Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Themafora > Godsdienst en levensovertuiging
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst Markeer forums als gelezen

Godsdienst en levensovertuiging In dit forum kan je discussiëren over diverse godsdiensten en levensovertuigingen.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 20 oktober 2019, 11:11   #241
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Johannes de Doper 3

Het citaat uit de Joodse Geschiedenis over Herodes en Johannes de Doper is genomen uit de Gutenberg editie https://www.gutenberg.org/files/2848...nk18noteref-15. Die komt niet geheel overeen met de tekst die Krijbolder weergeeft in 'Jezus de Nazoreeër.' Dat zie ik echt nu pas. In zijn slot, de conclusie, wordt Johannes de Doper namelijk wèl gennoemd. Zie de onderstreepte tekst.
"... Omdat Johannes als gevolg van Herodes' verdenkingen geboeid naar de eerder genoemde vesting Machaerus was gevoerd en daar ter dood gebracht, waren de joden van oordeel dat de nederlaag van Herodes' leger een vergelding was van God voor de onrechtvaardige behandeling van Johannes door Herodes. Vitellius mobiliseerde twee legioenen...' (enzovoort)."
Ik weet niet welke tekst Krijbolder heeft gebruikt en vertaald en of zijn vertaling juist is, maar ik kan mij ook niet voorstellen dat hij het woord Johannes heeft toegevoegd omdat dit retorisch beter is. Het gaat mij te ver om dit nu uit te zoeken. In elk geval ben ik het met Krijbolder eens dat de tekst over de doop van Johannes een inlassing is die de loop van het verhaal onderbreekt. Hij meende dat dit niet in de originele tekst stond maar houdt het voor mogelijk dat Josephus dit zelf in een tweede editie van het boek heeft ingelast op verzoek van zijn christelijke vrienden in Rome.

Overigens schrijft hij ook dat de veldtocht van Vittellius tegen Petra als vergelding voor de nederlaag van Herodes plaats vond in 37 n. C. omdat die veldtocht werd afgebroken toen keizer Tiberius overleed. Dat betekent dat deze Johannes moet zijn onthoofd in 35 of 36 n. C. Dat is dan 6 of 7 jaar ná de dood van Jezus. Dus ofwel deze hele tekst over Johannes de Doper in de tekst van Josephus is een frauduleuze inlassing, ofwel de chronologie van de evangeliën klopt van geen kantan. Maar dat wisten we al.

Laatst gewijzigd door Piero : 20 oktober 2019 om 11:29.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 22 oktober 2019, 13:16   #242
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus als auteur en vertolker van het katholicisme.

Om te beginnen met de missie van Josephus als auteur van de christelijke Griekse geschriften moeten we begrijpen dat hiem een universele godsdienst voor ogen stond, een amalgaan van de Joodse godsdienst en de Griekse godsdiensten. De term katholicisme is een afleiding van het woord katholiek en komt uit het Grieks (????????? - katholikos), wat algemeen of universeel betekent. Oorspronkelijk betekent dat een universeel Joods geloof, dat de verschillende stromingen in het jodendom verenigd. Dat waren destijds de Farizeeën, de Sadduseeën en de Essenen. Deze stromingen waren op zich ook wel sektarisch verdeeld en als dat nodig is dan komt dat nog aan de orde.

De ontwikkeling naar een universeel geloof werd door een sekte van de Essenen in gang gezet en dat leidde meteen tot een conflict met de koning, Herodes, en dat heb ik al zijdelings genoemd in verband met een groepje extremisten en studenten dat de adelaar die Horodes op de ingang van de tempel had bevestigd ging verwijderen. Dat koste die beweging het leven. Hun executie ondergingen ze met vreugde want ze meenden hun eeuwige leven als onsterfelijke ziel in de hemel te gaan voortzetten. Die opvatting was toen nieuw en werd kenmerkend voor de christenen. Dat is dan de vreselijke superstitie van de volgelingen van Crestus waar Tacitus tegen te keer ging.

Wat betreft Flavius Josephus als auteur is er de vraag waarom de synoptische evangeliën in een wat simpel Grieks zijn geschreven terwijl het evangelie van Johannes veel fraaier is evenals enkele epistels van Paulus. Krijbolder stelt dat het Grieks van Josephus aanvankelijk niet zo best was en dat hij in het aramees schreef dat voor hem werd vertaald in het Grieks. Maar Josephus ontwikkelde zijn beheersing van het Grieks omdat hij in Rome meer Griekse schrijvers ging lezen en, volgens mij, omdat hij met de elite aldaar Grieks sprak.

Zie verder voor het verschil tussen klassiek Grieks en bijbels Grieks de volgende link.
https://academic.logos.com/how-to-re...s-like-a-boss/
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 23 oktober 2019, 14:09   #243
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus kennis van de Joodse sekten.

Dat Flavius Josephus bekwaam was om de evangeliën te schrijven is gemakkelijk aan te tonen. Hij leefde toen ze werden geschreven en hij leefde temiddenin van de mensen voor wie ze zijn geschreven eerst in Palestina en daarna in Rome. Maar bovendien had hij een bijzondere persoonlijke belangstelling voor de thematiek en de waarde van de Joodse godsdienst voor de bepaling van de juiste levenshouding.

Hij meent ook dat kennis van de Joodse sekten nodig is om te kunnen begrijpen waarom de Joodse oorlog ontstond die leidde tot de vernietiging van Jeruzalem met haar tempel en dus met het ritueel functioneren van de priesterklasse waar hij deel van uitmaakte. De levieten vormden een rijke elite die genoot van de verplichte jaarlijkse belasting van een tiende van alle Joden met bezit in Palestina en die verspreid leefden in het buitenland. Hier is een stukje inleiding van zijn Vita die een en ander verklaart. Zijn afkomst in 1) en zijn zoektocht 'naar de waarheid' om een keuze te maken uit de sekten in 2). Hij was 19 jaar oud toen hij een bewuste keuze kon maken.

THE LIFE OF FLAVIUS JOSEPHUS. (1)

1. The family from which I am derived is not an ignoble one; but hath descended all along from the priests. And as nobility among several people is of a different origin, so with us to be of the sacerdotal dignity is an indication of the splendour of a family. Now I am not only sprung from a sacerdotal family in general; but from the first of the twenty four courses. (2) And as among us there is not only a considerable difference between one family of each course and another, I am of the chief family of that first course also. Nay farther, by my mother I am of the royal blood. For the children of Asamoneus, from whom that family was derived, had both the office of the High Priesthood, and the dignity of a King for a long time together. I will accordingly set down my progenitors in order. My grandfathers father was named Simon, ... His son Matthias was born in the tenth year of the reign of Archelaus [A.D. 7]: as was I born to Matthias on the first year of the reign of Caius Cæsar [A.D. 37]. I have three sons: Hyrcanus, the eldest, was born on the fourth year of the reign of Vespasian [A.D. 72]: as was Justus born on the seventh [A.D. 75], and Agrippa on the ninth [A.D. 77]. Thus have I set down the genealogy of my family, as I have found it described in the publick records;(3)and so bid adieu to those who calumniate me [as of a lower original.]

2. Now my father Matthias was not only eminent on account of his nobility, but had an higher commendation on account of his righteousness; and was in great reputation in Jerusalem, the greatest city we have. I was my self brought up with my brother, whose name was Matthias: for he was my own brother, by both father and mother; and I made mighty proficiency in the improvements of my learning; and appeared to have both a great memory, and understanding. Moreover, when I was a child, and about fourteen years of age, I was commended by all for the love I had to learning; on which account the High Priests, and principal men of the city came then frequently to me together, in order to know my opinion about the accurate understanding of points of the law. And when I was about sixteen years old [A.D. 53], I had a mind to make trial of the several sects that were among us. These sects are three: the first is that of the Pharisees; the second that Sadducees; and the third that of the Essens; as we have frequently told you. For I thought that by this means I might choose the best, if I were once acquainted with them all. So I contented myself with hard fare; and underwent great difficulties; and went through them all. Nor did I content my self with these trials only: but when I was informed that one whose name was Banus lived in the desert, and used no other clothing than grew upon trees; and had no other food than what grew of its own accord; and bathed himself in cold water frequently, both by night and by day, in order to preserve his chastity, I imitated him in those things; and continued with him three years [from A.D. 53 to A.D. 56]. (4) So when I had accomplished my desires, I returned back to the city: being now nineteen years old: and began to conduct my self according to the rules of the sect of the Pharisees: which is of kin to the sect of the Stoicks, as the Greeks call them.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 24 oktober 2019, 11:20   #244
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus' kennis van de Joodse sekten 2

Josephus besluit Farizeeër te blijven maar zonder de andere stromingen te veroordelen. Als Farizeeër moet Josephus de Thora volgen als Wet maar bovendien de regels die er door de traditie aan zijn toegevoegd als uitleg en waartegen Jezus zich keert in confrontaties met Farizeers. De Sadduseeën houden zich aan de Thora zonder de detaillering die de Farizeeen daaraan hebben toegevoegd. De Essenen leven naar de geest van de Wet en niet zozeer naar de letter. Josephus schreef dat hun wijsheid een onvergetelijke indruk op hem had gemaakt. Zij woonden aan de rand van de steden of in aparte dorpen of kibboetsen op basis van gelijkheid en in gemeenschap van goederen. Elke groep koos een oudste als leider aan wie ze strikt gehoorzaam waren. In de Joodse Oorlog 2,5 geeft Josephus meer infomatie over de Essenen.
"2. Er zijn drie filosofische sekten onder Joden. De volgelingen van de eerste zijn de Farizeeën, de tweede zijn de Sadduceeën, en de derde, die een zeer strenge discipline betrachten, worden Essenen genoemd. Deze laatste zijn geboren Joden, en hebben en grotere affectie voor elkaar dan bij de andere sekten worden gevonden. Deze Essenen verwerpen genoegens als kwaad, maar hecht en aan zelfbeheersing, en de beheersing van hartstocht zien zij als een deugd. Ze huwen niet maar nemen kinderen, zolang ze nog opvoedbaar zijn, in hun midden op, en behandelen die dan als eigen kinderen en onderwijzen hen in hun leer. Ze verwerpen het huwelijk op zich niet, en ook voortplanting wordt als noodzakelijk gezien. Maar ze waken ervoor om wellust jegens vrouwen een kans te geven, omdat ze van mening zijn dat geen enkele vrouw volledig trouw aan haar man is."
Zo een opmerking als 'het zijn geboren Joden' wijst er op dat ze proselieten en halfjoden afwezen. Zij waren Gods volk. Volgens Krijbolder past deze beschrijving alleen op een kleine sekte van de Essenen en waren er ook Essenen onder de Sadduseeën en Farizeeën en de Heleense Joden in de diaspora.

Josephus was drie jaar in de ban van Banus die leefde in 'de woestijn' en die zich kleedde en voedde zich met wat er daar groeide. Voor een intellectueel als Josephus is dat alleen verklaarbaar als deze Banus ook een schriftgeleerde of Leviet was. Over hem schrijft F.J.A.M. Meijer in zijn inleiding bij de Joodse Oorlog dat deze hem sterk doet denken aan Johannes de Doper die ook leerlingen om zich heen verzamelde en die de messias, de zoon van David, aankondigde en de eindtijd. Meijer denkt dat Josephus door Banus messianist is geworden en daarom juist heeft Josephus na zijn opleiding bij Banus gekozen voor een politieke loopbaan als Farizeeër.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 25 oktober 2019, 00:16   #245
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus' kennis van de Joodse sekten 3

Krijbolder en anderen willen ons doen geloven dat de Essenen zoiets waren als christenen avant la lettre. Maar niets is minder waar. Toen in het jaar 66 Jeruzalem in opstand kwam en de elite zich daar tegen verzette brak daar een burgeroorlog uit en werd de stad door drie partijen verscheurd. Generaal Cestius werd er op af gestuurd om de oproer neer te slaan maar na aanvankelijke successen blies hij toch de aftocht. Hoe de Joden in Jeruzalem daar op reageerden schrijft Josephus in de Joodse Oorlog boek 3.2
1. De Joden, nadat ze Cestius hadden verslagen, verkeerden in een overwinningsroes door het onverwachte succes. Hierdoor werden ze overmoedig en begonnen ook op andere plaatsen de strijd te voeren. Zij verzamelden een leger van de meest doorgewinterde soldaten en marcheerden naar Askalon. Dit is een oude stad die ongeveer 100 km. van Jeruzalem ligt en altijd al vijandig was aan de Joden. Daar wilden de Joden het aanvallen en vernietigen. Deze expeditie werd geleid door drie mannen, die hen de baas waren zowel in kracht als moed. Het waren Niger de Pers, Silas van Babylon, en Johannes de Esseener.
De drie generaals die besloten om met hun milities Askalon aan te vallen, dat wil zeggen de heidenen, waren een Pers, een Babyloniër en als laatste een Esseen. Nu was Jeruzalem een vergaarbak van volken geworden, maar dat waren toch vrijwel zeker allemaal Joden. Want Joden woonden in grote getale in Perzië en in Babylon. De brief van Petrus is niet toevallig geschreven vanuit Babylon; althans, volgens de schrijver. Maar de derde generaal was de aanvoerder van, naar we mogen aannemen, enkele duizenden Essenen. En dit was het begin van de Joodse oorlog tegen de Romeinen.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 25 oktober 2019, 15:21   #246
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus' kennis van de Joodse sekten 4.

Het laat zich raden welke groepen Joden bij de aanval op Askalon werden aangevoerd door de twee andere 'sterke mannen, Niger de Pers en Simon de Babyloniër. Het laat zich raden dat de een de Farizeeën aanvoerde en de ander de Sadduceeën. Overigens moet nog vermeld worden dat de aanval op Askalon uitloopt op een debacle. Het Romeinse garnizoen is voorbereid op hun komst en de cavalerie maakt korte metten met de Joden. Ze worden op de vlucht gedreven of gevangen genomen en twee van de aanvoerders vinden de dood. Niger de Pers weet te ontkomen aan de achtervolgende cavalerie. Josephus schrijft dat er ruim 10.000 Joden omkwamen Maar het juiste aantal zal zoals gebruikelijk bij Josephus wel een factor 10 lager zijn geweest. Als de Joden daarna opnieuw Askalon aanvallen worden ze wederom verslagen en verjaagd.

In zijn boek over de Joodse Oorlog krijgen we van Josephus geen enkele informatie over de betekenis van de Joodse sekten in de strijd tegen de Romeinen en de Joodse koning. Toch spreekt het vanzelf dat elk van deze groepen eigen aanvoerders hadden en dat ze zich niet mengden in de strijd. In het verslag over de jaren vóór de opstand en oorlog vertelt Josephus echter wel dat de Farizeeën zich listig in een positie van dominantie over het volk manoeuvreerden. Niettemin komt door gebrek aan informatie over de rol van de onderscheiden sekten de uitleg die Josephus geeft over de verschillen tussen de opvattingen en het karakter van Farizeeën en Sadduceeën in hoofdstuk 5 van boek 2 als het ware in de lucht te hangen. Het gaat volgens Josephus over verschillende filosofieën. We moeten er van kennis nemen omdat dit van groot belang is om te begrijpen hoe de 'filosofie van het NT' zich verhoudt tot de 'filosofie' van eerste eeuwse Joden.
Farizeeën en Sadduceeën. J.O. Boek 2.5
14. Maar de twee andere groepen die we al genoemd hebben, zijn de Farizeeën de meest vaardigen in het uitleggen van de wet en deze zullen we eerst bezien. Zij schrijven alle gebeurtenissen toe aan voorzienigheid van God. Maar zij stellen ook dat het doen van goed of slecht, binnen de mogelijkheden van de mens ligt, en tekenen daarbij aan dat er ook zoiets als lotsbestemming bestaat. Ze zeggen dat de ziel onvergankelijk is, maar dat zielen van goede men sen kunnen overgaan in andere lichamen. Maar dat de slechte ziel een eeuwige straf heeft te ondergaan.

De Sadduceeën zijn de tweede groep, en geloven niet in lotsbestemming. Zij gaan ervan uit dat God het te druk heeft om op ons te zien, en dat het doen van goed ons slecht een menselijke keus is. En dat de mens zelf beslist wat hij doet. Zij geloven niet in het eeuwige leven voor de ziel, en daardoor ook niet in een beloning of bestraffing in Hades. Verder zij de Farizeeën vriendelijk voor elkaar, en streven ernaar met elkaar in goede verstandhouding te leven, en hebben oog voor hun medemens. Terwijl de Sadduceeën door hun gedrag soms de indruk geven met elkaar om te gaan als waren zij vreemdelingen voor elkaar. Dit is wat gezegd kan worden over de verschillende stromingen binnen de Joodse gemeenschap.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 26 oktober 2019, 11:18   #247
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Piero Vervolg. Josephus' kennis van de Joodse sekten 5.

Zeloten.
Josephus noemt ook nog de Zeloten als strijders tegen de Romeinen. Dat woord betekent 'ijveraars', maar wat ze precies geloofden of wilden bereiken vertelt Josephus niet. Het is bekend dat het messianisten waren, maar er was in die periode geen messias om te volgden. Aanvankelijk hielden ze zich op in het buitengebied van Gallilea waar zij leefden op de kost van boeren en dorpelingen, of anders gezegd door het land af te stropen en dorpen te plunderden. Toen Vespasianus die gebieden ging controleren trokken de Zeloten naar Jeruzalem waar zij als versterking werden gezien. Ze hadden geen respect voor het democratisch gekozen bestuur van Jeruzalem, tiraniseerden de bevolking en vermoordden tegenstanders, ofschoon zij de kleinste groep strijders in de stad waren.

JO. boek 2.22.
1 and the very state of the city, even before the Romans came against it, was that of a plae doomed to destruction. However, Ananus's (hogepriester) concern was this, to lay aside, for a while, the reparations for the war, and to persuade the seditious to consult their own interest, and to restrain the madness of those that had the name of zealots; but their violence was too hard for him; and what end he came to we shall relate hereafter.

JO boek 4.3.
9. ... The best esteemed also of the high priests, Jesus the son of Gamalas, and Ananus the son of Ananus when they were at their assemblies, bitterly reproached the people for their sloth, and excited them against the zealots; for that was the name they went by, as if they were zealous in good undertakings, and were not rather zealous in the worst actions, and extravagant in them beyond the example of others.

De Zeloten moesten zich verschansen in de tempel en riepen de Idumeeërs te hulp. Dat waren Edomieten uit het zuiden. Die zagen kans om heimelijk de stad binnen te komen en de stad te bezetten en te plunderen. De Zeloten namen toen de macht weer in handen. Uiteindelijk vermoordden zij de hogepriester Ananus en zijn woordvoerder Jezus die zij er van beschuldigden de poorten te willen openen voor de Romeinen.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 oktober 2019, 00:01   #248
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. De Psalmen van Salomo en de Joodse oorlog.

Krijbolder vat mooi samen wat Flavius Josephus achteraf begreep, toen de Joodse opstand was uitgelopen op een catastrofe: "De Joodse opstand had een evident religieus karakter. Het was in hoge mate een messianistische beweging. Dat de opstandelingen met zo'n ongekende en verbijsterende hardnekkigheid hebben gevochten, hangt samen met het feit dat ze er heilig in geloofden dat God aan hun kant stond en dat God, nadat hij zijn volk eerst in zijn trouw aan hem en in zijn bereidheid om voor hem te vechten tot het uiterste op de proef had gesteld, zelf handelend zou ingrijpen en zijn getrouwen naar de overwinning zou voeren. Bij dat ingrijpen van God zouden de Romeinen en iedereen die met de Romeinen collaboreerde weggevaagd worden, de heerschappij van de keizer zou plaatsmaken voor de heerschappij van God, die zich daarbij zou bedienen van een messias, een koning, die namens hem die heerschappij zou uitoefenen en vrede op aarde zou brengen."

Flavius Josephus schrijft dat de Joden zich vreselijk hebben laten misleiden door mensen die profetiën uit hun heilige geschriften verkeerd hebben uitgelegd. Tot die profetische geschriften behoren de zogenaamde Psalmen van Salomo. Ze ontstonden tegen het einde van de eerste eeuw v.C. als een reactie op de inname van Jeruzalem door de Romeinse generaal Pompeius in 63 v. Deze gebeurtenis wordt in de psalmen betreurd en uitgelegd als een oordeel van God wegens de goddeloosheid van de Joodse staat onder de Hasmoneeën. De laatste twee psalmen bezingen de hoop op een messias in de lijn van koning David. Deze Psalm is onder christenen de meest bekende uit deze Psalmen. Deze teksten werden opgenomen in de Septuaginta vertaling van het OT, maar worden nu beschouwd als apocrief. Hier is een selectie waarin de messiaanse verwachting wordt uitgedrukt. 17.17 spoort aan om in de wildernis' te gaan leven om 'de ziel te beschermen tegen het kwaad' (van de wereld). Die manier van leven werd verkozen door Banus (of Bannus) en benadert door de Essenen. Koning Agrippa stond aan de kant van de Romeinen, maar besloot na hun overwinning om toch maar naar Rome te vertrekken. De Joodse opstand was dus feitelijk religieus en patriottisch gemotiveerd.
1. I cried to the Lord when I was completely distressed, to God when sinners attacked.
2 Suddenly the cry of war was heard before me:
...
7.6 They set up in glory a palace corresponding to their loftiness;
they laid waste the throne of Dauid in arrogance leading to change.
7 But you, O God, will overthrow them and will remove their offspring from the
earth, when there rises up against them a person that is foreign to our race.
...
19 For the nations reviled Ierousalem, trampling her down;
he dragged down her beauty from the throne of glory.
20 She put on sackcloth instead of beautiful clothing,
a rope around her head instead of a crown.
21 She removed the headdress of glory, which God had set upon her;
in dishonor her beauty was cast upon the ground.
...
29 He said, "I will be lord of earth and sea," and he did not recognize
that God is great,mighty in his great strength.
30 He is king over the heavens, also judging kings and authorities.
...
17.17 They wandered in wildernesses that their souls be saved from evil,
and their saved soul was precious in the eyes of those who sojourned abroad.
...
21 See, O Lord, and raise up for them their king, the son of Dauid,
at the time which you chose, O God, to rule over Israel your servant.
22 And gird him with strength to shatter in pieces unrighteous rulers,
to purify Ierousalem from nations that trample her down in destruction,
23 in wisdom of righteousness, to drive out sinners from the inheritance,
to smash the arrogance of the sinner like a potter's vessel,
24 to shatter all their substance with an iron rod,
to destroy the lawless nations by the word of his mouth,
25 that, by his threat, nations flee from his presence,
and to reprove sinners with the thought of their hearts.
26 And he shall gather a holy people whom he shall lead in righteousness,
....
17.30 And he shall have the peoples of the nations to be subject to him under his yoke,
and he shall glorify the Lord in the mark of all the earth,
and he shall purify Ierousalem in holiness as it was at the beginning.

Laatst gewijzigd door Piero : 27 oktober 2019 om 00:07.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 oktober 2019, 13:49   #249
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. 'Messianistische' bewegingen

Het voorgaande zou de indruk kunnen wekken dat de Joden over het algemeen godsdienstig gedisciplineerd en ideologisch gemotiveerd waren. Dat was echter niet het geval. In De Joodse oorlog boek 2.10 schrijft Josephus over politieke onrust en onruststokers onder het volk tijdens de regering van Nero, de jaren 50 en 60 toen Felix bestuurder was van Judea. "(3) Felix nam Eleazar de aartsrover en velen die met hem waren levend gevangen, toen ze het land hadden geterroriseerd voor een periode van ruim 20 jaar, en stuurde hen naar Rome. Voor wat betreft het aantal dat werd gekruisigd of op een andere manier hun straf ondergingen, is het niet mogelijk een aantal te noemen, zoveel waren het er." Vervolgens vertelt hij over een reeks politieke sluipmoorden in Jeruzalem door de zogenaamde Sicariërs. Hun eerste slachtoffer was de hogepriester Jonathen. Daarna schrijft hij over een grote sekte van religieus geïnspireerde politieke activisten, zonder titel, die enigszins doen denken aan Jezus met zijn massa volgelingen zoals deze beschreven worden in de evangeliën. Er is in die periode geen sprake van een groep vreedzame christenen.
4. Er was ook nog een andere groep van misdadigers, weliswaar niet zo misdadig in hun handelen als wel in hun doelstellingen, en ook deze zorgden voor een enorme onrust en dreiging. Dit waren lieden die onder het voorwendsel van Goddelijke inspiratie, het volk misleidden en bedrogen. Zij zeiden beleidsveranderingen in de regering te willen bereiken, en zij hadden invloed op het volk door zich als zotten te gedragen en gingen voor het volk uit naar de wildernis, en beweerden dat God hen daar het teken van vrijheid zou laten zien. Maar Felix vond een en ander al vanaf het begin een opruiend karakter hebben, dus stuurde hij er soldaten op af, die en groot aantal van hen doodden.

5. Ook was er een Egyptisch vals profeet die de Joden nog meer onheil bracht dan de vorige. Hij was een oplichter die beweerde een profeet te zijn en kreeg bijeen 30.000 man achter zich. Hij ging hen voor naar de Olijfberg, en stond op het punt Jeruzalem met geweld in te willen nemen, hij meende dat als hij slechts een Romeins garnizoen kon veroveren en de steun van de Jeruzalemmers kon winnen, hij de stad zou kunnen beheersen. Maar Felix verhinderde zijn pogingen, en ontmoette hem met zijn Romeinse soldaten, terwijl het volk hem steunde in zijn aanval, en het kwam tot een veldslag. De Egyptenaar vluchtte, met en aantal van zijn volgelingen, terwijl het grootste deel van hen die bij hem waren, ofwel werden verjaagd, ofwel gedood dan wel gevangen genomen. Maar de rest van de menigte keerde weer terug naar hun huizen en hielden zich verder rustig.

6. Toen het weer rustig was gebeurde het, zoals het ook wel in een ziek lichaam gebeurd, dat in een ander deel van het land een revolte ontstond. Een groep rovers en misleiders kwam bijeen en haalden de Joden over tot een revolte, en riepen hen op de Romeinse 'vrijheid', die slechts de dood betekende, te bestrijden en zeiden dat vrijwillig gekozen slavernij niet tot de verlangens van het Joodse volk behoorden. Zij legden zich, in verschillende groepen, in hinderlagen in het platteland, en plunderden de huizen van de machtigen, en doodden hen. Daarna zetten zij die huizen in brand en vulden Judea met hun gekte. Zo werd de vlam van de opstand met de dag groter en sterker, totdat het zelfs op een oorlog uitliep.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 oktober 2019, 14:33   #250
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus' parallellen. Marcus 8:11.

In de hiervoor geciteerde passage uit De Joodse oorlog 2.10.4 vertelt Josephus' over een groep 'zotten' die het volk naar de wildernis lokte met de belofte hen daar een teken uit de hemel te laten zien. Josephus refereert daar aan in Marcus 8. Dit is een onmiskenbare parallel.
Marcus 8:11. Toen daagden de Farizeeën op, die met Hem begonnen te redetwisten. Om Hem op de proef te stellen verlangden ze van Hem een teken uit de hemel. 12 Hij slaakte een zucht uit het diepste van zijn hart en zei: “Wat verlangt dit geslacht toch voor een teken? Voorwaar, Ik zeg u: in geen geval zal aan dit geslacht een teken gegeven worden.”
Dit verhaal is zeer kort en eenduidig en biedt aan een getalenteerde schrijver mogelijkheden om hem met extra noties te verrijken. Dat doet Josephus dan ook in een herziening van deze passage in Matteus 16. Daar vlecht hij in deze tekst een veroordeling van de Farizeeën en van 'dit boos geslacht', en een voorspelling van zijn dood en opstanding. Hierdoor krijgt deze tekst een enorme lading.
1. De Farizeeën en Sadduceeën kwamen Hem op de proef stellen door te vragen hun een teken uit de hemel te laten zien. 2 Maar Hij gaf hen ten antwoord: “Des avonds zegt ge: Het wordt mooi weer, want de hemel is rood. 3 En bij zonsopgang: Vandaag komt er storm, want het rood van de hemel ziet er onheilspellend uit! Dus het aanzien van de hemel weet ge wel te beoordelen; kunt ge het de tekenen der tijden dan niet? 4 Een boos en overspelig geslacht eist een teken; maar geen teken zal het gegeven worden dan het teken van Jona.” En Hij liet hen staan en ging heen.
Hier is Josephus op zijn best als chroniqueur, aanklager en advocaat en als uitlegger van profetieën. Toch weet hij ook dat de opstandigheid en dwaling van het volk er anders uitzien vanuit het perspectief van Jezus (focalisatie). Dat zien we in Marcus 6 als een groot aantal mensen hem volgt langs het meer van Tiberias. Hij heeft medelijden met hen omdat zij als 'schapen zijn zonder herder'. Ook die tekst refereert duidelijk aan Josephus' beschrijving van van het volk dat dwaalleraars volgt in de hiervoor geciteerde teksten uit De Joodse oorlog
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 oktober 2019, 10:22   #251
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Vervolg. Josephus over God en de mens.

De premisse die ik verdedig vereist dat Josephus' ideeën over God en de mens overeenkomen met wat daarover in het Nieuwe Testament staat. Hij filosofeert uitgebreid over het wezen van de mens en zijn verhouding tot God in De Joodse Oorlog. Dat doet hij in twee uitvoerige filosofische beschouwingen van de vraag of een soldaat zichzelf mag doden omdat hij niet levend in de handen van zijn vijand wil komen. Zulke moraliserende beschouwingen horen niet thuis in een historiografie, maar in de oudheid was dat heel gewoon. Die verhandelingen zijn duidelijk ingelast omdat Josephus de probleemstelling interessant vond maar ook om zijn filosofisch geschoolde lezerspubliek te plezieren en te imponeren. Hieronder volgt ongeveer de helft van wat hij hierover zei tegen zijn manschappen in Jotapata om hen ervan te overtuigen dat het verkeerd was om liever zelfmoord te plegen dan zich over te geven aan de Romeinen. Josephus' mensbeeld is dualistisch en hij gelooft dat de ziel goddelijk is en eeuwig bestaat. Na de dood krijgt de goede ziel een plaats bij God en God plaatst de ziel daarna opnieuw in een een menselijk lichaam. Slechte zielen gaan naar Hades. Hierna zullen we zien dat dit ook zo in het NT staat.
Joodse Oorlog 2.10.4 ... (self murder is) an instance of impiety against God our Creator; nor indeed is there any animal that dies by its own contrivance, or by its own means, for the desire of life is a law engraven in them all; on which account we deem those that openly take it away from us to be our enemies, and those that do it by treachery are punished for so doing. And do not you think that God is very angry when a man does injury to what he hath bestowed on him? For from him it is that we have received our being, and we ought to leave it to his disposal to take that being away from us. The bodies of all men are indeed mortal, and are created out of corruptible matter; but the soul is ever immortal, and is a portion of the divinity that inhabits our bodies.
...
And shall we endeavor to run away from God, who is the best of all masters, and not guilty of impeity? Do not you know that those who depart out of this life according to the law of nature, and pay that debt which was received from God, when he that lent it us is pleased to require it back again, enjoy eternal fame; that their houses and their posterity are sure, that their souls are pure and obedient, and obtain a most holy place in heaven, from whence, in the revolutions of ages, they are again sent into pure bodies; while the souls of those whose hands have acted madly against themselves are received by the darkest place in Hades, and while God, who is their Father, punishes those that offend against either of them in their posterity? for which reason God hates such doings, and the crime is punished by our most wise legislator. ...

Laatst gewijzigd door Piero : 29 oktober 2019 om 10:38.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 oktober 2019, 20:19   #252
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Geloof in de opstanding der doden 1 / De kraamkamer van het christendom.

Erratum: Het citaat uit de voorgaande post is uit De Joodse oorlog boek 3.8.

Volgens het evangelie van Marcus geloofden de Joden, net als Flavius Josephus, dat de doden zullen opstaan. In Marcus 6:14 staat: Toen koning Herodes (Antipas) nu over Hem (Jezus) hoorde, want zijn naam was bekend geworden, zei hij: “Johannes de Doper is verrezen uit de doden en daarom werken die wonderkrachten in hem.” 15 Maar anderen zeiden: “Het is Elia”, en weer anderen: “Hij is een profeet zoals andere profeten.” Hieruit moet volgen dat Johannes de Doper minstens dertig jaar eerder was gestorven, want anders kon hij onmogelijk in het lichaam van Jezus, die ongeveer dertig jaar oud was, weer zijn 'opgestaan'. In dat geval kan deze Johannes de leider zijn geweest van de sekte die in ca 4 v.C. de gouden adelaar van de tempel verwijderde en die toen door Herodes de Grote is gevangen genomen en geexecuteerd met zijn volgelingen.

Het vervolg van de tekst moet een latere toevoeging zijn, want het herhaalt dat Horodes over Jezus hoort: "16 Maar toen Herodes dit alles hoorde, zei hij: “Neen, het is Johannes, die ik onthoofd heb, die verrezen is.” 17 Herodes had namelijk zelf Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot zijn vrouw genomen. 18 Johannes had immers tot Herodes gezegd: “Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben. In deze verzen wordt de onthoofding van Johannes de Doper toegeschreven aan Herodes Antipas die tot 39 .n.C. tetrarch was over Gallilea en Perea. De reden daarvoor, namelijk diens kritiek op het huwelijk van Antipas met zijn schoonzuster Herodias is omstreden.* Hoe dan ook, de Joden geloofden dat de doden opstaan door opnieuw in een fysiek lichaam te worden geboren en de beoogde lezers van Marcus geloofden dat ook.

De bedoeling van deze tekst in de huidige vorm was kennelijk om de komst van de messias te laten aankondigen door een profeet (Johannes) en tijdgenoot van Jezus. Deze profeet mocht Jezus echter niet voor de voeten blijven lopen en moest daarom van het toneel verdwijnen. Dat was tevens een omen voor wat Jezus te wachten stond. Voor die rol was de charismatische sekteleider die Horodes de Grote in 4 v.C. had laten terechtstellen zeer geschikt. Jezus zou dan hebben geleefd in de tijd van die sekteleider; of anders moest die persoon dertig jaar in de tijd vooruitgeschoven worden. Dat laatste is gebeurd en daarom heet koning Antipas in het verhaal van Marcus over Jezus nog steeds Herodes.

Maar waarom is Johannes niet veroordeeld en gedexecuteerd wegens optuiïng omdat hij de messias aankondigde.? Dat was voor de verhaallijn niet mogelijk, want dan kon Jezus meteen wel inpakken natuurlijk. Die zou dan als beoogde messias geen dag meer vrij kunnen rondlopen. Daarom werd verzonnen dat Johannes werd omgebracht omdat hij koning 'Herodes' had beledigd door kritiek te uiten op diens huwelijk met Herodias. Dat was een flutsmoes om het verhaal kloppend te maken. Wat dat betreft heeft degene die in De Geschiedenis van de Joden de dood van Johannes de Doper heeft ingelast, wie dat ook geweest moge zijn. het beter opgelost door te schrijven dat Herodes vreesde dat Johannes met zijn vele volgelingen een bedreiging vormde voor Herodes. Dat lijkt realistisch en opdezelfde gronden zou Jezus dan zijn gearresteerd en berecht.

Het verhaal van Marcus wordt bevestigd in Matteüs 14; en daar heeft Herodes terecht de titel tetrarch. Matteus voegt er nog het verhaal aan toe over het banket waarop Salomé, de dochter van Herodias, danst en daarna aan haar stiefvader het hoofd van Johannes op een schotel vraagt. Dat is weer typisch een literaire versiering van Josephus. Lucas (9) herhaalt het verhaal van Marcus met de toevoeging dat in Jezus misschien "een van de oude profeten is opgestaan". Ook in het evangelie van Johannes (1) wordt de vraag gesteld wie Johannes de Doper is, maar niet door Herodes. Daar zijn het de burgers van Jeruzalem die 'de priesters en levieten' naar hem toe zenden om te vragen: “Wie zijt gij? ... zijt gij Elia of zijt gij de profeet?” Niet allen Herodes, maar ook de priesters geloofden dus dat de zielen van overleden personen na verloop van tijd weer zouden 'opstaan' door te reïncarneren in een menselijk lichaam. En ook Johannes de Doper geloofde dat, want anders had hij wel geantwoord dat dit een domme vraag was omdat de zielen niet reïncarneren. Josephus kan deze teksten dus best hebben geschreven. En dit is nog lang niet alles.

*) Krijbolder en anderen menen dat Herodias' echtgenoot Filippus reeds was gestorven (33 of 34 n.C.) toen zij met Antipas huwde, maar plannen voor hun huwelijk dateren al van jaren daarvoor, toen Antipas Herodias in Rome ontmoette. De vrouw van Antipas, Phasaelis, de dochter van koning Aretas IV van Nabatea, zou Antipas hebben verlaten zodra zij lucht kreeg van de ontloken liefde tussen haar echtgenoot en Herodias. Antipas zou toen zijn huwelijk met Herodias niet meer hebben uitgesteld. (Zie wikipedia Herodes_Antipas).
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 30 oktober 2019, 14:00   #253
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Geloof in de opstanding der doden 2 / De kraamkamer van het christendom.

Het ging in het voorgaande om de vaststelling dat 'de evangelisten' net als Flavius Josephus geloofden dat de doden opstaan door als ziel opnieuw te worden geboren in ander lichaam. Dat blijkt uit Marcus, Matteus en Lucas bij de vraag wie Jezus is. In Johannes (1) gaat het om de vraag wie Johannes de Doper is. Hhet valt eigenlijk buiten dit bestek maar is toch waard om op te merken dat er een tegenspraak ontstaat. Volgens Johannes 1:20 ontkent de Doper namelijk dat hij Elia is: "Daarop verklaarde hij zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid: “Ik ben de Messias niet.” 21 Zij vroegen hem: “Wat dan? Zijt gij Elia?” Hij zei: “Dat ben ik niet. [...] 23 Hij sprak: “Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer!” Dat is echter in tegenspraak met Matteus 11:11. Jezus zegt daar: "Voorwaar, Ik zeg u: Onder wie uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. [...] 14 maar als gij het van Mij wilt aannemen: Deze is de Elia die zou komen. 10 Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die de weg voor uw komst zal bereiden." 20 Zie, Ik zend mijn engel voor u uit ...". Klaarblijkelijk wist Jezus beter wie Johannes de Doper was dan Johannes zelf.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 30 oktober 2019, 20:43   #254
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Geloof in de opstanding der doden 3 / De kraamkamer van het christendom.

Ik ga nog even verder met de uitweiding. Wie is Johannes, wie is Jezus? De hiervoor genoemde identificatie van Johannes de Doper als Elia, in Matteus 11, wordt bevestigd in Matteus 17:12. Jezus zegt daar: "Elia komt wel eerst en zal alles herstellen; Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en zij hebben hem niet erkend en gedaan wat zij met hem wilden ... 13 Toen beseften de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de doper had gesproken." Men kan de identificatie van Johannes de Doper als Elia natuurlijk letterlijk nemen of zinnebeeldig. Maar dat neemt niet weg dat Herodes gelooft dat Jezus Johannes de Doper is terwijl dat dit een probleem vormt voor de chronologie van het verhaal.

Jezus vraagt trouwens zelf aan zijn discipelen 'wie zeggen de mensen dat ik ben', en wel bij drie van de vier evangelisten. Volgens Marcus 8:27: "... Onderweg vroeg Hij hen: 'voor wie houden de mensen mij?' Zij antwoordden: 'Johannes de Doper of Elias of een van de profeten'." In Mattheus 16:13 staat ongeveer hetzelfde en in Lucas 10:18 ook met de toevoeging "... die uit de dood is opgestaan". Dat is letterlijk en dus niet zinnebeeldig bedoeld. Jezus corrigeert dat niet door te zeggen dat dit een heidens bijgeloof is. Nu moet hierbij wel worden opgemerkt, ik meen volgens Krijbolder, dat men geloofde dat de ziel alleen het karakter van de persoon omvatte en dus niet diens gehele persoon. Jezus of Johannes konden dan niet van zichzelf zeggen dat zij Johannes de Doper, Elia of David waren.

Dat gesprek gaat verder want Jezus vraagt zijn discipelen (Marcus 8:29) “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Petrus antwoordde: “Gij zijt de Christus.” (bij Matteus: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God). 30 Maar Hij verbood hun nadrukkelijk met niemand hierover te spreken. Wat hier opvalt is dat Petrus hem wel de Christus noemt (en de zoon van God) maar niet de zoon van David. Bij Matteus en Lucas gebeurt dat evenmin. En vooral vanwege het verbod om er over te spreken lijkt het mij logisch dat daar oorspronkelijk heeft gestaan "Gij zijt de Christus, de zoon van David."

Zo kan men ook de vreemde betiteling verklaren die Jezus zichzelf vervolgens geeft, namelijk de Mensenzoon (beter de zoon des mensen) ; 31 Daarop begon Hij hun te leren, dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen worden en ter dood gebracht, maar drie dagen later verrijzen.' Deze titel geeft Jezus zichzelf ook bij Marcus en Lucas. Mensenzoon is een zinloze titel. Oorspronkelijk stond daar natuurlijk "de zoon van David" In dat licht gezien zou Jezus het beste uit de verf zijn gekomen als David die uit de dood was opgestaan.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 31 oktober 2019, 22:51   #255
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard eloof in de opstanding der doden 4 / De kraamkamer van het christendom.

Waar het nu om gaat in verband met het voorgaande is dat het geloof in de 'opstanding' van Johannes de Doper, of de profeet Elia in de gedaante van Jezus het geloof weerspiegelt van de Farizeeën en de Essenen en ook het geloof van Flavius Josephus. Hij kan deze teksten dus geschreven hebben. Maar in de evangelies ontwikkelt zich gaandeweg een heel andere kijk op het eeuwige leven van de ziel in een hiernamaals, hemel of hel en zonder een eeuwige wederkeer. Daarbij is geloof in Christus vereist om 'gered te worden'. Dat Josephus die ontwikkeling heeft gevolgd of zelf geleid is niet gebleken, maar ook niet uit te sluiten. Zoals ik hiervoor al eens heb gezegd, Jozef van Arimathea, de Leviet en stille volgeling van Jezus, is een personificatie van Flavius Josephus.

Evenwel, omdat ik de hypothese verdedig dat Josephus de schrijver is van de besproken teksten over de identificatie van Jezus en Johannes als een van de profeten, beschouw ik ook de vraag waarom dat zo nadrukkelijk in alle evangeliën aan de orde is gesteld. Wat is de betekenis daarvan voor de compositie van de evangeliën? Naar mijn mening is het bedoeld als introductie van de twee protagonisten van het verhaal aan het lezerspubliek. Wij worden gedwongen ons met de Joden de vraag te stellen wie Jezus nou eigenlijk is. Wij weten het al, want in de voorgaande teksten is dat duidelijk gemaakt, maar nu verplaatsen wij ons in de Joden die nog van niks weten, en die maar wat gissen, en daarna in de apostelen die toch zeker moeten weten wie Jezus is. En dan worden we overtuigd door Petrus die zegt dat Jezus de Christus is en de zoon van God.

Bovendien en onuitgesproken overwegen we dat de doden opstaan in een nieuw leven. Die opvatting wordt daarna herhaaldelijk in twijfel getrokken als aan Jezus de vraag gesteld wordt "wat moet ik doen om eeuwig leven te krijgen?" Op die vraag worden verschillende antwoorden gegeven zonder uitleg over wat eeuwig leven nou eigenlijk is. En als de lezer tenslotte alle grond onder de voeten kwijt is gespeeld wordt er gezegd dat men in Jezus moet geloven om eeuwig leven te krijgen. Dat is het doel van de compositie van de evangelies. Knap werk Josephus!

Er zit ook nog een andere bedoeling achter. De onnozele veronderstelling van de vraagstellers is steeds of Jezus een profeet is. Niemand vraagt of hij de beloofde messias is, de zoon van David. Wij weten dat allang, maar net als bij Jan Klaassen en Katrijn waar het publiek weet waar de veldwachter is terwijl Jan Klaassen dat niet weet, zo weten de Joden niet wie Jezus is. Petrus mag het zeggen terwijl wij het al uitroepen: "de Christus, hij is Christus!" Maar er zit meet achter. Want hij is niet de Christus en zoon van David die Herodes van de troon zal stoten en een leger op de been brengt om de Romeinen te verdrijven, Jezus is heeft meer weg van een profeet die, zoals er ook letterlijk staat 'niet in zijn eigen stad wordt geëerd'. Dat idee hebben de onnozele Joden toevallig ook. Hoe bestaat het!"
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 1 november 2019, 11:44   #256
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Jezus en zijn apostelen 1.

We hebben nu kennis gemaakt met de mythische Jezus en zijn apostelen in een spel van 'wie is wie'. De evangelist heeft ons daarmee uitgedaagd te achterhalen welke historische personen model stonden voor zijn verhaal en tot welke sekte zij behoorden. Informatie daarover zou men verachten in De Joodse Oorlog, omdat Josephus daar de 'filosofische sekten' beschrijft die er toe deden, maar geen van de drie sekten die hij daarin beschrijft, de Farizeeën, Sadduceeën en de Essenen past in dat beeld van Jezus met zijn apostelen. Dat boek werd gepubliceerd 5 jaar na de oorlog, in het jaar 75. Twintig jaar later publiceerde Josephus de Joodse Geschiedenis. Daarin beschrijft hij opnieuw de Joodse sekten in boek 8 en hij noemt een vierde sekte die hij typeert als aanstichters van de Joodse oorlog. Die sekte ontstond in Galilea ten tijde van de belastingheffing die de nieuwe landvoogd Cyrenius op last van Caesar uitvoerde en dat was in 6 n.C., of het volgende jaar. Dat was ook het jaar waarin volgens Lucas 2 Jezus werd verwekt (daar heet de landvoogd Quirinius). De leiders van deze sekte waren Judas een Farizeeër uit Gaul (Golan, dus een Leviet), en Saddoc, waarschijnlijk een Sadduceeër. Josephus geeft de sekte geen naam, maar noemt ze zealous, en dat zegt genoeg. Aanvankelijk kan de hogepriester het volk overtuigen de belasting te betalen. Enkele citaten uit boek 8.1 als inleiding.
1. Now Cyrenius, a Roman senator, who ... was of great dignity, came at this time into Syria, with a few others, being sent by Caesar to he a judge of that nation, and to take an account of their substance. ...

2 ... (het volk) being over-pesuaded by Joazar's words, gave an account of their estates, without any dispute about it. Yet was there one Judas, a Gaulonite, [1] of a city whose name was Gamala, who, taking with him Sadduc,[2] a Pharisee, became zealous to draw them to a revolt, who both said that this taxation was no better than an introduction to slavery, and exhorted the nation to assert their liberty; ... so men received what they said with pleasure, and this bold attempt proceeded to a great height. All sorts of misfortunes also sprang from these men, and the nation was infected with this doctrine to an incredible degree; one violent war came upon us after another, ... demolishing of cities; nay, the sedition at last increased so high, that the very temple of God was burnt down by their enemies' ?fire. ... for Judas and Sadduc, who excited a fourth philosophic sect among us, ... the infection which spread thence among the younger sort, who were zealous for it, brought the public to destruction.

6. But of the fourth sect of Jewish ?philosophy, Judas the Galilean was the author. These men agree in all other things with the Pharisaic notions; but they have an inviolable attachment to liberty, and say that God is to be their only Ruler and Lord. They also do not value dying any kinds of death, nor indeed do they heed the deaths of their relations and friends, nor can any such fear make them call any man lord. And since this immovable resolution of theirs is well known to a great many, I shall speak no further about that matter; nor am I afraid that any thing I have said of them should be disbelieved, but rather fear, that what I have said is beneath the resolution they show when they undergo pain. ...
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 1 november 2019, 20:45   #257
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Jezus en zijn apostelen 2.

Het begint bij mij te dagen. De evangelist schreef een parodie op de vierde sekte, de Zeloten. Het verhaal is een Nietzscheaanse omkering van alle waarden. De parodie laat zien dat, op basis van dezelfde uitgangspunten, namelijk de Wet en de profeten, maar met een andere interpretatie en filosofie, de Joodse oorlog voorkomen had kunnen worden. Want evengoed als als de Joden de priesters Judas van Golan en Sadduc hebben gevolgd, hadden ze Johannes de Doper en Jezus van Nazareth kunnen volgen in de overtuiging de Wet en de profeten te volgen.

De twee Zeloten priesters hebben apostelen uitgezonden om heel Israël tegen de heidenen en hun juk te keren en de Joden zogenaamd tot God te leiden. In de parodie wordt dat aan de kaak gesteld door Johannes de Doper en Jezus van Nazareth die zijn apostelen uitzendt om de Joden aan te sporen tot bekering, goede werken en naastenliefde. De Joden vragen aan Johannes of het geoorloofd is om sodaat te zijn. Johannes vindt het goed als ze maar niet plunderen. Of ze bij de Romeinen dienen of bij Herodes doet er niet toe. De Farizeeën en Herodianen vragen Jezus of het geoorloofd is aan de keizer belasting te betalen (Marcus 12). Het beroemde antwoord van Jezus maakt hen sprakeloos. De Zeloten dulden geen andere Heer dan de messias, terwijl Johannes en Jezus Joden dopen en laten dopen in hun naam en als hun volgelingen. Jezus wordt Heer genoemd en hij stuurt volgelingen weg om een ezel te halen en dan moeten ze zeggen dat de Heer hem nodig heeft. Voor Essenen is dat onverdragelijk. Zij erkennen geen Heer en autoriteit buiten de Wet. Maar ergens anders zegt Jezus 'noem niemand uw Heer, want één is uw Heer, uw hemelse vader'. Jezus geniet van filosofische uitspraken en discussies en spreekt altijd de waarheid.

Dat Josephus het plot heeft bedacht kan ik niet bewijzen. Maar vast staat dat hij hield van filosoferen en het bewijzen van een stelling en van het tegendeel. Zo laat hij Eleazar redeneren dat zelfmoord beter is en natuurlijker dan door de vijand te worden gevangen genomen, terwijl Josephus voor zich zelf op een andere plaats het omgekeerde beredeneert. De volgelingen van Judas van Golan namen zijn woorden aan 'with pleasure' (zie vorige post), evenals de Joden volgens Handelingen 2:41 (KJ) de woorden van de apostelen met vreugde aannamen. Ook in het Testimonium van Josephus staat dat de volgelingen van Christus diens woord met vreugde aannamen. Zou dat dan toch een tekst van Josephus zelf zijn?

Laatst gewijzigd door Piero : 1 november 2019 om 21:13.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 2 november 2019, 11:58   #258
harriechristus
Secretaris-Generaal VN
 
harriechristus's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 29 december 2009
Locatie: amsterdam
Berichten: 27.649
Standaard

Of zijn de evangeliën soms door Piero geschreven?...
__________________
Lees de Nieuwe Bijbel over Gods Rijk in de microkosmos. En bezie ook Twitter en facebook.
harriechristus is offline   Met citaat antwoorden
Oud 2 november 2019, 16:09   #259
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door harriechristus Bekijk bericht
Of zijn de evangeliën soms door Piero geschreven?...
Beter opletten Harriechristus.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Oud 2 november 2019, 16:18   #260
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.464
Standaard Jezus en zijn apostelen 3.

De zeloten waren dus de vierde religieuze sekte. Ze verschilden op twee manieren van de andere sekten. Ten eerst omdat ze pas ontstonden in het jaar 6, als reactie op de belastingheffing door de Romeinen, en ten tweede omdat ze propagandistisch waren. Ze trokken vooral veel jongeren aan. Dat ze de hoofdrol speelden in de Joodse oorlog blijk wel uit het feit dat de woorden zeloot en zeloten 67 maal voorkomen In Josephus' boek de Joodse Oorlog. Gezien de moeite die de Romeinen deden om alle opstandelingen gevangen te nemen en daarna te doden mag men aannemen dat zeer weinigen van hen na het jaar 70 nog in leven waren. Maar ze hadden ongetwijfeld nog wel aanhangers elders in her Romeinse Rijk die zich daar dan wel stil moesten houden.

In de parodie zijn het de Leviet Johannes de Doper en de Judeeër Jezus die eveneens in Galilea een nieuwe religieuze beweging stichten met als opmerkelijk gegeven dat Jezus net als de zeloten in het jaar 6 of 7 is verwekt, althans volgens Lucas. De zeloten zijn messianisten en dat is door Lucas in de parodie verwerkt door te vertellen dat Jozef en Maria op weg waren naar Bethlehem, de stad van David, genoodzaakt door een volkstelling, en daar zal Jezus dan ook als messias geboren worden. De geboorte van Jezus is een metafoor voor de geboorte van de beweging van de zeloten. De messias zou alle volken aan zich onderwerpen en daarom komen in de parodie drie wijze koningen naar Bethlehem om Jezus eer te bewijzen en kostbare geschenken aan te bieden. Jezus is dus de gedroomde messias van de zeloten. De herders die er bij staan te kijken zijn de arme Joden die geen geschenken kunnen geven aan de messias vanwege de belastingheffing door Cyrenius, maar in plaats daarvan geven zij zichzelf aan hem als zijn onderdanen die alles zullen geloven wat hij zegt en alles zullen doen wat hij hen opdraagt. Zij vooschaduwen de Joden die toestromen als Johannes en Jezus gaan prediken en Dopen om bekeerlingen en volgelingen te maken net als de propagandistische zeloten.

Jezus plukt twaalf apostelen van de straat en die laten alles in de steek om hem te volgen. Hij zendt ze uit om te prediken samen met nog eens 70 gezanten. In de Vita 11 vertelt Josephus over een gezantschap van 12 mannen dat voor Varus naar Ecbatana gaat om te vragen 70 van de voornaamste mannen naar hem toe te sturen om van hun trouw te getuigen. In de Vita 14 vertelt Josephus dat hij als bevelvoerder in Galilea 70 'Gallileeërs' tot zijn metgezellen maakte:
Vita 14. Mijn belangrijkste zorg was immers om in Galilea de vrede te bewaren. Daarom nam ik mij voor om de belangrijkste Galileeërs, in totaal zeventig man, maar wel onder het mom van vriendschap, te gijzelen om hun loyaliteit te waarborgen. Tijdens mijn rondreis sloot ik vriendschap met hen, maakte hen tot mijn metgezellen en liet hen oordelen in rechtszaken. Ik sprak mijn vonnissen alleen maar uit als zij het daarmee eens waren, terwijl ik mijn best deed om aan de eisen van het recht te voldoen, en bij die beslissingen mijn handen niet vuil te maken aan enige omkoperij.
Tevens zien we dat Josephus als rechter goed luisterde naar het oordeel van zijn adviseurs zodat en zijn handen niet wilde vuilmaken (aan omkoperij). Evanzo wast Pilatus zijn handen wast in onschuld.
Piero is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord


Discussietools

Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:25.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be