De brieven zijn ook duidelijk bedoeld om theologische thema's te onderbouwen. Als Paulus werkelijk een gemeente in Korinthië had gesticht dan hoefde hij in zijn brief niet nog eens de grondslag van zijn geloof uiteen te zetten. Hij schrijft: “En als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan.” (1 Korintiërs 15:14-15). Hij gebruikt eenvoudige retorische truckjes door te suggereren dat wie gelooft in de opstanding der doden ook móet geloven in de opstanding van de christus. Maar logisch is dat niet. Het een volgt niet uit het ander. Ook door te stellen dat "wij dan over hem hebben gelogen" legt hij een psychologische druk op de lezers. Durven zij toe te geven dat zijzelf hebben gelogen, of dat Paulus heeft gelogen? Dit zijn argumenten wanneer men gebrek heeft aan feiten. "Wat? Wil jij zeggen dat ik sta te liegen?" Ja, inderdaad.