Van verdeeldheid naar eenheid in de Nederlanden. Vier redenen.

[PAJOT]

[size=4]Eerste reden : WIJ ZIJN EEN VOLK.[/size]

Wat ook, de betrekkelijke verscheidenheid der samenstellende volksdelen moge wezen die de aloude Nederlanden bewonen, te samen, vormen zij, sinds eeuwen, in feite of in gestadige wordingskracht een waarachtige volksgemeenschap ; één volk : het Dietse volk.

Verstaat mij, bid ik U, goed.

Wanneer ik hier van volksdelen spreek, wil ik daar mede de zogenaamde "Hollanders" niet beduiden, noch de "Belgen" in de zin die men sinds 1830 aan die benaming geeft. Neen.

Wij noemen "Hollanders" die Nederlanders die uit de provincie Noord-Holland of uit de provincie Zuid-Holland afkomstig zijn.

En de benaming Belg kan, historisch beschouwd, zeer goed de benaming Nederlander dekken.

Die samenstellende volksdelen onzer Dietse volksgemeenschap, het zijn ook niet voornamelijk de zogenaamde "Noord-Nederlanders", de Vlamingen en de zogenaamde "Walen".

De zogenaamde Noord-Nederlander bestaat, volks gesproken niet. Die benaming dekt niets méér dan een onwezenlijke politieke fictie.

De Vlamingen...... de Vlamingen, het is volstrekt verkeerd dien naam te geven aan al onze volksgenoten, die, in de Zuidelijke Nederlanden het Nederlands als moedertaal hebben.

En wat de "Walen" betreft het is even volstrekt verkeerd dien naam te geven aan al onze volksgenoten die de Romaanse gewesten der Nederlanden bewonen of uit die gewesten afkomstig zijn. De echte, authentieke Walen vormen slechts een klein gedeelte van de bevolking van het thans zogenaamde "Wallonië".

Niets is verderfelijker, niets doet méér wanorde ontstaan dan de woorden verkeerdelijk te gebruiken, hen een betekenis toe te kennen die zij niet bezitten mogen.

Die zonde tegen het verstand is het, naar onze mening, die al de mizerie teweeggebracht heeft van het zogenaamde "nationaliteitenvraagstuk" in de Nederlanden.

Wat dan ?

De waarheid is de volgende :

Er bestaan in de gehele Nederlanden verscheidene volksgroepen of uitgebreide volksgezinnen, indien ik mij aldus uitdrukken mag, en die zijn :

De Vlamingen, die afkomstig zijn uit West- en Oost-Vlaanderen en van Zeeuws Vlaanderen en van Frans-Vlaanderen ; de Brabanders die afkomstig zijn uit Zuid- en Noord-Brabant (dwz. uit Belgisch en Hollands Brabant) en uit de huidige provincie Antwerpen ;

De Limburgers die afkomstig zijn uit Zuid en Noord-Limburg ; de Hollanders die afkomstig zijn uit Zuid- en Noord Holland ;

De Zeeuwen die afkomstig zijn uit Zeeland ; de Henegouwers, de Namenaars, de Luikenaars, de Friezen, de Geldersen, de Utrechtenaren en de Groningers.

De Luxemburgers die afkomstig zijn uit de Belgische provincie Luxemburg en uit het Groot-Hertogdom-Luxemburg.

Allen tesamen vormen zij een volk, een volksgemeenschap. Die volksgemeenschap heeft een gemeenschappelijke afstamming : Germaans, Frankisch, Saksisch en Fries.

Hare Dietse natuur, haar Diets wezen heeft zij, in de Middeleeuwen tot aan de boorden van de Loire voortgeplant. Van het Noorden tot daar toe was toen de volkstaal het Diets.

Wilt gij de Dietse grootheid en de Dietse adel te dien tijde leren kennen en bewonderen, neemt dan zonder verzuimen, de eerste gelegenheid te baat om te gaan luisteren naar wat de jezuiet Pater Stracke daarover vertelt in zijn bewonderenswaardige voordrachten over : "Oude Dietse adelbrieven".


[size=4]Tweede reden : WIJ ZIJN HISTORISCH GEBONDEN.[/size]

Die Dietse volksgemeenschap heeft een gemeenschappelijk verleden. In de jongste tijden is de "historische gebondenheid der Nederlanden" voor de Dietse geschiedschrijvers bijna een historisch axioma geworden. Leest daarover de werken van Prof. Léo van der Essen en van Prof. Geyl. Zelfs Pirenne moest in zijn merkwaardig werk geregeld deze "gebondenheid" erkenen.

Gij zult willen begrijpen dat het niet in het raam van deze uiteenzetting past U die historische gebondenheid met het nodige zware feitenmateriaal te bewijzen.

Goed. Maar 1830 ? Wat doet ge daarmee ?

Wat de rampspoedige breuk betreft, die door de domme en noodlottige muiterij van 1830 werd ingeluid, wees ervan overtuigd dat zij binnen honderd jaar door de historici als een ten zeerste betreurenswaardig incident zal beschouwd worden. Wat zijn honderd jaren in de geschiedenis van een volk ?

Over zulkdanige incidenten, en er zijn er verscheidene geweest in de loop van ons volksleven, schrijdt onverstoorbaar de grootse actie der grote wetten van de geschiedenis heen. Op tijd en stond zal zij het Dietse volk tot de erkenning weten te dwingen dat aan de grond van die historische gebondenheid een echte en diepe en zinvolle LOTSverbondenheid ligt. (...)


[size=4]Derde reden : ONZE GEMEENSCHAPPELIJKE TRADITIEN.[/size]

Ondanks betrekkelijke verscheidenheden (die, God zij dank, bestaan, want zij zijn het teken en het bewijs van een veerkrachtig volksleven) bezit die Dietse volksgemeenschap gemeenschappelijke traditiën.

In de ongeëvenaarde rijkdom hunner eigenaardigheden dragen zij alle de onbetwiste stempel der Dietsheid.

Geen enkele tijdelijke vreemde overheersing is bij machte geweest de wezenlijke figuur van die stempel aan te tasten of te verduisteren.

Verscheidenheid van godsdienst ? Verscheidenheid van taal ?...... Kom, geen flauwe praat.

Mochten diegenen die met zulke opwerpingen afkomen, lid zijn van ons verbond. Dan zouden zij vaststellen en ervaren dat de Dinasos Rooms-Katholiek of protestant wezende, of tot geen enkele godsdienstige gemeenschap behorende maar in God gelovende ; Nederlands of Frans sprekende, Friezen of Luikenaren zijnde, dat zij allen tot in het diepste van hun geest en van hun gemoed weten en voelen dat zij tot hetzelfde grote gezin behoren en dat al die verscheidenheden, verre van scheidingsfactoren te zijn, integendeel, alle valse schijn ten spijt, de onverscheurbare en onverwoestbare banden bevestigen van de onsterfelijke Dietse Gemeenschap.

Wie zal de Dietsheid van een pater Lievens, een Ferdinand Verbiest, een pater Damiaan onderscheiden van de Dietsheid van een prins van Oranje of een Marnix van S. Aldegonde ?

En wie goed Frans-Vlaanderen kent, zal durven betwisten dat daar, meer wellicht dan in gelijk welke Dietse gouw, daar in de Westhoek, in het "Land van den Hoek" het Dietse leven ondanks de vreemde overheersing en het stelselmatig doorgevoerd gebruik der Franse taal, zijn oorspronkelijk, echt en wezenlijk karakter (zonder dat de Dietsers aldaar wonende het wellicht zelf beseffen) trouw heeft bewaard en voort bewaard ?

Wilt gij weten en ervaren, gaat naar Rijssel, en gaat naar Kassel, een der heiligste plaatsen van de Dietse grond, van het Dietse vaderland.

Men moet een flamingant zijn of een "Vlaams-nationalist" zoals men dat noemt, - dit wil zeggen, een der laatste vertegenwoordigers van het Dietse verval - om dat alles niet te zien noch te beseffen ; of niet te willen zien (wat de dwaasheid niet vermindert).

In al de Dietse gouwen is, bij de besten, gaaf gebleven de aloude godsdienstzin der Dietsers, zoals terzelfdertijd en overal, bij de besten gaaf en sterk is gebleven, diep wortelende in de volksziel, de zeer gezonde afkeer van alles wat de godsdienst wil gebruiken of misbruiken voor politieke doeleinden, voor alle verschijnselen van wat men doorgaans "clericalisme" noemt ; afkeer die terecht zijn oorsprong en oorzaak vindt in echte en edele godsdienstzin.

In alle Dietse gouwen, is bij de besten, gaaf gebleven de zin van de primauteit der zelfstandige menselijke persoonlijkheid. Alles wat naar slaafsheid riekt, spuwt, waar hij ook wone, de gezondgeblevene Dietser uit. Hij wil dat de politieke en sociale instellingen derwijze ingericht wezen dat zij de ontwikkeling dier zelfstandige menselijke persoonlijkheid naar deze volkomene ontplooiing kan dienen, terwijl hij zelf dan bereid is, langs de weg dier instellingen, al zijn gaven in de dienst te stellen der gemeenschap. Zo is hij en niet anders.

Daarom voelt en beseft de gezonde Dietser dat de politieke partijen en de politieke syndicaten juist het tegenovergestelde zijn van zulkdanige politieke en sociale instellingen. Het zijn instrumenten ter vernedering en verslaving in plaats van organen ter ontwikkeling en veredeling van de menselijke persoon en van de volksgemeenschap. Hij voelt ze aan als import-artikel van slechte kwaliteit dat het eigen volkslichaam vergiftigd en hij zoekt en streeft opnieuw om, aangepast aan deze tijd zijn oereigen instellingen terug te vinden en terug in te richten in dewelke hij zichzelf en zijn volksgemeenschap en zichzelf in zijn volksgemeenschap zal terugvinden.

In alle Dietse gouwen is bij de besten, gaaf gebleven de strijdvaardigheid, de moed en de durf om grote ondernemingen aan te pakken en met bekwaamheid door te voeren. Weliswaar betekent de in vroegere eeuwen zo vermaarde maritieme en koloniale geest der Vlamingen heden ten dage niets ter vergelijking met die der Dietsers uit de Noordelijke gewesten ; maar dat is hun schuld niet. Van die minderwaardigheid die slechts een tijdelijke mag en zal zijn draagt alleen de Staat en het regiem alle schuld.

Er zijn in de Zuidelijke Nederlanden enkele mannen die, wanneer zij over de daartoe nodige volmachten en de daartoe nodige middelen zouden beschikken, een geslacht van bekwame en dappere zeevaarders zouden vormen en een marine zouden scheppen die in kwaliteit die der Noordelijke Nederlanden, tenminste zou evenaren.

En ten slotte weet gij allen dat in de gehele Nederlanden, van de vroege Middeleeuwen tot nu toe, al de verschijnselen en vormen der kunst : literatuur, beeldende kunsten, bouwkunst, enz. bezield zijn geweest en bezield blijven door een geest van zo krachtige eigenaardigheid dat, over de gehele wereld, de Nederlandse, de Dietse beschaving, als een der hoogste en edelste wordt aangeschreven. Welnu, al die gemeenschappelijke traditiën en deugden en gaven en kwaliteiten willen wij niet alleen bewaren en handhaven. Wij willen ze doen herleven met nieuwe spankracht die, op alle gebied, nog grotere dingen zal verwezenlijken dan in het verleden.


[size=4]Vierde reden : ONZE GEOGRAFISCHE EN ECONOMISCHE EENHEID[/size]

De gehele Nederlanden vormen, in werkelijkheid, op het gebied der aardrijkskunde en der economie, een eenheid. Wat men thans noemt een geopolitische eenheid.

Op hun grondgebied monden uit : de drie grootste stromen van het Noord-westelijk vasteland, zodat men de Nederlanden noemt : het deltagebied van Rijn, Maas en Schelde.

Hierdoor alleen reeds ontstaat een eenheid van economische belangen die slechts door het kortzichtig particularisme en de verkeerd begrepene baatzucht van bepaalde reders en kooplieden èn door het liberalistische regiem van hetwelk zij de exponenten zijn, verbroken wordt.

Die eenheid werd op elk gebied der economie op een bijna afdoende wijze bekrachtigd door een referendum ingericht in het jaar 1930 door de Nederlands-Belgische Kamer van Koophandel te Brussel.

Aan de leiders van nagenoeg alle belangrijke financiële, industriële en commerciële ondernemingen der beide Nederlanden werd gevraagd of zij een nauwe economische samenwerking tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden wenselijk achtten. Bij de 90 procent dier leiders antwoordden : ja.

Dit moge volstaan. Dit antwoord van deskundigen is meer waard dan alle theoretische beschouwingen.

[size=1]overgenomen uit De Reddende Politiek van het Verdinaso door Joris van Severen (20 Mei 1939)[/size]

[PAJOT]

Zou dit geen uitstekend "compromis" zijn tussen Vlaams-nationalen en belgicisten ?

[BELGIAN WARRIOR]

Oorspronkelijk geplaatst door radicaal

Zou dit geen uitstekend "compromis" zijn tussen Vlaams-nationalen en belgicisten ?

Veel liever een Benelux-staat dan een republiekske Vlaanderen, zoveel is zeker.