment of de inwerking van luchtvervuiling: een berucht voorbeeld is het chromaatgeel in Vincent van Goghs Zonnebloemen dat bruin verkleurd is door een verandering van het loodchromaat in loodsulfide. Een speciaal probleem vormt het in de 18e eeuw populaire toepassen van asfalt als pigment; dit blijft thermoplastisch en leidde vaak tot het verzakken van de hele verflaag.
Het meest fundamentele conserveringprobleem bij olieverf is de voortdurende oxidatie. De eerste vijftig tot honderd jaar blijft de verflaag voortdurend verder uitharden. Daarbij neemt het volume toe doordat steeds meer zuurstof gebonden wordt. Als de schilder magere lagen over vette aangebracht heeft, zal dat daarom al vaak na enige maanden leiden tot barsten. Is de toplaag juist te vet, zal dat leiden tot "schroeien": de vorming van rimpels. Maar ook als de afbeelding schildertechnisch perfect op het doek gezet werd, is de uiteindelijke zelfvernietiging van het schilderij zover wij weten onafwendbaar. De drager kan de horizontale toeneming van het volume niet volgen. Barstvorming, ofwel craquelé, is het gevolg: de verf gaat opstaan in kleinere en grotere plakkaten en werkt zich los van de ondergrond. Dit verschijnsel tonen vrijwel alle olieverfschilderijen. Na het voltooien van de uitharding gaat de oxidatie verder: de verffilm wordt in andere producten omgezet en vergruist op de lange duur volledig. Een vernislaag vertraagt dit proces enigszins; het gebruik van loodwit, wat zeer harde loodzepen vormt, leidt tot minder barsten, maar maakt ook de verffilm brosser.
Behalve de verffilm kan ook de drager voor conserveringsproblemen zorgen. De eerste werken werden op houten panelen geschilderd. Als een paneel uit verschillende verlijmde stukken bestaat, kunnen die loslaten; een restauratie is dan, hoewel duur, meestal goed mogelijk. Het paneel kan ook kromtrekken. In vroeger eeuwen werd dit wel verholpen door de houten plaat van achteren zo dun mogelijk uit te hollen en dan door een daar aangebrachte parkettering weer in een plat vlak te dwingen. De gevolgen waren nogal eens katastrofaal omdat het hout, belemmerd in zijn natuurlijke krimp en uitzetting, begon te barsten en scheuren.
Het linnen, waarop de meeste latere werken aangebracht zijn, is vergankelijk en verliest geleidelijk zijn spankracht. Een drastische oplossing hiervoor is het verdoeken: doordat de grondering bij oudere werken zo dik is, kan die samen met de verflaag helemaal van het oude doek verwijderd en weer op een nieuw doek aangebracht worden. Zelfs wordt zo wel de verflaag van een paneel naar een doek overgebracht.
De conservering van wat oudere olieverfschilderijen, opgebouwd in een gelaagde techniek met toevoeging van harsen is vaak nog heel redelijk — mits niet de goedkope Straatsburgse terpentijn als hars gebruikt werd, die de verflaag dof maakt. Werken gemaakt vanaf het midden van de negentiende eeuw zijn echter nogal eens in een slechte conditie, een gevolg van het verloren gaan van de ambachtelijke vakkennis gekoppeld aan een onbezonnen experimenteerlust met allerlei dubieuze toevoegingen, het toepassen van een alla prima-techniek met dunne grondering en het gebruiken van goedkope industriële verven en slechte pigmenten.
[bewerken]Noten

↑ D. Kraaijpoel & C. Herenius, 2007, Het kunstschilderboek — handboek voor materialen en technieken, Cantecleer, p. 35
↑ a b D. Kraaijpoel & C. Herenius, 2007, Het kunstschilderboek — handboek voor materialen en technieken, Cantecleer, p. 167
↑ Alexander Eibner, Ueber fette Öle, Leinölersatzmittel und Ölfarben — Beitrag zur Normalfarbenfrage, B. Heller, München 1922

http://restauratieatelierschilderijen1.blogspot.com/

Geachte mw. Marjan de Visser,

Bent u in uw werk oude portretten tegengekomen waar men naderhand de gezichten en handen, doelbewust met beige en roze heeft overgeschilderd om het oorspronkelijke bruine of donkerbruine gezicht te verbergen?
Soms met lelijk resultaat, of zelfs beschadiging. Het Frans Hals Museum toont portretten van Nicolaas van der Maes en zijn vrouw Vooght, die overschilderingen aan handen en gezicht tonen, na onderzoek, waarin pigmenten van na 1720 werden aangetroffen. Men schrijft niet te weten wat de bedoeling is.
Het Mauritshuis (2004: 326) schrijft geen onderzoek naar 'interventies' gedaan te hebben. En Mor's portretten zouden soms een 'underdrawing' hebben van 'brownish paint,' met 'modelled in extreme detail.' Deze beschrijving slaat wellicht op het onderliggende uitgewerkte portret dat ten onrechte als onderschildering wordt opgevat.

Egmond Codfried

Laatst gewijzigd door Egmond Codfried : 1 maart 2012 om 14:21.
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden