Hoe worden uw spaarproducten belast?

De Informant · 14 februari 2012, 22:29

Auteur : Peter Van Maldegem (http://netto.tijd.be/fastsearch?query=Peter Van Maldegem)
-------------------------------------------------------------------------
Voor wie spaart, verandert er heel wat in 2012. We zetten de belangrijkste wijzigingen op een rij en doen dat per spaarproduct.

Dat de regering-Di Rupo I vooral een belastingregering is, blijkt uit de genomen maatregelen. Spaarders en beleggers worden op twee manieren getroffen. Ten eerste is er voor vele spaar- en beleggingsproducten een verhoging van de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent.

Een tweede gevolg is de bijkomende heffing voor grote vermogens. Een belastingplichtige die jaarlijks meer dan 20.020 euro roerende inkomsten (voor aftrek van de roerende voorheffing) opstrijkt, moet op verschillende producten geen 21 maar 25 procent belasting betalen. Die extra heffing van 4 procent geldt enkel voor het saldo van roerende inkomsten onderworpen aan het 21% tarief dat boven 20.020 euro uitkomt. De extra heffing kan aan de bron worden afgehouden, of ze kan achteraf via de belastingaangifte betaald worden. Die keuze zal u zelf aan uw bank moeten bekendmaken.

Vrijgesteld van aangifteplicht?
Dat betekent dat er voor iedereen vanaf aanslagjaar 2013 een aangifteplicht komt van zijn roerende inkomsten. Enkel voor de producten waarvoor de extra heffing van 4 procent aan de bron werd afgehouden, kunt u vrijgesteld worden van de aangifteplicht van die inkomsten. Dat geldt dus ook voor personen die minder dan 20.020 euro roerende inkomsten opstrijken en voor de anonimiteit toch voor de extra heffing van 4 procent aan de bron kiezen. We beantwoorden voor elk spaarproduct deze 4 vragen.

KIJK EVEN VOORBEELD GRAFIEK
http://static.tijd.be/inline/img/preview_3330410.jpg

1. Zichtrekening (rente)
De meeste zichtrekeningen leveren amper rente op, maar zelfs op die beperkte rente betaalt u roerende voorheffing. Die stijgt van 15 naar 21 procent. Concreet betekent dit dat de gemiddelde brutorente van 0,25 procent bij grootbanken een nettorente van 0,1975 procent wordt in plaats van 0,2125 procent.
ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg

2. Niet-gereglementeerde spaarrekening (rente)
Niet-gereglementeerde spaarboekjes zijn rekeningen die zich niet houden aan de maximumtarieven voor basisrente of getrouwheidspremie. Zo mag de basisrente van een gereglementeerde rekening nooit hoger zijn dan het maximum van 3 procent of de ECB-rente.
Op niet-gereglementeerde spaarboekjes geldt een roerende voorheffing vanaf de eerste euro intresten. Die voorheffing stijgt van 15 naar 21 procent en wordt afgehouden aan de bron. De intresten komen ook in aanmerking voor de berekening van het drempelbedrag van 20.020 euro.
ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg

3. Termijnrekening en kasbon (rente)
Door de verhoging van de roerende voorheffing in deze categorie worden heel wat Belgen getroffen. Wie een termijnrekening of kasbon bezit, betaalt voortaan 21 in plaats van 15 procent roerende voorheffing. Belangrijk is dat die verhoging ook een sterk retroactief karakter kan hebben. Een spaarder die inschreef op een termijnrekening op 1 jaar in januari 2011 en dus begin 2012 zijn rente inde, betaalde meteen 21 procent roerende voorheffing. Nochtans werd de rente grotendeels in 2011 opgebouwd. Het effect is nog sterker bij kasbons die de rente niet jaarlijks uitkeren, maar de rente kapitaliseren en uitkeren op eindvervaldag. Wie in 2004 een kapitalisatiebon van 8 jaar kocht met vervaldag in 2012, betaalt dus op die volledige rente 21 procent roerende voorheffing.
ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg

4. Gereglementeerde spaarrekening (rente)
De spaarrekening is het enige product waarvoor niets verandert. Uw roerende inkomsten blijven vrijgesteld van roerende voorheffing tot een niveau van 1.830 euro (inkomstenjaar 2012). Overschrijdt u dat bedrag, dan bent u op dat extra bedrag nog steeds roerende voorheffing van 15 procent verschuldigd. Gebeurt de overschrijding bij één en dezelfde bank, dan houdt de bank de roerende voorheffing automatisch af. Toch bent u verplicht ook in dit geval de inkomsten aan te geven in uw belastingaangifte. Enkel de intresten die boven 1.830 euro uitkomen, moeten meegenomen worden voor de berekening van het drempelbedrag van 20.020 euro. Ze worden echter nooit aan de extra heffing van 4 procent onderworpen.
ANTWOORDEN -> http://static0.netto.tijd.be/i/01/96/70.jpeg

5. Tak21- en tak23-producten (inkomsten)
Alle voorwaarden voor tak21-producten blijven behouden. Er is dus geen roerende voorheffing als het product een looptijd heeft die langer is dan 8 jaar of als er een overlijdensdekking is van 130 procent. Voldoet het tak21-product niet aan een van die voorwaarden, dan geldt wel een roerende voorheffing die stijgt van 15 naar 21 procent.

Hetzelfde geldt voor tak23-producten. Die zijn doorgaans vrijgesteld van roerende voorheffing behalve wanneer een rendement gegarandeerd wordt en de looptijd korter is dan 8 jaar. In dat laatste geval wordt de roerende voorheffing opgetrokken tot 21 procent. In de gevallen waarin die producten belastbaar zijn als roerende inkomsten (en dus onderworpen aan roerende voorheffing), tellen ze mee voor de berekening van de grens van 20.020 euro en geldt ook de aangifteplicht (tenzij de additionele 4 procent aan de bron werd ingehouden).
ANTWOORDEN -> http://static0.netto.tijd.be/i/01/96/70.jpeg

6. Staatsbon met intekening tussen 24 november en 2 december 2011 (rente)
De wet voorziet in een uitzondering voor de staatsbon die tussen 24 november en 2 december 2011 werd uitgegeven. De emissieperiode van deze staatsbon liep middenin de periode waarin de regering Di Rupo I een akkoord bereikte over de begroting. Vandaar dat de regering de spelregels voor die staatsbon ongemoeid liet. De roerende voorheffing blijft op 15 procent en de inkomsten worden niet meegenomen in de berekening van 20.020 euro. Wel is er aangifteplicht.
ANTWOORDEN ->http://static2.netto.tijd.be/i/01/96/72.jpeg

7. Alle andere staatsbons (rente)
Een staatsbon wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als een kasbon of termijnrekening. U betaalt 21 procent roerende voorheffing op de rente. Wie staatsbons koopt op de secundaire markt, betaalt voortaan een beurstaks van 0,091 procent in plaats van 0,07 procent.
ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg

8. Pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen
Wie via de derde pijler aan pensioensparen doet, kan in 2012 tot 910 euro storten. Hiervan recupereert hij via de belastingaangifte het daaropvolgende jaar 30 procent. Vóór Di Rupo I was dat nog 30 �* 40 procent, naargelang van het inkomen. De kapitalen die opgebouwd worden via die fondsen, worden niet meegeteld voor de berekening van het grensbedrag van 20.020 euro.
ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/73.jpeg

Nota van De Informant
De strop rond onze keel wordt strakker.
In mijn vorige post ging het over de grote vermogens, maar beetje bij beetje gaan ze de visjes halen bij de kleine spaarder.
Nogmaals de waarschuwing
: Opgepast voor de nieuwe vermogensregister die tegen 2014 over iedere Belg klaar zal zijn. ZIJ GAAN ALLES WETEN EN WIJ GAAN ALLES BETALEN

14 februari 2012, 22:29	#1
De Informant Banneling Geregistreerd: 21 december 2011 Berichten: 245	Hoe worden uw spaarproducten belast? (Uw spaargeld)vanaf dit jaar ? Auteur : Peter Van Maldegem (http://netto.tijd.be/fastsearch?query=Peter Van Maldegem) ------------------------------------------------------------------------- Voor wie spaart, verandert er heel wat in 2012. We zetten de belangrijkste wijzigingen op een rij en doen dat per spaarproduct. Dat de regering-Di Rupo I vooral een belastingregering is, blijkt uit de genomen maatregelen. Spaarders en beleggers worden op twee manieren getroffen. Ten eerste is er voor vele spaar- en beleggingsproducten een verhoging van de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent. Een tweede gevolg is de bijkomende heffing voor grote vermogens. Een belastingplichtige die jaarlijks meer dan 20.020 euro roerende inkomsten (voor aftrek van de roerende voorheffing) opstrijkt, moet op verschillende producten geen 21 maar 25 procent belasting betalen. Die extra heffing van 4 procent geldt enkel voor het saldo van roerende inkomsten onderworpen aan het 21% tarief dat boven 20.020 euro uitkomt. De extra heffing kan aan de bron worden afgehouden, of ze kan achteraf via de belastingaangifte betaald worden. Die keuze zal u zelf aan uw bank moeten bekendmaken. Vrijgesteld van aangifteplicht? Dat betekent dat er voor iedereen vanaf aanslagjaar 2013 een aangifteplicht komt van zijn roerende inkomsten. Enkel voor de producten waarvoor de extra heffing van 4 procent aan de bron werd afgehouden, kunt u vrijgesteld worden van de aangifteplicht van die inkomsten. Dat geldt dus ook voor personen die minder dan 20.020 euro roerende inkomsten opstrijken en voor de anonimiteit toch voor de extra heffing van 4 procent aan de bron kiezen. We beantwoorden voor elk spaarproduct deze 4 vragen. KIJK EVEN VOORBEELD GRAFIEK http://static.tijd.be/inline/img/preview_3330410.jpg 1. Zichtrekening (rente) De meeste zichtrekeningen leveren amper rente op, maar zelfs op die beperkte rente betaalt u roerende voorheffing. Die stijgt van 15 naar 21 procent. Concreet betekent dit dat de gemiddelde brutorente van 0,25 procent bij grootbanken een nettorente van 0,1975 procent wordt in plaats van 0,2125 procent. ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg 2. Niet-gereglementeerde spaarrekening (rente) Niet-gereglementeerde spaarboekjes zijn rekeningen die zich niet houden aan de maximumtarieven voor basisrente of getrouwheidspremie. Zo mag de basisrente van een gereglementeerde rekening nooit hoger zijn dan het maximum van 3 procent of de ECB-rente. Op niet-gereglementeerde spaarboekjes geldt een roerende voorheffing vanaf de eerste euro intresten. Die voorheffing stijgt van 15 naar 21 procent en wordt afgehouden aan de bron. De intresten komen ook in aanmerking voor de berekening van het drempelbedrag van 20.020 euro. ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg 3. Termijnrekening en kasbon (rente) Door de verhoging van de roerende voorheffing in deze categorie worden heel wat Belgen getroffen. Wie een termijnrekening of kasbon bezit, betaalt voortaan 21 in plaats van 15 procent roerende voorheffing. Belangrijk is dat die verhoging ook een sterk retroactief karakter kan hebben. Een spaarder die inschreef op een termijnrekening op 1 jaar in januari 2011 en dus begin 2012 zijn rente inde, betaalde meteen 21 procent roerende voorheffing. Nochtans werd de rente grotendeels in 2011 opgebouwd. Het effect is nog sterker bij kasbons die de rente niet jaarlijks uitkeren, maar de rente kapitaliseren en uitkeren op eindvervaldag. Wie in 2004 een kapitalisatiebon van 8 jaar kocht met vervaldag in 2012, betaalt dus op die volledige rente 21 procent roerende voorheffing. ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg 4. Gereglementeerde spaarrekening (rente) De spaarrekening is het enige product waarvoor niets verandert. Uw roerende inkomsten blijven vrijgesteld van roerende voorheffing tot een niveau van 1.830 euro (inkomstenjaar 2012). Overschrijdt u dat bedrag, dan bent u op dat extra bedrag nog steeds roerende voorheffing van 15 procent verschuldigd. Gebeurt de overschrijding bij één en dezelfde bank, dan houdt de bank de roerende voorheffing automatisch af. Toch bent u verplicht ook in dit geval de inkomsten aan te geven in uw belastingaangifte. Enkel de intresten die boven 1.830 euro uitkomen, moeten meegenomen worden voor de berekening van het drempelbedrag van 20.020 euro. Ze worden echter nooit aan de extra heffing van 4 procent onderworpen. ANTWOORDEN -> http://static0.netto.tijd.be/i/01/96/70.jpeg 5. Tak21- en tak23-producten (inkomsten) Alle voorwaarden voor tak21-producten blijven behouden. Er is dus geen roerende voorheffing als het product een looptijd heeft die langer is dan 8 jaar of als er een overlijdensdekking is van 130 procent. Voldoet het tak21-product niet aan een van die voorwaarden, dan geldt wel een roerende voorheffing die stijgt van 15 naar 21 procent. Hetzelfde geldt voor tak23-producten. Die zijn doorgaans vrijgesteld van roerende voorheffing behalve wanneer een rendement gegarandeerd wordt en de looptijd korter is dan 8 jaar. In dat laatste geval wordt de roerende voorheffing opgetrokken tot 21 procent. In de gevallen waarin die producten belastbaar zijn als roerende inkomsten (en dus onderworpen aan roerende voorheffing), tellen ze mee voor de berekening van de grens van 20.020 euro en geldt ook de aangifteplicht (tenzij de additionele 4 procent aan de bron werd ingehouden). ANTWOORDEN -> http://static0.netto.tijd.be/i/01/96/70.jpeg 6. Staatsbon met intekening tussen 24 november en 2 december 2011 (rente) De wet voorziet in een uitzondering voor de staatsbon die tussen 24 november en 2 december 2011 werd uitgegeven. De emissieperiode van deze staatsbon liep middenin de periode waarin de regering Di Rupo I een akkoord bereikte over de begroting. Vandaar dat de regering de spelregels voor die staatsbon ongemoeid liet. De roerende voorheffing blijft op 15 procent en de inkomsten worden niet meegenomen in de berekening van 20.020 euro. Wel is er aangifteplicht. ANTWOORDEN ->http://static2.netto.tijd.be/i/01/96/72.jpeg 7. Alle andere staatsbons (rente) Een staatsbon wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als een kasbon of termijnrekening. U betaalt 21 procent roerende voorheffing op de rente. Wie staatsbons koopt op de secundaire markt, betaalt voortaan een beurstaks van 0,091 procent in plaats van 0,07 procent. ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/6f.jpeg 8. Pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen Wie via de derde pijler aan pensioensparen doet, kan in 2012 tot 910 euro storten. Hiervan recupereert hij via de belastingaangifte het daaropvolgende jaar 30 procent. Vóór Di Rupo I was dat nog 30 �* 40 procent, naargelang van het inkomen. De kapitalen die opgebouwd worden via die fondsen, worden niet meegeteld voor de berekening van het grensbedrag van 20.020 euro. ANTWOORDEN -> http://static3.netto.tijd.be/i/01/96/73.jpeg Nota van De Informant De strop rond onze keel wordt strakker. In mijn vorige post ging het over de grote vermogens, maar beetje bij beetje gaan ze de visjes halen bij de kleine spaarder. Nogmaals de waarschuwing : Opgepast voor de nieuwe vermogensregister die tegen 2014 over iedere Belg klaar zal zijn. ZIJ GAAN ALLES WETEN EN WIJ GAAN ALLES BETALEN Laatst gewijzigd door De Informant : 14 februari 2012 om 22:37.