jan hyoens |
25 oktober 2006 14:44 |
Links en drugs
Links en drugs
25.10.2006 11.00u - In De Morgen (25.10.2006) pleit Yves Desmet, naar aanleiding van de publicatie van een onderzoek van de Rodinstichting bij 2.300 Belgische jongeren, voor het legaliseren van cannabis en dat op basis van twee merkwaardige argumenten: het gebruik van cannabis stagneert en – wat het eerste argument tegenspreekt – “het is een breed maatschappelijk ingebed gegeven en de maatschappelijke aanvaarding groeit nog”.
Het legaliseren van cannabis is een oude, versleten eis van de mei ’68-beweging, de ‘flower-power’-revolte en sommige oude, versleten progressieven lopen er nog steeds warm voor. Terwijl overal in de wereld de zogenaamde maatschappelijke aanvaarding van drugsgebruik terugloopt en landen binnen en buiten Europa hun wetgeving zelfs verstrengen, grijpt Desmet de studie aan om te pleiten voor legalisering. Hij leest de resultaten dan ook op een selectieve manier, want hoewel cannabisgebruik “niets is om over te juichen”, kan het toch niet “dat de massahypocrisie blijft voorduren?” Legaliseren, dus maar?
Als men de resultaten van de studie en de commentaar van Wouter Somers van de Rodinstichting aandachtig leest, komt men helem�*�*l niet tot dezelfde conclusie als Desmet. Maar eerst de cijfers. Inderdaad, de heer Somers meldt dat men kan spreken van een stagnering van het percentage jongeren dat cannabis gebruikt. Vorig jaar zei 15% van de jongeren dat ze cannabis geprobeerd hadden, nu is dat 14%. Maar daar houdt het niet op. “Onrustbarend is dat cannabis frequenter wordt gebruikt. Tijdens de week is het verbruik verdubbeld”. Opvallend, publiceert De Morgen, is dat 7% van de jongeren, dus een kwart van de cannabisgebruikers, verklaart dat “hun ouders hen een jointje aanbieden. Het gaat vooral om jongeren die in het kunstonderwijs zitten. Die ouders denken onterecht dat het niet schadelijk is.”
Uit de studie leest men voor de rest alleen alarmerende cijfers: Zo zijn er dubbel zoveel meisjes als jongens aan de joint. “Het aantal meisjes dat cannabis gebruikt, is sinds vorig jaar gestegen met 7% en dat is veel”. Joints roken is trouwens niet altijd een leuke ervaring. Uit het onderzoek blijkt dat “de helft zich wel eens vreemd heeft gevoeld door het gebruik van cannabis, een kwart ziek en 8% had na het roken van een joint depressieve gevoelens.” Verder blijkt dat niet minder dan 12% van de jongeren zegt verslaafd te zijn, een groep van 10.000 jongeren. “Een grote groep”, vindt Wouter Somers.
Andere kranten leggen het accent op het zoeken naar oplossingen. Uit de gesprekken die de Rodinstichting met jongeren voerde, blijkt dat ouders in het cannabisgebruik een zeer belangrijke rol spelen, vooral in de preventie dan. “Eén op twee jongeren zegt dat zijn ouders een essentiële rol spelen in de preventie. Regels zijn geen taboe. Ouders moeten geen schrik hebben om ze op te leggen. Je kunt de parallel trekken met roken. Het aantal jongeren dat niet rookt of dat stopt met roken, ligt veel hoger bij ouders die duidelijk maken aan hun kinderen dat ze tegen roken zijn”, verklaart Wouter Somers in De Standaard (25.10.2006).
Naast de fundamentele rol van de ouders – wij zijn blij dat die opvoedende taak nog eens flink in de verf wordt gezet – wordt ook gewezen op de schade die de overheid toebrengt door haar ‘communicatie’ over drugs. “De boodschap van overheid, media en onderwijs rond roken is duidelijk: roken is schadelijk voor de gezondheid. Rond cannabis is dat veel minder. In de media werd in het verleden vooral geschreven rond de wetgeving en was de onderliggende boodschap dat het toch niet zo schadelijk is voor de gezondheid. Terwijl alle onderzoekers het er wel over eens zijn dat cannabis kan leiden tot psychische afhankelijkheid. Terwijl cannabis in combinatie met alcohol erg gevaarlijk is in het verkeer”.
Yves Desmet zal wel een paar jointjes teveel opgerookt hebben vooraleer hij aan zijn commentaarstuk begon, zeker. Zijn pleidooi voor legalisering van cannabis raakt wal noch kant.
bron vb
op vraag van pieke!
|