Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Algemeen > Binnenland
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 4 juli 2004, 14:27   #1
tabufferkwa
Gouverneur
 
Geregistreerd: 14 februari 2004
Berichten: 1.100
Standaard

op: http://www.dekamer.be/doc/PCRI/pdf%5C51%5Cip076.pdf
Efkes gesplits per spreker.
De vragen
06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Citaat:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, slechts enkele millimeters heeft het gescheeld of u had hier in deze Kamer van Volksvertegenwoordigers een minuut stilte moeten vragen voor de antisemitische moordaanslag op de student Noah Schmahl vorige donderdag in het Antwerpse Wilrijk. Een bende van 12 tot 15 jonge allochtone moslims van Noord-Afrikaanse afkomst – we geven de feiten zoals ze zijn –, gewapend met messen, ijzeren staven en tennisrackets heeft een drietal joodse studenten van de Talmoedschool aangevallen. Twee studenten konden ontsnappen. Eén student, Noah Schmahl, viel, werd geschopt en geslagen en kreeg een mes in de rug geplant. Gelukkig werd zijn long niet doorboord en wij hopen van harte dat hij volledig kan herstellen.

Het ging hier om het zoveelste antisemitische incident van de jongste jaren waarbij de agressie bijna altijd uitgaat van jonge allochtone groepen. Dat gaat van bespuwen, bekogelen met stenen en van de fiets rukken tot een zuivere moordpoging nu. Het gaat crescendo, want de jongste zes maanden is er reeds een dertigtal van dergelijke incidenten gemeld. Dat is veel meer dan de jongste jaren. De burgemeester van Antwerpen zei dat hier een grens van de fysieke integriteit was overschreden en dat het incident te verklaren was door de verhoogde spanningen tussen de gemeenschappen. Dat was twee keer fout. Er was hier geen grens van de fysieke integriteit overschreden, want die was al herhaaldelijk overschreden. Het ging hier ook niet om spanningen tussen de gemeenschappen, want dat zou impliceren dat er ook agressie uitgaat van de joodse gemeenschap. Iedereen in Antwerpen en ver daarbuiten weet dat dit niet het geval is. Het gaat hier om eenrichtingsverkeer, uitgaand van radicale moslimgroepen die geïnspireerd worden door bewegingen zoals die van Dyab Abou Jahjah, de Arabisch-Europese Liga, die hun haatpropaganda tegen de joden blijven verspreiden en waaraan geen halt wordt toegeroepen. Ik vraag u dan ook, mijnheer de eerste minister, uit naam van alle joden, van de joodse organisaties, welke krachtdadige maatregelen de Belgische regering en de overheden zullen nemen om aan dit soort ontoelaatbare praktijken van antisemitisme een krachtdadig halt toe te roepen.
06.02 Claude Marinower (VLD):
Citaat:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ter gelegenheid van een discussie in het Franse parlement over het inlassen van een clausule waarbij een antisemitische daad een verzwarende omstandigheid zou uitmaken verklaarde een Frans minister, ik citeer: “Quand on explique l’inexplicable on se prépare �* justifier l’injustifiable. Ik denk dat we ongeveer op dit punt beland zijn.

Ik heb er bij de voorbereiding van deze uiteenzetting eventjes de stukken van het Parlement op nageslagen. Sinds deze legislatuur geïnstalleerd is, is er geen maand geweest dat er over dit onderwerp geen verklaringen waren, hetzij in de plenaire vergadering, hetzij in de bevoegde commissies voor de Binnenlandse Zaken of de Justitie. De cijfers zijn onthutsend, maar ik denk dat we ons kunnen laten leiden door de Verenigde Naties die vorige week een eerste vergadering hield over een actie tegen antisemitisme binnen de VN. Kofi Annan riep daar op om aandacht te hebben voor het internationale fenomeen van groeiend antisemitisme. Ik verwijs naar de cijfers van de Europese monitoring en de cijfers van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor racismebestrijding.

Het is vorige week uitgemond – ik heb dit elders reeds gezegd – in een werkelijke jodenjacht. Het gaat niet om wat men gedaan heeft, wat men gezegd heeft of om de politieke mening die men verkondigt. Het gaat om hoe men eruit ziet. Die uiterlijke tekens zijn kenmerkend en voldoende om messteken te krijgen, geschopt en geslagen te worden en een ijzeren staaf op het hoofd te krijgen. Er zijn, er is al op gewezen, in tegenstelling tot hetgeen sommigen zeggen geen spanningen tussen twee gemeenschappen. Ik ben in al mijn verklaringen daarover steeds begonnen met te zeggen dat twee gemeenschappen naast elkaar geleefd hebben gedurende 40 jaar zonder dat er zich incidenten hebben voorgedaan. Het is sinds 2001 dat die incidenten crescendo gaan. Vertrekkend hiervan zou ik een aantal vragen willen stellen die ik ook voor de commissie had voorbereid. Ten eerste, welke concrete maatregelen zullen er getroffen worden op justitieel vlak. Bijvoorbeeld verwijzend naar de minister van Justitie die een aantal maanden geleden zei dat ze haar recht om te interveniëren zou gebruiken in een aantal procedures die bleven staan.

Ten tweede, welke maatregelen zullen op politioneel vlak getroffen worden? Ten derde – dit overschrijdt wel het federale niveau – heb ik reeds geruime tijd geleden gepleit voor de oprichting van een interministerieel comité waarbij het probleem multidisciplinair aangepakt zou worden, met inbegrip van het zerotolerantiebeleid.

Ten slotte zou ik graag weten hoever het staat met een aantal dossiers met betrekking tot

antisemitische daden of oproepen via internet die het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding naar zich toegetrokken had.
06.03 Marie Nagy (ECOLO):
Citaat:
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, il me semble que face �* la situation extrêmement grave que nous connaissons – l'agression d'un jeune en raison de ses origines juives �* Anvers et, selon les informations parues dans la presse, les agressions qui ont suivi –, tous les démocrates de ce parlement doivent interpeller le gouvernement pour connaître les mesures qu'il compte prendre, les mesures prises mais aussi pour lui apporter son soutien et ce, quelle que soit sa position au sein du parlement.

D'ailleurs, vous pouvez compter sur mon parti qui fait partie de l'opposition et être certain de notre soutien pour faire face �* cette situation qui nous indigne et �* laquelle nous devons mettre fin.

L'histoire nous a appris qu'on ne pouvait pas prendre ce genre d'événement �* la légère. Il faut tout de suite montrer la limite. J'estime que dans le cas présent, la limite a été largement dépassée. Monsieur le premier ministre, je voudrais connaître les mesures concrètes que les ministres de la Justice et de l'Intérieur comptent prendre pour endiguer cette expression de l'antisémitisme dans notre pays.

Je voudrais également connaître les mesures qui ont été prises. En effet, d'autres attentats ont déj�* eu lieu, d'autres problèmes ont surgi: l'attaque contre le rabbin Guigui, l'attaque contre la synagogue de Bruxelles, des problèmes dans le métro �* Bruxelles. Ces affaires ont-elles été suivies de poursuites? Où en est-on? Peut-on affirmer que ces délits ne sont pas restés impunis?

Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses et j'espère qu'elles seront précises et fortes pour lutter contre l'antisémitisme.
06.04 Corinne De Permentier (MR):
Citaat:
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mes chers collègues, comme le rappelait tout �* l'heure mon collègue Claude Marinower, nous avons deux �* trois fois par mois des interventions en séance plénière ou en commission concernant la montée de l'antisémitisme en Belgique. Enormément de questions ont été posées mais peu de réponses ont été apportées.

Nous avons eu l'occasion de questionner la ministre Onkelinx qui a proposé une série de mesures, notamment la tolérance zéro. Marie Arena s'est engagée �* cette tribune au niveau du contrat des grandes villes mais je n'ai pas encore pu observer beaucoup d'effets. Par ailleurs, je tiens �* féliciter l'initiative du ministre Patrick Dewael qui a pu rassurer et proposer des solutions concrètes.

Un enfant a failli être tué. Nous le savons tous! Entre-temps, Mme Onkelinx a déclaré qu'elle prônait – et je m'en félicite – la tolérance zéro. Mais depuis, nous avons pu constater, après cette agression odieuse, que d'autres jeunes juifs ont subi des violences graves. Ils ont été roués de coups, ils ont été attaqués �* la Meisestraat �* Anvers, sur les berges de l'Escaut. On a tiré sur trois jeunes qui rendaient visite �* leur camarade �* l'hôpital. Je tiens �* vous dire que je suis particulièrement attentive �* ce dossier. Depuis plus de quinze ans, je me bats contre l'antisémitisme. J'estime qu'il est intolérable qu'aujourd'hui, dans ma commune, pour pouvoir encadrer les jeunes juifs – ils sont nombreux �* Forest – je suis obligée de les faire protégeer par la police.

Les deux mouvements de jeunesse de ma commune se sont enfuis de Forest parce qu'�* chaque manifestation, je devais prévoir un encadrement policier. Il n'est pas normal que pour qu'une communauté puisse vivre en toute liberté dans un pays démocratique, elle doive être constamment couverte par la police. Mme Nagy a rappelé l'agression du rabbin Guigui. Sur le territoire de Forest, un rabbin s'est également fait agresser. On l'insulte, on lui crache dessus, on lui jette des marrons. Jeudi passé, l'échevine de la population et de l'état civil de Forest s'est fait agresser par trois jeunes allochtones. Elle est blessée. Aujourd'hui, cela suffit!

Dans le cadre d'une politique d'intégration, nous avons construit un hall de sport �* Forest pour permettre �* des jeunes dans un quartier en difficulté de disposer d'une salle de sport tout �* fait moderne. Cette salle sera inaugurée dans une semaine. La semaine passée, la police a constaté que des slogans comme "mort aux juifs" avaient été inscrits sur les murs intérieurs de cette salle. Monsieur le ministre, quelles sont les mesures radicales que nous allons pouvoir prendre pour sécuriser et les enfants et une communauté?
06.05 Eric Massin (PS):
Citaat:
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je ne reviendrai pas sur l'ensemble des éléments historiques relatifs �* l'agression que cet adolescent juif a subie �* Wilrijk. C'est un acte totalement inacceptable, tout le monde l'a bien dit et précisé. Une société démocratique et civilisée ne peut tolérer que des personnes soient victimes d'agression, en particulier en raison de leur appartenance philosophique, religieuse ou culturelle. Quand un citoyen quel qu'il soit, quand un juif est agressé en raison de sa religion, nous sommes tous attaqués.

Des réponses ont d'ores et déj�* été apportées par le gouvernement, on l'a dit tout �* l'heure. Votre collègue, le ministre de l'Intérieur, M. Dewael, a dit que des surveillances policières seraient mises en place près des écoles et dans certains quartiers. Néanmoins, je voudrais savoir quelles sont les solutions et initiatives complémentaires que le gouvernement envisage.

Par ailleurs, pour ne pas revenir sur ce qui a déj�* été dit par mes collègues, même si on ne peut pas véritablement parler de violence ou de tension entre les différentes communautés, quelles mesures le gouvernement fédéral pourrait-il envisager pour renouer le dialogue entre les différentes communautés culturelles?
Het antwoord
06.06 Eerste minister Guy Verhofstadt:
Citaat:
Mijnheer de voorzitter, ik geef mijn antwoord ook namens de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken, die de voorbije week trouwens nauwe contacten hebben gehad met de verschillende vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap. Zelf had ik ook de gelegenheid om gisteren een delegatie te ontmoeten van de joodse gemeenschap. Ik ontmoet die delegatie trouwens regelmatig, met wie ik ook telkens probeer de gerezen problemen met betrekking tot de joodse gemeenschap in ons land tot een oplossing te brengen.

Mijnheer de voorzitter, ik zou eerst en vooral – namens de regering, namens het Parlement en namens de bevolking van dit land – duidelijk en met de grootste nadruk de antisemitische en racistische daden willen veroordelen die zich vorige week in Antwerpen hebben voorgedaan, maar die zich ook al in andere delen van het land hebben afgespeeld. Dat is nodig omdat elke daad van racisme en antisemitisme niet alleen een aanslag op een persoon is, maar ook op de fundamentele waarden van onze eigen samenleving. Elke geweldpleging, van welke aard dan ook, op een persoon omdat hij behoort tot een bepaalde leefgemeenschap is ook een geweldpleging op onze democratie, op onze Grondwet, op de waarden in onze Grondwet en op onze instellingen. Wij hebben dit in ons land nooit geduld en we mogen ook nooit dulden dat het zich verder verspreidt. We mogen ook nooit dulden dat om louter politieke redenen de discussie rond het dossier van het Midden-Oosten wordt geïmporteerd in onze dagdagelijkse samenleving.

Au nom du gouvernement – et également au nom des parlementaires et de la population, je l'espère - je peux dire très clairement que nous condamnons sévèrement les actes racistes et antisémites qui se sont déroulés, la semaine dernière �* Anvers, tout comme les actes qui se sont déroulés ces derniers mois dans notre pays.

En effet, chaque acte de ce genre constitue une atteinte aux valeurs fondamentales de notre société. Tout acte de violence commis en raison de l'appartenance constitue une atteinte �* la démocratie, �* nos valeurs, �* notre Constitution et �* nos institutions politiques. Nous ne l'avons jamais accepté dans notre pays et nous ne l'accepterons jamais.

J'ajoute que l'on ne peut pas accepter non plus que le conflit qui fait rage au Moyen-Orient se poursuive dans notre propre société. Comme cela a été rappelé �* l'occasion des contacts du ministre de la Justice et du ministre de l'Intérieur avec la communauté juive - j'ai eu moi-même hier des contacts avec cette communauté -, nous n'avons pas attendu les incidents d'Anvers pour prendre des mesures.

U weet dat zeer goed. Ik heb trouwens in dit Parlement daarop reeds een aantal antwoorden gegeven.

In het verleden, voornamelijk sinds november 2003, hebben we een aantal specifieke maatregelen genomen op politioneel vlak met betrekking tot de veiligheid van de joodse gemeenschap. Sinds november 2003 zijn er extra federale politieagenten ingezet in Antwerpen. Dat weet u. Sinds december 2003 heeft het federale crisiscentrum bij de lokale politie aangedrongen op een extra aanwezigheid en waakzaamheid ten opzichte van de joodse instellingen, belangen en van de joodse gemeenschap in het algemeen. Bovendien hebben we binnen de politie vaste aanspreekpunten gecreëerd voor de joodse gemeenschap, die in het verleden niet bestonden zodat er een directe lijn bestaat wanneer zich een incident voordoet. Ingevolge de recente gebeurtenissen heeft de minister van

Binnenlandse Zaken het aantal maatregelen vorige week uitgebreid. Wat ik daarnet opsomde zijn de bestaande maatregelen die reeds een aantal maanden in voege zijn. Tot aan de vakantie zullen er verhoogde patrouilles komen aan de scholen. Bovendien hebben we in een specifieke vergadering met politie en de inlichtingendiensten gevraagd dat voor elk incident ook een directe klacht zou worden ingediend. Dat zijn de supplementaire politionele maatregelen die getroffen werden.

Ik ben het volledig eens met het standpunt van mevrouw De Permentier dat het nemen van politionele maatregelen en de extra veiligheidsmaatregelen die we thans nemen in geen enkele mate voldoende antwoord bieden op de incidenten die zich voordoen. Het zijn de oorzaken zelf van het antisemitisme en van het racisme, van deze xenofobie die in onze samenleving moeten weggenomen worden. De samenleving moet die oorzaken zelf aanpakken en kan zich niet vergenoegen met het nemen van een aantal beschermende maatregelen rond de joodse school en instellingen van de joodse gemeenschap in Antwerpen, Brussel en andere delen van het land.

Er moet vooral justitieel worden opgetreden. Dat is het tweede pakket maatregelen die we hebben genomen. Er moeten straffen worden uitgesproken tegen degenen die zich schuldig maken aan racisme en antisemitisme. Alleen op die manier wordt het duidelijk dat onze democratische samenleving dergelijke daden niet zal dulden. In dit verband kan ik meedelen dat bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding een waakzaamheidscel Antisemitisme werd opgericht waarin de joodse gemeenschap rechtstreeks vertegenwoordigd is. In de nieuwe wet op het racisme van februari 2003 is racisme als een verzwarende omstandigheid ingeschreven in het strafwetboek. In het verleden was dit niet het geval. We hebben bovendien referentiemagistraten inzake racisme en antisemitisme aangesteld binnen de magistratuur.

Op 13 mei 2004 werden deze magistraten trouwens voor een eerste keer samengeroepen om een gezamenlijke aanpak inzake het penaal beleid ter bestrijding van deze daden mogelijk te maken.

U weet ook dat wij in de nieuwe kadernota Integrale Veiligheid voor het eerst in ons land racisme en antisemitisme als prioritaire misdrijven beschouwen.

Ten slotte heeft de minister van Justitie via de procureurs-generaal op 27 mei 2004 instructie gegeven op basis van die kadernota effectief misdrijven die strafbaar zijn krachtens de wetgeving inzake racisme en antisemitisme prioritair te behandelen en strafbaar te stellen.

Dat brengt mij tot het derde punt. Wat is vandaag de stand van zaken inzake de vervolging van dergelijke misdrijven door de rechtbanken en de parketten? Welnu, op basis van de nieuwe werkwijze, die sinds vorig jaar door de wet van 25 februari 2003 is totstandgekomen, is er een aantal zaken hangend bij Justitie, meer bepaald in Antwerpen en in Brussel. In Brussel zijn er vorig jaar, in 2003, 61 opsporings- en informatieonderzoeken gestart inzake racisme en antisemitisme, en ook 1 gerechtelijk onderzoek. In Antwerpen worden twee mensen die doodsbedreigingen hebben geuit op het internet, binnenkort voor de correctionele rechtbank gebracht. Die zaken zijn al doorverwezen naar de correctionele rechtbank en zullen binnenkort uiteraard behandeld worden. Bovendien kan ik u melden dat in Antwerpen intussen ook een opsporingsonderzoek bezig is in verband met de uitspraken van de verantwoordelijken van de AEL, een opsporingsonderzoek, dat nog steeds lopend is en waarvan ik hoop dat het zo snel mogelijk kan worden afgesloten, omdat het onder meer stoelt op uitspraken die algemeen bekend zijn en die afgedrukt zijn. Ik denk overigens dat dit onderzoeksonderzoek snel zal kunnen worden afgerond.

Er zijn dus in totaal 61 lopende opsporings- en informatieonderzoeken inzake racisme en antisemitisme. Er is 1 zaak in Antwerpen doorverwezen – rechtstreeks naar de correctionele rechtbank – en er is 1 opsporingsonderzoek tegen de AEL dat nog loopt.

Ik ben het met de interpellanten eens dat de vaststelling van al die elementen uiteraard onvoldoende is. Daarom zullen wij een cel Jongerencriminaliteit van de lokale politie oprichten, die gerichte acties moet voeren tegen de harde kern van criminele jongeren en netwerken waarvan wij weten dat zij gelinkt zijn met die daden. Wij hebben ook beslist in de regering niet te wachten tot er klachten inzake racisme en antisemitisme binnenkomen bij de politie of bij het parket alvorens op te treden. Met andere woorden, men zal op een proactieve manier te werk gaan. Meer bepaald is onder leiding van het federaal parket opdracht gegeven aan de Computer Crime Units van de federale politie om actief te speuren op het internet naar racisme en uitingen van antisemitisme, omdat daar de oorsprong ligt van die daden. Als een daad van racisme en antisemitisme volgt, op straat, op school, in een bepaalde stad in ons land, dan is dat ongetwijfeld het gevolg van eerst hetzij gedrukte hetzij op dit ogenblik vooral via het internet verspreide boodschappen die daartoe aanzetten. Met andere woorden, het bestrijden van antisemitisme en racisme in de straten van onze steden is enkel mogelijk wanneer wij eerst op het vlak van het internet de zaken aanpakken.

Ten slotte moeten wij nog verder gaan dan het internet en de gedrukte pers wat betreft het opsporen van de bronnen. Wij moeten de nodige vervolgingen door Justitie laten doorvoeren en de nodige veroordelingen laten uitspreken.

De tijd is gekomen dat wij de gevolgen van racisme en antisemitisme opnieuw nadrukkelijker in de herinnering brengen, wat 20, 30 of 40 jaar geleden misschien niet nodig was. Wij herinneren ons dat gelukkig nog allemaal. Wij moeten echter denken aan onze kinderen die 14 en 15 jaar zijn en die vaak verantwoordelijk zijn voor deze racistische en antisemitische uitspraken. Welke herinnering hebben zij nog aan wat tijdens en tussen WOI en WOII is gebeurd? Die herinnering is klein en vervaagt, of men dat wil of niet.

Nochtans is de herinnering de basis van het geweten. Zonder herinnering is er geen geweten. Indien alles zich alleen in het heden afspeelt, is er geen geweten in onze samenleving en zeker niet bij onze jongeren. Die geschiedenis maakt dat er een geweten in onze samenleving is en zorgt ervoor dat onze jeugd en ook de jeugd die behoort tot andere gemeenschappen in ons land, zich niet overlevert aan racisme en antisemitisme.

Al moet ik mij eigenlijk niet inlaten met het onderwijs aangezien het een gemeenschapsmaterie is, wil ik toch het volgende zeggen. Op een bepaald ogenblik ontstond een trend om de geschiedenis in het onderwijs af te bouwen Het is echter mijn inziens noodzakelijk dat wij de ministers van Onderwijs samenbrengen om deze herinnering hoog te houden. Dit kan de basis vormen voor een goed gedrag van de jongeren in onze samenleving. Ik zal dan ook een initiatief terzake nemen. Waarom geen officieel interministerieel comité oprichten of een interministeriële conferentie waarin wij samen met de ministers van Onderwijs nagaan hoe wij in het lager en middelbaar onderwijs die herinnering opnieuw naar boven kunnen brengen? Wij kunnen cursussen inrichten die de jongeren bijbrengen wat racisme betekent, wat uitingen van racisme zijn, wat antisemitisme is, waarop het stoelt, op welke historische gronden en op welke verwerpelijke ideologieën. Dit hebben wij immers tussen de twee wereldoorlogen meegemaakt. Wij hebben daarvan de schande ondervonden in de Tweede Wereldoorlog.

Ik zal dus een initiatief nemen, ook al gaat dit buiten de bevoegdheden van de eerste minister en de federale regering. Ik zal dat vrijwillig doen. Ik wil samen met de ministers van Onderwijs afspreken om een gestroomlijnde manier van nieuw onderricht in het onderwijs mogelijk te maken in onze scholen, vooral in onze lagere scholen – daar begint het immers allemaal – en ook in onze middelbare scholen. Op die manier zullen wij beseffen dat het geweten van een jonge man of vrouw wordt gevormd als hij 12, 13 of 14 jaar is. Het moet immers niet worden gevormd in de straten van Antwerpen of Brussel om aldaar aanleiding te geven tot het plegen van racistische daden.
(Applaus) (Applaudissements)
Reacties
06.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Citaat:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wij danken u voor uw antwoord en nemen kennis van het pakket aan maatregelen dat u hier hebt voorgesteld om deze ontoelaatbare vormen van antisemitisme te bestrijden. Intussen echter moeten we nog altijd vaststellen dat een week na de moordaanslag in Antwerpen de daders helaas nog altijd niet gevonden zijn. Het gaat om een bende van 12 tot 15 jonge Noord- Afrikanen, volledig in het wit gekleed, die gewapend met messen, ijzeren staven en tennisrackets over straat lopen. Wij kunnen ons niet voorstellen dat deze bende niet snel zou kunnen worden gevonden. Wij dringen er dus op aan – ook de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken zijn hier aanwezig – dat alles, maar dan ook alles, in het werk zou worden gesteld om de bende zo vlug mogelijk op te rollen en de gepaste bestraffing te geven.

Mijnheer de eerste minister, op dat punt is er een probleem. U hebt daarnet terecht gezegd dat men ook tot bestraffing moet durven overgegaan. Daar zitten we met het zware probleem dat het bijna altijd om minderjarigen gaat. Voor deze minderjarigen bestaat er geen enkel rechtsmiddel om hen daadwerkelijk te bestraffen, vermits we nog altijd niet beschikken over een deugdelijk jeugdsanctierecht. Zolang we niet over een deugdelijk en efficiënt jeugdsanctierecht beschikken, waardoor deze jongeren die buiten de schreef gaan en zich begeven aan ontoelaatbare feiten, kunnen worden bestraft, vrees ik dat we hier alleen maar zullen kunnen kurieren am Symptom, zoals de Duitsers zeggen. We zullen de zaken niet grondig kunnen aanpakken. Ik wil afsluiten met nog een pleidooi te houden om ook naar de kern van de zaak te durven gaan en om zwaar op te treden tegen islamistische verenigingen die hier haat prediken en antisemitische daden plegen. Desnoods moeten we de subsidies van deze verenigingen afnemen en ze, als het noodzakelijk is, buiten de wet stellen.
06.08 Claude Marinower (VLD):
Citaat:
Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ten eerste, het belangrijkste signaal zou zijn dat de dader of de daders zouden worden opgepakt. Bedenk ook dat bij de incidenten die zondagavond op Linkeroever hebben plaatsgevonden en waarbij een dertienjarige joodse jongen zonder enige aanleiding in elkaar werd geslagen, de daders acht, elf en zestien jaar oud waren. De achtjarige en de elfjarige werden gedefereerd naar de jeugdrechtbank.

U hebt gelijk, mijnheer de premier, om eraan te herinneren dat, wanneer joden worden beschimpt of beklad, het hele land en onze democratie worden beklad. Bovendien hebt u er terecht op gewezen dat er geen enkele, maar dan ook geen enkele verzachtende omstandigheid kan bestaan voor dergelijke daden. Ik heb dat met genoegen nogmaals horen herhalen door de eerste minister van ons land.

De eerste spreker van vanmiddag zal mij toelaten om met iets meer achtergrond dan hij erover te spreken. Ik denk dat het voor de joodse samenleving een hart onder de riem is geweest dat er uit alle verschillende hoeken van het land en de samenleving solidariteitsblijken zijn gekomen. Zij werden in dank aangenomen.

Sta mij toe te eindigen met hetgeen door een jongere op het einde van de manifestatie in Antwerpen is gezegd. Hij zei: “Wij zijn jongeren van 15, 16, 17 of 18 jaar. Wat vragen wij? Wij vragen om normaal in een park te kunnen komen met een jeugdbeweging, zonder politiebegeleiding. Wij vragen om normaal naar een bioscoop te kunnen gaan, zonder het risico te lopen om ineengetimmerd te worden bij het verlaten van de bioscoop, alleen maar omdat wij tot de joodse gemeenschap behoren. Wij vragen een normaal leven. Wij zijn het beu om een abnormaal leven te moeten leiden".

Een aantal maatregelen die u aankondigt, verheugt mij, mijnheer de premier, vooral het speuren op internet. Ik hoop dat aan een en ander een einde komt.
06.09 Marie Nagy (ECOLO):
Citaat:
Monsieur le premier ministre, vous nous avez donné les mesures qui ont été prises sur le plan policier, de la justice et de l'action menée par le Centre pour l'égalité des chances. Je vous l'ai dit dès le début, vous pouvez compter sur le soutien de mon parti car, dans ce domaine, il faut livrer un message très clair spécifiant où se trouve la limite �* ne pas dépasser.

Vous avez aussi rappelé l'importance du devoir de mémoire, de la nécessité d'informer les jeunes sur ce que fut la deuxième guerre mondiale et l'extermination dont ont été victimes les juifs. Certains enfants ne le savent pas, ne le savent plus ou pas correctement. Je trouve que c'est essentiel de le dire et de le répéter. Je suis estomaquée de voir comment certains utilisent cela pour réveiller la haine des autres communautés, alors qu'on les a vus il n'y a pas si longtemps sur la RTBF manifester avec des pronazis.

Mais je vais pas polémiquer ici. Mon objectif est de dire que les actes antisémites sont intolérables et qu'il faut les punir. Notre société a un devoir de mémoire. Notre société est multiculturelle et nous devons vivre ensemble dans le respect des valeurs démocratiques. Il ne faut pas laisser cette pensée antisémite se développer, sous couvert d'actes ignobles.

Je vous assure de mon soutien. J'espère que je recevrai des réponses, par écrit peut-être, aux questions plus précises que j'ai posées car je voudrais connaître le suivi réservé aux faits que j'ai abordés.

Au nom des valeurs défendues par mon parti, j'affirme qu'il est très important de mener une action montrant le caractère insupportable de l'antisémitisme, de même que du racisme et de la xénophobie.
06.10 Corinne De Permentier (MR):
Citaat:
Monsieur le premier ministre, vous m'avez rassurée. C'est un combat auquel je tiens particulièrement et je retiendrai que nous souhaitons tous une justice rapide. Le fait que vous ayez délégué des magistrats spécialement pour ces tâches me réjouit. J'espère que de lourdes sanctions seront prises, qui amèneront certains jeunes �* ne plus éprouver un sentiment d'impunité. Je vous rejoins aussi pleinement sur le fait qu'il faille éduquer nos jeunes. Beaucoup d'entre eux, aujourd'hui, ne savent pas ce que signifie la deuxième guerre mondiale, le nazisme ou l'antisémitisme. Nous devons les éduquer �* travers l'école mais aussi peut-être �* travers les programmes de politique des grandes villes.

Il y a également un travail sérieux �* mener au niveau du Centre pour l'égalité des chances et du MRAX. J'ai assisté �* une conférence, voici une dizaine de jours où dix personnes qui avaient été victimes d'actes antisémites ont témoigné: quand elles s'adressaient au MRAX ou au Centre pour l'égalité des chances, on leur répondait au téléphone en leur déconseillant de porter plainte car cela ne mènerait �* rien! Ce n'est pas �* cette fin que l'on finance ce genre de centre!

Je voudrais également adresser un message �* la presse. Souvent, la communauté juive parle de désinformation. J'aimerais en tout cas qu'aujourd'hui, la presse relaie les propos du premier ministre qui sont très encourageants et fasse savoir que l'on cherchera ces jeunes qui posent des actes inacceptables dans un pays démocratique parce que, désormais, c'en est terminé de l'impunité!
(Applaudissements) (Applaus)
06.11 Eric Massin (PS):
Citaat:
Monsieur le président, monsieur le ministre, de votre réponse qui, comme vient de le dire Mme De Permentier, est rassurante, je retiendrai deux éléments.

D'abord, que la reconnaissance qu'un acte posé vis-�*-vis d'une personne en fonction de son appartenance culturelle, religieuse ou philosophique, et avéré autant comme acte violent que comme insulte, constitue une agression �* une de nos valeurs démocratiques. Nous sommes tous, en principe, des défenseurs de nos valeurs démocratiques. Cela doit être dit, redit et affirmé.

Ensuite, au-del�* de toute une série de mesures dont vous avez fait état - certaines sont très pratiques, très pragmatiques et vont aussi permettre de ne pas tomber dans de la ghettoïsation – il y a aussi le devoir mais aussi l'obligation de mémoire. Cet élément est fondamental. Il me semble que si la traque sur intenet contre les actes de racisme et d'antisémitisme est importante, la traque du révisionnisme l'est tout autant. C'est aussi une des causes de l'antisémitisme. Tous les actes sans aucune exception doivent être traqués, que ce soit sur internet ou d'une autre manière. Il doit y avoir une réponse sans tomber dans la précipitation, une réponse qui doit être ferme et qui dire "halte" �* l'intolérable et �* l'intolérance.
Het incident is gesloten. L'incident est clos.
tabufferkwa is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:07.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be