![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Persmededelingen In dit forum kun je discussiëren over persmededelingen die verschenen zijn op onze portaalsite. Persmededelingen kunnen ons steeds via dit adres worden toegestuurd. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Redactie
Geregistreerd: 27 november 2004
Berichten: 28.704
|
![]() Bij de voorstelling van haar jaarlijkse bilan geeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) een quotering ‘voldoende’ aan de nucleaire sectoren. Echter, niet zonder het belang te beklemtonen van een doorgedreven, onafgebroken aandacht voor veiligheid en meer bepaald veiligheidscultuur in al die sectoren waar het gebruik van ioniserende straling of van radioactieve stoffen op een of andere manier een toepassing kent. In 2008 noteerde het FANC in de grote nucleaire installaties (klasse 1) 8 voorvallen die op INESniveau 1 werden ingedeeld. Het ging daarbij voornamelijk om technische defecten. Ze hadden geen radiologische impact en konden alle snel worden opgelost.
Het IRE incident van augustus 2008 werd op INESniveau 3 ingedeeld. Onder meer dit incident toont aan hoe cruciaal een goede veiligheidscultuur en duidelijke procedures zijn om problemen te voorkomen - naast de louter technische vereisten. Nucleaire centrales hebben op dit vlak al een weg afgelegd: de centrale van Tihange kreeg na een internationale inspectie door een OSART/IAEA team goede punten voor haar ondernomen verbeteracties op dit vlak. De voorbereiding is gestart voor een gelijkaardige OSART inspectie in de centrale van Doel en die zal doorgaan in 2010. Onder sterke impuls van het Agentschap worden ook de andere sectoren zich steeds meer bewust van mogelijke risico’s en dus van het belang van een doorgedreven veiligheid en veiligheidscultuur bij het hanteren bronnen van ioniserende straling om deze te voorkomen. Medisch personeel, artsen en werknemers in industrie of transport zijn zich veelal nog onvoldoende bewust van de risico’s en verplichtingen bij het uitvoeren van hun taken als daarbij bronnen van ioniserende straling op een af andere manier worden gemanipuleerd. Om een betere bescherming te realiseren heeft het FANC, naast het ontwikkelen van aangepaste wetgeving en richtlijnen, een hele reeks aanvullende initiatieven ontwikkeld. Zo bvb. organiseerde het Agentschap in het voorbije jaar opleidingen voor medisch personeel en vervoerders van radioactieve stoffen. Dit doet zij in bepaalde gevallen ook naar het personeel in een aantal niet-nucleaire sectoren, zoals voor de civiele bescherming, of het personeel van de klassieke afval - en recyclage-industrie, waar via meetpoorten eventueel aanwezige radioactieve bronnen gedetecteerd kunnen worden in een aangevoerde vracht. Twee rondetafelconferenties met de medische sector waren de start voor de invoering van een structurele melding van incidenten in de radiotherapie. Via overleg met verschillende overheden, arbeidsgeneesheren en vakbonden wil het FANC een centraal en ook voor elke werknemer en –gever toegankelijk dosimetrienetwerk realiseren. Via dit netwerk kan het FANC van haar kant gevoelige risicogroepen beter in kaart brengen en zo een gericht beschermingsbeleid uitwerken. Het Agentschap organiseerde een grootschalige inspectiecampagne bij 40 klasse II inrichtingen waar hoge dosistempi kunnen optreden, zoals cyclotrons voor de productie van medische isotopen of bestralingsinstallaties voor onderzoek. Op basis van de resultaten daarvan heeft het FANC een voorstel geformuleerd om hen strengere voorwaarden op te leggen. Proactief optreden is een speerpunt, maar niet het enige. De garantie op een objectieve en onafhankelijke controle van de nucleaire sector heeft het FANC vorig jaar versterkt met de oprichting van een filiaal, Bel V en de integratie daarin van het personeel van het vroegere erkende controleorganisme AVN. Een geïntegreerde inspectie en controleplan is het resultaat. Tijdens de 3-jaarlijkse vergadering beoordeelden de verdragsluitende landen van het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid in Wenen, op basis van een peer review, deze integratie als een voorbeeld van goede praktijk inzake de verbetering van de controlepositie van de overheid. Werden in diezelfde peer review onder meer als goede praktijk bestempeld: het door het FANC toegepaste systeem van periodieke veiligheidsherzieningen en het gehanteerde systeem van ervaringsuitwisseling m.b.t. de exploitatie, de opvolging ervan door Bel V en het feit dat het FANC beschikt over een wettelijke mogelijkheid om veiligheidsanalyses aan de exploitant te vragen. Naast veiligheid en veiligheidscultuur, wordt sinds 9/11 internationaal toenemend belang gehecht aan de fysieke beveiliging van de kerncentrales en –installaties tegen de dreiging van bvb. terrorisme. Het FANC neemt in dit kader de nodige regelgevende maatregelen en staat de uitbaters en vervoerders bij om de beveiliging van hun activiteiten te verbeteren. Daartoe zette ze twee rondetafels op over de definiëring van de vitale zones in de nucleaire sector en een workshop over de preventie van aanvallen met explosieven op een installatie en over de middelen via dewelke de aanwezigheid ervan kan gedetecteerd worden. Samen met OCAM (Coördinatieorgaan voor de Analyse van de Dreiging) werd in 2008 voor het eerst in België deze dreiging voor onze installaties geëvalueerd en mogelijke risicoscenario’s geïdentificeerd. Deze resultaten zullen de basis vormen voor de exploitanten om de juiste beveiligingsmaatregelen te treffen om elke mogelijke kwaadwillige handeling te voorkomen. Een ander actieterrein op vlak van beveiliging is de systematische screening van alle personeel dat beroepshalve en kortstondig toegang moet kunnen hebben tot nucleaire installaties. Het FANC leverde voor hen in 2008 9383 veiligheidsattesten af. Tenslotte nog dit: het is niet de vos die de passie preekt: FANC behaalde in 2008 het ISO 9001-2000 certificaat. Een greep uit de gebeurtenissen in 2008 IRE en andere nucleaire basisinrichtingen Tijdens het weekend van 22 augustus 2008 ontstond een incident bij het IRE. Het incident werd laattijdig gemeld en gaf aanleiding tot het instellen van het Noodplan in de onmiddellijke nabijheid van de installatie, op vraag van het FANC. De oorzaak van dit incident, zo bleek achteraf, lag bij het overpompen van vloeibaar afval uit 3 kleine kuipen naar een grote kuip, waarbij de vermenging van verschillende soorten afval (een) onverwachte chemische reactie(s) uitlokte. Tijdens het incident kwam enkel jodium-131 vrij en geen andere isotopen. Het Agentschap heeft het IRE een strikt actieplan opgelegd en volgt de uitvoering daarvan van nabij op. Het Agentschap vervult een belangrijke rol in het nucleair Noodplan, dat door het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken wordt aangestuurd. Bijvoorbeeld nam het FANC tijdens het IRE incident het voorzitterschap waar van en participeerde met haar intern crisisteam actief in de evaluatie-, meet - en informatiecellen van het Crisiscentrum, Samen met het Crisiscentrum had het FANC preventieve voorzorgsmaatregelen afgekondigd. Een intensieve meetcampagne in het milieu rond de site van Fleurus heeft getoond dat er geen noemenswaardige besmetting is opgetreden. Bovendien werden schildkliermetingen vlak na het opheffen van de crisissituatie bij de omwonende uitgevoerd, waaronder vooral kinderen en (zwangere) vrouwen, die eveneens aantoonden dat er geen besmetting bij de bevolking werd veroorzaakt tijdens het incident.. TELERAD gaf geen alarm voor de uitstoot van jodium-131 tijdens dit incident, een isotoop met een halfwaarde tijd van 8 dagen. Een onmiddellijk ingeschakeld mobiel meetstation bevestigde de metingen van de vaste meetbakens. Er was geen piekuitstoot, maar een continue lozing van een laag gehalte aan I-131. Het gevreesde risico was een mogelijk contaminatie op langere termijn van de groenten en het fruit in de omliggende tuinen als gevolg van een opstapeling van deze isotoop. Om dit op te volgen werden toen onder meer grasstalen genomen. De daarin aangetroffen gehalten hebben aanleiding gegeven tot het inschakelen van het Crisiscentrum, met de bedoeling voorzorgsmaatregelen voor de omwonenden te treffen. In 2008 klasseerde het Agentschap in de nucleaire centrales en nucleaire basisinstallaties 8 voorvallen op niveau 1 van de INESclassificatie d.w.z. dat deze geen enkele radiologische impact hadden (INES is een internationaal beoordelingssysteem voor voorvallen in de nucleaire centrales en installaties). Het incident bij het IRE in Fleurus kreeg een INES-3 classificatie. Het incident heeft geen noemenswaardig radiologische impact gehad op de bevolking of het leefmilieu. De medische sector In de medische sector signaleert het FANC 2 aandachtspunten. Enerzijds is het vermijden van onnodige blootstelling van de patiënt, die, als gevolg van enkele opeenvolgende diagnostische radiologische onderzoeken over een jaar, onbewust aan een cumulatie van (hoge)doses kan worden blootgesteld. Toepassing van het ALARA-principe (as Low As Reasonably Achievable) en het functionaliteitprincipe (indien medisch nodig en verantwoord) moet primeren om onnodige blootstelling te vermijden. Kinderen en zwangere vrouwen blijven hier een zeer gevoelige doelgroep. Anderzijds wordt er werk gemaakt van het beperken van het radiologisch blootstellingrisico in de betrokken diensten en de notificatie over voorvallen: deze thema’s maakten beide deel uit van twee rondetafels die vorig jaar met de radiotherapiesector werden georganiseerd om de toepassing van goede praktijken te bevorderen. In dit verband heeft het FANC een aantal studies gefinancierd die een beter inzicht moeten geven in de dosis-effect relatie. Het FANC voerde eveneens een regularisatiecampagne naar de tandartsen die radiologische apparatuur gebruiken. Zij moeten hiervoor beschikken over een exploitievergunning, die de veilige installatie van het röntgenapparaat garandeert, en over een gebruikersvergunning, via dewelke de tandarts aantoont over voldoende kennis te beschikken voor een veilige aanwending. Als gevolg van deze campagne hebben zich intussen ruim 90% van de tandartsen in regel gesteld. Sinds december 2008 is er een bijkomende verplichting om de stralingsfysica van de gebruikte toestellen te controleren, het is immers gebleken dat de vrijgekomen doses, zeker bij slecht onderhouden of -ingestelde toestellen, niet altijd gekend is, wat een onverantwoord risico voor patiënt en tandarts kan betekenen. Een andere regularisatiecampagne werd gestart in 2008 bij de dierenartsen. Na bevraging bleek er een 1000-tal kabinetten gebruiker te zijn van röntgenapparatuur. Soms gebruiken zij tweedehandstoestellen afkomstig uit de humane geneeskunde. Om het stralingsbeschermingsniveau bij dierenartsen te verhogen heeft het FANC richtlijnen uitgewerkt, waaraan de toestellen moeten voldoen. Verder werden in 2008 een aantal opleidingen voor dierenartsen aangeboden door het Agentschap of i.s.m. de universiteiten Nucleaire transporten Het FANC ontving in 2008 55000 meldingen van nucleaire transporten. 90% daarvan betreft het vervoer voor medische of industriële toepassingen., 10% van de transporten is gebonden aan de nucleaire brandstofcyclus. Tijdens het jaar 2008 werden verschillende grondige opvolgingsacties opgestart naar aanleiding van incidenten en meldingen. Het Agentschap voerde een doorgedreven audit uit bij de vervoersonderneming betrokken bij het collo dat in Waver onbeheerd werd aangetroffen, Het FANC legde een omvangrijk actieplan op aan het betrokken bedrijf en volgt de realisatie ervan van nabij op.. Er waren ook verschillende inspecties op de luchthaven naar aanleiding van incidenten met colli met radioactieve stoffen: o.a. beschadigde colli, gebrekkige of foute etikettering, en een aantal gevallen waarbij colli werden verloren gemeld met mogelijke implicatie van de afhandelingmaatschappij op de luchthaven. In alle gevallen werden de verloren gemelde colli met enige vertraging teruggevonden en bleken routing fouten op buitenlandse luchthavens aan de basis van het verlies te liggen. In één enkel geval leidde een foute codering op het collo door een Belgische afzender tot de aflevering bij een verkeerde bestemmeling. De klacht van een ex-werknemer bij een constructiebedrijf voor de bouw van verpakkingen voor het vervoer en de opslag van bestraalde splijtstof ( o.a. voor de kerncentrale van Doel) en hoog actief afval, leidde tot een grootschalig onderzoek door de deskundigen van het Agentschap in samenwerking met het Luikse parket. Niettegenstaande blijft de veiligheid van de colli verzekerd, in ‘t bijzonder deze met bestraalde splijtstof die in Doel zijn opgeslagen. De wetgeving over in- en uitvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtsof werd goedgekeurd door de Ministerraad in 2008, is in voege sinds 27 april 2009, conform de EURATOM richtlijn ter zake. Fysieke beveiliging: Waarborgen (safeguards) De nucleaire activiteiten op het Belgische grondgebied worden ook aan internationale controles onderworpen en hebben als doel de proliferatie van kernwapens tegen te gaan. De internationale inspecteurs van Euratom ( cfr.Euratom Verdrag) en deze van de IAEA ( cfr. Non-proliferatie Verdrag ) worden tijdens hun inspecties aan onze nucleaire installaties opgevolgd en begeleid door nucleaire inspecteurs van het Agentschap. Via een aanvullend protocol beschikken IAEA-inspecteurs nu over meer bevoegdheden, om bvb. clandestiene nucleaire activiteiten op te sporen op nationaal grondgebied. In de loop van dit jaar is voorzien dat beide waarborgovereenkomsten in elkaar overvloeien tot een systeem van ‘Integrated safeguards’, wat het aantal inspecties op termijn kan verminderen. De internationale controles op de spijtstoffen blijven een belangrijke opdracht van het Agentschap, die ook in de toekomst gehandhaafd blijft. Het aantal mandagen(233 in 2008) dat hieraan wordt besteed werd geeft een gepaste maatstaf voor de omvang van de internationale inspecties in de Belgische nucleaire installaties. . Natuurlijke straling Blootstelling aan ioniserende straling is in België hoofdzakelijk afkomstig van de medische sector (43%) en van de natuurlijke straling,d.w.z. afkomstig uit de kosmos en de bodem (49%). Wat deze kosmische straling betreft heeft het FANC haar acties in 2008 gericht op de luchtvaartsector: daar blijkt na onderzoek dat 2/3 van het vliegend personeel blootgesteld is aan een jaarlijkse dosis die groter is dan 1mSV (millisievert). Een analoge actie in de industrie toonde geen overschrijdingen. De meerjarencampagne die het FANC startte in de voor radon risicogevoelige gebieden in het zuidelijk en meer bepaald zuidoostelijk deel van ons land begint haar vruchten af te werpen. Een blootstelling op lange termijn van een gemeten radongehalte boven 400 Bq/m³ (becquerel per kubieke meter in de binnenlucht) verhoogt het risico op longkanker met 60%. De campagne beoogt om alle betrokkenen te sensibiliseren omtrent de risico’s van radon, en informeert over de wijze waarop het risico kan vermeden worden. Steeds meer gezinnen (564 tijdens de laatste campagne) laten het radongehalte meten in hun woning. Aannemers en architecten uit de regio volgen de opleidingen georganiseerd door het FANC over technieken om radoninfiltratie in gebouwen te voorkomen of te remediëren en lokale, provinciale en gewestelijke overheden nemen ondersteunende initiatieven. Via de FANC website staan kaarten met de radongehaltes per gemeente ter beschikking alsook allerlei nuttige informatie en contacten. Het blijft echter belangrijk de radonconcentraties te meten: de situatie verschilt immers sterk van gebouw tot gebouw. FANC volgt ook de straling in het milieu op via haar TELERADmeetnet. Dit netwerk van 212 meetpunten over het gehele land werd vorig jaar aangevuld met 24 mobiele meetstations die het bestaande netwerk kunnen versterken bij noodsituaties, zoals gebeurde tijdens het IREincident.. TELERAD genereerde vorig jaar 94 alarmen. Oorzaken waren van technische en natuurlijke oorsprong, of anders betrof het aangekondigde lozingen/ transporten. De analyses van (drink)water en voedsel toonden vorig jaar geen anomalieën die ingrijpen noodzakelijk maakten. Radioactief afval De toepassingen van ioniserende bronnen dateert ook in België al enkele decennia. Het uit deze toepassingen gegenereerde radioactief afval moet uiteraard een veilige eindbestemming krijgen. Het kortlevend, laag- en middelactief radioactief afval – categorie A- zal in een oppervlakteberging worden geborgen door NIRAS. FANC stelt richtlijnen op voor de toekomstige berging en bereidt een specifieke reglementering voor. Het heeft in dit verband ook studies van het NIRAS geëvalueerd m.b.t. het ontwerp en de veiligheidsbenadering van de installatie en opmerkingen voor bijsturing aan NIRAS bezorgd. Het overgemaakte voorbereidend project loopt nog tot 2010, dan voorziet NIRAS haar vergunningsaanvraag in te dienen bij het FANC. Voor het hoogactief, langlevend radioactief afval –categorie B&C- moet de regering nog een beslissing nemen over de wijze van berging. FANC is gestart met het uitwerken van een leidraad met de vereiste elementen waaraan het Afvalplan dat NIRAS zal uitwerken, moet voldoen. België heeft het Gezamenlijk Verdrag betreffende de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en op het gebied van de veiligheid van het beheer van radioactief afval ondertekend. In dat kader moet elk land verplicht om de drie jaar een verslag overmaken waarin het aangeeft hoe het uitvoering zal geven aan dit verdrag. Dit verslag wordt vervolgens aan een peer review onderworpen en besproken in verschillende debatten besproken. Onder meer het feit dat het NIRAS een Nationaal Afvalplan voor het beheer op lange termijn van radioactief afval voorbereidt, de betrokkenheid van het publiek daarbij, het feit dat er een specifieke wetgeving voor de definitieve opslag, de recyclage van metalen en beton afkomstig van de ontmanteling is voorzien en tenslotte ook het protocol dat FANC, NIRAS en de betrokken beroepsfederaties afsloten m.b.t. het beheer van radioactieve materialen in de niet –nucleaire sector, werden allen geïdentificeerd als goede praktijken. Andere. Naast de continue opdrachten waren er vorig jaar ook een aantal actualiteit- en lopende dossiers. Zo bvb. de bijstand van het Agentschap aan het parket bij de ontmanteling van de gecrashte Boeing Kallita. Na een melding door de Franse overheden spoorde het FANC mogelijk in België aanwezige besmette liftknoppen op afkomstig van het Franse bedrijf MAFELEC. Daarbij werd na een intensieve zoekactie gelukkig in België slechts 1 besmette knop aangetroffen en verwijderd. RABA’s (radioactieve bliksemafleiders) zijn sinds 1985 verboden in ons land. Het verwijderen ervan is verplicht en wordt door het FANC opgevolgd en gecoördineerd. Voor de opsporing werkt het Agentschap samen met de verschillende parketten en de Dienst Leefmilieu van de Federale Politie. Momenteel zijn bijna 4000 plaatsen gelokaliseerd waar radioactieve bliksemafleiders aanwezig waren/zijn. 3100 daarvan werden intussen verwijderd en door NIRAS opgenomen als radioactief afval. Personal Contacts: Mrs. Karina De Beule Phone: 0475/480598 Email: [email protected] URLs * http://www.fanc.fgov.be/jaarverslag Veiligheidsdenken in nucleaire sectoren speerpunt controlebeleid FANC Bij de voorstelling van haar jaarlijkse bilan geeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) een quotering ‘voldoende’ aan de nucleaire sectoren. Echter, niet zonder het belang te beklemtonen van een doorgedreven, onafgebroken aandacht voor veiligheid en meer bepaald veiligheidscultuur in al die sectoren waar het gebruik van ioniserende straling of van radioactieve stoffen op een of andere manier een toepassing kent. In 2008 noteerde het FANC in de grote nucleaire installaties (klasse 1) 8 voorvallen die op INESniveau 1 werden ingedeeld. Het ging daarbij voornamelijk om technische defecten. Ze hadden geen radiologische impact en konden alle snel worden opgelost. Het IRE incident van augustus 2008 werd op INESniveau 3 ingedeeld. Onder meer dit incident toont aan hoe cruciaal een goede veiligheidscultuur en duidelijke procedures zijn om problemen te voorkomen - naast de louter technische vereisten. Nucleaire centrales hebben op dit vlak al een weg afgelegd: de centrale van Tihange kreeg na een internationale inspectie door een OSART/IAEA team goede punten voor haar ondernomen verbeteracties op dit vlak. De voorbereiding is gestart voor een gelijkaardige OSART inspectie in de centrale van Doel en die zal doorgaan in 2010. Onder sterke impuls van het Agentschap worden ook de andere sectoren zich steeds meer bewust van mogelijke risico’s en dus van het belang van een doorgedreven veiligheid en veiligheidscultuur bij het hanteren bronnen van ioniserende straling om deze te voorkomen. Medisch personeel, artsen en werknemers in industrie of transport zijn zich veelal nog onvoldoende bewust van de risico’s en verplichtingen bij het uitvoeren van hun taken als daarbij bronnen van ioniserende straling op een af andere manier worden gemanipuleerd. Om een betere bescherming te realiseren heeft het FANC, naast het ontwikkelen van aangepaste wetgeving en richtlijnen, een hele reeks aanvullende initiatieven ontwikkeld. Zo bvb. organiseerde het Agentschap in het voorbije jaar opleidingen voor medisch personeel en vervoerders van radioactieve stoffen. Dit doet zij in bepaalde gevallen ook naar het personeel in een aantal niet-nucleaire sectoren, zoals voor de civiele bescherming, of het personeel van de klassieke afval - en recyclage-industrie, waar via meetpoorten eventueel aanwezige radioactieve bronnen gedetecteerd kunnen worden in een aangevoerde vracht. Twee rondetafelconferenties met de medische sector waren de start voor de invoering van een structurele melding van incidenten in de radiotherapie. Via overleg met verschillende overheden, arbeidsgeneesheren en vakbonden wil het FANC een centraal en ook voor elke werknemer en –gever toegankelijk dosimetrienetwerk realiseren. Via dit netwerk kan het FANC van haar kant gevoelige risicogroepen beter in kaart brengen en zo een gericht beschermingsbeleid uitwerken. Het Agentschap organiseerde een grootschalige inspectiecampagne bij 40 klasse II inrichtingen waar hoge dosistempi kunnen optreden, zoals cyclotrons voor de productie van medische isotopen of bestralingsinstallaties voor onderzoek. Op basis van de resultaten daarvan heeft het FANC een voorstel geformuleerd om hen strengere voorwaarden op te leggen. Proactief optreden is een speerpunt, maar niet het enige. De garantie op een objectieve en onafhankelijke controle van de nucleaire sector heeft het FANC vorig jaar versterkt met de oprichting van een filiaal, Bel V en de integratie daarin van het personeel van het vroegere erkende controleorganisme AVN. Een geïntegreerde inspectie en controleplan is het resultaat. Tijdens de 3-jaarlijkse vergadering beoordeelden de verdragsluitende landen van het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid in Wenen, op basis van een peer review, deze integratie als een voorbeeld van goede praktijk inzake de verbetering van de controlepositie van de overheid. Werden in diezelfde peer review onder meer als goede praktijk bestempeld: het door het FANC toegepaste systeem van periodieke veiligheidsherzieningen en het gehanteerde systeem van ervaringsuitwisseling m.b.t. de exploitatie, de opvolging ervan door Bel V en het feit dat het FANC beschikt over een wettelijke mogelijkheid om veiligheidsanalyses aan de exploitant te vragen. Naast veiligheid en veiligheidscultuur, wordt sinds 9/11 internationaal toenemend belang gehecht aan de fysieke beveiliging van de kerncentrales en –installaties tegen de dreiging van bvb. terrorisme. Het FANC neemt in dit kader de nodige regelgevende maatregelen en staat de uitbaters en vervoerders bij om de beveiliging van hun activiteiten te verbeteren. Daartoe zette ze twee rondetafels op over de definiëring van de vitale zones in de nucleaire sector en een workshop over de preventie van aanvallen met explosieven op een installatie en over de middelen via dewelke de aanwezigheid ervan kan gedetecteerd worden. Samen met OCAM (Coördinatieorgaan voor de Analyse van de Dreiging) werd in 2008 voor het eerst in België deze dreiging voor onze installaties geëvalueerd en mogelijke risicoscenario’s geïdentificeerd. Deze resultaten zullen de basis vormen voor de exploitanten om de juiste beveiligingsmaatregelen te treffen om elke mogelijke kwaadwillige handeling te voorkomen. Een ander actieterrein op vlak van beveiliging is de systematische screening van alle personeel dat beroepshalve en kortstondig toegang moet kunnen hebben tot nucleaire installaties. Het FANC leverde voor hen in 2008 9383 veiligheidsattesten af. Tenslotte nog dit: het is niet de vos die de passie preekt: FANC behaalde in 2008 het ISO 9001-2000 certificaat. Een greep uit de gebeurtenissen in 2008 IRE en andere nucleaire basisinrichtingen Tijdens het weekend van 22 augustus 2008 ontstond een incident bij het IRE. Het incident werd laattijdig gemeld en gaf aanleiding tot het instellen van het Noodplan in de onmiddellijke nabijheid van de installatie, op vraag van het FANC. De oorzaak van dit incident, zo bleek achteraf, lag bij het overpompen van vloeibaar afval uit 3 kleine kuipen naar een grote kuip, waarbij de vermenging van verschillende soorten afval (een) onverwachte chemische reactie(s) uitlokte. Tijdens het incident kwam enkel jodium-131 vrij en geen andere isotopen. Het Agentschap heeft het IRE een strikt actieplan opgelegd en volgt de uitvoering daarvan van nabij op. Het Agentschap vervult een belangrijke rol in het nucleair Noodplan, dat door het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken wordt aangestuurd. Bijvoorbeeld nam het FANC tijdens het IRE incident het voorzitterschap waar van en participeerde met haar intern crisisteam actief in de evaluatie-, meet - en informatiecellen van het Crisiscentrum, Samen met het Crisiscentrum had het FANC preventieve voorzorgsmaatregelen afgekondigd. Een intensieve meetcampagne in het milieu rond de site van Fleurus heeft getoond dat er geen noemenswaardige besmetting is opgetreden. Bovendien werden schildkliermetingen vlak na het opheffen van de crisissituatie bij de omwonende uitgevoerd, waaronder vooral kinderen en (zwangere) vrouwen, die eveneens aantoonden dat er geen besmetting bij de bevolking werd veroorzaakt tijdens het incident.. TELERAD gaf geen alarm voor de uitstoot van jodium-131 tijdens dit incident, een isotoop met een halfwaarde tijd van 8 dagen. Een onmiddellijk ingeschakeld mobiel meetstation bevestigde de metingen van de vaste meetbakens. Er was geen piekuitstoot, maar een continue lozing van een laag gehalte aan I-131. Het gevreesde risico was een mogelijk contaminatie op langere termijn van de groenten en het fruit in de omliggende tuinen als gevolg van een opstapeling van deze isotoop. Om dit op te volgen werden toen onder meer grasstalen genomen. De daarin aangetroffen gehalten hebben aanleiding gegeven tot het inschakelen van het Crisiscentrum, met de bedoeling voorzorgsmaatregelen voor de omwonenden te treffen. In 2008 klasseerde het Agentschap in de nucleaire centrales en nucleaire basisinstallaties 8 voorvallen op niveau 1 van de INESclassificatie d.w.z. dat deze geen enkele radiologische impact hadden (INES is een internationaal beoordelingssysteem voor voorvallen in de nucleaire centrales en installaties). Het incident bij het IRE in Fleurus kreeg een INES-3 classificatie. Het incident heeft geen noemenswaardig radiologische impact gehad op de bevolking of het leefmilieu. De medische sector In de medische sector signaleert het FANC 2 aandachtspunten. Enerzijds is het vermijden van onnodige blootstelling van de patiënt, die, als gevolg van enkele opeenvolgende diagnostische radiologische onderzoeken over een jaar, onbewust aan een cumulatie van (hoge)doses kan worden blootgesteld. Toepassing van het ALARA-principe (as Low As Reasonably Achievable) en het functionaliteitprincipe (indien medisch nodig en verantwoord) moet primeren om onnodige blootstelling te vermijden. Kinderen en zwangere vrouwen blijven hier een zeer gevoelige doelgroep. Anderzijds wordt er werk gemaakt van het beperken van het radiologisch blootstellingrisico in de betrokken diensten en de notificatie over voorvallen: deze thema’s maakten beide deel uit van twee rondetafels die vorig jaar met de radiotherapiesector werden georganiseerd om de toepassing van goede praktijken te bevorderen. In dit verband heeft het FANC een aantal studies gefinancierd die een beter inzicht moeten geven in de dosis-effect relatie. Het FANC voerde eveneens een regularisatiecampagne naar de tandartsen die radiologische apparatuur gebruiken. Zij moeten hiervoor beschikken over een exploitievergunning, die de veilige installatie van het röntgenapparaat garandeert, en over een gebruikersvergunning, via dewelke de tandarts aantoont over voldoende kennis te beschikken voor een veilige aanwending. Als gevolg van deze campagne hebben zich intussen ruim 90% van de tandartsen in regel gesteld. Sinds december 2008 is er een bijkomende verplichting om de stralingsfysica van de gebruikte toestellen te controleren, het is immers gebleken dat de vrijgekomen doses, zeker bij slecht onderhouden of -ingestelde toestellen, niet altijd gekend is, wat een onverantwoord risico voor patiënt en tandarts kan betekenen. Een andere regularisatiecampagne werd gestart in 2008 bij de dierenartsen. Na bevraging bleek er een 1000-tal kabinetten gebruiker te zijn van röntgenapparatuur. Soms gebruiken zij tweedehandstoestellen afkomstig uit de humane geneeskunde. Om het stralingsbeschermingsniveau bij dierenartsen te verhogen heeft het FANC richtlijnen uitgewerkt, waaraan de toestellen moeten voldoen. Verder werden in 2008 een aantal opleidingen voor dierenartsen aangeboden door het Agentschap of i.s.m. de universiteiten Nucleaire transporten Het FANC ontving in 2008 55000 meldingen van nucleaire transporten. 90% daarvan betreft het vervoer voor medische of industriële toepassingen., 10% van de transporten is gebonden aan de nucleaire brandstofcyclus. Tijdens het jaar 2008 werden verschillende grondige opvolgingsacties opgestart naar aanleiding van incidenten en meldingen. Het Agentschap voerde een doorgedreven audit uit bij de vervoersonderneming betrokken bij het collo dat in Waver onbeheerd werd aangetroffen, Het FANC legde een omvangrijk actieplan op aan het betrokken bedrijf en volgt de realisatie ervan van nabij op.. Er waren ook verschillende inspecties op de luchthaven naar aanleiding van incidenten met colli met radioactieve stoffen: o.a. beschadigde colli, gebrekkige of foute etikettering, en een aantal gevallen waarbij colli werden verloren gemeld met mogelijke implicatie van de afhandelingmaatschappij op de luchthaven. In alle gevallen werden de verloren gemelde colli met enige vertraging teruggevonden en bleken routing fouten op buitenlandse luchthavens aan de basis van het verlies te liggen. In één enkel geval leidde een foute codering op het collo door een Belgische afzender tot de aflevering bij een verkeerde bestemmeling. De klacht van een ex-werknemer bij een constructiebedrijf voor de bouw van verpakkingen voor het vervoer en de opslag van bestraalde splijtstof ( o.a. voor de kerncentrale van Doel) en hoog actief afval, leidde tot een grootschalig onderzoek door de deskundigen van het Agentschap in samenwerking met het Luikse parket. Niettegenstaande blijft de veiligheid van de colli verzekerd, in ‘t bijzonder deze met bestraalde splijtstof die in Doel zijn opgeslagen. De wetgeving over in- en uitvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtsof werd goedgekeurd door de Ministerraad in 2008, is in voege sinds 27 april 2009, conform de EURATOM richtlijn ter zake. Fysieke beveiliging: Waarborgen (safeguards) De nucleaire activiteiten op het Belgische grondgebied worden ook aan internationale controles onderworpen en hebben als doel de proliferatie van kernwapens tegen te gaan. De internationale inspecteurs van Euratom ( cfr.Euratom Verdrag) en deze van de IAEA ( cfr. Non-proliferatie Verdrag ) worden tijdens hun inspecties aan onze nucleaire installaties opgevolgd en begeleid door nucleaire inspecteurs van het Agentschap. Via een aanvullend protocol beschikken IAEA-inspecteurs nu over meer bevoegdheden, om bvb. clandestiene nucleaire activiteiten op te sporen op nationaal grondgebied. In de loop van dit jaar is voorzien dat beide waarborgovereenkomsten in elkaar overvloeien tot een systeem van ‘Integrated safeguards’, wat het aantal inspecties op termijn kan verminderen. De internationale controles op de spijtstoffen blijven een belangrijke opdracht van het Agentschap, die ook in de toekomst gehandhaafd blijft. Het aantal mandagen(233 in 2008) dat hieraan wordt besteed werd geeft een gepaste maatstaf voor de omvang van de internationale inspecties in de Belgische nucleaire installaties. . Natuurlijke straling Blootstelling aan ioniserende straling is in België hoofdzakelijk afkomstig van de medische sector (43%) en van de natuurlijke straling,d.w.z. afkomstig uit de kosmos en de bodem (49%). Wat deze kosmische straling betreft heeft het FANC haar acties in 2008 gericht op de luchtvaartsector: daar blijkt na onderzoek dat 2/3 van het vliegend personeel blootgesteld is aan een jaarlijkse dosis die groter is dan 1mSV (millisievert). Een analoge actie in de industrie toonde geen overschrijdingen. De meerjarencampagne die het FANC startte in de voor radon risicogevoelige gebieden in het zuidelijk en meer bepaald zuidoostelijk deel van ons land begint haar vruchten af te werpen. Een blootstelling op lange termijn van een gemeten radongehalte boven 400 Bq/m³ (becquerel per kubieke meter in de binnenlucht) verhoogt het risico op longkanker met 60%. De campagne beoogt om alle betrokkenen te sensibiliseren omtrent de risico’s van radon, en informeert over de wijze waarop het risico kan vermeden worden. Steeds meer gezinnen (564 tijdens de laatste campagne) laten het radongehalte meten in hun woning. Aannemers en architecten uit de regio volgen de opleidingen georganiseerd door het FANC over technieken om radoninfiltratie in gebouwen te voorkomen of te remediëren en lokale, provinciale en gewestelijke overheden nemen ondersteunende initiatieven. Via de FANC website staan kaarten met de radongehaltes per gemeente ter beschikking alsook allerlei nuttige informatie en contacten. Het blijft echter belangrijk de radonconcentraties te meten: de situatie verschilt immers sterk van gebouw tot gebouw. FANC volgt ook de straling in het milieu op via haar TELERADmeetnet. Dit netwerk van 212 meetpunten over het gehele land werd vorig jaar aangevuld met 24 mobiele meetstations die het bestaande netwerk kunnen versterken bij noodsituaties, zoals gebeurde tijdens het IREincident.. TELERAD genereerde vorig jaar 94 alarmen. Oorzaken waren van technische en natuurlijke oorsprong, of anders betrof het aangekondigde lozingen/ transporten. De analyses van (drink)water en voedsel toonden vorig jaar geen anomalieën die ingrijpen noodzakelijk maakten. Radioactief afval De toepassingen van ioniserende bronnen dateert ook in België al enkele decennia. Het uit deze toepassingen gegenereerde radioactief afval moet uiteraard een veilige eindbestemming krijgen. Het kortlevend, laag- en middelactief radioactief afval – categorie A- zal in een oppervlakteberging worden geborgen door NIRAS. FANC stelt richtlijnen op voor de toekomstige berging en bereidt een specifieke reglementering voor. Het heeft in dit verband ook studies van het NIRAS geëvalueerd m.b.t. het ontwerp en de veiligheidsbenadering van de installatie en opmerkingen voor bijsturing aan NIRAS bezorgd. Het overgemaakte voorbereidend project loopt nog tot 2010, dan voorziet NIRAS haar vergunningsaanvraag in te dienen bij het FANC. Voor het hoogactief, langlevend radioactief afval –categorie B&C- moet de regering nog een beslissing nemen over de wijze van berging. FANC is gestart met het uitwerken van een leidraad met de vereiste elementen waaraan het Afvalplan dat NIRAS zal uitwerken, moet voldoen. België heeft het Gezamenlijk Verdrag betreffende de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en op het gebied van de veiligheid van het beheer van radioactief afval ondertekend. In dat kader moet elk land verplicht om de drie jaar een verslag overmaken waarin het aangeeft hoe het uitvoering zal geven aan dit verdrag. Dit verslag wordt vervolgens aan een peer review onderworpen en besproken in verschillende debatten besproken. Onder meer het feit dat het NIRAS een Nationaal Afvalplan voor het beheer op lange termijn van radioactief afval voorbereidt, de betrokkenheid van het publiek daarbij, het feit dat er een specifieke wetgeving voor de definitieve opslag, de recyclage van metalen en beton afkomstig van de ontmanteling is voorzien en tenslotte ook het protocol dat FANC, NIRAS en de betrokken beroepsfederaties afsloten m.b.t. het beheer van radioactieve materialen in de niet –nucleaire sector, werden allen geïdentificeerd als goede praktijken. Andere. Naast de continue opdrachten waren er vorig jaar ook een aantal actualiteit- en lopende dossiers. Zo bvb. de bijstand van het Agentschap aan het parket bij de ontmanteling van de gecrashte Boeing Kallita. Na een melding door de Franse overheden spoorde het FANC mogelijk in België aanwezige besmette liftknoppen op afkomstig van het Franse bedrijf MAFELEC. Daarbij werd na een intensieve zoekactie gelukkig in België slechts 1 besmette knop aangetroffen en verwijderd. RABA’s (radioactieve bliksemafleiders) zijn sinds 1985 verboden in ons land. Het verwijderen ervan is verplicht en wordt door het FANC opgevolgd en gecoördineerd. Voor de opsporing werkt het Agentschap samen met de verschillende parketten en de Dienst Leefmilieu van de Federale Politie. Momenteel zijn bijna 4000 plaatsen gelokaliseerd waar radioactieve bliksemafleiders aanwezig waren/zijn. 3100 daarvan werden intussen verwijderd en door NIRAS opgenomen als radioactief afval. Personal Contacts: Mrs. Karina De Beule [email protected] URLs * http://www.fanc.fgov.be/jaarverslag Bron: politics.be
__________________
Politics.be - Jouw politieke portaalsite |
![]() |
![]() |