Geld, inflatie en banken

[RSK]

Geld, inflatie en banken

Men zegt dat de liefde voor geld de oorzaak van het kwaad is. Geld is op zich niet het kwaad. Het is de liefde voor het geld, gedefinieerd als hebzucht, die mensen aanzet tot het bemachtigen van grote hoeveelheden geld. Onder geld verstaan we alles wat men accepteert in ruil voor producten en diensten, in de overtuiging dat men op zijn beurt dit kan inwisselen tegen andere diensten en of producten. Geld is zodoende een kapitaalgoed tot het verkrijgen van consumptiegoederen (evenals kapitaalgoederen). Geld is eveneens een methode om werk te vermijden. Het verkrijgen van geld teneinde de noodzaak om te werken te vermijden, streven velen in onze samenleving na. Gelet op deze feiten is het belangrijk te weten wat geld is en hoe het werkt.

Het ontstaan van geld
De oorspronkelijke mens was zelfvoorzienend: economisch onafhankelijk. Hij produceerde naar zijn behoefte en spaarde voor die perioden waarin hij niet kon produceren. Naar mate de bevolking in aantal steeg, nam de specialisatie onder de bevolking eveneens toe. Sommigen richtten zich op het voortbrengen van kapitaalgoederen en anderen op de productie van consumptiegoederen. Men kwam in de loop der tijd er achter dat er behoefte bestaat aan een zekere opslag van hoogwaardige bezittingen, zodat in tijden waarin niet geproduceerd wordt alsnog geruild kan worden tegen andere producten en diensten. Langzamerhand begon men waardevolle producten die een lange economische levensduur hebben op te slaan en deze werden als ruilmiddel gebruikt. Uiteindelijk besloot men het meest waardevolle metaal, goud, op te slaan en als ruilmiddel te gebruiken. Gezien het feit dat goud een zeer hoogwaardig product is en zodoende velen in verleiding brengt het te stelen, rees het probleem omtrent de opslag hiervan. Aangezien men al ervaring had met de opslag van landbouwgewassen in magazijnen, besloot men hetzelfde toe te passen voor de opslag van goud. Zo werd overgegaan tot het opslaan van goud in magazijnen.

Aan magazijnen (waar goud opgeslagen en bewaakt werd) werd goud overhandigd en de beheerder van het depot gaf aan de eigenaar een bevestiging van ontvangst (bonnen) waarop de hoeveelheid afgegeven goud van de eigenaar vermeld stond. Tegen deze bonnen wisselde men producten en diensten uit. Door deze bon aan een andere persoon te overhandigen, kon de eigenaar in wezen een gedeelte van zijn goud aan hem afdragen in ruil voor goederen en diensten. Deze bonnen werden waardepapieren en zo ontstond geld, want deze papieren vertegenwoordigden het opgeslagen goud.

Inflatie
Wat is inflatie? Door inflatie kan u uw geld in uw boodschappentas dragen en uw goederen in uw portemonnee. Inflatie wordt gedefinieerd als de verhoging van prijzen. De waarde van het geld neemt af en producten worden duurder. Dit is inderdaad het effect van inflatie. Volgens de traditionele toelichting bestaan er drie hoofdfactoren die inflatie veroorzaken: 1. Als de vraag stijgt, doordat de consumenten intensiever kopen, zullen de producenten de prijzen verhogen. 2. Als de materialen en grondstoffen (waarvan producten gemaakt worden) schaarser en duurder worden, zullen de producten hoger worden geprijsd om alsnog winst te kunnen genereren. 3. Gebrek aan concurrentie in de markt leidt tot prijsstijgingen, inflatie. Volgens deze redenatie veroorzaakt bijna alles inflatie en men kan er weinig aan doen.

Het probleem dat de overheden inflatie moeilijk een halt kunnen roepen, ligt in het feit dat ze niet de oorzaak maar slechts de effecten hiervan aanpakken.

Een economische wet luidt als volg: toename in de geldhoeveelheid leidt tot inflatie, prijsverhoging; hoe meer geld in de roulatie terecht komt, des te lager de waarde van het geld zal worden wat inflatie als gevolg heeft.

Laten we nu terug gaan naar de vorige alinea waarin gerept werd over magazijnen voor de opslag van goud. Stel je voor dat in het magazijn 100 verschillende eigenaren in totaal 100 kilo goud voor opslag hebben aangeboden. Laten we vanuit gaan dat elke eigenaar 1 kilo goud aan het magazijn overhandigd heeft. De beheerder van het magazijn kan dus in totaal 100 bevestigingen van goudontvangst afgeven aan de eigenaren. Elke bevestiging van ontvangst (bon) heeft de volgende waarde: het totaalaantal goud in kilo´s in het magazijn (100 kg) gedeeld door de totale hoeveelheid bonnen (100) = 1 kilogram goud per bon. Elke bon vertegenwoordigt dus een waarde van 1 kilogram goud. Als het aantal bonnen verhoogd wordt, terwijl de hoeveelheid goud in opslag gelijk blijft, ontstaat inflatie. Bijvoorbeeld, de magazijnbeheerder creëert 100 extra bonnen en brengt deze in de roulatie. De waarde van de bonnen zal afnemen:
De hoeveelheid goud, 100 kilogram gedeeld door het nieuwe aantal bonnen (100 + 100) 200 = 0,5 kg goud per bon. De waarde van de bon neemt af met 50%.

Economische wet: als de geldhoeveelheid stijgt, dan neemt de waarde van het geld af. Zo ontstaat inflatie, prijsstijging.

Federal Reserve System
Het was voor de bankiers makkelijk om zogenaamde bankruns en paniek te doen escaleren. Ze konden de indruk wekken dat een bank niet liquide is en op het punt staat failliet te gaan en zo niet in staat is het geld aan de cliënten terug te betalen. Zodra deze indruk gewekt is zullen de cliënten hun geld uit de bank proberen terug te trekken. Degene die deze voorstelling van zaken gaf zou het gelijk aan zijn kant krijgen aangezien de bank inderdaad onvoldoende liquide is om in één keer al het geld aan haar cliënten terug te geven gezien feit dat het meeste geld uitgeleend is tegen rente en of geïnvesteerd is in projecten waardoor er slechts een klein percentage van de gehele som op de bank aanwezig is. Dit verschijnsel noemt men een bankrun. Als dit vervolgens naar andere banken overwaait waar hetzelfde scenario zich afspeelt, heeft men met een bankpaniek te maken. De bank zal tijdens de bankrun het uitgeleende geld terugvragen bij degenen aan wie ze het geld tegen rente had uitgeleend. Vervolgens ontstaat er een druk om bezittingen te verkopen, opdat het geleende geld terug betaald kan worden. Als deze toestanden zich op hetzelfde moment voortdoen daalt de waarde van de bezittingen, waardoor degenen die over extra geld beschikken bezettingen kunnen kopen tegen verlaagde prijzen. Degenen die vooraf wisten dat er een bankpaniek zal escaleren, konden voorafgaand aan deze hun geld opnemen om vervolgens tijdens de bankpaniek kapitaalgoederen en andere bezettingen op de markt te betrekken tegen scherpe prijzen. Deze scenario´s werden belangrijke middelen in de handen van degenen die het banksysteem wilden veranderen. Zo konden de bankiers die deze problemen veroorzaakten hun beoogde oplossing aan het publiek aanbevelen: de oprichting van een gecentraliseerde bank. Onder dit mom kwam het in de VS in 1913 tot de oprichting van de Federal Reserve System (ookwel de FED). FRS is de gecentraliseerde bank van de VS, controleert de geldhoeveelheid, heeft het recht geld te creëren en leent aan de Amerikaanse regering geld tegen rente. De Amerikaanse regering heeft zodoende schuld bij de FRS en moet het geleende geld inclusief de rente terugbetalen. De regering van de VS verhaalt op haar beurt deze schuld bij de FRS op de bevolking door deze te belasten met heffingen en belastingen. Aangezien de FRS in staat is geld te drukken en deze in de roulatie brengt, kan de FRS naar believen inflatie creëren.

De Europese Centrale Bank (ECB) komt in hoge mate overeen met de Amerikaanse FRS.

Stelling: De bankiers die de controle hebben over de FRS en de ECB lenen geld uit aan overheden en hebben de controle over de geldhoeveelheden omdat ze de macht hebben geld te drukken. Op deze manier kunnen ze inflatie en deflatie naar het gewenste niveau tillen. Daarnaast betalen deze bankiers overheden en de politici zijn dus ondergeschikt aan degenen die hen voorziet van geld.

[Vlanin]

er was vrede op aarde , en toen , op de 6e dag , werd het geld gedrukt

[MIS]

Economische wet: als de geldhoeveelheid stijgt, dan neemt de waarde van het geld af. Zo ontstaat inflatie, prijsstijging.

Altijd grappig gevonden, ook bijzonder tragisch. Al eens echt over nagedacht?

[Fredo]

Oorspronkelijk geplaatst door RSK

Economische wet: als de geldhoeveelheid stijgt, dan neemt de waarde van het geld af. Zo ontstaat inflatie, prijsstijging.



Stelling: De bankiers die de controle hebben over de FRS en de ECB lenen geld uit aan overheden en hebben de controle over de geldhoeveelheden omdat ze de macht hebben geld te drukken. Op deze manier kunnen ze inflatie en deflatie naar het gewenste niveau tillen. Daarnaast betalen deze bankiers overheden en de politici zijn dus ondergeschikt aan degenen die hen voorziet van geld.

Uw wet is een ceteris paribus stelling waaraan in realiteit zo goed als nooit voldaan is. De inflatie sinds de crisis staat helemaal niet in verhouding met de toename in de geldhoeveelheid, omdat er een probleem is met de vraag. Uw 'wet' komt uit de klassieke school en gaat niet op.

Over uw stelling:

De FED leent geen geld uit aan de overheid. De ECB ook niet. Direct debt monitising is ook verboden door de statuten van de ECB.

De overheden stellen ook de voorzitters van de centrale banken aan en deze banken hebben doelstellingen. Bvb voor de ECB inflatie onder maar dicht tegen 2%.

[Vlanin]

bruto binnenlands produkt
3500 miljard : Duitsland
2773 mljrd Frankrijk
2431 VK
1857 Rusland
1490 Spanje
773 Turkije
538 zweden
511 Belgie

cijfers van 2011 dus ik denk spanje nu ietwat gezakt is

[Vlanin]

http://www.google.be/publicdata/expl...l=nl&ind=false