Leiding bahá’�* gemeenschap Iran al twee jaar in onmenselijke Evin-gevangenis

[Politics.be]

De zeven bahá’�*-leiders, die nu al twee jaar gevangen worden gehouden in Iran, hebben te kampen met uiterst zware en mensonwaardige omstandigheden. De twee vrouwen en vijf mannen verblijven in twee kleine cellen, zonder bedden of enig beddengoed. De cellen zijn zo klein dat ze zich nauwelijks kunnen bewegen. De cellen hebben geen verluchting en geen daglicht. De gevangenen mogen maar twee uur per week in de buitenlucht. Als de lamp in de cel overdag wordt uitgedraaid, dan is het zo donker dat gevangenen onmogelijk nog iets kunnen zien.



Deze omstandigheden hebben een schadelijk effect op de gezondheid van de bahá’�*-leiders, die nu het derde jaar van hun gevangenschap ingaan. Het contact met familieleden blijft beperkt tot telefoongesprekken van circa tien minuten per week. Slechts zelden kregen familieleden de afgelopen twee jaar de gelegenheid om de zeven in de gevangenis op te zoeken. Het bezoek was meestal beperkt tot een ontmoeting achter glas waarbij geen troostende omhelzing van echtgenoten of kinderen werd toegestaan. De gevangenen hebben de autoriteiten gevraagd om bescheiden verbeteringen van hun omstandigheden in de gevangenis, maar daar is men niet op ingegaan.
De inhumane omstandigheden waaronder de zeven bahá'�*s gevangen worden gehouden, zijn in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. In beide staat dat niemand onderworpen mag worden aan marteling of aan een wrede, inhumane of vernederende behandeling of straf. Ook is de wijze waarop de bahá'�*s in Iran gevangen worden gehouden strijdig met de basisregels voor behandeling van gevangenen, zoals die door de Verenigde Naties zijn opgesteld.
De internationale bahá'�*-gemeenschap heeft herhaaldelijk gepleit voor de onvoorwaardelijke vrijlating van de zeven bahá'�*-leiders of op zijn minst hun vrijlating op borgtocht. Zij dringt ook aan op een eerlijk proces. Begin 2010 zijn er drie rechtszittingen geweest, steeds achter gesloten deuren en enkel gewijd aan procedure kwesties. Er is geen nieuwe procesdatum bepaald.
De derde zittingsdag kende een vreemd verloop. Op de zitting achter gesloten deuren waren onverwacht toch talrijke waarnemers en ondervragers van het Ministerie van informatie aanwezig, samen met een filmploeg. Er rezen vragen bij de verdachten over de motieven van het ministerie. Zij deelden de rechter vervolgens mee niet verder aan deze derde zittingsdag te willen meewerken. De rechter bepaalde geen datum voor een vervolgzitting. De aanklachten tegen de zeven leiders zijn door de bahá'�*s steeds categorisch ontkend. Er is voor de beschuldigingen geen enkel bewijs.
De Belgische bahá'�*-gemeenschap heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van haar bezorgdheid over de wijze waarop de bahá'�*s in Iran gevangen worden gehouden. Daarnaast is gevraagd om bij de Iraanse autoriteiten aan te dringen op verbetering van de omstandigheden van de bahá'�*-leiders.
Contactpersonen: Toos Verhagen, en Guido Cooreman,
Internet: http://www.bahai.be en http://www.bahai.org/persecution/iran





Bron: politics.be