StevenNr1 |
18 mei 2006 12:49 |
Hoe 't stad verkeerde keuzes maakt
Knack van deze week:
Citaat:
[SIZE="3"]Racisme in antwerpen[/SIZE]
Het virus is onder ons
Georges Kamanayo, voorzitter van de Antwerpse overlegraad voor minderheden, probeert de reacties op de moordpartij in goede banen te leiden. Over klein en groot racisme in Antwerpen: 'Alles wat u doet voor ons maar zonder ons doet u tegen ons.'
In de schaduw van de kathedraal, op een steenworp van de Grote Markt, staat het klooster van de Zwartzusters van Antwerpen. Vanuit een nis in de gevel kijkt de heilige Augustinus barmhartig neer op het gewriemel in het straatje. Mensen in kleurrijke gewaden leggen woordeloos bloemen neer bij een pluchen hond. De zwartgeklede burgemeester en schepenen omhelzen elkaar en condoleren elkaar. Binnen- en buitenlandse cameraploegen dringen en dreigen. De man die nerveus alles in goede banen probeert te leiden, heeft heel zijn leven zelf achter de camera gestaan. Nu staat hij ervoor: 'Wij vragen nultolerantie voor racisme', zegt filmmaker Georges Kamanayo. En later tegen mij: 'De media dragen een verpletterende verantwoordelijkheid.'
Tien jaar geleden waren er in deze wijk nog ramen met Ghanese en Nigeriaanse vrouwen, maar nu is het een mooie, trendy buurt geworden, waarin de enige buitenlanders uit Nederland komen. Een tijdje geleden liep ik er doorheen met de Brits-Caraïbische schrijver Caryl Phillips, die in het Schipperskwartier met Nige- riaanse vrouwen wilde gaan praten over racisme in Antwerpen. De aanleiding was dat hij zelf op een Vlaamse extreemrechtse website racistisch was aangepakt ('afvoeren die neger!'). In zijn verhaal over Antwerpen in The Guardian beschreef hij later hoe wij allemaal multiculturele individuen worden ('de grootste uitdaging sinds de renaissance') en waarom de situatie in Vlaanderen 'verontrustend' is. Een van de redenen was, zei Caryl Phillips, dat hier niet-blanke stemmen ontbreken om zelf 'de verhalen' te vertellen.
- Ook dat heeft te maken met racisme. Als ik door Antwerpen loop, voel ik gewoon het racisme om mij heen.
- Maar beeld je je dat niet in, omdat je het hier verwacht?
- Nee, ik ben opgegroeid als zwarte jongen in een blanke stad, en ik heb er een zesde zintuig voor ontwikkeld. Je vóélt het gewoon aan de blikken en aan de houding van de mensen. Dat kan een blanke nooit begrijpen.
DE BUITENWIPPER
Georges Kamanayo heeft altijd geprobeerd om vreemdelingen hun verhaal te laten vertellen. Maar in zijn film Kazungu de Metis, die een goeie week geleden in het Zuiderpershuis werd vertoond, vertelt hij over de zoektocht naar zijn eigen identiteit. Hij is de zoon van een Rwandese moeder en een Belgische koloniaal, en kwam in 1960 naar Antwerpen, waar hij bij pleegouders opgroeide. In een vriendelijke omgeving, zij het wat paternalistisch. Hij zal nooit vergeten hoe hij met racisme te maken kreeg toen hij met een groepje vrienden naar een discotheek ging. De buitenwipper hield hem tegen en wees op het bord: 'Interdit aux étrangers'. Zijn vrienden gingen binnen. Hij bleef buiten. Het ging hem door merg en been. Het deed iets breken in hem. 'Op die plek leerde ik dat niemand voor je opkomt. Maar het bleef toen nog beperkt tot geroep en geschreeuw. Nu zou zoiets tot vecht- en schietpartijen in Antwerpen leiden.'
Waarom snijdt racisme zo diep?
GEORGES KAMANAYO: Omdat je zonder verweer bent. Omdat je diepste identiteit verworpen wordt en omdat je er niets aan kunt doen. Je bent zo geboren.
Kun jij, zoals Caryl Phillips, het latente racisme hier bijna instinctief voelen?
KAMANAYO: Er zijn uiteraard veel goede Antwerpenaars, maar ook ik vóél het racisme. Het zit in de blikken op straat, in de gesprekken op café, het zit overal. Het is een virus dat in de mensen binnendringt, dat woekert, dat iedereen aantast. Kijk in je eigen familie, kijk in je eigen buurt, hoe mensen over vreemdelingen praten, soms zonder dat zij zich ervan bewust zijn. Pas als het tot moorden leidt, krijgen zij een schok: dát is racisme! Maar nee, racisme is alledaags. Wie het elke dag ziet en ondergaat, als hij weer een job niet krijgt, een huis niet kan huren, een discotheek niet binnen mag, die kropt dat op en kruipt in een hoek. En dat is gevaarlijk.
De hardste taal komt van het Vlaams Belang. Maar hebben ook de media, zeker na de moord op Joe Van Holsbeeck, niet bijgedragen tot de golf van racisme?
KAMANAYO: Ongetwijfeld. De allochtonen voelen een grote woede tegen de media. Het Vlaams Belang heeft jarenlang haat gezaaid, maar de media zorgden voor het slechte imago en de polarisatie. Ik heb dertig jaar in de media gewerkt en ik heb de beeldvorming zien ontaarden. De titels en verslagen van tegenwoordig, dat kon je je vroeger niet voorstellen. De onterechte stigmatisering van Marokkanen na de moord op Joe, dat is een vorm van racisme. Zelfs ik werd er persoonlijk op aangevallen. Het racisme is in de media geslopen. En waarom kon dat zomaar? Omdat er nauwelijks een allochtoon in de media werkt. Het is een afgesloten bastion.
VAN SCHRIK
Net omdat de spanningen tussen de gemeenschappen zo oplopen, werd Georges Kamanayo vorig jaar voorzitter van de overlegraad voor minderheden. Een jaar later is hij diep ontgoocheld. Hij wou er een breed, professioneel, goed gestructureerd forum van maken, maar op al zijn vragen kreeg hij een njet van het stadsbestuur. Hij heeft er zonder bezoldiging al zijn tijd in gestopt, een grote overlegronde gehouden, en duizenden euro's kosten gemaakt. Het stadsbestuur weigert de onkosten terug te betalen, weigert een kantoortje in het nieuwe Atlasgebouw te geven, weigert om de raad te laten opentrekken tot Vlaamse organisaties die ook met die problemen bezig zijn. Want de overlegraad voor minderheden, die moet identiek behandeld worden als de sportraad en de duivenbond, luidt het. 'Terwijl wij toch bezig zijn met grote dossiers zoals samenleven, integratie, onderwijs en werkgelegenheid', zucht Kamanayo.
Al enkele uren na de moordpartij had hij de overlegraad bijeengetrommeld om te reageren. De volgende morgen organiseerden zij al de mars van de kathedraal naar de Zwartzustersstraat. Er werd opgeroepen tot kalmte. Levensbelangrijke dingen in wankele tijden. Maar de stad wil hen daar geen middelen voor geven. Racismebestrijding is hier volgens Kamanayo - die zelf vergeefs voorstelde aan monitoring te gaan doen - een lege doos. Justitie klaagt erover. Het Centrum voor Racismebestrijding klaagt erover. Het meldpunt racisme, dat na de rellen in Borgerhout in 2002 werd opgericht, in afwachting van een echt bureau tegen racisme, is nooit van de grond gekomen, aldus het Centrum. De arbeidsauditeur sprak zich in februari, in een Knack-dossier over de torenhoge allochtone werkloosheid in Antwerpen, ontgoocheld uit over de moeilijkheid om discriminatie te bestrijden.
Na dat Knack-dossier stuurde u een kwade protestbrief naar het stadsbestuur over de discriminatie bij de stad en de haven. U eindigde de brief met een citaat van Gandhi: 'Alles wat u doet voor ons maar zonder ons doet u tegen ons.' [Zie VWS: idem voor 'de armen'.]
KAMANAYO: Dat is de houding van de stad. Maar er is daarover nu een gesprek gepland. Nog geen één procent allochtonen bij de havenarbeiders, en nog geen vijf procent bij de stad, terwijl ze een kwart van de inwoners uitmaken: is ook dat geen vorm van racisme? Is het niet racistisch om een schriftelijk examen voor de groen- en vuilnisdienst zo te organiseren dat alle allochtonen uit de boot vallen? Ik was geschokt dat zelfs dat levensbelangrijke dossier bij het stadsbestuur nauwelijks reactie uitlokte. Mijn grote vrees is dat ook deze moordpartij, na een rouwperiode, gewoon weer zal passeren.
Ik heb na een jaar voorzitterschap een zeer negatief verslag naar de stad gestuurd, met concrete vragen. Als antwoord kreeg ik een vaag reglement voorgeschoteld. Alle concrete modaliteiten werden afgewezen. Wij tekenen dat reglement n�*ét. De impasse is compleet. Als ik na dit gebeuren nog geen positieve respons van de stad krijg, geef ik er liever de brui aan. Dan moeten ze de overlegraad maar afschaffen. Waarom doen alsof iets gebeurt, als n�*éts gebeurt?
Het is de kortzichtigheid en hypocrisie van de overheden, die dit land tot een van de meest racistische in Europa hebben gemaakt. Het racisme zit hier zéér diep.
Hoe moet het nu verder?
KAMANAYO: De spanningen in Antwerpen zijn nog nooit zo groot geweest. De polarisatie zal nog toenemen. De bedreiging voor de samenleving is reëel. Nu grijpt dat al in je persoonlijk leven in. In de wijk waar ik woon, bij het De Coninckplein, leidt dat al tot aantasting van de bewegingsvrijheid en privacy, hoe miniem ook. Er zijn hier al razzia's op de tram, zoals in de jaren dertig. Er zijn controles van huis aan huis op zoek naar illegalen.
Van de goede voornemens in het bestuurs- akkoord van 2000 is bitter weinig uitgevoerd. Praktisch geen enkele partij durfde nog openlijk voor allochtonen op te komen, want dat zou het Vlaams Belang stemmen opleveren. Ik hoor allochtonen al zeggen dat het hen niet meer kan schelen of het Vlaams Belang nu de verkiezingen wint. De andere partijen zijn toch in hun richting opgeschoven. Er is een opbod in strengheid. Het resultaat is dat autochtonen en allochtonen tegenover elkaar gezet worden zoals de twee legers in Waterloo. Wat een dwaasheid.
Een Marokkaanse vriendin, die hier een goed leven heeft opgebouwd en Belgische kinderen heeft, zei mij enkele weken geleden, nog voor de moordpartij, dat ze eigenlijk liever terug naar Marokko wil. Van schrik.
KAMANAYO: Het verbaast mij niets. Ik hoor dergelijke signalen vaker. Als de situatie nog verslechtert, zullen er mensen uit Antwerpen wegtrekken uit angst. Maar ik reken er toch nog op dat uiteindelijk de wind van de verlichting opnieuw door de straten en geesten zal waaien.
DOOR CHRIS DE STOOP
|
Waarom krijgt dergelijke organisatie geen middelen? Zijn het niet, zoals meneer Kamanayo zelf zegt, dergelijke organisaties die net goed "bezig [willen] zijn met grote dossiers zoals samenleven, integratie, onderwijs en werkgelegenheid" die moeten bijgestaan worden vanuit het stadsbestuur?
En wat te denken van de rest van het interview, over racisme en "een opbod in strengheid"...
|