Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Leo
Marijke van der Wal schrijft: "Er werd voor de Statenvertaling gestreefd naar een algemeeen aanvaardbaar taalgebruik. Door vertalers en reviseurs uit verschillende gewesten te kiezen (uit Noord en Zuid) trachtte men tot een algemene taal te komen waarin kenmerken die slechts tot één beperkt dialectgebied behoorden, geen plaats kregen. Het zuidelijk Nederlands heeft nog een duidelijk stempel gedrukt op de Statenvertaling: men handhaafde plechtig klinkende vormen op e als Here, gebruikte het diminutiefsuffix -ken en verscheidene Zuidnederlandse woorden als zenden, bestieren, lieden, kiecken en dergelijke. Het verouderde ende 'en' werd vanwege de plechtstatigheid ook nog gehanteerd. De taal van de Statenvertaling, die zo'n belangrijke plaats innam, heeft in de prediking, bij lezing in gezinnen en bij gebruik van bijbelteksten en -fragmenten op scholen grote invloed uitgeoefend." (Geschiedenis van het Nederlands, bladzijde 221-222)
|
Ook dat is niet juist. Op betrekkelijk korte termijn was de Statenbijbel qua taal voorbijgestreefd. Immers,de taal van de Statenvertaling bleek al vlug verouderd. Ze evolueerde niet mee. Het werd een archaïsche taal, een plechtige taal die al vlug afweek van de dagdagelijkse schrijf- en spreektaal. Op dat vlak is er trouwens niet veel veranderd. Nu nog gebruiken ze in het noorden in hun bijbels een taal die vaak volledig verouderd Nederlands is.
Bijvoorbeeld: Brief van Romeinen 1, lukraak gekozen:
31 Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken, onbarmhartigen;
32 Dewelken, daar zij het recht Gods weten, (namelijk, dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn) niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen.
Of Johannes 4, 14:
14 Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.
Ze zouden al die verzen wel eens mogen aanpassen en in fatsoenlijk, hedendaags Nederlands op papier zetten. Maar dat doen ze niet, omdat de Statenbijbel een taal hanteert die als het ware 'hiëratisch' is, en zo goed als quasi onveranderlijk is of uiterst traag verandert. Zo is het nu, en zo was het vroeger.