Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Themafora > Godsdienst en levensovertuiging
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Godsdienst en levensovertuiging In dit forum kan je discussiëren over diverse godsdiensten en levensovertuigingen.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 18 mei 2005, 15:26   #1
C uit W
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
C uit W's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 11 januari 2003
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 12.249
Standaard Een brokje geschiedenis

*SEQ CHAPTER \h \r 1Het christendom in het Romeinse Rijk

“Wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; wie zijn leven zal willen verliezen om mijnentwille, die zal het behouden.” Toen het christendom zich begon te verspreiden na de dood van Jezus in 30 (of 33?), waren er verschillende factoren die een snelle verspreiding sterk in de hand hebben gewerkt.

Deze godsdienst ontstond in de hoogontwikkelde en welomschreven cultuurwereld die gevormd werd door het Romeinse Rijk. Rome had alle landen rond de Middellandse Zee in haar macht: daarom sprak zij fier van Mare Nostrum. Dit imperium was het eerste in de West-Europese geschiedenis dat een precieze en duidelijke organisatie bevatte. Materieel werd het rijk doorkruist door ontelbare wegen, die vrij veilig waren (dit wordt bewezen door de weinige moeilijkheden die Paulus op zijn tochten maar het was toch vooral de juridische en militaire structuur die dit alles tot een echt imperium maakte.

Een andere factor was de primordiale verbondenheid van het christendom met het jodendom. Deze godsdienst is voor de Christenen de open poort geweest op het Romeinse rijk. Inderdaad, terwijl de joden in Jeruzalem nog zeer conservatief hun traditioneel streng etnocentrisme aankleefden, waren de joden buiten Judea reeds meer ge[font=&quot]ë[/font]volueerd: zij deden bekeringen (proselitisme), zodat vele niet-joden Jahweh aanbaden, de Torah onderhielden maar toch wel terugdeinsden voor bepaalde riten als de besnijdenis. Deze joden in de diaspora voelden zich volledig burgers van deze wereld, zonder dat ze overigens hun vaderland vergaten. Ze leefden verstrooid in heel het oostelijk deel van het rijk. hoofdzakelijk in aparte wijken van Antiochi[font=&quot]ë[/font], Alexandri[font=&quot]ë[/font], Corinthe en andere steden. Het waren handelaars, geldschieters en individualistisch ingestelde intellectuelen. Na 70 - de verwoesting van Jeruzalem - leefden alle joden in de diaspora. Op deze diaspora heeft het christendom gebouwd om uit te zwermen in het Imperium (infra).

Een derde factor: de geestelijke onvoldaanheid van de doorsnee Romein. De filosofie van Socrates, Plato, Aristoteles e.a. hadden wel de onhoudbaarheid van het polytheïsme voldoende bewezen. De godsdienst was een staatsgodsdienst geworden, geconcretiseerd in de persoon van de keizer. Dat dergelijke religie de geestelijke nood van de mens niet kan voldoen, is duidelijk. Wat vonden de Romeinen in de plaats? Wijsgerige richtingen (epicurisme, stoïcisme, scepticisme, neoplatonisme), de ene al wat minder rationalistisch dan de andere: vooral echter vonden ze bevrediging in de Mysteri[font=&quot]ë[/font]n (Mithras, Serapis, Isis, Neopythagorisme, Eleusis e.a.). Hier vonden dus vele Romeinen een solaas voor het failliet van hun oude godsdienst. Vele van deze richtingen gingen natuurlijk hand in hand met allerlei bijgeloof zoals astrologie.

Zo groeide het christendom (zonder taalproblemen: iedereen sprak Latijn of Grieks) vanuit het jodendom. Wel ging het in het begin ver van vlot: oorspronkelijk eiste men van elke bekeerling een voorafgaande overgang naar het jodendom - besnijdenis incluis. Vandaar die jarenlange conflicten tussen de joden-christenen en de heidenen-christenen (d.w.z. zonder voorafgaande overgang naar het jodendom). Deze laatsten woonden vooral in Antiochi[font=&quot]ë[/font].

Moesten alle Christenen zich eerst laten besnijden en de rituele wetten van de joden onderhouden? De eerste kerkvergadering, het zgn. Apostelconvent, besliste in 49 onder invloed van Paulus dat er geen voorafgaande overgang nodig was. En zo geraakte het jonge christendom dan toch vrij vlug los van het te vormgerichte jodendom, alhoewel het door de buitenwereld nog lang ermee zal vereenzelvigd worden of zal beschouwd worden als een van de vele sekten.

Het wierp de last af van een scheefgegroeide Messiasidee, van het eng-joodse patriottisme, van de Farizee[font=&quot]ë[/font]n, Sadducee[font=&quot]ë[/font]n en Essenen. We weten heel weinig over het aantal gelovigen of over de wijze van prediking. Over het algemeen mogen we zeggen dat er meer in de steden waren dan op het platteland, meer onder de Griekse dan onder de Romeinse bevolking, tenminste tot Marcus Aurelius (160-181); meer onder vrouwen dan onder mannen; tot Constantijn meer in de lagere klassen van de bevolking.

De dood van de eerste leiders deed de nood aan een goede interne organisatie en een geestelijk systeem rijpen. De voortdurende invloed van de bloeiende wijsgerige scholen veroorzaakte immers veel ketterijen: de Gnosis, Marcion, Montanisme, Manicheïsme, waarbij later vanaf de 4de eeuw nog het Arianisme, het Nestorianisme e.a. zullen komen. Het is dan ook de tijd van de grote apologie[font=&quot]ë[/font]n of verdedigingsschriften: Minucius Felix, Justinus, Tatianus en Tertullianus; deze ketterijen worden dan gewoonlijk uitgepraat en veroordeeld door kerkvergaderingen (concilies): Nicea in 325 en Constantinopel in 381. Gedurende gans de Oudheid heeft de Kerk moeten vechten om de “juiste leer”, de orthodoxie, te bewaren.

Waren de ketterijen meer interne problemen, dan werd de jonge godsdienst van buiten uit het meest belaagd in de christenvervolgingen. De eerste vervolging had plaats onder Nero na de brand van Rome in 64. Zij had wel een meer plaatselijk karakter; slachtoffers waren onder meer Petrus en Paulus. Daarna heerste er een betrekkelijke rust tot 95 toen Domitianus (81-96) een plotse vervolgingsaanval kreeg. De andere keizers onder wie de Christenen het zwaarst te verduren kregen waren Trajanus (98-117), Marcus Aurelius (161-180), Septimius Severus (193-211) (na hem komt de Longa Pax, en dit tot 249), Decius (249-251), Valerianus (253-260) en Diocletianus (284-305). Julianus de Apostaat (“de Afvallige”) probeerde als laatste het christendom de pas af te snijden (361-363).

De oorzaken van de vervolgingen zijn zeer complex, maar de grondoorzaak ligt zeker in de structurele verbondenheid van de Romeinse staat met de godsdienst: de keizer kon wel voor de christenen hun heer en meester zijn (dergelijke gehoorzaamheid was een plicht voor elke christen), maar niet hun God, zoals dat wel werd gepropageerd; en zo weigerden de christenen deel te nemen aan de verplichte keizercultus. Voor de christenen waren ook veel sociale verschijnselen als circus- en amfitheaterspelen ontoelaatbaar. Was oorspronkelijk het christendom een religio licita (“een toegelaten godsdienst”) zoals het jodendom (bedenk dat voor een Romein het christendom slechts een Joodse sekte was), dan bleef dat dus niet duren. Buiten de asociale houding van de christen, waardoor hij op weinig sympathie kon rekenen (odium generis humani!), kwamen vanzelf daar nog een hele boel andere verdachtmakingen bij, die hun oorsprong grotendeels vinden in misverstanden omtrent de eucharistievieringen. De Romeinen bleken in hun bestraffing fantasierijk: kruisiging, verbranding, onthoofding - de klassieke straffen - maar de Christenen werden bij voorkeur voor de wilde dieren geworpen of met meer geperfectioneerde methodes terechtgesteld, zoals terechtstelling tijdens toneelspelen.

Maar het christendom bleek onuitroeibaar. De langverwachte rust kwam dan eindelijk in 313 door de uitvaardiging van het edict van Milaan door Constantijn; dadelijk bloeide de kerk op en toen dan Constantijn in 323 door Licinius te verslaan keizer werd van het ganse rijk, lagen alle wegen open. Maar... in plaats van de aloude vermenging staat-heidendom kwam nu de vermenging staat-christendom: de wereldlijke macht trachtte haar invloed op deze populaire godsdienst steeds maar uit te breiden, en vele christenen zagen wel de voordelen in die hieraan vastzaten, maar niet de nadelen. Dit caesaropapisme begon reeds onder de opvolger van Constantijn, Constantius (337-361), en zal na hem steeds maar toenemen.

In 380 wordt het christendom onder keizer Theodosius de staatsgodsdienst. In 394 wordt het heidendom afgeschaft en vanaf dit moment hangt het begrip “Rome” helemaal vast aan het begrip “christendom”. En zelfs de politieke ineenstorting van het imperium in 476 is geen hinderpaal geweest voor de verdere groei van deze godsdienst.
__________________
"Denken ist schwer, darum urteilen die meisten."
C uit W is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:14.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be