![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
be.politics Via dit forum kun je alle berichten lezen die worden gepost op de nieuwsgroep be.politics. Je kunt hier ook reageren op deze berichten, reacties worden dan ook in deze nieuwsgroep gepost. Vergeet niet om dit te lezen. |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Berichten: n/a
|
![]() "De biotechnologie- en de farma-industrie zijn het best verborgen geheim van
België", zegt Roch Doliveux, gedelegeerd bestuurder van de Belgische farmagroep UCB. "Ik sta er elke keer versteld van dat de Belgen niet de visie hebben om zich te profileren als een farmaceutisch land. De geneesmiddelenindustrie is niettemin een van de sterkste economische punten van België" voegt hij er nog aan toe." "België zou een gastvrij land moeten zijn voor bedrijven die zwaar investeren in productie, onderzoek en ontwikkeling. Maar nu wordt innovatie ontmoedigd", meent Olivier Daubry, algemeen directeur België van de Britse farmagroep GlaxoSmithKline (GSK). "België heeft het slechtste klimaat voor farmabedrijven", hekelt Sidney Taurel, voorzitter en gedelegeerd bestuurder van de Amerikaanse farmagroep Eli Lilly (het tiende farmabedrijf ter wereld). De farmaceutische industrie vraagt een lange termijnvisie van de verschillende overheden. Momenteel wordt er te veel gefocust op de ontsporing van het geneesmiddelenbudget. Men vergeet echter de meerwaarde van de O&O-activiteiten voor de binnenlandse economie. GSK wijst erop dat indien er geen coherent beleid wordt uitgewerkt, de farmaceutische industrie, die veel investeert in O&O en veel jobs creëert, België links gaat laten liggen. Ook Sidney Taurel wijst erop dat het aanhoudende negatief klimaat een invloed zal hebben op de investeringen van Eli Lilly in België. Uiteindelijk zal dit volgens hem leiden tot het einde van de innoverende activiteiten van de farmabedrijven in ons land. Deze uitspraken wijzen op de hoogdringendheid om maatregelen voor te stellen. Daarom heeft Vlaams volksvertegenwoordiger Koen Van den Heuvel een enquête uitgevoerd bij een aantal farmaceutische bedrijven om te peilen naar hun verzuchtingen en verwachtingen. Situering: Waarom moeten we ingrijpen? Het belang van de farma-industrie voor België en Vlaanderen De farma-industrie is een zeer belangrijke sector voor België en voor Vlaanderen in het bijzonder. In België werken zo'n 26.400 mensen in deze sterk innovatieve, progressieve sector, waarvan 5.000 in O&O. Het is een toonaangevende sector inzake research en innovatie die in zeer belangrijke mate bijdraagt tot de economische groei. In maart 2000 werd op de Europese top van Lissabon afgesproken dat de Europese Unie de meest competitieve en dynamische kennisgebaseerde economie ter wereld moest worden. Op de top van Barcelona werd vervolgens overeengekomen dat de investeringen in gemeenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling tegen 2010 3% van het BBP moet bedragen, waarvan 1% door de openbare sector en 2% door de privé-sector. De farmaceutische sector in België investeert jaarlijks ongeveer 1,35 miljard euro in O&O. Zo neemt deze sector 40% van de O&O-investeringen in België door de privé-sector voor haar rekening! De bijdrage tot het behalen van de Lissabon-doelstellingen is grotendeels te danken aan de farmaceutische industrie. Neem deze sector weg en België is ver verwijderd van het halen van de 3% in 2010. Daarnaast investeert de sector 20% van haar omzet in O&O, meer dan gelijk welke andere industrietak. De farmaceutische sector moet de speerpuntsector in de Vlaamse kenniseconomie zijn én blijven. Zoals Roch Doliveux van UCB stelt, behoort de Belgische farmaceutische industrie tot de wereldtop, alleen is dit in eigen land onvoldoende bekend en erkend. Nochtans komt 5% van de nieuwe geneesmiddelen op wereldvlak uit België. Volgens een onderzoek uit 2003 in The Scientist bekleedt ons land de tweede plaats op wereldniveau van het academisch onderzoek. Onze farmaceutische research is van wereldklasse en ons land heeft relatief het hoogste niveau van klinische studies in de Europese Unie. Evolueren naar een kennisintensieve economie Dit is een innovatieve sector die we moeten koesteren. Het rapport over het concurrentievermogen van de Vlaamse economie, van Prof. Koen De Backer en Prof. Leo Sleuwaegen (augustus 2003), wees er nog maar eens op dat kosten-competitiviteit moeilijker houdbaar is in de praktijk, omwille van de opkomst van nieuwe concurrenten die een belangrijk kostenvoordeel hebben t.o.v. Vlaanderen. Het concurrentievermogen van Vlaanderen wordt dan met andere woorden in sterke mate bepaald door het vermogen van ondernemingen om de kwaliteit van de aangeboden producten en diensten te verhogen door o.a. nieuwe kennis snel te integreren in producten en processen. Indien men de toekomstige welvaart van Vlaanderen wil garanderen is het noodzakelijk om te investeren in innovatieve sectoren met potentieel op wereldniveau. Dit betekent dat Vlaanderen de farmaceutische nijverheid moet koesteren. Het is zowat de enige hoogtechnologische sector waar Vlaanderen sterk staat (cf. SERV-rapport 2005). Het is tevens een sector die sterk exportgericht is. Onze buren zitten niet stil! Het feit dat Westerse landen niet meer kunnen concurreren met de lageloonlanden, heeft onze buren aangezet tot het nemen van maatregelen om het beleid meer te focussen op kennisintensieve sectoren. Een greep uit de maatregelen van onze buren met bijzondere aandacht voor de farmaceutische sector: Frankrijk zal in de komende drie jaar zo'n 67 concurrentiecentra (pôle de compétitivité) oprichten. Hiervoor wordt een bedrag van 1,5 miljard euro voor een periode van 3 jaar uitgetrokken. Deze centra zijn kernen waarrond onderzoeksinstellingen, het onderwijs en het bedrijfsleven de krachten bundelen. In een bepaalde regio gaan deze samenwerken rond gezamenlijke projecten met een hoog innovatief karakter en internationale uitstraling. 6 van de 67 centra hebben de titel "mondiaal" gekregen en moeten met de wereldtop kunnen concurreren. Eén van deze mondiale pijlers betreft de farmaceutische industrie in de regio van Ile-de-France. Deze draagt als naam 'Méditech Santé' en richt zich specifiek op medisch onderzoek en in het bijzonder onderzoek naar kanker en infectieziekten. In de niet-mondiale centra zijn er nog verschillende regio's die onderzoek verrichten in de gezondheidszorg. Zo wordt in de Elzas bijvoorbeeld het 'Alsace BioValley' opgestart met als kernproject onderzoek naar moleculen en invasieve chirurgie. Nederland Begin dit jaar werd in de provincie Brabant een uniek centrum met faciliteiten en expertise voor de ontwikkeling en de productie van nieuwe biofarmaceutische geneesmiddelen opgestart. 'BioConnection' wil jonge farmaceutische bedrijven via één loket kennis en productiefaciliteiten aanbieden. Dit kadert in het Actieplan Life Sciences 2004 van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken die de groei van de life scienes industrie in Nederland wil bevorderen. Daarnaast presenteert Groningen zich sinds een aantal jaar als de 'BioMed City Groningen'. Een kennisinfrastructuur, en een cluster van bedrijven in de life sciences zorgen ervoor dat deze sector in Groningen één van de meest beloftevolle is. Het is één van de toonaangevende clusters in Nederland. Wallonië Éé n van de prioritaire niches van het Waalse Marshall-plan is de farmasector (biologische wetenschappen farmacie & gezondheid). Innovatieve projecten, waarvoor ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten samenwerken, moeten het internationale concurrentievermogen versterken. Volgens een berekening van Prof. Capron zou de farmaceutische sector een slaagkans hebben van 73%. De hoogste slaagkans van alle groeipolen. Enquête Vlaams volksvertegenwoordiger Koen Van den Heuvel nam de proef op de som. Hij stuurde een enquête (zie bijlage) naar een aantal farmaceutische bedrijven in Vlaanderen met de vraag om de belangrijkste hindernissen en troeven met betrekking tot het gevoerde beleid op te geven. Daarnaast peilde hij naar de verwachtingen ten opzichte van de overheid om de farmaceutische industrie te versterken. Kenmerken van de ondervraagde bedrijven Vier grote productiebedrijven in Vlaanderen (Janssen Pharmaceutica, Pfizer, Innogenetics en Alcon) van de enquête investeerden in 2005 maar liefst 984.628.511 euro in O&O. Volgens ramingen zouden deze vier bedrijven in 2006 meer dan een miljard euro (1.040.765.000 euro) bedragen. Dit bedrag is bijna even groot als dit voor de volledige farmaceutische sector in België, m.a.w. bijna alle investeringen in O&O worden in Vlaanderen gerealiseerd. Meer informatie over de ontwikkeling van investeringen en werkgelegenheidsniveau kan u vinden in de bijlage. Antwoorden enquête Hindernissen De respondenten merkten op dat de belangrijkste hindernissen het federale geneesmiddelenbeleid (registratie nieuwe geneesmiddelen) en de arbeidskost voor wetenschappers en onderzoekers zijn. Daarenboven leidt de verspreiding van de bevoegdheden over de verschillende niveaus volgens de ondervraagde bedrijven tot een inconsistent beleid: de één stimuleert, de ander ontmoedigt. De overheden bieden geen flankerend beleid van A tot Z aan. Een bedrijf gaf mee dat de sterke historiek en het succes van het bedrijf vaak het ontmoedigend klimaat (van indienen protocols klinisch onderzoek langs onmogelijke milieuadministratie en irrationeel marktbeleid) compenseert. Een ander respondent vindt het sociaal overleg op drie niveaus (interprofessioneel, bedrijfstak, bedrijfsniveau) te complex. Daarnaast zouden de eisen en de totale bedragen steeds hoger worden. Ten slotte reageerde een respondent dat de kosten van een nieuw farmaceutisch productie-eenheid te laten goedkeuren door de autoriteiten enorm hoog oplopen. Troeven De belangrijkste troeven zijn: de hoge productiviteit en de grote flexibiliteit van het gekwalificeerd personeel. Toch waren hierbij ook enkele bedenkingen. De flexibiliteit van het personeel wordt volgens een bepaalde respondent overschat. Daarenboven zou de hoge productiviteit vooral het gevolg zijn van hoge investeringen. Eveneens is er een tekort aan gekwalificeerd personeel, zoals laboranten. Een andere grote troef is onze centrale ligging in Europa. Ook de aanwezigheid van andere farmabedrijven in de nabije omgeving wordt ervaren als een stimulans. Verwachtingen ten aanzien van de overheid Van de overheid wordt een optimaal omgevingskader verwacht, dat technologische innovatie bevordert en niet nodeloos belemmert. De aanpassing van het federale geneesmiddelenbeleid blijkt de belangrijkste eis zijn. Hierbij ontvingen we reacties als: a.. Voor innovatieve producten moet een prijs worden betaald en de terugbetaling voor nieuwe producten moet eerlijk gebeuren. b.. Men is geïnteresseerd in onze tewerkstelling, investeringen, export en O&O, maar niet in onze producten. c.. KMO-bedrijven, die lokaal produceren, worden gewurgd door dure maatregelen (prijs, unieke barcode, taksen). Het wordt stilaan onmogelijk om nog op kleine schaal, lokaal te produceren. d.. De farmaceutische industrie in België behoort tot de absolute wereldtop, alleen wil enkel de Belgische overheid dit niet inzien. e.. De farmaceutische industrie kan voor Vlaanderen zijn, wat Nokia voor Finland is. Vooral de kleinere ondervraagde bedrijven gaven aan dat subsidies voor onderzoek belangrijk zijn. In vergelijking met andere regio's zoals Hongarije, Polen, Spanje en Italië zou er hier weinig beschikbaar zijn. Voor de grote bedrijven spelen subsidies blijkbaar geen grote rol. Opmerkelijk was dat bijna alle bedrijven van de overheid initiatieven verwachten die de farmaceutische industrie als tewerkstellingssector promoten. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat meer jongeren tijdens het middelbaar kiezen voor een wetenschappelijke richting. Een hogere instroom in wetenschappelijke richtingen zoals chemie, biochemie, medische laboratoriumtechnologie, farmaceutische en biologische technieken, toegepaste biologische wetenschappen, geneeskunde leidt nadien dan ook tot een grotere uitstroom aan gekwalificeerd personeel. Dit zou de moeilijke zoektocht van bedrijven en kenniscentra naar voldoende geschikte jonge wetenschappers, technici en ingenieurs kunnen opvangen. De respondenten hechten ook belang aan een goede samenwerking met universiteiten en kenniscentra. Het opstarten van een specifieke excellentiepool van de farmaceutische industrie zou dit mee kunnen ondersteunen. Ook zijn ze voorstander van een cluster rond specifieke onderzoeksprojecten. Het succes hiervan hangt echter wel af van de samenstelling en de organisatie. Op deze manier zouden toponderzoekers kunnen aangetrokken worden. Om hierin te slagen moet de overheid er natuurlijk voor zorgen dat investeringen in O&O een topprioriteit is. Voorstellen Een gebrek aan visie maakt Vlaanderen en België kwetsbaar bij het aantrekken van bedrijfsinvesteringen binnen de farma-industrie. Er is een gebrek aan een coherent beleid. Daarom wil CD&V een coherente lange termijnvisie voor de farma-industrie en dit in overleg met de verschillende overheden en de sector. Aangezien uit de enquête blijkt dat bekommernissen zowel op Vlaams als federaal niveau betrekking hebben, worden hierbij twee voorstellen gedaan om hieraan tegemoet te komen. Vlaams niveau: opstarten van clusters Vlaanderen gaat er terecht van uit dat research en innovatie de voornaamste stuwkrachten zijn van economische groei. Momenteel is de farmaceutische sector één van de grootste hoogtechnologische sectoren waar Vlaanderen op wereldniveau staat. Vlaanderen zal haar inspanningen echter moeten bundelen om de sector op een duurzame wijze te houden en haar te stimuleren om hier te blijven investeren. De verdere verankering van de kennis is daarom van essentieel belang voor de toekomstige welvaart van Vlaanderen. De buitenlandse investeerders dienen Vlaanderen opnieuw te ontdekken als de ideale uitvalsbasis voor de ontplooiing van hun internationale activiteiten. Daarom stelt CD&V voor om de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van de farma-industrie te verstevigen door de oprichting van clusters rond bepaalde activiteiten in regio's waar interne bedrijfsschaalvoordelen worden gecombineerd met externe clustervoordelen. Door het samenbrengen van universitaire instellingen, onderzoekscentra, individuen en de farmaceutische bedrijven wordt gestreefd naar samenwerkingsverbanden en schaalvergroting. Deze netwerken leiden tot wederzijdse beïnvloeding en uitwisseling van vruchtbare onderzoeksideeën. Het hoofddoel is het concurrentievermogen van bedrijven en de betrokken regio's te verbeteren. Vooruitdenken, vooruitzien, vernieuwen en risico's nemen, zijn hierbij van cruciaal belang. Daarenboven kan vermeden worden dat gelijkaardig onderzoek op verschillende plaatsen wordt uitgevoerd, zonder dat er sprake is van enige samenwerking. Om er voor te zorgen dat de clustering een zo groot mogelijk draagvlak heeft, is het aangewezen dat dit groeit vanuit de betrokken actoren en dat de overheid hierin een ondersteunende en stimulerende rol op zich neemt. Het is als Vlaamse onderneming of kenniscentra niet eenvoudig om mee te spelen in het internationale gebeuren rond onderzoek en innovatie. Dergelijke samenwerkingsverbanden kunnen als opstap dienen en de drempel tot de internationale netwerken en projecten verlagen. Ook het Vlaams regeerakkoord ondersteunt deze visie. Daarin werd immers opgenomen dat men de kennistransfer tussen universiteiten, kenniscentra en bedrijven wil verzekeren. Hierbij wil de Vlaamse regering techno-startersprogramma's en spin-offs, in het bijzonder ook van bedrijven, ondersteunen en stimuleren. Deze clustering moet naast een samenwerking op het technologisch vlak ook een commerciële dimensie hebben. Het is niet voldoende dat het product geconcipieerd wordt. Het innovatieve product wordt voor een bedrijf immers pas rendabel als het ook succesvol gecommercialiseerd wordt. Anders zijn de middelen voor het onderzoek verloren. Daarom is de kennis van een bedrijf over de verschillende schakels in het traject van idee naar marktrijp product, medebepalend voor het al dan niet behouden van deze innovatieve projecten in het bedrijf. Federaal niveau Pleiten voor homogene bevoegdheidspakketten De versnipperde bevoegdheden hebben als gevolg dat er geen lijn is in de wetgeving terzake met als gevolg dat sommige stimulansen van de ene worden tenietgedaan door beperkingen van de andere. Fiscale maatregelen zijn nog steeds een federale aangelegenheid, terwijl subsidiëring behoort tot de gewesten. Zo zijn er de initiatieven van minister Verwilghen (Belgisch Topberaad Farmaresearch) en minister Moerman (Vlaams innovatiefonds en Odysseus-financiering voor toponderzoekers). Minister Vande Lanotte lanceerde echter in dezelfde periode ook het federaal innovatiefonds. Verwarring troef. Daarom pleiten we om alle bevoegdheden en middelen voor wetenschap, technologie en innovatie te bundelen, met name op het gewestelijke niveau. Dit zorgt er ook voor dat men een eigen strategisch beleid en een ondersteuningspakket kan uittekenen dat coherent en consistent is. Fiscale druk verlagen Het is geen geheim dat de belastingen en de hoge sociale bijdragen voor wetenschappers en onderzoekers een hinderpaal zijn t.o.v. andere landen. Één onderzoeker in België kost zoveel als een anderhalve onderzoeker in Frankrijk en twee onderzoekers in Spanje. België moet een aantrekkelijk land blijven om in te investeren. Ook hier moet de overheid maatregelen nemen om de fiscale lasten te verminderen. Op deze wijze moeten we concurrentieel blijven t.o.v. het buitenland. Snellere omzetting van Europese richtlijnen Er is nood aan een snellere omzetting van Europese richtlijnen. Dit leidt tot meer juridische zekerheid. Daarnaast mag men bij de omzetting naar Belgisch recht geen extra beperkingen gaat inlassen, want dit maakt de zaak enorm complex. Voor de sector wordt het dan bijzonder moeilijk om te werken. Conclusie Vlaanderen heeft reeds een lange traditie in de farmaceutische industrie en staat mee aan de wereldtop inzake O&O. Indien de verschillende niveaus geen specifieke maatregelen nemen voor deze sector, dreigt ze op termijn te verdwijnen. Als innovatieve onderzoeksresultaten niet verder kunnen ontwikkeld worden tot producten, gaan er heel veel jobs verloren en verliezen we onze internationale uitstraling. Daarom moet België, en Vlaanderen in het bijzonder, zich profileren als een farmaceutische regio en hiervoor een langetermijnvisie uitwerken. Alleen moet er niet gewacht totdat de sector dreigt te verdwijnen of te verhuizen. CD&V stelt daarom voor verschillende clusters op te starten die de kennis van bedrijven, universiteiten en kenniscentra samenbrengt om tot nog meer innovatieve producten te komen. Dit is echter niet voldoende. Zoals uit de enquête blijkt, moet deze sector dan ook gewaardeerd worden voor haar werk. Daarenboven moet Vlaanderen kunnen beschikken over meer bevoegdheden om de economische groei door middel van een grotere ondernemersdynamiek te bevorderen. Coherente bevoegdheidspakketten m.b.t. wetenschapsbeleid zijn eveneens een belangrijk instrument voor het tot stand brengen van een kwaliteitsvol en efficiënt bestuur samen met de financiële en fiscale autonomie. België en Vlaanderen moeten een gastvrij land zijn voor een sector die zwaar investeert in onderzoek en ontwikkeling en productie. Jo Vandeurzen Algemeen Voorzitter CV&V Koen Van den Heuvel Vlaams volksvertegenwoordiger Van je weet wel................... Een partij met Respect voor de Burger! Hoop doet leven................... Nog even geduld! CDenVer |
![]() |
#2 |
Berichten: n/a
|
![]() CDenVer wrote:
> "België zou een gastvrij land moeten zijn voor > bedrijven die zwaar investeren in productie, > onderzoek en ontwikkeling. Maar nu wordt > innovatie ontmoedigd", meent Olivier Daubry, > algemeen directeur België van de Britse > farmagroep GlaxoSmithKline (GSK). http://www.virusmyth.net/aids/index/azt.htm http://www.virusmyth.net/aids/data/dcazt.htm AZT: UNSAFE AT ANY DOSE? “At 1 year of age, the offspring of AZT-treated mice exhibited statistically significant, dose-dependent increases in tumor incidence and tumor multiplicity in the lungs, liver, and female reproductive organs...AZT is genotoxic in fetal mice and monkeys and is a moderately strong transplacental carcinogen in mice examined at 1 year of age.” Chemical Name: Azidothymidine Generic Name: Zidovudine Nick Name: AZT Brand Name: Retrovir ® (Retrovis ®) Manufacturer: Glaxo-SmithKline Uwe Hayek. -- To be controlled in our economic pursuits, is to be controlled in everything -- F.A.Hayek. Magna est veritas et praevalebit (great is truth, and shall prevail) -- Del Kennedy Government is not the solution, government is the problem. -- Ronald Reagan. Once a government is committed to the principle of silencing the voice of opposition, it has only one way to go, and that is down the path of increasingly repressive measures, until it becomes a source of terror to all its citizens and creates a country where everyone lives in fear. -- Harry S Truman (1884 - 1972), August 8, 1950 Wie het kleine niet eert, valt op negers. -- Karin Bloemen Ik geloof niet meer in Evolutie ! -- Huize Hayek te Heist. |