Open VLD : Bouwsector wil bijdragen in solidariteitsfonds archeologisch onderzoek

[Politics.be]

In een hoorzitting over de regelgeving m.b.t. onroerend erfgoed in het Vlaams Parlement heeft de bouwsector voor de eerste keer verklaard dat hij bereid is bij te dragen in de financiering van het solidariteitsfonds voor de archeologie.

Onder meer een conceptnota van Dirk Van Mechelen over onroerend erfgoed vormt de aanleiding tot de hoorzittingen. Eén van de grote uitdagingen uit de conceptnota Van Mechelen, is de manier waarop het verdrag van Malta zal worden geïmplementeerd. Dat verdrag gaat ervan uit dat archeologie meer is dan het opgraven alleen. Archeologie maakt deel uit van een traject dat start met inventarisatie en eindigt met deponering van de vondsten. Daarbij besteedt Malta zeer veel aandacht aan de opname van archeologische waarden in de planningsfase, met de bedoeling de archeologische waarden zoveel mogelijk in situ te behouden. Dat kan bv. door bij de aanleg rekening te houden met archeologisch waardevolle zones en die niet aan te snijden.
Wanneer behoud in situ niet mogelijk is, is behoud ex situ noodzakelijk. Het bodemarchief dat dan vernietigd wordt, wordt zoveel mogelijk wetenschappelijk in kaart gebracht.

“Ondertussen is er voldoende consensus over de maatschappelijke relevantie van archeologisch onderzoek en is iedereen overtuigd van de noodzaak om archeologische relicten wetenschappelijk in kaart te brengen. Eén van de grote vragen is uiteraard hoe dit allemaal kan gefinancierd worden en wie mee de rekening zal helpen betalen”, zegt Dirk van Mechelen.

“De afgelopen jaren was iedereen het erover eens dat er gezocht moest worden naar een solidariteitsmechanisme. Het is nu eenmaal zo dat je op bepaalde plaatsen meer kansen hebt (bv. Tongeren of andere middeleeuwse stadscentra) om archeologische relicten aan te treffen. Zonder solidariteit, zou niemand op termijn nog willen investeren op deze plaatsen wegens de hoge archeologische kost. Ik stel voor om het vooronderzoek te laten uitvoeren door de Vlaamse overheid zelf, zodat op alle plaatsen vondsten en de eraan gekoppelde vervolgtrajecten zo objectief mogelijk worden beoordeeld. Ook de factuur is voor de overheid of voor het solidariteitsfonds”, gaat Van Mechelen verder.

“Als het vooronderzoek vaststelt dat er zich geen archeologisch patrimonium bevindt, worden de gronden vrijgegeven. Wanneer uit het vooronderzoek blijkt dat er wel archeologisch erfgoed aanwezig is, wordt een programma van eisen opgesteld. Daarin wordt aangegeven welk onderzoek verder moet worden uitgevoerd, op welke manier dat moet gebeuren en over welke competenties de toekomstige opgravers moeten beschikken. Dat verder onderzoek wordt in mijn voorstel gefinancierd vanuit het solidariteitsfonds. In het verleden bestond er enige koudwatervrees bij de bouwsector rond dit fonds. Ik ben dan ook verheugd dat de bouwsector vandaag tijdens de hoorzitting aangeeft onvoorwaardelijk achter het systeem te staan en dat hij concrete voorstellen uitwerkt”, benadrukt Van Mechelen.

“De bouwsector stelt een één op één-financiering voor: één euro van de overheid tegenover één euro van de privé. Uiteraard zullen we over de concrete modaliteiten nog verder moeten onderhandelen, maar ik heb goede hoop dat we op korte termijn tot een gedragen oplossing komen die de zorg voor het archeologisch onderzoek laat sporen met de betaalbaarheid ervan”, besluit Dirk Van Mechelen.

VOOR MEER INFORMATIE

Dirk Van Mechelen, Vlaams volksvertegenwoordiger

Peter Dejaegher, fractiewoordvoerder

Bron: politics.be