Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Diverse > Archief > Partijdiscussies
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Partijdiscussies In dit forum kun je discussiëren over (standpunten van) politieke partijen. Plaats hier alles die specifiek te maken heeft met een bepaalde partij (of meerdere partijen).

 
 
Discussietools
Oud 18 mei 2004, 17:31   #1
Patriot!
Secretaris-Generaal VN
 
Patriot!'s schermafbeelding
 
Geregistreerd: 6 oktober 2002
Locatie: België - Belgique - Belgien - Belgium
Berichten: 21.353
Stuur een bericht via ICQ naar Patriot! Stuur een bericht via MSN naar Patriot!
Standaard

De inwoners van België dienen zich goed te voelen in hun vel: er dient dan ook meer aandacht te worden besteed aan sociale problemen zoals ziekten, depressies, roken, druggebruik, alcoholmisbruik enz. Industrie en natuur dienen harmonieus gecombineerd te worden door een
politiek van duurzame ontwikkeling. Men mag daarbij niet vergeten dat de Belgische Ardennen en de Belgische kust zo zuiver mogelijk dienen bewaard te worden om dit evenwicht niet te verstoren. Al te vaak wordt ons land, ondanks zijn onmiskenbare rijkdommen, slecht
bekeken wat de staat van de ruimtelijke ordening en het milieu betreft.

Volgens vele experts is België te (ver)vuil(d) en te wanordelijk. Evenwel is ons land zeer verscheiden, zowel op natuurlijk als op architectonisch vlak. Deze verscheidenheid dient meer gerespecteerd te worden door een nog strengere politiek van natuurbescherming, bescherming van diersoorten, water, controle van de voeding en door een nog beter gecontroleerd urbanisme, nochtans zonder de fouten van de administratie door de burger te doen betalen.

1. Milieu

De B.U.B. is bekommerd om het welzijn van de mens en zijn omgeving. Een gezonde omgeving is een hoeksteen van een gezonde maatschappij. In tegenstelling tot de traditionele groene partijen echter komt bij de B.U.B. de mens op de eerste plaats en niet de bloemetjes en de bijtjes. Een weldoordachte milieupolitiek is een politiek die niet vergeet dat de natuur ten dienste staat van de mens en niet omgekeerd. Bij elke maatregel die getroffen wordt, dient voor ogen gehouden te worden dat het welzijn van de mens voorgaat op het welzijn van de “occasionele eekhoorn”. Het is ongehoord dat een woningbouwproject dat werk en onderdak verschaft aan tientallen mensen, afgeblazen dient te worden omdat er op dezelfde oppervlakte één goudhamster huist. Een dergelijke zaak deed enige jaren geleden de discussie bij onze Noorderburen hoog oplaaien. Indien een dergelijk project de habitat van een hamster bedreigt, kan men drie dingen doen : het project opdoeken, de hamster vernietigen en verder bouwen, of de hamster verhuizen en verder bouwen. De traditionele groene partijen kiezen doorgaans voor het eerste.

De B.U.B. meent voor de derde oplossing te moeten kiezen, de enige oplossing die daadwerkelijk een oplossing is. Wij zijn niet van plan om, onder het mom van bezorgdheid voor de natuur, de planten en de dieren voor te trekken op de mens. Wij zullen desgevallend, geval per geval, zoeken naar een oplossing die beide zal bewaren voor enige schade.

Uiteraard betekent dit “Verlicht antropocentrisme" niét dat de mens het milieu beheersen moet, maar wel houdt het een verantwoord beheren in.

1.1. Natuurbeheer

België, en dan vooral het noordelijke deel, is een dichtbebouwd gebied. Slechts enkele plaatsen ter wereld zijn dichter bevolkt dan bij ons. Ons lnd heeft de op één na dichtste bevolking per m². Dat er dus aanzienlijk minder groene zone is per inwoner, is voor de hand liggend. Indien bepaalde ecologisten meer groen per inwoner willen verwezenlijken, zullen er maar twee oplossingen zijn : ofwel gaat de bebouwde oppervlakte verminderd moeten worden... ofwel gaat het aantal mensen verminderd moeten worden.

Maar daar zal het zeker niet de B.U.B. zijn die aan het publiek gaat vertellen hoeveel kinderen zij op de wereld mogen zetten. Een algemene geboortebeperking omwille van het milieu, we stellen het scherp, zou zelfs voor de groenen hard te verkopen zijn.

De B.U.B. is van oordeel dat het recht op leefruimte van de mens voorrang heeft op dat van een boom (dit is een pleidooi voor redelijkheid, géén pleidooi voor een onverantwoord omspringen met onze omgeving). De toenemende bevolking, niet alleen in onze contreien, maar overal ter wereld, leidt tot een onvermijdelijke toename van de bebouwde oppervlakte. Tenzij de bebouwde oppervlakte nog slechts in de hoogte mag toenemen. De bouw van gigantische flatgebouwen valt echter nergens in goede aarde. Rest nog het aantal mensen te verminderen.

We moeten dus duidelijk af van de kwantitatieve instelling omtrent milieu. De idee dat één boom goed is, maar twee beter, is een doodlopende redenering. Een kwalitatieve benadering is een meer aangewezen optie. Een efficiënt en praktisch beheer van de groene zones moet de eerste prioriteit zijn. Niet door meer bossen en parken voor bezoekers open te stellen in een systeem van zogenaamd “zacht toerisme”- Volgens de B.U.B. net de verkeerde aanpak. Een kwalitatieve aanpak van het milieu betekent voor ons dat het originele biotoop zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke toestand moet hersteld worden. Zoals nu reeds onder andere op de Kalmthoutse Heide het geval is tijdens het broedseizoen en tijdens lange periodes van droogte, moet het net de bedoeling zijn het publiek uit deze gebieden weg te houden, zodat de natuur ongestoord haar gang kan gaan. Als de natuurlijke evolutie van een heidegebied is in de loop van decennia te veranderen in bosgebied, is het niet onze taak de heide kunstmatig in stand te houden.

Er moet dus een duidelijk verschil komen tussen parken, doelbewust aangelegde groengebieden specifiek bestemd voor recreatie, en bossen, waar de natuur, zonder inmenging van de mens, haar gang kan gaan. Als die gebieden echter opgeofferd moeten worden aan de uitbreiding van woongebied, moet dat ook zonder aarzelen kunnen gebeuren.

Betekent dit dat wij zonder scrupules alle groen willen opofferen aan steen en beton ? Neen. Uiteraard niet. Maar een oplossing voor de groeiende wereldbevolking vinden, is niet onze taak. Zelfs indien wij dit zouden willen, zouden we het niet kunnen. Dit onderwerp komt opnieuw aan bod bij het wetenschapsbeleid.

Op lokaal vlak is er wel meer samenwerking nodig tussen de departementen van Milieu en Ruimtelijke Ordening. Er zijn taken weggelegd voor de administratie ruimtelijk ordening die dicht aanleunen bij ons milieustandpunt. Om een ongebreidelde bouwwoede te beteugelen, moet er eerst en vooral een halt toegeroepen worden aan de leegstand en verkrotting van woningen en industriële panden. Indien alle leegstaande woningen opnieuw in gebruik genomen worden, krotten afgebroken en vervangen door sociale woningen en verlaten industriële gebouwen door nieuwe bedrijven gerenoveerd worden, is er geen nood aan het opofferen van natuurgebied voor de eerstkomende decennia.

1.2. Mestbeheer

België kampt met een mest-overschot. Zoveel is zeker. We gebruiken veel minder mest dan we produceren. Nochtans zijn er heel wat landen en regio’s waar een nijpend gebrek is aan bemesting. Waarom zijn de traditionele partijen dan ziende blind ? Omdat het slecht zou kunnen overkomen als iemand zegt dat hij als ontwikkelingshulp een land met een paar honderdduizend ton mest opzadelt ?

We worden allemaal door onze ouders en leraars ingeprent dat we, als we van iets teveel hebben, dat moeten delen met hen die te weinig hebben. Waarom doen we dat dan niet ? Als er dan over de hele wereld nog steeds teveel mest geproduceerd wordt, dan moet daar mondiaal iets aan gedaan worden. Het is absurd dat we hier en nu onze landbouwers onder het mom van het milieuwelzijn bestraffen voor het uitoefenen van hun specifieke taak. Het is nog absurder de landen die de mest wel kunnen gebruiken in het gezicht te slaan met de mededeling dat ons plaatselijke milieu belangrijker is dan hun voedselproductie.

Geef de mest-overschotten aan die die ze kunnen gebruiken, aan die die ze broodnodig hebben.

1.3. Energiebeheer

De B.U.B. speelt het groene spel tegen de kerncentrales niet mee. Waarom niet? Omdat wij de euforie omtrent de windmolenparken niet delen. Slechts een klein deel van de elektriciteitsproductie kan vervangen worden door de zogenaamde “schone” energie. Afhankelijk van de bron is tussen de 15% en de 50% van de huidige behoeften vervulbaar door “schone” energie. De bronnen die over 50% spreken, vermelden daar eerlijkheidshalve wel bij dat in dat geval zo ongeveer iedere beschikbare plaats vol windmolens zou moeten worden gebouwd.

Sommigen lossen het gebrek op door elektriciteit te importeren uit Frankrijk. Waar het geproduceerd wordt in …kerncentrales. De onvoorstelbare redenering achter deze absurditeit is dat “wij” deze elektriciteit niet door middel van kernenergie geproduceerd hebben, en ze derhalve voor ons wél “proper” is. Begrijpe wie begrijpen kan…

Opnieuw geven de traditionele groenen blijk van gebrek aan doorzicht. De kernenergie moet verdwijnen, maar door wat ze vervangen moet worden, weten ook de groenen niet. Niet door windmolens, want die zijn niet toereikend; niet door meer steenkool-, gas- of stookoliecentrales want die verhogen de CO2-uitstoot. Misschien is het de bedoeling dat wij met zijn allen meer dan de helft minder elektriciteit gaan verbruiken. Maar openlijk een dergelijk standpunt innemen, is politiek niet erg slim. Tot spijt van wie het benijdt is de Belg nogal gehecht aan zijn koelkast, zijn televisie, zijn verwarming…en wie daaraan komt, mag dat bij de eerstvolgende verkiezingen ondervinden.

In plaats van de kerncentrales te sluiten zonder alternatief, moet er onderzoek verricht worden naar twee dingen :

· Ten eerste moet er naar toepassingen gezocht worden voor de berg hoogradioactief afval. Radioactief afval bevat intrinsiek veel energie. Er moet dus een manier bestaan om die energie aan te wenden. Investering in wetenschappelijk onderzoek daaromtrent zal meer opleveren dan jammerend en handenwringend klagen dat we niet weten wat we er mee moeten doen.

· Ten tweede bestaat er wel degelijk een nucleaire energiebron die weinig of geen hoogradioactief afval oplevert : met name de kernfusie. Ter verduidelijking : de bestaande kerncentrales werken op basis van kernsplitsing en niet op basis van kernfusie. De kernfusie is echter nog lang niet rijp voor commercialisatie. Het basisprobleem is dat er voor het opwekken van een kernfusiereactie op dit ogenblik meer energie nodig is dan ze kan opbrengen. Onderzoek naar wat men noemt “koude fusie” moet daarin verandering brengen. Indien voldoende geïnvesteerd wordt in het onderzoek daarnaar, kunnen we ervan uitgaan dat we binnen dit en 20 jaar over werkende kernfusie reactoren kunnen beschikken.

1.4. Dierenwelzijn

Dierenmishandeling is onmenselijk. Laat daarover geen twijfel bestaan. Wie het dan ook noodzakelijk vindt vee of huisdieren zonder enige reden te moeten mishandelen, moet daarvoor gestraft worden. Maar we moeten het er wel over eens worden wat de term dierenmishandeling inhoudt.

De B.U.B. staat open voor elke dialoog daaromtrent, mits ons algemeen milieustandpunt van toepassing blijft. De mens blijft voor ons centraal staan. Maar kwaadwillige mishandeling moet gesanctioneerd worden.

Het dierenwelzijn waarvoor nu beroep gedaan kan worden op dierenartsen, -klinieken en natuurcentra moet goedkoper worden. Dit is echter geen volledige oplossing, maar een vertrekpunt in een vaak te licht opgenomen problematiek.

2. Ruimtelijke Ordening


2.1. Algemene Visie


Ruimtelijke ordening is een van die begrippen die de burger op het eerste zicht niet aanbelangen. Maar vroeg of laat krijgt iedereen het er mee te maken. In algemene termen uitgedrukt, kan men stellen dat Ruimtelijke Ordening min of meer de van overheidswege toewijzing van haar grondgebied aan bepaalde economische en sociale sectoren is. Op het gewestplan wordt een bepaalde zone voorbehouden voor woningbouw, een ander voor industrie, een derde als beschermd natuurgebied. Alvorens ons in een iet of wat meer gedetailleerde uiteenzetting te verdiepen, even de algemene visie van de B.U.B. op de ruimtelijke ordening en de organisatie ervan.


Ook bij dit onderwerp gaat de B.U.B. uit van een visie waarbij de mens centraal staat. De mens maakt gebruik van zijn omgeving en niet omgekeerd. Zoals reeds duidelijk blijkt uit het milieustandpunt van onze partij, houden wij de natuur voor belangrijk, maar in die mate waarin zij het leven van de mensen die ermee omgaan kan verbeteren. Als de natuur een obstakel vormt in bepaalde gevallen voor de ontwikkeling van de maatschappij, dan zal een compromis gevonden moeten worden.


2.2. Stedelijke Ruimtelijke Ordening


De inkleuring van het gewestplan in een stedelijke omgeving verschilt uiteraard van die in een landelijke omgeving. Zo ook onze visie op hoe die inkleuring dient te gebeuren. De bevolkingstoename verklaart slechts ten dele een zekere wildgroei aan nieuwbouw buiten de steden. Het zal eenieder duidelijk zijn dat, indien er verder gebouwd wordt zoals dat op het ogenblik het geval is, we binnen enkele decennia niet meer over het land België spreken, maar over de stad België. Nochtans zijn er vele mensen die absoluut niet weigerachtig staan tegenover in een stad te wonen. Midden in de stad heeft inderdaad zijn eigen voordelen. Maar op dit ogenblik wegen die niet op tegen de nadelen. De nabijheid van winkels en stedelijke infrastructuur wordt overstemd door een gebrek aan (betaalbare) parkeerplaatsen, een overdaad aan files in en buiten de stad en een onoverzichtelijk beleid inzake omleidingen.

De voordelen van een mogelijkheid tot een uitgebreid sociaal leven worden tenietgedaan door soms verregaande verkrotting en verwaarlozing van openbare parken en plantsoenen.


Het antwoord van de stadsbesturen op de vraag hoe dit komt is steeds hetzelfde: geen geld. Nochtans wordt er per jaar een indrukwekkend bedrag aan krotbelastingen geheven. Nochtans hebben we allemaal ook wel al meegemaakt hoe er acht stadsarbeiders nodig blijken te zijn om vier tulpenbollen te planten. De diensten die de verkrotting moeten bestrijden, smeken om meer personeel. Het lijkt er echter op dat de krotbelasting een interessante bijkomende inkomst betekent die men node ziet verdwijnen.


De B.U.B. wil die verkrotting aanpakken. En drastisch. Het bedrag dat een verwaarloosd gebouw opbrengt aan krotbelasting weegt niet op tegen het effect dat een dergelijk pand heeft op zijn omgeving. Al gauw gaat het niet meer om een verkrotte woonst, maar om een hele straat, een hele wijk.


De aanpak is voor de hand liggend. Een gebouw dat doelbewust verwaarloosd wordt, wordt afgebroken. En op kosten van de verwaarlozer. Gebouwen die leeg komen te staan zonder aanwijsbare kwaadwilligheid en daardoor verkommeren, moeten een minimum aan onderhoud krijgen, eveneens betaald door de eigenaar. Iets wat ons logisch lijkt, tenslotte is het gebouw de eigendom van de eigenaar. Wie laat er zijn eigendom onverzorgd ? Gebouwen die eigenaarloos blijven (bijvoorbeeld na een geweigerde erfenis) en daardoor onderkomen, kunnen afgebroken of gerenoveerd worden op kosten van de eventuele nieuwe eigenaar of in bepaalde gevallen op kosten van de overheid.


De bedoeling is uiteraard door het verwijderen van de "zwarte vlekken" en het aldaar inplanten van nieuwe – desgevallend sociale – woningen een eerste nadeel van het wonen in de stad weg te nemen. Aangezien onveilige buurten, kansarmoede, onveiligheid en misdaad vaak hand in hand gaan, is er voor de overheid een zware taak weggelegd.

Wie daarentegen zelf de moeite doet om een verwaarloosd gebouw te renoveren of te vervangen, mag daar best voor aangemoedigd en beloond worden. Niet door middel van een ingewikkeld bureaucratisch systeem van subsidies waar de meeste mensen niet eens aan beginnen om een aanvraag in te dienen, maar door een daadwerkelijke en doorzichtige manier van belonen. Het kan niet zo moeilijk zijn om alvorens bepaalde werken uitgevoerd worden iemand van de dienst Verkrottingsbestrijding ter inspectie te laten langskomen om de staat van het gebouw te controleren. Diezelfde ambtenaar kan na afloop de renovatiewerken beoordelen en op basis van de facturen een deel voor rekening van de stad nemen.

Mensen die tevens nadien zelf nog in het gerenoveerde gebouw intrekken, verdienen eveneens een beloning voor hun inspanning. In welke mate en op welke wijze is een kwestie plaats en tijd. Maar beloningen als een verlaging van de gemeentelijke opcentiemen, gratis toegang tot stedelijke culturele of sportieve infrastructuur, gratis vuilniszakken (waarom niet ?), moeten tot de mogelijkheden kunnen behoren.


Niet alle problemen van het wonen in een stad kunnen door deze anti-verkrottingsaanpak opgelost worden. De problemen van parkeren en de alsmaar langer wordende files in en om de steden moeten door een intelligent verkeersbeleid aangepakt worden. Maar daarover meer onder het hoofdstuk Verkeer.


Hoe ziet nu een ideale wijk eruit ? Een moeilijke vraag, idealen verschillen. Bepaalde zaken echter zullen toch weer steeds terugkeren. Een ideale straat is gevarieerd van uiterlijk en heeft behoudens woningen bij voorkeur ook een aantal winkels. Zonder een winkelstraat te worden, kan eender welke rustige straat bijvoorbeeld een kruidenier, een bakker, een slager, etc. huisvesten. Hier is duidelijk ook een taak weggelegd voor UNIZO. Iedere nieuw-afgestudeerde bakker moet niet met alle geweld zijn eigen nieuwe bakkerij in een gehucht van zes huizen bouwen. Een bakker vinden is in sommige stadswijken stilaan een ware queeste aan het worden. Een degelijk onderhouden plantsoen en propere straten completeren het geheel.


Indien het wonen in de stad weer aantrekkelijk gemaakt wordt, en leegstand en verkrotting actief bekampt worden, is er de komende decennia geen nood aan het verder inpalmen van landbouw- en natuurgebied voor woning- en industriebouw.


2.3. Landelijke Ruimtelijke Ordening


Bij landelijke ruimtelijke ordening denkt men meteen aan de problematiek van de weekendhuisjes. Al dan niet met bouwvergunning gebouwde vakantiewoningen worden met de grond gelijk gemaakt op grond van enkele bedenkelijke bepalingen en de eigenaar mag voor de kosten opdraaien. De middelen die hiervoor aangewend worden, zouden beter in de steden aangewend worden om de verkrotting te bestrijden.


De B.U.B. is zich terdege bewust van de problematiek. Inderdaad, een weekendhuisje is bedoeld om tijdens het weekend en de vakanties betrokken te worden. Inderdaad, als U ergens een huis wil bouwen moet U een bouwvergunning hebben. Maar de werkelijkheid staat bol van de mensen die in goed vertrouwen een stuk grond gekocht hebben met de stellige verzekering dat ze daar een huis mogen bouwen. De werkelijkheid staat al even bol van gevallen waarin iemand in goed vertrouwen een huis – zij het een gewone woonst, zij het een vakantiewoning – heeft gekocht van iemand die het pand heeft laten optrekken zonder vergunning, of die “gemakkelijkheidshalve” verzwegen heeft dat het om een vakantiewoning gaat. Al deze mensen draaien onder het tegenwoordige beleid op voor de kwaadwilligheid van anderen en worden door de overheid behandeld alsof zij zelf de gangsters zijn. De manier waarop de overheid hier de wet naar de letter toepast, ruikt sterk naar rechtsmisbruik.


De B.U.B. is daarom van oordeel dat de criteria om een dergelijk gebouw te laten afbreken dienen bijgesteld te worden. Wie een perceel koopt, moet duidelijk weten wat op dit perceel kan en wat niet kan. Wie dan toch de wet overtreedt, weet van tevoren dat daar een zware straf tegenover staat. Voor de anderen, die in alle eerlijkheid als een goed huisvader gehandeld hebben, moet het basisprincipe van de Burgerlijke Aansprakelijkheid gelden. Wie schade toebrengt aan derden, betaalt daarvoor. Als er geen schade toegebracht is, is er ook geen overtreding. Het mooie van de zaak is dat daarvoor zelfs geen bijkomende wetgeving moet komen : het desbetreffende artikel vinden we al in het Burgerlijk Wetboek (art. 1382 BW). Dit is een artikel waarvan de B.U.B. pleit dat het in veel meer gevallen zou worden toegepast als nu het geval is. Een vakantiewoning die aldus permanent betrokken wordt zonder voor overlast te zorgen, kan wat de B.U.B. betreft blijven staan. Zij vormt een geïntegreerd deel van de omgeving en bestaat in harmonie met die omgeving.


De algemene ruimtelijke ordening in een landelijk kader ziet onze partij eveneens in onze antropocentrische visie. Het is makkelijk te beweren dat landelijke woonkernen hun landelijk karakter ten allen prijze moeten behouden, maar de werkelijkheid is anders. Het is de natuurlijke evolutie van wooncentra te evolueren naar verstedelijkte gebieden. We kunnen deze evolutie afremmen, door de bovenvermelde bestrijding van verkrotting in de steden en de herbebouwing van aldus vrijgekomen plaats, maar het is en blijft een afremmen van de voortschrijdende verstedelijking. Als uiteindelijk een keuze dient gemaakt te worden tussen een boom en een woning, moet het duidelijk zijn dat de boom moet wijken. De B.U.B. is geen voorstander van de alomheersende NIMBY-politiek (Not In My Back Yard-politiek) waarbij iedereen voorstander is van vanalles en nog wat, zolang het maar niet bij hem gebeurt. Iedereen is ervan overtuigd dat er een verbrandingsoven voor huishoudelijk afval moet komen, maar dan wel bij de buurgemeente, niet in de eigen gemeente. Iedereen is voorstander van de TGV, maar dan wel net over de grens van het eigen grondgebied. Zo is ook iedereen ervan overtuigd dat er meer woningen moeten komen, maar niet ten koste van ons plaatselijk groenbestand. Dit systeem is onhoudbaar.


Het landelijke karakter van dorpen en gehuchten moet derhalve in de mate van het mogelijke behouden blijven, maar niet ten koste van eender wat.

2.4. Inplanting van Industrie


De industriële ruimtelijke ordening eet van beide walletjes. Terwijl in verstedelijkte gebieden tal van industriegebouwen leegstaan, trekken meer en meer bedrijven het achterland in om daar nieuwe complexen op te trekken. De beweegredenen zijn duidelijk. Gemakkelijkere bereikbaarheid en meer ruimte om uit te breiden zijn krachtige argumenten om uit de steden weg te trekken. Ook daar speelt een degelijk verkeersbeleid een grote rol.


Nochtans is ook hier de B.U.B. van oordeel dat heel wat bedrijven overtuigd kunnen worden bestaande infrastructuren te renoveren of te herbouwen als het juiste klimaat daarvoor geschapen wordt. Een grotere vrijheid van onderhandelen tussen de plaatselijke – stedelijke – overheid en de betrokken bedrijven betreffende tegemoetkomingen wederzijds is een eerste stap in de goede richting.


Inplanting van zware industrie is een heel andere zaak. Uiteraard heeft niemand graag een sterk vervuilend of stinkend bedrijf in zijn achtertuin. Maar als een aantal bedrijven die nu in schaars bevolkte gebieden gelocaliseerd zijn, overtuigd kunnen worden terug te keren naar de stedelijke gebieden, dan komen er heel wat plaatsen vrij waar “onaangename” bedrijfstakken onderdak kunnen vinden. Het spreekt voor zich dat deze bedrijven ook daar waar weinig mensen in hun buurt wonen, nog steeds gehouden zijn hun bedrijfsactiviteiten met een minimum aan overlast uit te oefenen. Ook hier komt dit bewuste artikel 1382 BW weer van pas. Geluidsoverlast is bijvoorbeeld geen geluidsoverlast als er niemand is om overlast bij te veroorzaken.


2.5. Versoepeling van de reglementering


Op dit ogenblik is het zo dat voor eender welk gebouw U ook wil optrekken U een pak vergunningen moet hebben. Er zijn nationale wetten die U moet volgen, decreten van de Vlaamse Raad en van het Waalse en Brusselse Gewest, provinciale verordeningen en gemeentelijke reglementen. U moet al van goeden huize zijn daar nog Uw weg in te vinden.


Daarenboven spreken tal van reglementen elkaar tegen. Soms lijkt het wel alsof ze erop gemaakt zijn U aan te zetten tot het overtreden ervan. Wat dacht U bijvoorbeeld van het volgende echt gebeurde voorbeeld: de eigenaar van een wei – met paard – wordt beboet omdat er in de wei geen onderdak voorzien is voor het paard. Na betaling van de boete bouwt de man een stalletje voor het paard. En krijgt prompt een boete aangezien er in een wei geen gebouw opgetrokken mag worden. Na afbraak van het gebouw en betaling van de boete krijgt de brave man opnieuw een boete, want er is geen onderdak voor het paard, enz…enz…

Zich houden aan het ene reglement blijkt dus een flagrante inbreuk op het andere te zijn. Een situatie waar alleen de ontvanger van de penale boeten beter van wordt.

Een ander voorbeeld : In Vlaanderen moet U een vergunning voor het aanleggen van recreatief gebied aanvragen als U een zwembad in Uw tuin wilt. In Wallonië een bouwvergunning. In Brussel…mag Joost het weten.


Na jaren van federalisering en een wildgroei van verschillende wetgevingen over hetzelfde onderwerp, hebben de verzamelde overheden eindelijk begrepen dat dit niet kan. Daarom worden nu een waanzinnig aantal commissies in het leven geroepen die moeten nagaan hoe de verschillende wetgevingen op elkaar afgestemd kunnen worden. Volgens de B.U.B. is dat heel eenvoudig : ruimtelijke ordening moet een federale bevoegdheid te worden, en één wetgeving voor het gehele land gecreëerd, desgevallend aangepast aan de plaatselijke (stedelijke en provinciale) noden, zeden en gewoonten. Laat deze wetten op ruimtelijke ordening dan ook zo algemeen mogelijk, zodat ze ter plaatse ingevuld kunnen worden met een mengsel van logica, menselijkheid en doodgewoon gezond verstand.


2.6. Bouw-alternatieven


Het zal eenieder duidelijk zijn dat het inderdaad niet opgaat een heel bos om te kappen om daar een winkelcentrum neer te poten. Maar het is ons even duidelijk dat uitzonderingen moeten kunnen indien inspanningen gedaan worden om gebouwen en infrastructuur doelbewust te integreren in de omgeving.


Nu reeds stijgt de populariteit van volledig houten woningen. Op plaatsen waar het minder opportuun is bomen om te hakken en een straat van bakstenen huizen te bouwen, kan best plaats zijn voor enkele blokhutten, hoewel de term “hut” misleidend is – deze woningen zijn minstens even groot als een doorsnee gezinswoning) tussen de bomen. Nutsvoorzieningen als waterleiding, elektriciteit, gas enzovoort lopen ondergronds. Daar heeft alvast niemand last van.


Ondergrondse structuren kunnen zelfs in milieugebieden een plaats vinden. De huidige technieken inzake glasvezelverlichting zorgt ervoor dat een ondergrondse woning bijvoorbeeld evenveel of meer daglicht krijgt als een bovengrondse. Een klein hokje voor de trap of lift is het enige bovengronds merkbare van een dergelijke structuur.


Beide systemen verdienen meer aandacht en boven al aanmoediging van overheidswege.


2.7. Bouwmisdrijven


De B.U.B. is van mening dat er een onmiddellijke amnestie moet komen op alle bouw"misdrijven" die tot nog toe gepleegd zijn. Iedereen die een fout maakt verdient een tweede kans. Het heeft geen zin om huizen of huisjes die soms al jarenlang op een stuk grond staan plat te gooien. Nadat de wetgeving transparanter is geworden, moeten vanaf een dan vastgestelde datum nieuwe bouwmisdrijven aangepakt worden.



3. Volksgezondheid


3.1. Algemeen Gezondheidsbeleid


De Belgische Unie is geen negativistische partij. We bestaan niet alleen maar om kritiek te geven op het bestaande systeem. En we denken vooral niet dat we voor alles een pasklaar antwoord hebben.


Volksgezondheid is zo’n onderwerp waar trouwens geen pasklare oplossingen voor bestaan. Het weze duidelijk dat het sociale systeem in België – waarvan gezondheidszorg een integraal deel is – één van de beste in Europa is. Niemand is gebaat bij het Amerikaanse systeem waar uw kredietkaart bij een opname in het ziekenhuis belangrijker is als uw ziekte. Maar niemand is tevens gebaat bij het tegendeel. Het Engelse systeem van gratis gezondheidszorg voor iedereen, kent zijn eigen problemen. Ellenlange wachtlijsten, van overheidswege betaald medisch personeel zonder mogelijkheid van eigen initiatief en een peperdure buiten de bestaande structuren opererende groep van private specialisten die slechts voor de happy few werken.


Ons Belgische systeem houdt zowat het midden tussen deze beide mogelijkheden. Via onze mutualiteiten recupereren we een groot deel van onze medische uitgaven. Dat de zittende regering het begrip “maximum-factuur” ingevoerd heeft, is op menselijk gebied alleen maar toe te juichen.


Uiteraard is de B.U.B. van oordeel dat iedereen, zonder onderscheid des persoons, recht heeft op betaalbare medische verzorging. Maar zoals zo vaak in België wordt een recht plots een plicht. Een Belg die om één of andere reden weigert zich bij een mutualiteit aan te sluiten, krijgt niet alleen geen terugbetaling. Dat zou maar logisch zijn. Maar hij wordt tevens beboet omdat hij zich bij geen mutualiteit aansluit. Wie in het buitenland werkt en toch bij een Belgische mutualiteit aangesloten blijft, moet niet alleen de werkgeversbijdragen zelf betalen. Hij wordt bijkomend beboet omdat zijn werkgever geen bijdragebons aan de mutualiteit bezorgt. En dat kan oplopen tot zo’n slordige € 25.000 !


Tezelfdertijd wordt er in het land waar iedere Belg gelijk is voor de wet met twee maten en gewichten gewerkt. Wie het ongeluk heeft als zelfstandige geregistreerd te staan, wordt plots verondersteld rijk genoeg te zijn om zijn medische kosten volledig zelf te kunnen dragen. Volgens ons kan dit niet. Als iedere Belg gelijk is voor de wet, dan is de wet ook gelijk voor iedere Belg.


Mits inachtname van alle sociale factoren ware het beter iedereen vrij te laten of hij of zij al dan niet aansluit bij een mutualiteit, met dien verstande dat dit systeem de aangeslotene niet meer kost dan het hem nu kost. Daarenboven moet er een minimumdekking voorzien worden voor mindergegoeden en onvermogenden. Duitsland bijvoorbeeld kent een systeem waarin de staatsmutualiteiten de burger dekken aan de hand van zijn inkomen. Indien dit boven een bepaald plafond stijgt, staat het de verzekeringsnemer vrij ofwel zijn eigen risico te dragen, ofwel zich privaat te verzekeren.


Enige aandacht moet ook besteed worden aan de recente verordening waarbij de patiënt nagenoeg verplicht wordt eerst bij de huisarts te passeren alvorens een specialist of de dienst spoedgevallen te contacteren. Deze maatregel, hoewel goed bedoeld, getuigt van een achterstand op sociologisch gebied. We worden allemaal mondiger en zijn ook beter op de hoogte van een aantal aandoeningen en wie ze het beste kan behandelen. U heeft toch ook geen nood aan een bezoek aan de huisarts om te weten dat U met een oogaandoening het beste terecht kan bij een oogspecialist ? Iemand met chronische gewrichtsontstekingen weet ook dat zijn huisarts hem naar een orthopedisch specialist zal verwijzen. Waarom dan die omweg? Om patiënt en ziekenkas tweemaal te doen betalen ? In de hoop dat de aandoening vanzelf verdwijnt als de patiënt hoort dat de afspraak bij de specialist pas over drie maanden gemaakt kan worden? De meesten onder ons hebben geen behoefte aan een dergelijk bemoederende maatregel. En wie twijfelt, zal sowieso wel naar zijn huisarts gaan om raad. Een oogspecialist ziet zelden een patiënt die klaagt over pijn in zijn tenen. Uit eigen beweging en in geval van twijfel met de raad van de huisarts komen we allemaal uiteindelijk wel bij de juiste persoon terecht.


Met de vergrijzende bevolking is het duidelijk dat de factuur van de gezondheidszorg met de jaren steeds zwaarder zal doorwegen op de begroting. Dat is een gegeven waaraan weinig of niets veranderd kan worden. De bevolking kan aangespoord worden gezond te leven en voorzichtig te zijn, maar zieken zullen er altijd zijn en ongevallen zullen er altijd gebeuren. Mits een goed economisch en tewerkstellingsbeleid kunnen daar op termijn wellicht fondsen vrijgemaakt worden die de rekening van de gezondheidszorg lichter om dragen kunnen maken.


3.2. De Witte Woede


Iedereen die ooit enkele dagen in een ziekenhuis doorgebracht heeft, heeft op zijn minst een beeld van hoe hard het medisch personeel moet werken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze mensen loon naar werken eisen. Velen onder hen moeten het stellen met een loon dat in verhouding met hun werkuren aan het ridicule grenst.


De B.U.B. steunt het medisch personeel in zijn strijd om erkenning van hun verdiensten. Desalniettemin mag niet uit het oog verloren worden dat een en ander ook betaald moet worden. Maar ondanks budgettaire beperkingen zijn er tal van mogelijkheden om aan de verzuchtingen van het medisch personeel tegemoet te komen.


Op termijn echter moeten er structurele ingrepen gebeuren. De verhoudingen tussen de lonen en de gepresteerde uren moet evenwichtiger worden. De verplegers en verpleegsters hebben eveneens recht op een privé-leven. En een privé-leven bouwt men niet op als er 16 uur of langer op een dag gewerkt moet worden en vakantiedagen niet opgenomen kunnen worden door gebrek aan vervangend personeel. We mogen niet vergeten dat deze mensen degenen zijn die ons (soms letterlijk) op de been houden. Enige compensatie daarvoor is wel aangewezen. Ook de patiënt heeft recht op een betere dienstverlening. Het streefdoel moet zijn: Wachtrijen in de ziekenhuizen volledig wegwerken. In afwachting daarvan moet de overheid actief ingrijpen om deze wachtrijen terug te schroeven.


3.3. Misbruiken


Zijn er en zullen er altijd zijn. Wat niet wegneemt dat het de verantwoordelijkheid van de overheid is om dergelijke praktijken in kaart te brengen en te bestrijden. En hiermee keren we ons niet tegen de huisarts die een doos pillen teveel voorschrijft of een bijkomend bloedonderzoek laat uitvoeren. Sommige laboratoria rekenen waanzinnige prijzen aan voor standaard-onderzoeken. Geneesheer-specialisten laten hun vakantie op de Bahamas betalen door patiënten met een hospitalisatieverzekering. Die kunnen ze immers aanrekenen wat ze willen : de verzekering betaalt toch. De tijd dat patiënten dagen langer in het ziekenhuis werden gehouden als nodig om de kassa te spijzen, zijn gelukkig over het algemeen voorbij.


Anderzijds wordt het beroep van Arts danig ondergewaardeerd. Geheel in de logica van ons standpunt dat vrije beroepen wil gelijkschakelen aan loontrekkenden, zijn wij de mening toegedaan dat huisartsen, net als andere vrije beroepen (zoals loodgieters) verplaatsingskosten moeten kunnen aanrekenen. De overheid moet haar bettutelend gedrag tegenover de medische beroepen in het algemeen laten vallen. Artsen en specialisten worden, zeker de jaren van hun studie(s) in acht genomen- gedurende dewelke ze niet verdienden, onredelijk hoog belast. Die lasten naar beneden halen zorgt voor een onrechtstreeks ook voor een patiëntvriendelijker klimaat. Immers, wanneer er een lastenverlaging is op zelfstandigen zijn deze in staat om personeel aan te werven (een schepping van werkgelegenheid), wordt hun beroep ook dus figuurlijk ont-last en komt dit uiteindelijk de klant/desgevallen de zieke ten goede.


Nog even terugkomend op de voorheen al aangehaalde maatregel inzake het spontaan consulteren van specialisten : natuurlijk zijn ook daar misbruiken te noteren. En die gaan dan meestal uit van de patiënt. Maar de vraag is of dit bewust kwaadwillige misbruiken zijn. Wie gaat er met een huidziekte rechtstreeks naar een dermatoloog i.p.v. naar zijn huisarts met als hoofdargument dat de ziekenkas toch betaalt ? Het zal eerder een misschien ietwat overdreven bezorgdheid zijn die iemand sneller naar een specialist zal doen lopen als zogezegd profitariaat. Ook hier is de B.U.B. voorstander van informatie in plaats van repressie. Als mensen weten voor welke zaken ze bij hun huisarts terecht kunnen en weten voor welke ze inderdaad best meteen naar een specialist gaan, zal ook het aantal “valse alarmen” bij de specialisten afnemen. Daarenboven zijn wij van oordeel dat dit een verschijnsel is dat zichzelf op termijn vanzelf zal oplossen aangezien de toegang tot dergelijke informatie steeds makkelijker wordt en alsmaar sneller gaat.


www.belgischeunie.be
Patriot! is offline  
 



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 07:19.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be