dat zijn dingen die historisch gegroeid zijn. je hebt studentenbonden, koepels, federaties... elk heeft zo zijn eigen structuur met eigen voor en nadelen.
fidl ken ik niet, ik heb in frankrijk enkel zicht op de studentenbonden (syndicats). er zijn er verschillende nationaal erkend (een 5-tal denk ik) en daarbij is unef de grootste. ze hebben zo'n 30 000 leden en hebben de meeste zetels in de belangrijkste raden waar studentenvertegenwoordiging os (cnous en cneser etc). die zetels worden verdeeld via verkiezingen. unef heeft de laatste verkiezingen verloren maar die verkiezingen worden aangevochten omdat ze plaatsvonden midden in de cpe beweging en er verschillende universiteiten geblokkeerd waren (en er geen campagne was). de tweede grootste is la fage. zij werken niet met individueel lidmaatschap maar zijn een federatie van lokale bonden. dan heb je er nog enkele anderen, zoals uni en pde. unef is links, uni is rechts en de rest zit er ergens tussen als ik het juist voor heb.
in belgië zijn er geen studentenbonden, enkel studentenraden en hun koepels. voor vlaanderen is dat VVS, voor de franstalige studenten zijn dat FEF en het kleine unecof (dat zijn representativiteit niet kon aantonen en zijn subsidies kwijtspeelde). in vlaanderen zit het zo: elke instelling heeft 1 studentenraad, die bestaat uit studenten die verkozen zijn door de studenten. deze studentenraden zijn de leden van VVS. ze kunnen toetreden door het ondertekenen van en formulier. leden zitten in de Algemene Vergadering, die de standpunten inneemt. in totaal zijn er 28 studentenraden, de grote meerderheid is lid van VVS (vorig jaar goed voor 80% van de studenten)
beide systemen hebben hun voor- en nadelen. in frankrijk kan je als student zelf kiezen van welke bond je lid wordt. dat maakt dat de lokale bonden eigenlijk dichter bij de studenten staan. de groep die ze vertegenwoordigen is ook vrij homogeen waardoor er minder interne meningsverschillen zijn. het nadeel is dat er veel rivaliteit tussen de verschillende bonden is die enorm veel energie opslorpt. bovendien is samenwerking tussen die rivalen niet evident, zelfs als ze dezelfde mening delen (was bij CPE ook weer het geval). bovendien zitten de middelen (financieel en mankracht) verdeeld. een ander groot nadeel is de representativiteit. zo vertegenwoordigt unef, hoewel ze de grootste zijn, slechts een klein aantal van de franse studenten. dit maakt hen veel zwakker tov de politiek. hoewel ze op straat en in de belangrijke instanties hun impact wel hebben, zijn hun lobbymogelijkheden veel beperkter. de stem van de franse studenten is erg verdeeld en dat maakt hen politiek zwakker.
koepels zoals VVS en FEF hebben dan weer andere problemen. de koepelstructuur maakt dat er weinig rechtstreeks contact is met de studenten. bovendien vertegenwoordigen ze studenten met soms zeer uiteenlopende meningen waardoor de standpunten soms compromissen zijn. de stem van de student is er echter 1 die meer kracht heeft, omdat het de stem van veel meer studenten is.
VVS was vroeger trouwens een studentenbond met individueel lidmaatschap. omwille van de problemen met die structuur is er voor een koepelstructuur gekozen. gezien de invloed van de studenten op de meeste decreten die ons hoger onderwijs vorm geven is dat geen slechte keuze. er moet echter nog gewerkt worden om de minpunten te verbeteren.
in het secundair is er een gelijkaardige structuur. daar heeft elke school een leerlingenraad of leerlingenparlement oid. ze zijn verenigd in het VSK, de vlaamse scholierenkoepel. er zijn echter veel meer secundaire instellingen wat hun werking imo iets moeilijker maakt.
meer info vind je op de websites van de organisaties, zoals
www.vsknet.be en
www.vvs.ac