N-VA neemt het op voor de kleine voetbalclubs

[Politics.be]

Kris Van Dijck Vlaams Parlementslid De voorzitter van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, François De Keersmaecker, haalt in de Gazet van Antwerpen zwaar uit naar de N-VA. Zo zou de N-VA een politieke afrekening met Bert Anciaux hebben georganiseerd op de kap van de voetbalclubs. Niets is minder waar. De N-VA neemt het al jaren op voor de honderden kleine voetbalclubs in Vlaanderen, onder andere door als eerste het voorstel van de opleidingsvergoeding te lanceren (oktober 2003). Die vergoeding dient als compensatie voor de investering in de opleiding van de jonge speler. Met zulke opleidingsvergoeding worden de kleinere clubs dus beloond in plaats van gestraft voor hun goed jeugdbeleid.

Daarnaast stemden we volop in met de plannen van minister Anciaux om te investeren in de jeugdopleiding en het opleidingsfonds. Dit kan echter enkel onder de voorwaarden zoals geformuleerd in de unaniem goedgekeurde parlementsmotie van 21 maart 2005. Dezelfde principiële houding nemen we trouwens ook aan in het dossier over de nieuwe voetbalstadions. Voor wat, hoort wat! Kortom, zolang de KBVB halsstarrig blijft weigeren om zich aan te passen aan de federale staatsstructuren komt ze niet in aanmerking voor Vlaamse subsidies. De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) heeft nog steeds geen Vlaamse en Franstalige vleugel. Nochtans is sport een bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap (in Vlaanderen) en van de Franse Gemeenschap (in Wallonië). De KBVB blijft daarmee als bijna enige ongesplitste sportbond over. In andere sporttakken is de opsplitsing nochtans een groot succes. Ook op sportief vlak. Denken we maar aan de Vlaamse Tennisvereniging, de Vlaamse Judofederatie, de Vlaamse Volleybalbond enzovoort. De top van de KBVB wil daar echter niet van weten. Zij wil alle macht zelf in handen houden. Met als gevolg dat de KBVB géén subsidies krijgt van de Vlaamse overheid. Daardoor gaan er voor het voetbal jaarlijks honderdduizenden euro verloren. Dat geld kan nochtans goed gebruikt worden om onze voetbalclubs te steunen. De top van de KBVB gijzelt zo haar Vlaamse leden en clubs die verstoken blijven van Vlaamse subsidies. Waarom kan de KBVB niet wat de anderen wel kunnen? Daarenboven verandert een opsplitsing van de KBVB niets aan de voetbalcompetitie. Die blijft overal zoals ze nu is, net zoals er vandaag ook nog steeds een Belgische basket- en volleybalcompetitie is, niettegenstaande die sportfederaties gesplitst zijn. De wijze waarop competities georganiseerd worden, heeft niks met de structuren van de sportfederaties te maken. En net zoals België bijvoorbeeld meespeelt in de Fedcup tennis, zal ook de nationale voetbalploeg gewoon verder blijven bestaan. Met een Vlaamse Voetbalfederatie kan het Vlaams sportbeleid veel beter inspelen op de behoeften van de Vlaamse clubs én krijgen onze clubs eindelijk subsidies. Daarenboven kunnen wij als Vlamingen voortaan ook zélf beslissingen nemen wanneer we het niet eens zijn met de Franstaligen. Bovendien beweert de bondsvoorzitter in datzelfde kranteninterview dat de splitsing alleen maar geld kost; meer dan dat het opbrengt. Hij heeft daarover een studie laten maken. Jeugdopleidingen, opleidingsfonds, bouw stadions, subsidies, enzovoort: het is allemaal minder dan wat een splitsing zou kosten. Rare jongens daar aan de Houba de Strooperlaan.

Bron: politics.be