Op 8 oktober zijn het gemeenteraadsverkiezingen. Daarnaast verkiezen we ook de provincieraden, maar daar besteden de media nauwelijks aandacht aan. Misschien wel terecht, want de provincieraad doet nauwelijks iets waarvan de mensen wakker zouden moeten liggen. Is het dan niet dringend tijd om het debat te openen over de noodzaak van de provincie als bestuursniveau? Of laten we dit dossier aanmodderen terwijl ondemocratische intercommunales alle macht opsouperen? De burger moet kunnen kiezen voor sterke stadsgewesten en streekbesturen, omdat de meeste bestuurskracht al ligt.
De provincies zijn relicten van de tijd van Napoleon en vormden decennialang het tussenniveau tussen België en een paar duizend minigemeenten. Intussen hebben we een fusieoperatie achter de rug en is België een federaal land geworden. In de jaren zeventig werden vervolgens plannen gesmeed om de provincies te vervangen door agglomeraties en federaties van gemeenten, die overigens nog altijd ongebruikt in de grondwet staan te pronken. Het doodsvonnis van de provincies uit het Egmontpact werd echter niet voltrokken.
De provincies bleven dapper verder bestaan en zochten zich in een reden van bestaan. Meestal met succes, want in het kerntakendebat kreeg het enkele opdrachten toegewezen zoals ‘bovenlokale taakstelling’ en ‘gebiedsgerichte samenwerking’. Deze klinken echter zo geforceerd dat het duidelijk is dat de ultieme optie nog niet werd overwogen. En zo is het dus dat we iedere zes jaar campagnes over ons heen gestort krijgen over ‘de provincie die toch zoveel voor ons doet’. Maar welk ander bestuursniveau heeft reclame nodig om te kunnen overleven? De herkenbaarheid van de provincie is quasi nihil. Wie kent bijvoorbeeld de namen van zijn gedeputeerden? Nochtans verdienen deze politieke verantwoordelijken even veel als een senator…
De provincies beweren wel aan streekgebonden beleid te doen, maar daar zijn zij al lang ingehaald door de intercommunales. De intergemeentelijke samenwerking, los van de provincie, is haast niet meer weg te denken. Maar daar schuilt nu net het gevaar. Het democratische deficit van de intercommunales is immens. In Vlaanderen mogen we dan wel smalend doen over de bestuurlijke cultuur in Wallonië, maar ook bij ons zijn intercommunales weinig doorzichtig. Nochtans beslissen intercommunales over energie, huisvesting, telecommunicatie, regionale ontwikkeling,… Kortom, zaken waar veel centen mee gemoeid zijn en die essentieel zijn voor een goede openbare dienstverlening aan de burger.
Meer en meer geeft de gemeente dus taken uit handen aan weinig transparante instellingen op bovenlokaal niveau. Schepencolleges geven de illusie om nog in de pilootstoel te zitten, maar eigenlijk heeft zij de controle al lang overgedragen aan anderen. En inmiddels verkiezen we wel die vermaledijde provincieraden, hoewel het papieren tijgers zijn met minimale invloed op het leven van de gewone man in de straat. De intercommunales daarentegen worden bevolkt door gemeenteraadsleden die daar meestal terechtgekomen zijn als troostprijs voor het mislopen van een schepenambt. Er bestaat geen enkele garantie op kwaliteit en legitimiteit.
Verkiezingen houden voor de provincie en intercommunales behouden zonder politiek tegengewicht, is je reinste volksbedrog. Je kunt daar tegen opwerpen dat het uiteindelijk weinig uitmaakt voor welk niveau er verkiezingen worden gehouden, maar in dat geval mag dat geen argument zijn. Verkiezingen zijn tenminste één manier om te verhinderen dat politici zomaar hun gang gaan. Bestuurders die belangrijke publieke taken uitvoeren, moeten altijd door de kiezer ter verantwoording geroepen kunnen worden. Maar in de plaats daarvan houden we de provincieraad in stand, net zoals ook de Senaat en de OCMW-raad een ‘illusie van democratie’ geven.
Een afschaffing betekent niet dat iedere instantie met het woord ‘provinciaal’ in zijn naam moet verdwijnen. Zij blijven verder bestaan als zij op dat niveau goed werk leveren. De afschaffing van de provincies is ook niet ingegeven door besparingsdrift. Ook de gouverneur kan als ambtenaar verder functioneren. De afschaffing betekent overigens evenmin dat we afbreuk doen aan de emotionele gevoelens van bijvoorbeeld Limburgers en West-Vlamingen. De provincie blijft immers verder leven als een administratieve indeling en historische entiteit.
In de plaats van de provincie moeten er democratische stadsgewesten en streekbesturen komen. Op die manier leggen we de democratische controle waar de macht zich ook situeert. Slagkrachtige streekbesturen kunnen het nodige professionalisme aan de dag leggen om het hoofd te bieden van de problemen van een centrumstad en zijn omgeving. Nu zijn immers heel wat gemeenten te klein om de nodige kwaliteit te leveren. Dat creëert een onrechtvaardigheid tussen de Vlamingen, want niet iedereen kan rekenen op een gelijkwaardige dienstverlening.
Tegelijk moeten we meer aandacht hebben voor wijkgebonden manieren van participatie. Ik gruwel van mastodontbesturen die geen oog zouden hebben voor de eigenheid van bestaande wijken. Stadsgewesten mogen niet dienen om de eigenheid van dorpskernen te vernietigen. Integendeel, deze lokale gemeenschappen krijgen nieuwe kansen door te genieten van een professioneler kader op het vlak van cultuur, sport, ondersteuning voor het verenigingsleven, enzovoort. Burgercomités en wijkraden dragen dan veel meer verantwoordelijkheid.
Het is dus tijd om het taboe van de provincie te doorbreken. In de academische literatuur wordt gesteld dat het voortbestaan van de provincies enkel is ingegeven door politieke keuzes en niet door redenen van bestuurlijke efficiëntie. Inderdaad, op dit moment zijn de politieke partijen de grootste medeplichtigen om een echt debat over de provincies te verhinderen. Er is tenslotte niets zaliger voor een partij om een politiek niveau te hebben waar niemand naar omkijkt, maar dat bijvoorbeeld wel redelijk wat geld oplevert voor de partijkas via de fractiefinanciering.
Als radicaal-democraat wil ik mij daar niet bij neerleggen. De provincies zijn een hinderpaal voor de democratie én voor goed bestuur. Onderzoeken tonen aan dat de welvaart van een land onder wordt bepaald door de kwaliteit van de overheid. Indien Vlaanderen in actie wil schieten om zich te wapenen voor de toekomst, dan mag zij de interne staatshervorming niet vergeten. Wat mij betreft vinden op 8 oktober de laatste verkiezingen voor de provincieraden plaats. De voorbereidingen moeten getroffen worden om in 2012 voor het eerst democratische stadsgewesten en streekbesturen te verkiezen.
Thomas Leys
10de plaats sp.a-
spirit
District Halle - Vlaams-Brabant
www.thomasleys.be