N-VA: Tweede dovenmansgesprek over decreet faciliteitenonderwijs

[Politics.be]

Vandaag boog de gemengde overlegcommissie van het Vlaams parlement en de Commission communautaire française (COCOF) zich over het voorstel van interpretatief decreet Met betrekking tot het faciliteitenonderwijs, getrokken door N-VA-parlementslid Kris Van Dijck. De weinig verrassende conclusie luidde opnieuw dat er geen overeenstemming kan worden gevonden.

Eind vorig jaar (13 december 2007) keurde de Commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement unaniem dit voorstel goed. Het voorstel bevestigt de grondwettelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap ten aanzien van het Vlaamse Franstalige basisonderwijs in de Vlaamse randgemeenten. De N-VA wil met dit decreet de kwaliteit van dit Vlaamse Franstalige onderwijs waarborgen zoals dit gebeurt voor alle andere kinderen die in Vlaanderen wonen. Kwaliteit waar de Vlaamse overheid nu geen enkel zicht op heeft. Kris Van Dijck wil dat, ondanks de houding van een aantal lokale politieke verantwoordelijken, ook deze kinderen toch kunnen genieten van de bijzondere inspanningen die Vlaanderen doet voor zijn basisonderwijs; onderwijs dat internationaal hoog aangeschreven staat. Dit dispuut tussen de Franse en Vlaamse gemeenschap sleept al jaren aan. Dankzij de N-VA werd in 2004, en later in de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, een oplossing in het vooruitzicht gesteld. Met het decreet wordt hieraan eindelijk uitvoering gegeven.

Diezelfde dag schreeuwde men kaakslaggewijs moord en brand in het Parlement van de Franse Gemeenschap en stemde men onmiddellijk een belangenconflict. De procedure van dit eerste belangenconflict leidde tot geen overeenkomst; de COCOF startte dan maar een tweede procedure.

Met de overlegvergadering van vandaag is een opnieuw een stap gezet in de lijdensweg van het oneigenlijke gebruik van het belangenconflict. Kris Van Dijck : “Vandaag was eigenlijk gewoon een herhaling van het eerste belangenconflict. Dit tweede belangenconflict heeft louter tot gevolg dat de stemming wordt uitgesteld. Hierdoor dreigt men te realiseren wat men aan het Vlaams Parlement verwijt, namelijk de belangen van de betrokken leerlingen en onderwijspersoneel te schaden en de goede werking van de betrokken scholen in gevaar te brengen.”

Het vervolg van de procedure is dat het Vlaams Parlement het geschil aanhangig maakt bij de Senaat, die binnen een termijn van 30 dagen gemotiveerd advies uitbrengt aan het Overlegcomité. Die beschikt over een termijn van 60 dagen om na te gaan of een oplossing mogelijk is. Nadien wordt de procedure in het Vlaams Parlement hervat en zal het voorstel van interpretatief decreet ter stemming worden voorgelegd aan de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement.

Bron: politics.be