Vlaamse Regering : toespraak van de minister president mbt Pfizer

[Politics.be]

Op een schitterende herfstdag als deze, passen natuurlijk schitterende aankondigingen. Vanzelfsprekend ben ik als Vlaams minister-president, maar ook als Vlaams minister van economie én van landbouw bijzonder verheugd dat Pfizer, als één van de grootste spelers van de geneesmiddelenindustrie resoluut kiest om de nieuwe toekomst voor de humane en de dierengeneeskunde in vruchtbare Vlaamse bodem te laten gedijen. Aldus ook mijn hartelijkste felicitaties aan het management, de raad van bestuur en alle medewerkers van Pfizer.

De toekomst voor dit bedrijf en tegelijk die van de farmaceutische sector, heeft met deze investering ongetwijfeld een mooie opsteker gekregen.


Dames en heren,

Ook vandaag beleeft de economische conjunctuur enkele mooie dagen. De economie trekt opnieuw aan, met een voorzichtige groei van 1.8% dit jaar, een positief consumentenvertrouwen en – gelukkig - een lichte verbetering op de arbeidsmarkt. Het is een opluchting na vele dagen zwaar weer, met eind 2009 - begin 2010 als een absoluut dieptepunt. Niettemin zijn we er ons ook van bewust dat de weersomstandigheden grillig kunnen zijn. De waarschuwing voor de zogenaamde ‘double dip’ is niet ongegrond.

De crisis is ongetwijfeld een voorbode geweest van de nood aan een nieuwe industriële realiteit. Als kleine, open economie hebben we de gevolgen van de terugval van de industriële economie in Vlaanderen goed gevoeld.
Maar we zijn gelukkig niet blijven stilstaan. Samen met de verschillende industriële sectoren en sectorfederaties zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe industriële realiteit, gestoeld op waardeketens, clusterbeleid, deelname aan internationale netwerken, en vooral... van meer innovatie. Als Vlaanderen enigszins een rol van betekenis wil spelen op wereldniveau, dan is het wel als leidende kenniseconomie.

Centraal in het Nieuw Industrieel Beleid dat de Vlaamse Regering concreet gestalte wil geven, staat dan ook de geneesmiddelenindustrie. Het belang van deze industrie voor de Belgische én de Vlaamse economie is de laatste tien jaar onmiskenbaar toegenomen.

Bovendien is in het voorbije decennium ook het aandeel van onze (bio)farma in de Europese geneesmiddelensector gestegen: zowel op vlak van R&D-investeringen (+63%), export (+91%), als op vlak van productie (+15%) en tewerkstelling (+8.5%). Met de nieuwe onderzoekseenheid dierengeneeskunde in Zaventem en de substantiële investeringen in de vaccin-eenheid in Puurs wordt deze trend door Pfizer nogmaals bevestigd. Vanzelfsprekend is dit schitterend nieuws voor wat betreft de samenwerking met onze topuniversiteiten en kennisinstellingen, voor de valorisatie van ons Vlaams onderzoekstalent en de toegevoegde waarde aan onze Vlaamse economie. Het beste bewijs dat we vooral Vlaanderen niet moeten verlaten als we kiezen voor de toekomst, is vandaag wel gegeven.

De geneesmiddelenindustrie, dames en heren, en daarvan mag u echt overtuigd zijn, beschouwen wij als één van de kroonjuwelen van Vlaanderen. Als wij erin slagen om tegen 2020 tot de top van de Europese regio’s te behoren - wat toch de doelstelling is van Vlaanderen in Actie - dan zal deze industrie daar ongetwijfeld een zeer belangrijke en zelfs onmisbare bijdrage toe leveren.

Met Flanders’ Care wil de Vlaamse regering investeren in een innovatieve gezondheidszorg, waarbij we zowel een maximale maatschappelijke als economische meerwaarde voor ogen hebben.

Kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg blijft hierbij het uitgangspunt, waarbij een motiverend en een sterk ondernemerschap uitzicht moet geven op de creatie van hoogtechnologische applicaties in de zorgsector. Bovenal zullen we proberen deze hoogtechnologische kennis en kunde ook internationaal zoveel mogelijk te vermarkten. Sta me toe het concept van Flanders’ Care even kort te overlopen.

We vetrekken vanuit de –ietwat verbazende - vaststelling dat er momenteel weinig contact bestaat tussen de zorgsector en de ondernemerswereld. Een eerste prioriteit van deze Vlaamse regering is dus om de kloof tussen beide partijen te overbruggen. We doen dit in eerste instantie door alle partijen onder te brengen in een zorgvernieuwingsplatform.

Zowel vertegenwoordigers van zorginstellingen, kennisinstellingen en bedrijven hebben als opdracht om het vele potentieel aan zorginnovatie op een gestructureerde manier te linken aan de zorgeconomie.
Zij zullen erover waken dat alle initiatieven die in het kader van Flanders’ Care worden genomen, op een gestructureerde en coherente manier worden afgesteld.

Vanzelfsprekend blijft onderzoek & ontwikkeling een cruciale rol spelen binnen Flanders’Care. Onderzoek & ontwikkeling is immers onmisbaar om tot nieuwe inzichten te komen, die een verschil kunnen maken ten aanzien van bestaande oplossingen en aanbod. Met het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek beschikken we in Vlaanderen reeds over een instrument om het fundamenteel onderzoek te ondersteunen. Een mooi voorbeeld is het onderzoek rond neuro-electronica, door het ‘Center for Neuro-Electronic Research Flanders’, dat voluit door de Vlaamse Regering wordt ondersteund. In dit domein behoren we ongetwijfeld tot de wereldtop. Een ander voorbeeld vinden we in het Centrum voor Medische Innovatie, dat nu op kruissnelheid komt en waarin ook de farmaceutische industrie in de Raad van Bestuur is vertegenwoordigd.

Dit centrum focust zich op het zogenaamde translationeel onderzoek, dat een snellere valorisatie van onderzoeksresultaten moet mogelijk maken naar de ontwikkeling van innovatieve strategieën voor de preventie, diagnose en behandeling van ziektes. Een eerste project binnen het CMI is de harmonisering en de coördinatie van de Vlaamse biobanken.

Bedoeling is dat de vier klinische onderzoekscentra van de vier universitaire ziekenhuizen samenwerken om patiëntenstalen te verzamelen, te verwerken en te stockeren. In deze Vlaamse biobank zullen wetenschappers uit de vijf Vlaamse universiteiten (Leuven, Gent, Antwerpen, Brussel en Hasselt) , universitaire ziekenhuizen, uit wetenschappelijke instellingen en uit de farma- en de bio-industrie efficiënt kunnen samenwerken en zoeken naar vooruitgang in de geneeskunde.

Dames en heren,

De mate waarin Flanders’ Care een succes wordt, zal natuurlijk ook afhangen van de economische vertaling van onderzoek en ontwikkeling. Vandaag stellen we vast dat zowel zorgaanbieders als ondernemers met innovatiepotentieel in de zorgsector nog onvoldoende de weg vinden naar elkaar én naar het bestaande economisch ondersteuningsinstrumentarium van de Vlaamse overheid. We hebben dus dringend nood aan een Impulsloket dat kan functioneren als wegwijzer, als makelaar zeg maar, en dat onder meer:

• stakeholders Informeert en sensibiliseert
• ondersteuning biedt bij het voorleggen van projecten met innovatiepotentieel
• ondernemers wegwijs maakt in de maatregelen van de Vlaamse beleidsdomeinen
• ondernemers op maat en zo nodig op langere termijn kan begeleiden.

Dit Impulsloket werd recent door de Vlaamse regering opgericht en doorloopt nu een proeftijd van twee jaar. Het moet beloftevolle nieuwe projecten detecteren en ervoor zorgen dat beloftevolle ondernemers snel kunnen uitgroeien tot echte groeiondernemingen of gazellen.
Tegelijk geven we ook nieuw ondernemerschap in de zorgsector een mooie kans om zich te ontwikkelen. We zijn er ons hierbij ten zeerste van bewust dat het opstarten van onderzoek en innovatie een zeer kapitaalkrachtige en risicovolle onderneming is. Daarom gaan we gericht op zoek naar goede oplossingen.

Vandaag telt Vlaanderen een aantal bio-incubatoren die hun nut hebben bewezen bij het opzetten van ‘early stage’ bedrijven in de bio-technologie. Een dergelijke aanmoediging zou ook van toepassing kunnen zijn voor ‘early stage’ projecten binnen Flanders’ Care. Om de haalbaarheid daarvan na te gaan, heb ik opdracht gegeven aan het Agentschap Ondernemen om een studie uit te besteden die nagaat of het opzetten van mogelijk één of meerdere incubatoren nuttig kan zijn, rekening houdende met het bestaande aanbod rond industrieterreinen. Ik verwacht de resultaten van deze oefening de komende weken.


Eveneens om ‘early stage’ projecten te ondersteunen, zal binnen PMV 20 miljoen euro worden vrijgemaakt als zaaikapitaal. Ook hiervoor is het businessplan zo goed als klaar.

En tenslotte, dames en heren, werken we nauw samen met het Agentschap Flanders Investment and Trade, dat een dubbele opdracht toegewezen kreeg. Enerzijds ondersteunen ze valabele kandidaten bij het ontwikkelen en het concretiseren van exportstrategieën. Anderzijds trekken ze ook buitenlandse investeerders aan die initiatieven in de hoogtechnologische kenniseconomie willen ontplooien en die ook passen binnen het concept van Flanders’ Care. Deze ambitie zal onder meer ook ondersteund worden door het internationaal evenement dat minister Vandeurzen zal organiseren rond technologie en zorg en onze Europese samenwerking op vlak van het Ambient Assisted Living Forum. Dit gezamenlijk Europees programma beheert een enveloppe van 700 miljoen euro en gericht op de ontwikkeling van assistieve technologieën in de Europese Unie. Het moet de verschillende goede praktijken en initiatieven in verschillende lidstaten op elkaar afstemmen en probeert ook maximaal synergie te creëren, onder meer op vlak van financiering.

Want, geachte dames en heren, natuurlijk staan we met Flanders’ Care niet alleen in deze intense globale concurrentiestrijd. Vele landen en regio’s hebben een zelfde ambitie, al zullen zij misschien niet in die mate kunnen rekenen op enkele unieke troeven waardoor Vlaanderen ongetwijfeld een stapje voor heeft: de aanwezigheid van wereldwijd vermaard onderzoekstalent, onze uitstekende kenniscentra, het oog voor een warme samenleving en natuurlijk: bedrijven zoals Pfizer die als geen ander geloven in deze troeven en deze met succes weten om te zetten in succesvolle concepten en initiatieven. Met Flanders’ Care heeft de Vlaamse Regering alvast de toon naar een nieuwe duurzame industriële innovatieve realiteit gezet. Ik nodig u dan ook graag uit om hieraan mee te werken.

Ik dank u.


Bron: politics.be