Onderzoek NSZ: zelfs tijdens crisis vinden kmo’s moeilijk personeel

[Politics.be]

Brussel, 24 mei 2010 – Opmerkelijk is dat zelfs in crisistijden 26 procent van de kmo-bedrijfsleiders moeite heeft om de juiste mensen te vinden. Dat blijkt uit onderzoek van NSZ bij 453 Vlaamse kmo’s. Het is meteen de grootste kopzorg van de kmo-bedrijfsleider, gevolgd door de te hoge loonkost en het teveel aan administratieve lasten. “Daarom moeten we resoluut kiezen voor een ander arbeidsmarktbeleid dat de nadruk legt op activering en de werkloosheidsuitkering in de tijd beperkt”, zegt Christine Mattheeuws, voorzitter van NSZ.



Zelfs in crisistijden vinden kmo’s het moeilijk om de juiste mensen aan te trekken, zo blijkt uit onderzoek van ondernemersorganisatie NSZ, afgenomen bij 453 bedrijfsleiders. Het aantal knelpuntberoepen blijft, ondanks de crisis, hoog en deze jobs raken moeilijk ingevuld. De crisis heeft niet geleid tot een vermindering van het aantal structurele knelpuntberoepen. Er zijn op dit moment nog steeds zo’n 194 knelpuntberoepen. Klassiekers zijn: schoonmaakpersoneel, horecamedewerkers, technici, informatici, ingenieurs, vertegenwoordigers en verpleegkundigen. Het aantal vacatures voor knelpuntberoepen is tijdens de crisis veel minder sterk gedaald dan voor andere beroepen. In totaal waren er in 2009 volgens de VDAB 217.000 vacatures en 48,6 procent van al deze vacatures zijn te catalogeren onder de noemer van knelpuntberoep.

Het profiel en de competenties van de werklozen zijn niet gelijk aan de vereisten van de bedrijven in hun vacatures. Het invoeren van buitenlandse krachten om die reden, terwijl de werkloosheid hier vrij hoog is, is niet direct de ideale oplossing. Er is nood aan verdere activering en omscholing. België besteedt 3,3 procent van het bpp aan het werkloosheidsbeleid, maar het grootste deel gaat naar uitkeringen voor werklozen en bruggepensioneerden. Slechts 1,3 procent van het bbp gaat naar activeringsmaatregelen, zoals opleiding en incentives voor werkhervatting. In de buurlanden gaat een proportioneel groter deel naar een actief werkloosheidsbeleid.

NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws: “Als het nu al moeilijk is voor kmo’s om de juiste mensen aan te trekken, zal de ‘war on talent’ pas echt een regelrechte strijd worden wanneer de economie opnieuw fors aantrekt. Daarom moeten we resoluut kiezen voor een ander arbeidsmarktbeleid.” Werklozen zijn in ons land bijvoorbeeld gemiddeld langer werkloos dan elders. Daarom wil NSZ ook de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperken, naar analogie met het flexicurity-model dat in Scandinavië de basis vormt van het arbeidsmarktbeleid. De middelen die zo uitgespaard worden, kunnen dan aangewend worden voor activering. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de arbeidsbemiddelingdiensten, die naast het bestoken van een werkloze met vacatures ook gepaste opleidingen en bijscholing zullen moeten aanbieden. “Onze arbeidsmarkt heeft een elektroshock nodig om de uitdagingen die ons te wachten staan aan te kunnen. Dat zal van iedereen de nodige aanpassingen vergen, maar een alternatief om onze economie terug op het juiste spoor te zetten is er niet”, geeft Mattheeuws nog aan aan.


Bron: politics.be