REGERING VAN REPUBLIEK VAN SERVISCHE KRAJINA – IN BALLINGSCHAP
11.080 Земун, Магистратски трг бр. 3
Тел. 3077-028,
[email protected]
Бр. 1128/09 – 10. 12. 2009. године
- Mededeling -
- Het debat van de internationale gemeenschap inzake Kosovo -
De regering en het parlement van de Republiek van Servische Krajina volgen, met wantrouw, het debat inzake de legitimiteit van de zelfverklaarde onafhankelijkheid van de Albanese staat op het grondgebied van de Servische autonome regio Kosovo. Het is onbegrijpelijk dat het hoogste gerechtshof en het internationale team van juridische deskundigen geen rekening houden met een belangrijk, historisch feit betreffende de Albanezen van Kosovo. Dat feit is onvermijdelijk, want in 1999 was een groot gedeelte van de Albanese populatie van Kosovo burger van de Republiek Albanië. Zij waren buitenlanders in de Republiek Servië en de NAVO hielp hun met het afscheiden van Servische grondgebied [Kosovo] van Servië. Niemand stelt de vraag of de juridische experts de afscheiding van het grondgebied van een VN-staat zouden bepleiten, als dat zou worden uitgevoerd door buitenlanders, die door datzelfde land werden uitgenodigd, zoals Servië burgers van Republiek Albanië uitnodigde. Het is ongelofelijk dat de juristen van de Republiek Servië niet verkondigd hebben dat ze gebruik zullen maken van het feit dat in Kosovo honderdduizenden burgers van Republiek Albanië leven, die misdaden op de Servische bevolking gepleegd hebben, secessie georganiseerd hebben en in een bepaalde mate leden zijn van Albanese paramilitaire eenheden. Als het feit dat het Ottomaanse rijk tijdens de bezetting van de Balkan Serviërs uit Kosovo verbande en daar Albanezen bevolkte onder het tapijt geschoven wordt, dan zouden op zijn minst de feiten betreffende de Albanese immigratie vanuit Albanië naar Kosovo [gedurende de 20ste eeuw] besproken moeten worden tijdens het debat inzake de secessie van Kosovo. Deze feiten zijn gedocumenteerd en deze documentatie is te vinden in Servië, Albanië, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Bulgarije, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
De immigratie van de burgers van de Republiek Albanië naar Kosovo [ gedurende de 20ste eeuw] geschiedde in drie fases:
1) Van 1941 tot en met 1943 kwamen Albanië en Kosovo onder het gezag van het fascistische Italië terecht.
Tijdens deze periode verbande het Italiaanse, fascistische leger een deel van de Servische populatie uit Kosovo en bevolkte daar Albanese immigranten, die vervolgens voorzien werden van Servische huizen en grond.
2) Na de capitulatie van fascistisch Italië in 1943 werd Kosovo door Nazi-Duitsland bezet.
Tijdens deze periode verbande het Duitse, nazistische leger ook een gedeelte van de Servische populatie en bevolkte daar eveneens Albanese immigranten, die vervolgens voorzien werden van Servische huizen en grond.
3) Na de Tweede Wereldoorlog werd in Joegoslavië het communisme geïmplementeerd.
De hoofd van deze Joegoslavische staat was Josip Broz Tito, een Kroaat, die overtuigd anti-Servisch georiënteerd was. Hij heeft de immigratie van de Albanezen vanuit Albanië naar Kosovo na 1945 voortgezet. Onder het gezag van de Tito [tussen 1945 en 1980] vond de immigratie van Albanezen naar Kosovo plaats. De communisten rechtvaardigen dit proces met de ‘erbarmelijke’ toestanden binnen de Republiek Albanië, waar Albanezen ‘onderdrukt’ werden. Tito verbood de Serviërs, die tijdens de WW2 in Kosovo door de Duitsers, Italianen en Albanezen etnisch gezuiverd werden, terug te keren naar Kosovo. Tijdens communistisch Joegoslavië werden de achtergebleven Kosovaarse Serviërs door de Albanese nieuwelingen verdreven. Daarover mocht niet worden gediscussieerd in Joegoslavië. De juridische experts van het Den Haag-tribunaal zouden rekening moeten houden met het feit dat Tito de Albanese immigranten niet bevolkt heeft in Slovenië, Kroatië of Bosnië en Herzegovina, maar alleen in Servië en Macedonië. Dat was een flagrant anti-Servisch beleid, want vlak na de oorlog was de bevolking van Macedonië overwegend Servisch. In de loop van de jaren werd een gedeelte van de Servische bevolking van Macedonië geassimileerd in de Macedoniërs.
Het is uitermate belangrijk dat tijdens het debat inzake Kosovo, te Den Haag, rekening gehouden wordt met het feit, dat de Albanese immigranten [waarvan er honderdduizenden zijn] nooit het Servische burgerschap hebben aangevraagd. Tot op heden zijn deze mensen vreemdelingen in Republiek Servië.
Het communistische regime van Tito heeft hen via locale ambtenaren automatisch in het volksregister ingevoerd, wat compleet in strijden is met de wetgeving en de grondwet. Dat was dus een irreguliere actie en zulke acties zijn ook veroordeeld door de Verenigde Staten. Toen Amerika erachter kwam dat de Kroatische fascistische oorlogsmisdadiger, Andrija Artuković, op diezelfde manier ingeschreven stond in de Amerikaanse bevolkingsregister, werd hij verbannen uit de VS en uitgeleverd aan Joegoslavie, waar hij berecht is voor oorlogsmisdaden.
De regering en het parlement van de Republiek van Servische Krajina [in ballingschap] willen gebruik maken van deze gelegenheid om aandacht te schenken aan het feit dat de Serviërs van de Republiek van Servische Krajina van 1991 tot 1995 onder de directe bescherming van de VN geplaatst waren. Ondanks dit feit, kreeg Kroatië groen licht om de Servische bevolking uit deze Servische staat, die gevestigd was op de Servische historische en etnische gebieden, collectief te verbannen.
Het is heel merkwaardig dat het internationale gerechtshof, de organen van de VN en andere internationale organisaties de Kroatische regering niet dwingen om de genocide en etnische zuiveringen tegen de Servische bevolking van de Republiek van Servische Krajina en de Republiek Kroatië terug te dringen.
REGERING VAN REPUBLIEK VAN SERVISCHE KRAJINA – IN BALLINGSCHAP
Milorad Buha [president] & Rajko Lažajić [diplomatieke vertegenwoordiger]
HE GOVERNMENT OF REPUBLIC OF SERBIAN KRAJINA