De aankoop van het werk van Brouwer is gebaseerd op het Topstukkendecreet dat goedgekeurd werd door het Vlaams Parlement. Op basis van de criteria in dat decreet kunnen topstukken aangekocht worden zodat deze eigendom worden van de ganse Vlaamse gemeenschap. Op deze manier probeert men het culturele erfgoed van die Gemeenschap te behouden en open te stellen voor een zo groot mogelijk publiek. Voor L² is dat een goede doelstelling.
Een van deze criteria is de dubbele en niet-tegenstrijdige schriftelijke bevestiging van de echtheid van het werk door een expert op dat vlak. Wat de Brouwer betreft, kunnen we daarin duidelijk zijn: op het moment dat deze voor 4.600 en 360.000 euro verkocht werden, ontbrak deze dubbele, schriftelijke expertise.
Het lijkt me logisch dat de Vlaamse overheid op dat moment niet kon overgaan tot aankoop. Dat was niet enkel tegenstrijdig met het decreet, daarenboven bestond de mogelijkheid dat overheidsgeld aangewend werd voor een niet authentiek werk. Dit is dus niet gebeurd. L² is dan ook van oordeel dat in deze niets kan verweten worden aan onze minister.
|