Gewesten of gemeenschappen?

Rudi Dierick · 25 maart 2004, 00:21

Elders werd gevraagd naar de positie t.o.v. confederalisme. Annick De Ridder kiest duidelijk verdere regionalisering. Maar met welke klemtoon? Meer nadruk op de gemeenschap, dan wel op de gewesten? De term 'regionalisering' dekt immers elke overdracht van bevoegdheden van de nationale staat naar de deelgebieden.

Zoals geweten zijn ALLE Vlaamse en ALLE Franstalige partijen (op het zieltogende FDF na, én op de belgicistische en andere utopische minuskulletjes na) zuiver georganiseerd per gemeenschap. Dat geeft natuurlijk voldoende duidelijk aan welke bevolkingsgroep elk van die partijen als hun natuurlijke basis beschouwen. Langs Vlaamse zijde bestaan er, sinds de unanieme beslissing in de Vlaamse Raad terzake, zelfs géén feitelijke gewestelijke instellingen meer. De Vlaamse gemeenschap heeft zich, weliswaar binnen het rigiede belgische kader, volledig naar de gemeenschap toe georganiseerd.
Daarenboven is er -op een zeldzame academische ivorentorenbewoner of extreem-linkse, dan wel aartskonservatieve militant na- géén enkele Vlaming in Brussel die de band met de rest van de Vlaamse gemeenschap wil verzwakken. Ook in het Vlaamse Parlement kiest een zeer grote meerderheid konsistent en konsekwent voor behoud van de volledige Vlaamse gemeenschap.

Hoe ziet Annick De Ridder die evolutie verder gaan, met name ten aanzien van de openbare financiering waar de nationale wetgever en schatkist nog steeds zo'n 95% van de openbare middelen in Belgie blijven controleren (zelfs als zijn dat deels dotaties en SZ-middelen). Inzake de centen is Belgie dus een bijzonder unitaire staat, vergeleken met zowat ALLE andere federale staten in de (democratische) wereld.
Bijvraag: hoe wil zij de nationale transfers terug binnen redelijke én omkeerbare proporties herleiden? Zoals door specialisten geweten, maar in de pers zwaar gecensureerd, bestaan er ettelijek zware niet-omkeerbare componenten in de transfers (omwille van de details van de wetgeving op de financiering van gewesten, gemeenschappen, lagere overheden en nationale instellingen).

25 maart 2004, 00:21	#1
Rudi Dierick Gouverneur Geregistreerd: 16 oktober 2002 Berichten: 1.080	Elders werd gevraagd naar de positie t.o.v. confederalisme. Annick De Ridder kiest duidelijk verdere regionalisering. Maar met welke klemtoon? Meer nadruk op de gemeenschap, dan wel op de gewesten? De term 'regionalisering' dekt immers elke overdracht van bevoegdheden van de nationale staat naar de deelgebieden. Zoals geweten zijn ALLE Vlaamse en ALLE Franstalige partijen (op het zieltogende FDF na, én op de belgicistische en andere utopische minuskulletjes na) zuiver georganiseerd per gemeenschap. Dat geeft natuurlijk voldoende duidelijk aan welke bevolkingsgroep elk van die partijen als hun natuurlijke basis beschouwen. Langs Vlaamse zijde bestaan er, sinds de unanieme beslissing in de Vlaamse Raad terzake, zelfs géén feitelijke gewestelijke instellingen meer. De Vlaamse gemeenschap heeft zich, weliswaar binnen het rigiede belgische kader, volledig naar de gemeenschap toe georganiseerd. Daarenboven is er -op een zeldzame academische ivorentorenbewoner of extreem-linkse, dan wel aartskonservatieve militant na- géén enkele Vlaming in Brussel die de band met de rest van de Vlaamse gemeenschap wil verzwakken. Ook in het Vlaamse Parlement kiest een zeer grote meerderheid konsistent en konsekwent voor behoud van de volledige Vlaamse gemeenschap. Hoe ziet Annick De Ridder die evolutie verder gaan, met name ten aanzien van de openbare financiering waar de nationale wetgever en schatkist nog steeds zo'n 95% van de openbare middelen in Belgie blijven controleren (zelfs als zijn dat deels dotaties en SZ-middelen). Inzake de centen is Belgie dus een bijzonder unitaire staat, vergeleken met zowat ALLE andere federale staten in de (democratische) wereld. Bijvraag: hoe wil zij de nationale transfers terug binnen redelijke én omkeerbare proporties herleiden? Zoals door specialisten geweten, maar in de pers zwaar gecensureerd, bestaan er ettelijek zware niet-omkeerbare componenten in de transfers (omwille van de details van de wetgeving op de financiering van gewesten, gemeenschappen, lagere overheden en nationale instellingen).