Voka : Vlinderakkoord schiet tekort

[Politics.be]

Nood aan daadkrachtige sociaal-economische hefbomen De acht federale onderhandelaars hebben met het ‘Vlinderakkoord’ concreet vorm gegeven aan een nieuwe stap in de staatshervorming. De eerbare regeling van het aanslepende BHV-probleem dat ons land blokkeerde, verdient waardering. “Maar na een analyse van het volledige Vlinderakkoord moeten we concluderen dat het tekortschiet om onze economie zuurstof en groeikracht te geven”, oordeelt Voka-voorzitter Luc De Bruyckere. “Het is daarom des te belangrijker dat men in de komende sociaal-economische onderhandelingen wel de juiste keuzes maakt.”

“Bij onze analyse zijn we vertrokken vanuit de vraag waar onze ondernemingen nood aan hebben”, vertelt gedelegeerd bestuurder Jo Libeer. “Ondanks de overdracht van belangrijke middelen en bevoegdheidspakketten, moeten we vaststellen dat veel hefbomen voor economisch beleid federaal gebleven zijn, of dat men het normatief kader voor het beleid federaal wil blijven regelen. Het gevolg is dat nu een grote verantwoordelijkheid ligt bij de onderhandelaars om in de sociaal-economische onderhandelingen de juiste keuzes te maken.”


Goede aanzetten, maar te weinig hefbomen


Volgens Voka zal het akkoord te weinig bijdragen tot een verbetering van de concurrentiekracht van de economie. Libeer: “De voornaamste hefbomen daartoe zijn de vennootschapsbelasting – maar die wordt pas aangesneden in de sociaal-economische onderhandelingen – en de kosten op arbeid, via de parafiscaliteit. Regio’s worden weliswaar bevoegd voor RSZ-kortingen voor doelgroepen, maar de structurele RSZ-kortingen blijven federaal.”


Een tweede uitdaging heeft te maken met de arbeidsmarkt. Hier biedt de nota geen perspectief op een beleid dat activerend werkt. De voorgestelde regionalisering van het arbeidsmarktbeleid loopt aan tegen het normatief kader dat federaal blijft. Daardoor blijft de responsabilisering te beperkt, oordeelt het Vlaams netwerk van ondernemingen.


Op het vlak van de efficiëntie van de overheid geven de aanzetten in de nota onvoldoende duidelijkheid voor de toekomst. “Heel wat economische beleidsinstrumenten worden door de overdracht naar de gewesten homogener, en dat is positief. Maar toch voert het akkoord ook nieuwe parallelle bevoegdheden in, meer specifiek in Brussel. Men stelt ook bijkomende samenwerkingsovereenkomsten in het vooruitzicht om dit akkoord in de praktijk om te zetten”, stipt voorzitter Luc De Bruyckere aan. “We hebben dan ook onze twijfels of het Vlinderakkoord zal leiden tot een efficiëntere, wendbare overheid. Het perverse effect van de huidige Bijzondere Financieringswet verdwijnt en de fiscale autonomie wordt een beetje ruimer, maar de afgesproken solidariteitsmechanismen blijven responsabilisering afzwakken. Dat betekent dat de regio’s onvoldoende aangezet worden om in te zetten op groei en jobs.”

Persbericht

Datum

13 oktober 2011


aantal pagina’s

1/2 meer informatie bij Jochen Bessemans woordvoerder tel. 03 202 44 00 gsm 0476 84 57 67 e-mailadres [email protected]



Sociaal-economische doorbraken zijn nu cruciaal


“Het Vlinderakkoord is wat het is: een politiek compromis”, concludeert Jo Libeer. “En het is de verdienste van deze onderhandelaars dat ze een oplossing gevonden hebben voor een aantal jarenlang aanslepende politieke problemen. Maar nu is het cruciaal dat in de sociaal-economische onderhandelingen wel doorbraakmaatregelen genomen worden die de competitiviteit van onze ondernemingen en het vertrouwen in België op de financiële markten versterken.”


Voka ziet daarbij drie prioriteiten, en inspireert zich daarvoor op de aanbevelingen van de Europese Commissie.

(1) De budgettaire sanering en het reduceren van de overheidsschuld is primordiaal, en moet in de eerste plaats gebeuren door een grondige sanering. 80% van de inspanning moet gebeuren door uitgaven te beperken. Nieuwe inkomsten kunnen dan de overige 20% opleveren.

(2) Het verhogen van de werkzaamheidsgraad. We moeten meer mensen langer aan het werk krijgen. Dat betekent dat stelsels die het werken ontmoedigen aangepakt en aangepast moeten worden, zowel voor wie op de arbeidsmarkt komt als wie wil uittreden.

(3) En de vennootschapsbelasting moet de internationale toets kunnen doorstaan.


Bron: politics.be