|
Eur. Commissievoorzitter
Geregistreerd: 26 september 2005
Berichten: 9.908
|
steun Hendrik Vuye
Onderstaande ontwerp van wetsvoorstel wordt aan Hendrik Vuye gericht, opdat hij het wetsvoorstel zou indienen. Deze draad is een steunbetuiging aan kamerlid Hendrik Vuye.
Mijn bijzondere en gemeende dank gaat uit naar mede-forumlid De Gepensioneerde, die het ontwerp opstelde. Persoonlijk sta ik niet achter het verlenen van amnestie, doch ik meen dat het voorstel van De Gepensioneerde op correcte wijze een fout poogt te herstellen.
Hoedanook is er niets mis met een discussie in de kamer over dit wetsvoorstel en bij uitbreiding over amnestie.
WETSVOORSTEL
waarbij artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt hersteld in een nieuwe lezing, met betrekking tot de bekendmaking van de wet
TOELICHTING
Dames en Heren,
Artikel 1 van de Code civil des Français luidde als volgt:
"Les lois sont exécutoires dans tout le territoire français en vertu de la promulgation qui en est faite par le Premier Consul.
Elles seront exécutées dans chaque partie de la République, du moment où la promulgation pourra être connue.
La promulgation faite par le Premier Consul sera réputée connue dans le département où siègera le Gouvernement, un jour après celui de la promulgation ; et dans chacun des autres départements, après l'expiration du même délai, augmenté d'autant de jours qu'il y aura dix myriamètres [environ vingt lieues anciennes] entre la ville où la promulgation en aura été faite, et le chef-lieu de chaque département."
Tijdens de bespreking van de Code civil des Français werd de vraag gesteld of de wetten in werking zouden treden wanneer de verbinding tussen Parijs en de hoofdplaats van een departement zou zijn verbroken tengevolge van oorlogsomstandigheden of natuurrampen. Artikel 1 van de Code civil voorzag die hypothese immers niet. Portalis antwoordde dat er in dat geval sprake zou zijn van overmacht, en dat overmacht toelaat of te wijken van elke wettekst. De wet zou in een dergelijk departement dus niet in werking treden zolang de verbinding ten gevolge van overmacht is verbroken.
Deze gouden regel werd door de Belgische rechtspraak echter niet toegepast. Na de Tweede Wereldoorlog rees de vraag of de wetten die bekend waren gemaakt in het Belgisch Staatsblad van Londen in werking waren getreden, in geheel België, de tiende dag na hun bekendmaking in Londen. Het Hof van Cassatie oordeelde van wel.
Het begrip "de wapens opnemen tegen België" werd door een Londense besluitwet aanzienlijk uitgebreid. Het was de besluitwet van 17 december 1942 houdende aanvulling van of wijzigingen aan de artikelen 113, 117, 118bis en 121bis van het Strafwetboek, die bekendgemaakt werd in Londen, in het Londense Staatsblad van 29 december 1942.
Dat Londense Staatsblad van 29 december 1942 was in België pas vrij te raadplegen vanaf september 1944. Het was in het gehele Rijk vrij te raadplegen vanaf de volledige bevrijding van België op 3 november 1944 (Wikipedia, Bevrijding van de Duitse bezetting in België).
Talrijke personen werden veroordeeld op grond van een besluitwet die zij onmogelijk konden kennen. Dat is strijdig, niet alleen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat toen nog niet bestond, maar ook met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met het rechtszekerheidsbeginsel.
Er moet dus bepaald worden dat de wet geacht wordt te zijn bekendgemaakt wanneer het Belgisch Staatsblad waarin zij is opgenomen in het gehele Rijk vrij te raadplegen is.
Er moet amnestie verleend worden aan eenieder die met miskenning van dat beginsel strafrechtelijk veroordeeld werd.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Art. 2
Artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt hersteld in een nieuwe lezing. De wet wordt geacht bekendgemaakt te zijn de dag waarop het Belgisch Staatsblad waarin zij is opgenomen in het hele Rijk vrij te raadplegen is. Het betreft een wettelijke bepaling, waarvan latere wetten zullen kunnen afwijken. De nieuwe regel is inderdaad niet bindend voor de wetgever.
Art. 3
Amnestie wordt verleend aan eenieder die, voor de inwerkingtreding van de voorgestelde wet, werd veroordeeld met miskenning van het beginsel neergelegd in artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek. Amnestie wordt dus ook verleend voor strafrechtelijke veroordelingen uitgesproken voor de inwerkingtreding van het nieuwe artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De amnestie kan niet worden ingeroepen tegen de rechten van de Staat, noch tegen die van derden. Deze bepaling werd overgenomen van artikel 31, zesde lid, van de wet van 3 juni 1964 houdende het statuut van de gewetensbezwaarden (opgenomen als bijlage bij de op 20 februari 1980 gecoördineerde wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden).
Art. 4
De amnestie wordt vastgesteld, wanneer er betwisting zou zijn, door de kamer van inbeschuldigingstelling. De procedure is deze vastgesteld voor het aanvragen van herstel in eer een rechten.
De belanghebbende richt zijn verzoek aan de procureur des Konings van zijn woonplaats. Deze procureur brengt de zaak voor de kamer van inbeschuldigingstelling binnen de twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De kamer van inbeschuldigingstelling beslist binnen de maand (artikelen 628 en volgende van het Wetboek van strafvordering).
De verzoeker die in het gelijk wordt gesteld wordt nooit tot de kosten van de procedure veroordeeld.
Art. 5
De voorgestelde wet zal in werking treden de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
WETSVOORSTEL
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek, opgeheven bij de wet van 15 december 1949, wordt hersteld in de volgende lezing:
"Artikel 1. De wet wordt geacht bekendgemaakt te zijn de dag waarop het Belgisch Staatsblad waarin zij is opgenomen in het hele Rijk vrij te raadplegen is."
Art. 3
Amnestie wordt verleend aan eenieder die, voor de inwerkingtreding van deze wet, werd veroordeeld met miskenning van het beginsel neergelegd in artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De amnestie kan niet worden ingeroepen tegen de rechten van de Staat, noch tegen die van derden.
Art. 4
De amnestie wordt, op verzoek van de betrokkene of van iedere belanghebbende, vastgesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling, volgens de regels gesteld voor het herstel in eer en rechten. De verzoeker die in het gelijk wordt gesteld wordt echter niet verwezen in de kosten.
Art. 5
Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
__________________
Gecertificeerd trol en beëdigd chroniqueur van het post-flamingantisme ~ Laureaat Annual Global Trollathon, Fukunasi (JP), January 2016
Officieel biograaf van Melikan Kucam
#InDeWetStraatDansenDeDwergen #EsLebeZelzate
Laatst gewijzigd door 4x10E6 : 30 augustus 2014 om 13:13.
|
30 augustus 2014, 13:05
