Vlaamse Regering : antwoord op open brief "Brusselse Begroting"

[Politics.be]

Antwoord op open brief van Jean-Luc Vanraes, Minister van Financiën en Begroting in de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, collegelid van de VGC bevoegd voor het Nederlandstalig onderwijs Geachte Minister, Ik heb uw open brief aandachtig gelezen. Ik wil graag de beslissing van de Vlaamse Regering om een vernietigingsberoep bij het Grondwettelijk Hof in te stellen tegen een basisallocatie in de uitgavenbegroting 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de juiste context plaatsen.

De Vlaamse Regering had trouwens reeds eerder op basis van dezelfde juridische argumentatie beslist om tussen te komen bij het Grondwettelijk Hof in een lopende procedure inzake de uitgavenbegroting 2010 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wist dus dat de Vlaamse Regering juridische bezwaren heeft bij de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gehanteerde methode van het verstrekken van kredieten aan gemeenten voor gemeenschapsbevoegdheden. Deze juridische bezwaren zijn gestoeld op verschillende eerdere adviezen van de Raad van State en eerdere uitspraken van het Grondwettelijk Hof.

Ik wil benadrukken dat de Vlaamse regering door zijn gemeenschapsbevoegdheden ten volle uit te oefenen een wezenlijke bijdrage wil leveren aan de verdere uitbouw van Brussel tot een moderne en leefbare stad voor al haar inwoners. We zijn ons daarbij ten zeerste bewust van de omvang van de stedelijke problematiek en de belangrijke uitdagingen,ook op demografisch vlak.

De Vlaamse Gemeenschap gaat haar verantwoordelijkheid voor het onderwijs niet uit de weg. Inzake scholenbouw en investeringen in de schoolinfrastructuur investeert de Vlaamse overheid substantiële bedragen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. In 2011 werd in de reguliere scholenbouw in Brussel 4,8 miljoen euro geïnvesteerd. Naar aanleiding van de begrotingscontrole 2011 voorzag Vlaanderen 17 miljoen euro voor capaciteitsuitbreiding en voor al deze leerlingen voorzien we in de werkingsmiddelen en de leerkrachten.

Terecht verwijst u eveneens naar de inspanningen die nodig zijn vanwege de Franse Gemeenschap.

We hebben reeds tweemaal – in het kader van de “Task Force Onderwijs” - samen overlegd over de noodzaak de onderwijscapaciteit in onze hoofdstad te verhogen en vanuit Vlaanderen nemen we deze handschoen ook op. Het is dan ook niet juist dat het Nederlandstalig onderwijs in Brussel nu zou afhangen van de noodzakelijke steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft steeds gesteld dat het over onvoldoende middelen beschikt voor zijn kerntaken zoals mobiliteit, werkgelegenheid, milieubeleid, enz. Ik vraag me af hoe dit te rijmen valt met de voorziene ondersteuning van de gemeenten inzake onderwijs. Het eenmalig karakter van deze ondersteuning is niet geloofwaardig gelet op het voornemen om reeds het tweede jaar na elkaar dezelfde financieringstechniek toe te passen op het gebied van een andere gemeenschapsbevoegdheid, met name de kinderopvang. Bovendien vormen ad hoc maatregelen geen garantie voor een kwaliteitsvol beleid en dat laatste is nu juist één van de kenmerken en streefdoelen van het Vlaams onderwijsbeleid, ook in Brussel.

Indien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest middelen wil besteden aan onderwijs dan dient dit te gebeuren volgens de juridisch juiste kanalen met name via de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie. Deze Gemeenschapscommissies zijn belangrijke spelers op het terrein en beschikken over trekkingsrechten ten aanzien van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de verdeelsleutel 20% voor de Nederlandstaligen en 80% voor de Franstaligen.

Wij zijn van oordeel dat de aanpak van de belangrijke uitdagingen in Brussel een versterkte samenwerking tussen alle betrokken overheden vereist, maar met respect voor de bevoegdheidsverdeling. Zo is er overleg binnen de Task Force onderwijs maar ook op het gebied van armoedebeleid, een aspect dat u in de tweede versie van uw open brief terecht ook als aandachtspunt meegeeft, is er een gestructureerd overleg.

Ik ben er van overtuigd dat dit de juiste weg is : iedere overheid die zich concentreert op de goede uitvoering van de eigen bevoegdheden, in overleg met de andere overheden en gericht op een efficiënt, doeltreffend en kwaliteitsvol beleid.

Met vriendelijke groeten

Kris Peeters

Minister-President


Bron: politics.be

[E. Gidius]

Oorspronkelijk geplaatst door Politics.be

Antwoord op open brief van Jean-Luc Vanraes, Minister van Financiën en Begroting in de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, collegelid van de VGC bevoegd voor het Nederlandstalig onderwijs Geachte Minister, Ik heb uw open brief aandachtig gelezen. Ik wil graag de beslissing van de Vlaamse Regering om een vernietigingsberoep bij het Grondwettelijk Hof in te stellen tegen een basisallocatie in de uitgavenbegroting 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de juiste context plaatsen.

De Vlaamse Regering had trouwens reeds eerder op basis van dezelfde juridische argumentatie beslist om tussen te komen bij het Grondwettelijk Hof in een lopende procedure inzake de uitgavenbegroting 2010 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wist dus dat de Vlaamse Regering juridische bezwaren heeft bij de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gehanteerde methode van het verstrekken van kredieten aan gemeenten voor gemeenschapsbevoegdheden. Deze juridische bezwaren zijn gestoeld op verschillende eerdere adviezen van de Raad van State en eerdere uitspraken van het Grondwettelijk Hof.

Ik wil benadrukken dat de Vlaamse regering door zijn gemeenschapsbevoegdheden ten volle uit te oefenen een wezenlijke bijdrage wil leveren aan de verdere uitbouw van Brussel tot een moderne en leefbare stad voor al haar inwoners. We zijn ons daarbij ten zeerste bewust van de omvang van de stedelijke problematiek en de belangrijke uitdagingen,ook op demografisch vlak.

De Vlaamse Gemeenschap gaat haar verantwoordelijkheid voor het onderwijs niet uit de weg. Inzake scholenbouw en investeringen in de schoolinfrastructuur investeert de Vlaamse overheid substantiële bedragen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. In 2011 werd in de reguliere scholenbouw in Brussel 4,8 miljoen euro geïnvesteerd. Naar aanleiding van de begrotingscontrole 2011 voorzag Vlaanderen 17 miljoen euro voor capaciteitsuitbreiding en voor al deze leerlingen voorzien we in de werkingsmiddelen en de leerkrachten.

Terecht verwijst u eveneens naar de inspanningen die nodig zijn vanwege de Franse Gemeenschap.

We hebben reeds tweemaal – in het kader van de “Task Force Onderwijs” - samen overlegd over de noodzaak de onderwijscapaciteit in onze hoofdstad te verhogen en vanuit Vlaanderen nemen we deze handschoen ook op. Het is dan ook niet juist dat het Nederlandstalig onderwijs in Brussel nu zou afhangen van de noodzakelijke steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft steeds gesteld dat het over onvoldoende middelen beschikt voor zijn kerntaken zoals mobiliteit, werkgelegenheid, milieubeleid, enz. Ik vraag me af hoe dit te rijmen valt met de voorziene ondersteuning van de gemeenten inzake onderwijs. Het eenmalig karakter van deze ondersteuning is niet geloofwaardig gelet op het voornemen om reeds het tweede jaar na elkaar dezelfde financieringstechniek toe te passen op het gebied van een andere gemeenschapsbevoegdheid, met name de kinderopvang. Bovendien vormen ad hoc maatregelen geen garantie voor een kwaliteitsvol beleid en dat laatste is nu juist één van de kenmerken en streefdoelen van het Vlaams onderwijsbeleid, ook in Brussel.

Indien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest middelen wil besteden aan onderwijs dan dient dit te gebeuren volgens de juridisch juiste kanalen met name via de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie. Deze Gemeenschapscommissies zijn belangrijke spelers op het terrein en beschikken over trekkingsrechten ten aanzien van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de verdeelsleutel 20% voor de Nederlandstaligen en 80% voor de Franstaligen.

Wij zijn van oordeel dat de aanpak van de belangrijke uitdagingen in Brussel een versterkte samenwerking tussen alle betrokken overheden vereist, maar met respect voor de bevoegdheidsverdeling. Zo is er overleg binnen de Task Force onderwijs maar ook op het gebied van armoedebeleid, een aspect dat u in de tweede versie van uw open brief terecht ook als aandachtspunt meegeeft, is er een gestructureerd overleg.

Ik ben er van overtuigd dat dit de juiste weg is : iedere overheid die zich concentreert op de goede uitvoering van de eigen bevoegdheden, in overleg met de andere overheden en gericht op een efficiënt, doeltreffend en kwaliteitsvol beleid.

Met vriendelijke groeten

Kris Peeters

Minister-President


Bron: politics.be

Mooi zo, Kris!

Ik zou u graag verwelkomen in de N-VA. Dan is wellicht ook meteen de moeilijke situatie waarin ge nu ziet door de regeringsvorming, opgelost.