Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Algemeen > Persmededelingen
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Persmededelingen In dit forum kun je discussiëren over persmededelingen die verschenen zijn op onze portaalsite.
Persmededelingen kunnen ons steeds via dit adres worden toegestuurd.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 3 april 2010, 11:00   #1
Politics.be
Redactie
 
 
Politics.be's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 27 november 2004
Berichten: 28.704
Standaard Essencia Subsidiebeleid offshore windenergie bedreigt competitiviteit chemische indus

essenscia, de federatie van de chemische industrie en life sciences, vraagt aan de federale regering dringend werk te maken van een hervorming van het subsidiesysteem van de energie opgewekt door windmolens in de Noordzee, de zogenaamde “offshore” windenergie. Als de overheid niet ingrijpt, stijgt het jaarlijks subsidiebudget lineair tot meer dan 1,1 miljard euro in 2030. De doorrekening van deze subsidiëringskost naar de bedrijven loopt voor een gemiddelde KMO op tot 400.000 euro en voor de grootste verbruikers tot 20 miljoen euro per jaar. Deze enorme meerkost is nefast voor het concurrentievermogen van de chemische industrie in ons land en legt een hypotheek op toekomstige activiteiten en investeringen. essenscia heeft een alternatief voorstel uitgewerkt dat volledig beantwoordt aan de doelstellingen inzake hernieuwbare energie. De federatie baseert haar pleidooi op een internationale vergelijking van de K.U.Leuven met onze buurlanden.


De studie over het offshore subsidiebeleid werd uitgevoerd in het kader van de High Level Group chemie die de federale regering in oktober 2009 heeft opgericht op initiatief van minister van Economie Vincent Van Quickenborne. De High Level Group bestaat uit vijf werkgroepen (innovatie, energie, logistiek, fiscaliteit en arbeidsmarkt). Voor elk van deze beleidsdomeinen wordt een buurlandentoets uitgevoerd waarbij het beleid in België vergeleken wordt met de ons omliggende buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland.

“De chemische industrie steunt de ambities van België om tegen 2020 13% van de elektriciteit in ons land met hernieuwbare energiebronnen op te wekken. Maar dit moet wel op een kostencompetitieve manier gebeuren wat absoluut niet het geval is”, zegt Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia.

Het huidige subsidiebeleid van offshore windenergie kost de samenleving handenvol geld. Tegen 2030 loopt de factuur voor bedrijven en gezinnen op tot meer dan 1,1 miljard euro. Bovendien vormt de doorrekening van de subsidiëringskost een bedreiging voor de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven en in het bijzonder de energie-intensieve industrie.

“De buurlandentoets leert ons dat het anders en beter kan. Het Belgische offshore subsidiebeleid is op termijn maar liefst 10 keer duurder dan het Duitse, terwijl het aandeel windenergie in Duitsland ook zeer belangrijk is”, aldus Verschueren.

De federatie trekt aan de alarmbel en vraagt dat de federale regering een prioriteit maakt van een grondige herziening van het beleid voor windenenergie.
Yves Verschueren: “In tegenstelling tot de buurlanden worden de hernieuwbare energiekosten voor de grotere verbruikers niet competititef gehouden. Als nu niet ingegrepen wordt, is de concurrentiepositie van de chemische industrie zwaar bedreigd. Energie is nu al een zeer grote kost voor onze bedrijven. Met de enorme meerkosten van windenergie wordt het haast onmogelijk om nog te produceren in België. We vragen nu actie, want het huidige beleid legt een hypotheek op toekomstige investeringen in onze sector.“

Samenvatting van de studie en alternatief voorstel van essenscia
Huidig subsidiebeleid offshore windenergie
Verschillende EU-lidstaten hebben een subsidiebeleid opgesteld ter financiering van pilootprojecten voor offshore windenergie. Ook België is erin geslaagd met zijn beleid (KB 16 juli 2002) interesse te wekken bij investeerders. De ons omliggende landen (Nederland, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk) hebben hun beleid herzien met de nadruk op het behalen van een aanzienlijk aandeel van offshore windenergie op een kostenefficiënte manier. Deze herziening van het beleid heeft zich in België tot op heden nog niet voorgedaan.

Uit een internationale vergelijking blijkt het statisch karakter van het Belgisch subsidiebeleid:
• In onze buurlanden profiteert de overheid of de verbruiker van een reductie in de totale subsidiëringskost bij een stijgende elektriciteitsprijs. In België is dit niet het geval.
• De subsidiëring voor nieuwe installaties wordt in België niet aangepast aan de verwachte daling in de investeringskost ten gevolge van technologische ontwikkelingen.

Bij ongewijzigd beleid loopt het jaarlijkse subsidiëringsbudget op tot 750 miljoen € tegen 2020 en meer dan 1,1 miljard € tegen 2030. Onderstaande figuur illustreert dat het Belgische subsidiebeleid niet competitief is met onze buurlanden. België is respectievelijk 2,5 tot 10 keer duurder dan in Nederland of Duitsland tegen 2030.





Dit betekent een jaarlijkse meerkost, enkel ten gevolge van offshore windenergiesubsidiëring, van 42 € voor een doorsnee gezin en meer dan 1 miljoen € voor een middelgrote verbruiker (jaarverbruik 100.000 MWh). Voor Infrabel, beheerder van het Belgische spoorwegnet, resulteert dit in een meerkost van ongeveer 18 miljoen € in 2030. Voor de grootste industriële verbruikers geldt eenzelfde bedrag en zelfs meer.

Voorgesteld kostenefficiënt subsidiebeleid
Aanpassingen in het Belgisch subsidiebeleid kunnen de kostenefficiëntie ervan aanzienlijk verbeteren. Dit vereist ten eerste een groenestroomcertificaatprijs afhankelijk van de elektriciteitsprijs.

De prijs van het groenestroomcertificaat stemt overeen met de aanvulling (aangegeven door de zwarte staaf) bovenop de elektriciteitsprijs (aangegeven door de grijze staaf) tot een constant totaal bedrag in lijn met het beleid in de buurlanden. Aangezien een constant totaalbedrag gegarandeerd wordt, wordt het risico voor investeerders aanzienlijk gereduceerd (voorspelbaarheid van de inkomsten). Dit totaalbedrag ligt vast gedurende 20 jaar, zoals bij het huidige steunmechanisme. Voor installaties die pas later gerealiseerd worden, wordt gerekend met een lager totaalbedrag om tegemoet te komen aan technologische ontwikkelingen. Dit totaalbedrag blijft voor deze installaties opnieuw constant gedurende 20 jaar. essenscia stelt voor om dit totaalbedrag, zoals in het Duitse voorbeeld, vanaf 2015 jaarlijks te verlagen met 5% om tegemoet te komen aan de leereffecten.



Beide aanpassingen betekenen de overstap naar een kostencompetitief subsidiebeleid dat het totaalbudget en dus ook de meerkost voor verbruikers kan reduceren met 35% tegen 2020 en 70% of 800 miljoen euro tegen 2030. Dit stemt de offshore subsidiëringskost in België gelijk met de omliggende landen. Een snelle aanpassing is noodzakelijk om te verzekeren dat nieuw geïnstalleerde capaciteit onder het kostenefficiënte beleid vallen. Andere mechanismen zoals de compensatie voor de onderzeese kabel en het tolerantiemechanisme voor productieafwijkingen blijven ongewijzigd in het voorstel van essenscia.

Doorrekeningsmechanisme
Zelfs met een aanpassing van het subsidiebeleid, betekent het huidig doorrekeningsmechanisme nog steeds een bedreiging voor de competitiviteit van de chemische industrie. In de buurlanden is steeds een degressiviteit op een dergelijke toeslag van toepassing of een plafonnering van de totale bijdrage voor grotere verbruikers.

essenscia stelt een nieuw evenwichtig doorrekeningsmechanisme voor:
• 50% van de totale subsidiëringskost wordt gedragen via algemene middelen, waarvoor de nucleaire rente wordt aangewend;
• 50% van de totale subsidiëringskost wordt opgenomen in de federale bijdrage zodat een degressiviteit en plafonnering van de meerkost wordt toegepast;
• de anomalie van de federale bijdrage (verbruikers onder de 250 GWh betalen meer dan verbruikers boven de 250 GWh) wordt weggewerkt door een absoluut plafondbedrag vast te zetten onafhankelijk van het jaarverbruik;
• het verloop van het plafondbedrag wordt ex ante bepaald in functie van de verwachte evolutie van de totaalkost voor de subsidiëring.


Meer info:

Frank Beckx, woordvoerder essenscia,


Bron: politics.be
Politics.be is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:07.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be