Brusselse regering : Is het toeval dat de enige sportploegen waarvan de Federatie nog

[Politics.be]

De enige twee ploegsporten die zich gekwalificeerd hebben voor de Olympische Spelen in Peking zijn voetbal en hockey: niet toevallig twee ploegen waarvan de Federatie nog nationaal is”. Dat antwoordde Brussels minister Guy Vanhengel op een interpellatie in het Brussels parlement van Brigitte De Pauw, en Marie-Paul Quix over de gevolgen voor Brussel van de splitsing van de Koninklijke Voetbalbond. "Brusselse clubs zullen een onnatuurlijke keuze moeten maken".


Ziehier het volledig antwoord:
De waarden van de sport zijn universeel en passen niet in het linguïstische plaatje: het is niet aan de sportlui om zich aan te passen aan de politici, maar omgekeerd. En een splitsing is uiteraard een mes dat aan twee kanten snijdt, aangezien het gewest dat over meer financiële middelen beschikt, ook betere opleidingen zal kunnen bieden dan het gewest dat minder geld heeft.

Voor de Brusselse ploegen zal zich in het scenario van een Vlaamse en Waalse liga, dus een keuze opdringen voor een Vlaamse of Waalse competitie. Dit terwijl de commerciële en sportieve organisatie van de ploegen én de samenstelling van de supporters niet gebonden is aan een taal of gemeenschap. De Brusselse clubs zullen dus een voor hen ‘onnatuurlijke’ keuze moeten maken. Hetzelfde geldt voor het voetbal op lager niveau en het jeugdvoetbal. De samenstelling en werking van deze voetbalploegen is vaak taalgemengd. Het ligt bijzonder moeilijk en gevoelig om de lagere competities en het jeugdvoetbal in Brussel een keuze voor één gemeenschap op te leggen.

Het kleiner maken van de Belgische competitie in een Waalse en Vlaamse liga zal op sportief en commercieel vlak zeker geen heilzame invloed hebben op de kwaliteit van het voetbal. Integendeel, om het Belgisch voetbal op Europees en internationaal vlak meer competitief te maken gaan oplossingen eerder in de richting van schaalvergroting.

Kijk maar naar de Welshman, sinds ze een eigen competitie organiseren, hoor je niet meer over hen spreken.

Reden daarvoor:
*

Op het zakelijk vlak heeft enkel schaalvergroting een positieve invloed (bv. sponsoring)
*
Op sportief vlak stijgt met een grote competitie – in de zin van geografisch groter – de kans op een sterke tegenstander. Wekelijks aantreden tegen sterke tegenstanders zal een positieve invloed hebben op het technisch spelpeil, de snelheid van uitvoering, het fysiek vermogen van de spelers, de tactische concepten, de professionalisering van de clubs…

De huidige investeringen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap in infrastructuur en werking van de Brusselse sportwereld is tot op heden minimaal. Geen wonder dat het Brussels Gewest de laatste jaren steeds vaker haar noodzakelijke verantwoordelijkheid nam in dossiers als het Heizelstadion, de jeugdinfrastructuur van Sporting Anderlecht en FC Brussels en tal van andere disciplines en clubs.

In haar interpellatie stelt mevrouw De Pauw dat de Vlaamse voetballiga zal beschikken over 5,5 miljoen EUR steun van de Vlaamse Gemeenschap. 2 miljoen EUR voor de liga zelf en 3,5 miljoen euro verdeeld via andere kanalen voor o.m. de jeugdwerking.

Voor 2008 heeft de regering van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest iets meer dan 4,3 miljoen EUR vrijgemaakt om de opleiding van jonge sportbeoefenaars in de voetbalclubs van de hoofdstad te ondersteunen. Een bijkomende financiële steun van 830.000 EUR is bovendien voorzien voor de amateursportclubs, en dit binnen alle sportdisciplines.


Het initiatief van onze Brusselse regering bestaat erin elk jaar een enveloppe van minstens 3,5 miljoen EUR hieraan te besteden. Deze bedragen moeten de grote Brusselse voetbalclubs in staat stellen om hun opleidingsinfrastructuur uit te bouwen of te verbeteren, maar zullen ook de amateurclubs (binnen alle sportdisciplines) helpen om hun omkadering te verbeteren en nieuwe sportuitrusting aan te schaffen voor de jongeren.

In totaal hebben al 127 amateurclubs (in 2006 en 2007) van deze gewestelijke hulp genoten.
Sommige politieke verantwoordelijken spelen het spel graag hard en zijn zelfs niet vies van enige “druk”. De Vlaamse minister voor sport grijpt de regelgeving, waarvoor hij verantwoordelijk is, aan om te zeggen dat hij niet mag of kan subsidiëren zonder te werken via een Vlaamse federatie... Hij zegt zelfs letterlijk dat er ruimte is voor grote dossiers (waaronder een stadion) voor Brussel... maar dan moet er wel eerst een Vlaamse voetballiga komen.

Mag ik erop wijzen dat deze steun en de bouw van een multifunctioneel stadion los van mekaar staan: de budgetten behoren niet tot dezelfde bevoegdheidsposten in de Vlaamse regering.

Voor het amateur- en het jeugdvoetbal is de aangekondigde financiële steun vanuit de Vlaamse Gemeenschap alvast niet astronomisch. Indien het Belgisch voetbal en de bond zich wensen te professionaliseren, dan zal dit niet voornamelijk met overheidssteun zijn maar met meer aandacht voor commerciële synergie en professionalisering van het eigen beleid.

Op de vraag welke oplossing ik kan aandragen, kan ik maar één zinnig antwoord geven: er is nog niets beslist. Het is de politieke interventie die een probleem schept. De relatie tussen de Nederlandstaligen en Franstaligen op het terrein is goed.










Bron: politics.be