Jazeker |
24 augustus 2007 09:55 |
Prachtig artikel uit De Tijd
Citaat:
Belgische krans
'Het leven is te kort om slechte wijn te drinken', zei de Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe eens toen hij het glas hief. Beeld je in dat daarmee een simpele norm voor politieke smaak was gesteld, dan kun je alleen besluiten dat Belgen beschikken over het eeuwige leven. Belgen houden ervan erbarmelijke politieke wijn te serveren, brouwsels smakend naar kurk en putjeswater. Ze krijgen daar maar niet genoeg van. Ze slurpen gulzig van het bedenkelijke goedje, liefst tot er helemaal niets meer te smaken valt, tot de alcohol in lijf en leden zijn heilzame maar kortstondige roes ontplooit. Wij, Belgen, doen ad fundum aan belabberde politiek. We laven ons eraan tot de loomheid en de bedwelming erop volgen, en noemen het gebral dat daarbij past graag 'overleg, dialoog, democratie'. In onze zelfverzonnen verhalen geloven wij vervolgens rotsvast: 'België, model voor Europa, model voor Irak, model voor Rwanda' en, vooral, model voor zichzelf.
Onder die Belgen tref je soms een bijzonder soort dronkenlap aan: de Vlaamse, zich progressief noemende intellectueel. Ik reken mezelf, op een nuchter moment, daar ook wel eens bij. Vlaamse intellectuelen krijgen maar niet genoeg van de nachtelijke roes die het minderwaardige Belgische sap opwekt. Zo is België voor Vlaamse progressievelingen een uniek restant van een vrolijk multi-etnisch Europa, zelf een verzinsel.
Zo beschouwen ze ons uitzichtloze samenleven als een hogere vorm van politieke tolerantie en de institutionele sclerose van Brussel als een boeiend multicultureel experiment. Zo stellen ze tegenover de onstuitbare Franstalige slechte wil de vrome wens van een 'ontmoeting met de Ander'. De Vlaamse linkse intellectueel is daarmee de perfecte Belgische ideoloog: een model voor zichzelf.
Inmiddels is op Hertoginnedal gebleken wat de Franstalige ideologie precies verstaat onder het begrip 'demandeur de rien'. Franstaligen zijn geen vragende partij voor democratische gelijkheid in een moderne federale staat, maar voor een protectoraat van eigenheid, eigendommen en eigenbelangen. Ze vragen in Vlaams-Brabant niet het samenleven, maar de apartheid. Ze willen niet meer federalisme (want zoiets veronderstelt federale trouw), maar meer centralisme. Ze zijn niet uit op een moderne democratie maar op een terugkeer naar - ja, naar wat eigenlijk?
Laten we even ontnuchteren. Voor menig Franstalig politicus zijn Vlamingen goed genoeg om belastingen op te brengen, maar niet om een universele idee van democratische redelijkheid en gelijkheid door te voeren.
Het Franstalige 'federale' België is slechts een variant op de haatstaat van Jules Destrée: de Vlaming zal een Latino zijn, of hij zal niets zijn. Wie die logica steunt, heeft zijn lot al bezegeld, sire. Want tegen democratische redelijkheid kan niemand op. Dat is zelf een democratisch credo. In die idee, nergens anders, ligt de drijfveer van een zekere Vlaamse 'onverzettelijkheid' tegen de onophoudelijke Franstalige politieke nonsens.
Sabotage
Na de herhaaldelijke, dramatische ontsporingen van de Vlaamse democratiseringsbeweging - het activisme van WO I, de collaboratie in WO II, de doorbraak van het neofascistische VB, de marginalisering van Vlaams links - betekent het Franstalige 'non' niets anders dan een poging tot sabotage van de onvoltooide Vlaamse democratie. En neen, waarde landgenoten, niet van de Belgische: want die heeft nooit bestaan.
Zo, hierna mogen Vlaamse intellectuelen weer hun glas goedkope rode wijn heffen. Prettige katers verder.
De auteur is hoogleraar filosofie aan de Universiteit Antwerpen
|
Schaamteloze copy/paste waar ik weinig aan kan toevoegen. Het staat er allemaal al.
|