Open VLD : Minister Muyters te passief in aanpakken van weigeringen ‘passende dienstb

[Politics.be]

Woonzorgcentra vinden moeizaam personeel voor tijdelijke opdrachten Vele woonzorgcentra klagen over het moeizaam vinden van personeel voor verpleging en verzorging voor tijdelijke opdrachten. Het gaat dikwijls ook om kortdurende opdrachten met kans op verlenging, vooral ter vervanging van zieke personeelsleden. De directies zoeken via de site van de VDAB, maar merken dat een aantal werkzoekenden weigeren om in te gaan op het werkaanbod omdat het over kortlopende vervangingscontracten gaat.

Vera Van der Borght:,,Gelet op de grote tekorten aan personeel in de zorgsector lijkt het mij niet kunnen dat werkzoekenden die volledig beantwoorden aan de criteria van de vacatures weigeren in te gaan op deze jobaanbiedingen omdat het gaat over kortlopende opdrachten. Dit zijn duidelijk weigeringen in het kader van passende dienstbetrekkingen en moeten dus op gepaste manier door de VDAB en de RVA worden aangepakt. Maar zover komt het blijkbaar niet altijd.”

Vlaams minister van Werk Philippe Muyters antwoordt ontwijkend op een schriftelijke vraag van Vera Van der Borght: “Als regionale bemiddelingsdienst past de VDAB de federale werkloosheidsreglementering toe. De VDAB kan dan ook geen uitspraak doen over de eventuele noodzaak aan aanpassing van de definitie van passende dienstbetrekking.” De minister voegt er droogweg nog aan toe dat “de VDAB ook geen duidelijk beeld kan geven van het aantal werkweigeringen in de social profit sector omdat er geen link is tussen de werkweigering van de vacature en de sector.”

Slechts nieuws dus voor Fons Leroy, de administrateur-generaal van de VDAB, die in het verleden herhaaldelijk heeft aangehaald dat er iets schort met de federale invulling van het begrip passende dienstbetrekking in verhouding tot het Vlaams activeringsbeleid van werkzoekenden. Zo heeft hij tijdens een gedachtewisseling op 3 november 2009 in de commissie Economie en Werk van het Vlaams Parlement gesteld dat ‘de criteria voor passende dienstbetrekking sinds 1963 niet meer gewijzigd zijn en ze momenteel de VDAB remmen, maar – wat veel erger is – ook kansen ontnemen aan werkzoekenden.’ "Blijkbaar wordt hij nu geconfronteerd met een toch wel zeer passieve houding van de Vlaamse minister van Werk”, aldus Vera Van der Borght.

Zij is hoogst verbaasd dat de minister opeens met deze fatalistische stelling uitpakt: “In een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Lydia Peeters in november vorig jaar stelde de minister nog dat zich de noodzaak stelt om met de sociale partners een grondige reflectie te houden over de bestaande criteria van de passende dienstbetrekking.”

Vera Van der Borght is het eens met de minister dat de definiëring van het begrip ‘passende dienstbetrekking’ een federale aangelegenheid betreft. “Maar het neemt niet weg dat dergelijke items kunnen worden aangekaart tijdens het interministerieel overleg. Het is minister Muyters die regelmatig in de clinch gaat met minister Milquet. Als blijkt dat de topman van de VDAB aanhaalt dat zijn organisatie wordt geremd door de definitie van ‘passende dienstbetrekking’, lijkt me dat voor de Vlaamse minister van Werk een item bij uitstek om zo snel mogelijk aan te kaarten en te bespreken met zijn federale collega”, besluit Vera Van der Borght.

VOOR MEER INFORMATIE


Vera Van der Borght,
Vlaams Parlementslid



Bron: politics.be