Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst | Markeer forums als gelezen |
Staatsinrichting Vlaanderen versus Wallonië? Een unitaire, federale, confederale staat of meteen Vlaanderen onafhankelijk. Dit is het forum bij uitstek voor discussies over de Belgische staatsinrichting. |
|
Discussietools |
17 december 2002, 23:47 | #1 |
Berichten: n/a
|
Een zo ruim mogelijke participatie van de bevolking…
… en geen politisering van cultuur [size=6]Hoofdstuk II : De culturele aangelegenheden[/size] (de eigenlijke artikels staan in het vet. De schuingedrukte tekst is uitleg) 5. Iedereen heeft het recht op cultuur als deelnemer en als maker. In het cultureel beleid wordt elke vorm van discriminatie geweerd. Het cultureel beleid moet kansen bieden aan burgers om zich te kunnen ontplooien. Het cultureel beleid van de Vlaamse overheid is gericht op een zo ruim mogelijke participatie van de bevolking aan het cultureel leven in al zijn verscheidenheid. Het cultureel beleid erkent het belang van en ondersteunt het vrije verenigingsleven bij de ontwikkeling van culturele activiteiten en van het vormingswerk. Toelichting: De grondslag voor de bevoegdheid is artikel 4 van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. De eerste zin van het eerste lid is mede geïnspireerd op artikel 15, lid 1, a van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. De tweede zin refereert naar het cultuurpact-principe van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en de filosofische strekkingen wordt gewaarborgd. Deze “ideologische en filosofische bescherming” van het cultuurpact mag evenwel geen traditionele politisering van het cultuurbeleid inhouden. Het cultuurpact werd in het verleden vaak te partijpolitiek geïnterpreteerd zodat culturele instellingen gekenmerkt worden door een strikt politiek beheer. Deze interpretatie is niet langer van deze tijd. Cultuur mag niet worden gepolitiseerd. Dit moet begrepen worden als een duidelijk pleidooi om het cultuurpact in zijn huidige vorm af te schaffen. Het beheer van culturele instellingen moet gericht zijn op diversiteit, kwaliteit en deskundigheid. De kleur van iemand zijn partijkaart mag hierbij niet primeren. De samenstelling van de organen die het cultuurbeleid vorm geven moet dan ook gericht zijn op deskundigheid zonder de mensen naar hun politieke strekking te vragen. De Vlaamse overheid moet deze beleidsformule maximaal stimuleren zonder hierbij het doel van het cultuurbeleid uit het oog te verliezen: iedereen de kans geven om deel te nemen aan het cultuurbeleid en het hoofd te bieden aan culturele verschraling. Dit heeft voor gevolg dat niemand zich door het culturele aanbod gediscrimineerd mag voelen. Deze doelstelling sluit aan bij het beleidsbeginsel van het tweede lid dat gericht is op een zo ruim mogelijke betrokkenheid van iedereen bij het cultureel beleid. Het cultureel beleid van de Vlaamse overheid moet zich daadwerkelijk tot elke burger richten. Iedereen moet gelijke kansen krijgen om te genieten van de cultuurproducten die de overheid subsidieert. Dit betekent dat iedereen die in de culturele sector met gemeenschapsgeld werkt, zich dus moet bekommeren om een zo gelijk mogelijke participatie van de ganse bevolking zonder hier een resultaatsverbintenis te beogen. Cultuurparticipatie verhoogt immers de algemene levenskwaliteit en laat toe dat eenieder zich persoonlijk maximaal kan ontwikkelen en ontplooien. 6. In het ondersteuningsbeleid inzake cultuur staat de vrijheid, de autonomie en de verantwoordelijkheid van de kunstenaar centraal die onontbeerlijk is voor het verrichten van creatief werk. Toelichting: De grondslag van de bevoegdheid is artikel 4 van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid punt 3. Dit beginsel is mede geïnspireerd op artikel 15, lid 3 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten en artikel 13 van het EU-charter. Deze bepaling verwijst niet alleen naar de noodzakelijke culturele vrijheid en autonomie van de kunstenaar maar stelt eveneens diens verantwoordelijkheid centraal. 7. De Vlaamse overheid verzekert de werking van een openbare radio- en televisieomroep. Aan de openbare omroep worden informatieve en culturele opdrachten toevertrouwd. Toelichting Deze bepaling is een zuiver beleidsbeginsel. Geen bepaling van hoger recht verplicht de Vlaamse overheid immers tot het in stand houden van een openbare omroep. Uit dit principe volgt dat de Vlaamse overheid een aangepaste financiering voor de openbare omroep voorziet. 8. Het pluralisme in het hele medialandschap is een duidelijk te stimuleren bekommernis van de Vlaamse overheid. Toelichting Met bovenstaande beleidsverklaring geeft de Vlaamse overheid aan een pluralistisch medialandschap te willen stimuleren. De concentratiebeweging in het huidige medialandschap indachtig moet er in een democratie op worden gelet dat elke grote overtuiging duidelijk tot uiting kan komen.[/i] |