Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Algemeen > Binnenland
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 27 augustus 2012, 14:27   #1
demonen
Banneling
 
 
Geregistreerd: 16 oktober 2002
Berichten: 11.763
Standaard Ten dienste van mijn volk

Statuut van het lid van het Vlaams Parlement
Principiële uitgangspunten
Het Statuut van het lid van het Vlaams Parlement werd goedgekeurd door de plenaire vergadering op 6 april 1995 en werd sindsdien diverse malen aangepast.
Dit statuut van het lid van het Vlaams Parlement is in principe gelijk aan dat van het lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Het parlementaire inkomen bestaat vanaf 1 januari 1996 uit een integraal belaste parlementaire vergoeding, een belastingvrije forfaitaire terugbetaling van kosten en uit geïndividualiseerde tegemoetkomingen.


Hoofdstuk 1: Vaststelling van het parlementaire inkomen
1.Bedrag van de parlementaire vergoeding
Het brutobedrag van de parlementaire vergoeding wordt vastgesteld onder verwijzing naar het basissalaris van een Staatsraad. Vanaf 1 mei 2007 bedraagt de parlementaire vergoeding € 53.511,00 jaarlijks (100%). Ze is gekoppeld aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen, zoals toegepast voor de bezoldigingen van rijksambtenaren.
Parlementsleden krijgen een jaarlijks vakantiegeld en een eindejaarstoelage, bepaald volgens de regeling inzake sociale programmatie voor het rijkspersoneel.
Op de parlementaire vergoeding zoals bepaald in het eerste lid (vakantiegeld en eindejaarstoelage niet inbegrepen) en op de uittredingsvergoeding wordt een persoonlijke pensioenbijdrage ingehouden van 7,5%.
Op de parlementaire vergoeding wordt, zolang de wettelijke regeling dienaangaande geldt, ook een matigingsbijdrage van 1% ingehouden ter vervanging van de bijzondere bijdrage van 16,73 € ten laste van alleenstaanden en van gezinnen zonder kinderen of van de inhouding van 9,30 € op de kinderbijslag, die vóór 1 juli 1992 werd geheven.



2.Forfaitaire terugbetaling van kosten
Er is een forfaitaire terugbetaling van kosten, vastgelegd op 28% van het brutobedrag van de parlementaire vergoeding, voor alle kosten en lasten, verbonden aan de uitoefening van een parlementair mandaat.

3.Geïndividualiseerde tegemoetkoming
3.1. Reiskostenvergoeding

Elk parlementslid heeft recht, op zijn verzoek, op een reiskostenvergoeding voor zijn reiskosten. Die wordt berekend op grond van het aantal kilometer tussen zijn woonplaats en het Vlaams Parlement.
De vergoeding wordt berekend volgens de modaliteiten die gelden voor het Rijkspersoneel, volgens de bepalingen van artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regel inzake reiskosten, op een forfaitaire basis van 120 ritten heen en terug, per burgerlijk jaar. Een begonnen maand telt als een hele maand.
De reiskostenvergoeding wordt vermeld op het jaarlijks fiscaal attest.
Voor parlementsleden die hun werkelijke kosten willen bewijzen, wordt de door het Vlaams Parlement verleende reiskostenvergoeding in mindering gebracht van hun reëel bewezen reiskosten.


3.2. Tegemoetkoming in de bijdragen voor ziekteverzekering

Het Vlaams Parlement komt in sommige gevallen tegemoet in de bijdragen die de leden betalen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Het betreft:
1.bijdragen, betaald met toepassing van de artikelen 32, 15° en 121 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
2.bijdragen, betaald door leden die vallen onder de verplichte regeling van de voortgezette verzekering;
3.bijdragen betaald in het kader van de voortgezette verzekering voor zelfstandigen door de Vlaamse volksvertegenwoordigers die hun zelfstandige activiteit stopgezet hebben;
4.een aanvullende bijdrage, betaald door leden die, op grond van een beperkte opdracht, voordien slechts een gedeeltelijke bijdrage betaalden.

Het bedrag van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk betaalde bijdrage, met als maximum de bijdrage die de leden die verzekerd zijn met toepassing van de artikelen 32, 15° en 121 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen hebben gestort. Deze laatste bijdrage wordt elk jaar door de bevoegde minister vastgesteld.


3.3. Kinderbijslag

Het Vlaams Parlement verleent aan de leden een aanvullende kinderbijslag in dezelfde mate en voorwaarden van de kinderbijslag voor het Rijk. Rechten die de vader of de moeder van de kinderen in een ander wettelijk kinderbijslagstelsel hebben, moeten evenwel bij voorrang worden uitgeoefend.
Indien het bedrag van de bijslag, toegekend in een ander stelsel (b.v. dat van de zelfstandigen), lager ligt dan dat van het Rijkspersoneel, past het Vlaams Parlement het verschil bij.


3.4. Verzekeringen

Voor de leden worden door het Vlaams Parlement een aantal verzekeringen afgesloten.


3.5. Begrafenisvergoeding

Indien een lid overlijdt tijdens de uitoefening van zijn parlementair mandaat of tijdens de periode waarin hij een uittredingsvergoeding geniet, wordt er aan zijn nabestaanden een begrafenisvergoeding toegekend gelijk aan twee maanden bruto parlementaire vergoeding.
Bij overlijden van de huwelijkspartner, de officieel samenwonende partner of van een kind ten laste wordt aan het lid een begrafenisvergoeding toegekend gelijk aan het bedrag van de maandelijkse bruto parlementaire vergoeding.


3.6. Uittredingsvergoeding
1.Vlaamse volksvertegenwoordigers die ingevolge ontslag of vernieuwing van het Vlaams Parlement hun mandaat beëindigen, hebben, behoudens de omstandigheden bepaald in artikel 3.6.7, recht op een uittredingsvergoeding. De vraag tot uittredingsvergoeding wordt schriftelijk ingediend bij het Uitgebreid Bureau dat hierover beslist.

2.De uittredingsvergoeding wordt berekend op grond van het aantal maanden waarvoor een parlementaire vergoeding werd uitgekeerd, met name naar rata van twee maanden per jaar parlementaire vergoeding. Een resterende fractie geeft recht op twee maanden uittredingsvergoeding. De uittredingsvergoeding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop het parlementaire mandaat werd beëindigd. 1
Een uittredend lid dat in aanmerking komt voor de uittredingsvergoeding maar zijn aanvraag niet binnen een termijn van drie maanden na de maand waarin het mandaat werd beëindigd bij de Directieraad indient, verliest alle rechten op een uittredingsvergoeding

3.De uittredingsvergoeding wordt toegekend gedurende minstens twaalf maanden, en gedurende ten hoogste vier jaar. De duur van de uittredingsvergoeding mag nooit de duur overschrijden van het gevalideerd mandaat dat in aanmerking komt voor de berekening van de uittredingsvergoeding.
Nochtans, wanneer de duur van het mandaat minder dan één jaar bedraagt, heeft het uittredend lid recht op een uittredingsvergoeding gelijk aan het aantal maanden van zijn mandaat.
In geval van ontslag tijdens het laatste jaar van de zittingsperiode, wordt de uittredingsvergoeding berekend volgens de gewone regels. Ze wordt nochtans enkel betaald tot en met het einde van de maand gedurende dewelke de eerstkomende verkiezingen na het ontslag plaats hebben. De resterende maanden zijn verloren, en de duur van het beëindigde mandaat mag niet in aanmerking komen voor een uittredingsvergoeding komende uit een nieuw toekomstig mandaat.
Bovenstaande paragraaf zal niet van toepassing zijn:
in geval van niet effectieve nieuwe kandidatuurstelling bij de eerstkomende verkiezingen na het ontslag;
in geval van verkiezingen die plaats zouden hebben vóór het laatste jaar van de zittingsperiode;
in geval van de uittredingsvergoeding toegekend aan het lid, dat lid is als plaatsvervanger van een ander lid dat minister is geworden, wanneer deze ontslag neemt van zijn mandaat als minister, en opnieuw parlementair wordt.


4.De jaren mandaat in de andere wetgevende assemblees komen voor de berekening in aanmerking. 2
De uittredingsvergoeding wordt maandelijks uitgekeerd en is volledig belastbaar. Haar bedrag is gelijk aan de som van het bedrag van de parlementaire vergoeding en van het bedrag van de onkostenvergoeding die worden uitgekeerd aan een lid van het Vlaams Parlement.

5.Het pensioen wordt in voorkomend geval pas toegekend nadat de uittredingsvergoeding volledig is uitgekeerd.

6.De periode waarin de uittredingsvergoeding wordt uitgekeerd, komt in aanmerking voor de berekening van het pensioen naar rata van de werkelijk uitgekeerde bruto-uittredingsvergoeding.

7.De vergoeding wordt niet toegekend aan uittredende parlementsleden die worden verkozen tot lid van de bestendige deputatie, benoemd tot provinciegouverneur, ambassadeur, lid van een gemeenschaps- of gewestregering, minister of staatssecretaris, of die als lid van het Grondwettelijk Hof werden benoemd
Uittredende parlementsleden die in aanmerking komen voor de vergoeding, en later één van de bovenvermelde mandaten aanvaarden, verliezen het voordeel van de vergoeding naar verhouding van het aantal maanden dat zij het mandaat hebben uitgeoefend.
Deze laatste bepaling wordt echter niet toegepast voor de leden van een regering (minister, staatssecretaris, lid van een gewest- of gemeenschapsregering). Voor wat de uittredingsvergoeding betreft, wordt hun toestand gelijkgesteld met die voorzien in punt 3.6.8.
De vergoeding wordt niet toegekend aan uittredende parlementsleden die vrijwillig ontslag nemen om onmiddellijk een nieuwe job uit te oefenen.

8.Indien de rechthebbende van een uittredingsvergoeding opnieuw zetelt, int hij geen uittredingsvergoeding meer.
Na het beëindigen van zijn nieuw mandaat zal hij alleen mogen genieten van de uittredingsvergoeding voortvloeiende uit zijn nieuw mandaat.
Nochtans moet de totale duur van de diverse uittredingsvergoedingen ten minste gelijk zijn aan de duur van de uittredingsvergoeding waarop hij aanspraak had kunnen maken indien hij zijn mandaat op onafgebroken wijze zou hebben uitgeoefend.

9.In geval van overlijden van de rechthebbende (op de uittredingsvergoeding) of in geval van overlijden van een lid dat zitting heeft, hebben de overlevende echtgenoot of de minderjarige kinderen recht op 60 % van de nog verschuldigde vergoeding. 3

10.Uitgezonderd de uittredingsvergoeding die toegekend wordt op grond van punt 3.6.9., wordt op de uittredingsvergoeding een bijdrage van 8,5 % ten voordele van de Pensioenkas van het Vlaams Parlement ingehouden.

De toelagen die, berekend op de parlementaire vergoeding van de Vlaamse volksvertegenwoordigers ten laste van de begroting van het Vlaams Parlement aan de Pensioenkas worden verleend, gelden eveneens voor de uittredingsvergoedingen, behalve voor die welke op grond van punt 3.6.9. werden verleend.

11.Aan de gewezen Vlaams volksvertegenwoordigers die op de uitkering van een uittredingsvergoeding aanspraak kunnen maken, wordt kinderbijslag uitbetaald ten laste van de begroting van het Vlaams Parlement, naar analogie met de regeling die geldt voor de Vlaams volksvertegenwoordigers in functie, evenals de tegemoetkomingen als gevolg van de regeling "verzekering ziekte en invaliditeit".



4.Betalingsmodaliteiten van de parlementaire vergoeding
De parlementaire vergoeding wordt betaald in twaalfden. De betaling gebeurt vooruit op de eerste dag van de maand. Indien een eind wordt gesteld aan het parlementair mandaat - hetzij door overlijden, hetzij door ontslag om persoonlijke of andere redenen - wordt de vergoeding voor die maand vanaf deze dag beschouwd als definitief verworven.

De rechtstreeks gekozen Vlaamse volksvertegenwoordigers hebben recht op een parlementaire vergoeding vanaf de 1e van de maand volgend op de verkiezingen; deze vergoeding wordt uitbetaald na de eedaflegging.

Vlaamse volksvertegenwoordigers die als opvolger zetelen hebben recht op een parlementaire vergoeding vanaf de 1e van de maand volgend op de beëindiging van het parlementair mandaat van de Vlaams volksvertegenwoordiger die wordt opgevolgd; deze vergoeding wordt uitbetaald na de eedaflegging.

De Vlaamse volksvertegenwoordiger die bij het begin van een maand een ministerieel ambt uitoefent, heeft recht op een parlementaire vergoeding vanaf de eerste dag van de daaropvolgende maand.

Vlaamse volksvertegenwoordigers hebben recht op een parlementaire vergoeding tot het einde van de maand waarin de verkiezingen plaatshebben.

5.Financiële decumulatie
Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden dat de Vlaams volksvertegenwoordiger ontvangt als bezoldiging voor de openbare mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard naast zijn parlementair mandaat, mag de helft van het basisbedrag van de parlementaire vergoeding, zoals vastgesteld door de Conferentie van de voorzitters van de zeven parlementaire assemblees, niet overschrijden. Die Conferentie stelt elk jaar dit bedrag vast, en publiceert het elk jaar voor het einde van de maand januari in het Belgisch Staatsblad.

Indien het onduidelijk is of een bepaalde functie, een bepaald ambt of een bepaald mandaat van politieke aard is, of indien er onduidelijkheid is over andere aspecten van de regeling inzake financiële decumulatie beslist het Bureau.

Bij het opnemen van hun parlementair mandaat brengen de rechtstreeks gekozen leden van het Vlaams Parlement de voorzitter op de hoogte van alle openbare mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard en de brutobezoldiging die zij hiervoor ontvangen. Tijdens de duur van het parlementair mandaat delen zij de aanvang of beëindiging van deze activiteiten of een wijziging in de bezoldiging hiervoor zonder verwijl aan de voorzitter mee.

Zij bezorgen tevens de gegevens van de instellingen waar ze hun buitenparlementaire mandaten uitoefenen, en leggen inkomensattesten die door deze instellingen afgegeven worden voor.

Het maximumbedrag wordt toegepast op basis van een referteperiode van 12 maanden.

Wanneer het parlementair mandaat begint of eindigt gedurende het kalenderjaar, wordt het maximumbedrag bepaald naar rata van de duur van het parlementaire mandaat. Het bedrag van het maximumbedrag wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer ‘12’ is, en de teller gelijk is aan het aantal maanden waarvoor men recht heeft op een vergoeding.

Indien het maximumbedrag wordt overschreden en het parlementair mandaat niet gecumuleerd wordt met een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad van maatschappelijk welzijn, wordt de parlementaire vergoeding verminderd.

Elke maand wordt een bedrag afgehouden van de parlementaire vergoeding. Dat bedrag stemt overeen met de te verwachten overschrijding van het maximumbedrag. Eventuele regularisaties worden a posteriori uitgevoerd, op het einde van het kalenderjaar, indien blijkt dat er te veel of te weinig werd afgehouden.


Hoofdstuk 2: Fiscale behandeling van het parlementaire inkomen
1.Belastbaar inkomen
De parlementaire vergoeding (met inbegrip van de sociale-programmatievoordelen) wordt integraal belast op grond van art. 27 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen als een baat uit een vrij beroep, met toepassing van de regeling van trimestriële voorafbetalingen.

2.Van belasting vrijgestelde vergoedingen en voordelen
2.1. De forfaitaire terugbetaling
van de kosten en lasten, verbonden aan een parlementair mandaat is vrijgesteld van belasting. Deze vergoeding wordt vastgesteld op 28% van het brutobasisbedrag van de parlementaire vergoeding en heeft betrekking op:
representatiekosten en diverse kosten (recepties, geschenken, mondaine gebeurtenissen, persoonlijke documentatie, publiciteitskosten, e.d.);
bureaukosten (huur, afschrijving, onderhoud, verwarming, verlichting, meubilair, verzekeringen, e.d.);
publicatiekosten (zitdagen, brochures, e.d.);
reiskosten (behalve die welke door het Vlaams Parlement worden terugbetaald voor de parlementaire vergaderingen)

Opmerkingen
Bijdragen aan een partij of aan één van de geledingen ervan en de financiering van verkiezingsuitgaven zijn uitdrukkelijk uitgesloten als aftrekbare kosten. Die kostenitems maken dan ook geen deel uit van het forfait van 28%.
Betalingen in geld gedaan aan bepaalde erkende instellingen blijven aftrekbaar van het totale belastbare netto-inkomen volgens de in het gemeen fiscaal recht geldende regeling van aftrekbare giften

2.2. De reiskostenvergoeding
(hfdst. 1, 3, 3.1) en de
tegemoetkoming in de bijdragen voor ziekteverzekering
(hfdst. 1, 3, 3.2) worden beschouwd als een terugbetaling van gedane kosten en als zodanig integraal vrijgesteld van belasting.


2.3.
Alle verleende vormen van
bijstand en logistieke ondersteuning
noodzakelijk voor de uitoefening van het parlementair mandaat of voor het op zich nemen van aanvullende verantwoordelijkheden in het Vlaams Parlement zijn eveneens vrijgesteld van belasting.

3.De bewijslevering van de kosten voortvloeiend uit het parlementair mandaat
De mogelijkheid van de vrije bewijslevering blijft behouden voor de kosten verbonden aan het parlementair mandaat.

Er mag geen dubbel gebruik zijn tussen de werkelijk bewezen kosten voortvloeiend uit het parlementair mandaat en de door het Vlaams Parlement uit dien hoofde verrichte forfaitaire terugbetaling van gedane kosten. Het totale bedrag van de werkelijk bewezen kosten voortvloeiend uit het parlementair mandaat wordt bijgevolg verminderd met de bedragen waarop het parlementslid lastens het Vlaams Parlement aanspraak kan maken als terugbetaling van gedane kosten.
Indien het parlementslid voor zijn parlementair inkomen niet opteert voor de bewijslevering van de reële kosten, dan is het forfait, bepaald in artikel 51 WIB, van toepassing. Dat forfait wordt berekend op het bruto belastbaar bedrag, vooraf verminderd met de sociale bijdragen.

De bestaande bijzondere forfaits (o.a. voor mandaten als burgemeester of schepen) blijven behouden en komen in voorkomend geval bovenop de andere forfaits.

Het voormelde forfait (artikel 51 WIB) blijft integraal van toepassing op de parlementaire vergoeding, zelfs indien de betrokkene uit hoofde van een ander beroep, dat fiscaal tot dezelfde inkomenscategorie behoort (baten), opteert voor de vrije bewijslevering van de kosten verbonden aan die andere beroepsactiviteit.

Indien bepaalde uitgaven betrekking hebben op de uitoefening van twee of meer activiteiten, waaronder het parlementair mandaat, moet er een uitsplitsing gebeuren van het totale bedrag zodat de werkelijke kosten verbonden aan de andere activiteiten alleen betrekking hebben op de uitgaven verbonden aan die activiteiten.

4.Controle
Met het oog op een gelijke behandeling en een eenvormige interpretatie wordt het volledige fiscaal dossier van alle parlementsleden in een, bij koninklijk besluit bepaald, controlecentrum nagezien.
De diensten van het Vlaams Parlement leveren ieder aanslagjaar een fiscaal attest af, met vermelding van alle vereiste gegevens.
De fiscale behandeling van het geherstructureerde parlementaire inkomen wordt bij wet bekrachtigd.



Hoofdstuk 3: Koppeling van het parlementaire inkomen aan de mate van deelname aan de parlementaire werkzaamheden
1.Algemene principes
Een doeltreffender organisatie van de parlementaire werkzaamheden vormt een essentiële voorwaarde om het parlementaire inkomen te koppelen aan de mate van aanwezigheid in het Vlaams Parlement.

Het totale parlementaire inkomen, zowel de parlementaire vergoeding als de forfaitaire terugbetaling van kosten, wordt gekoppeld aan de mate van deelname aan de parlementaire vergaderingen.

De hierna volgende regeling wordt toegepast nadat, in voorkomend geval, de regels inzake financiële decumulatie, zoals omschreven in paragraag 5 van Hoofdstuk 1, toegepast werden.

De aanwezigheid wordt individueel vastgesteld in plenaire vergaderingen met aangekondigde stemmingen.

De volgende gevallen van afwezigheid gelden als aanwezigheid:
door het Vlaams Parlement toegestane parlementaire zendingen;
gelijktijdige parlementaire vergaderingen (plenaire en commissievergadering(en), vergaderingen tussen commissies onderling, bijzondere werkgroepen, enz.);
het verlaten van de vergadering om politieke procedures;
een ongeval;
ziekte;
zwangerschapsverlof;
afwezigheid in de week van:
het huwelijk van het lid;
de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner;
het overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van de samenwonende partner;
het overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
afwezigheid op de dag van:
het huwelijk van zijn kind of van een kind van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
het overlijden en de begrafenis van een bloed- of aanverwant in de tweede graad of van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
het overlijden en de begrafenis van een bloed- of aanverwant die onder hetzelfde dak woont.

In geval van betwisting doet het Bureau uitspraak.

2.Penalisatietabel
Het parlementaire inkomen wordt volgens het volgende schema gekoppeld aan de graad van deelname aan de parlementaire vergaderingen, waarbij er rekening gehouden wordt met de voormelde elementen van verrekening.

% aanwezigheid % van de parlementaire vergoeding en de forfaitaire vergoeding voor kosten
ten minste 80% 100%
minder dan 80% 90%
minder dan 70% 70%
minder dan 50% 40%


3.Referteperiode en tijdstip van betaling
De referteperiode die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het percentage van deelname aan de stemmingen, wordt vastgesteld op twaalf opeenvolgende maanden; de referteperiode verschuift per nieuwe maand en omvat steeds 12 opeenvolgende maanden.

De inhouding wegens ongerechtvaardigde afwezigheid wordt toegepast na afloop van de maand die volgt op de referteperiode. Er wordt ingehouden op het bedrag van het parlementaire inkomen van de volgende maand.

De penalisatie is zowel van toepassing op de parlementaire vergoeding als op de forfaitaire kostenvergoeding, die vooraf en gelijktijdig worden uitbetaald.

4.Weerslag op de berekening van de pensioenbijdrage
De eventuele vermindering van de parlementaire vergoeding heeft geen weerslag op het bedrag van het pensioen. De persoonlijke bijdragen blijven dus berekend op het basisbedrag van de parlementaire vergoeding vóór penalisatie.




Hoofdstuk 4: Vergoeding voor aanvullende verantwoordelijkheden in het Vlaams Parlement


De vergoeding voor aanvullende verantwoordelijkheden in het Vlaams Parlement (voorzitter, leden van het Uitgebreid Bureau, commissievoorzitters) wordt, naar analogie van de structuur van het parlementaire inkomen, opgesplitst in een belastbaar inkomen en een forfaitaire terugbetaling van kosten.


Hoofdstuk 5: Gewezen leden zonder voldoende bestaansmiddelen 4

Gewezen leden wier mandaat beëindigd is, en die na het verstrijken van de periode waarin zij recht hebben op een uittredingsvergoeding, over onvoldoende bestaansmiddelen zouden beschikken, kunnen bij de diensten een gemotiveerde aanvraag indienen:

voor een aanvullend inkomen, dat gedurende hoogstens 36 maanden verleend wordt en waarvan het bedrag beperkt wordt tot het bedrag van 1 jaar uittredingsvergoeding. Dit aanvullend inkomen kan pas toegekend worden na onderzoek van de bestaansmiddelen en volgens door het Bureau vast te stellen voorwaarden. Deze periode van inkomenswaarborg komt niet in aanmerking voor de berekening van het parlementaire pensioen, dat slechts kan ingaan na de periode van het gewaarborgde inkomen;
voor iedere andere door de diensten voorgestelde en meer aangepast bevonden oplossing, op voorwaarde dat die niet duurder uitvalt.
Het Bureau beslist over het gevolg dat aan de aanvraag wordt gegeven.





Hoofdstuk 6: Zwangerschapsverlof
Een zwanger parlementslid heeft recht op zwangerschapsverlof; de duur ervan bedraagt 15 weken.

Het betrokken parlementslid bezorgt aan de afdeling Leden drie maanden voor de voorziene bevallingsdatum een medisch attest waarin de vermoedelijke bevallingsdatum wordt medegedeeld.

Het zwangerschapsverlof gaat in op verzoek van het parlementslid, ten vroegste 7 weken en uiterlijk één week voor de voorziene bevallingsdatum.

Het parlementslid deelt haar keuzedatum voor het ingaan van het zwangerschapsverlof mee aan het Uitgebreid Bureau dat de nodige schikkingen treft in verband met stemafspraken.





Hoofstuk 7: Adoptieverlof
Het parlementslid dat in het kader van een adoptie een kind in zijn gezin opneemt, heeft recht op een adoptieverlof.



Het adoptieverlof bedraagt:



een aaneengesloten periode van maximum zes weken, indien het kind bij het begin van dit verlof de leeftijd van drie jaar niet heeft bereikt;
een aaneengesloten periode van maximum vier weken in de andere gevallen.


Indien het parlementslid ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen.



De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.



Om het recht op adoptieverlof te kunnen uitoefenen moet dit verlof een aanvang nemen binnen twee maanden volgend op de datum waarop het kind daadwerkelijk in het gezin wordt opgenomen. Het bewijs van dit tijdstip moet blijken uit een getuigschrift van domiciliëring, uitgereikt door het gemeentebestuur. Dit getuigschrift moet uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat, aan de diensten van het Vlaams Parlement bezorgd worden.



De uitoefening van het recht op adoptieverlof neemt een einde op het moment waarop het kind de leeftijd van tien jaar bereikt tijdens de opname van het verlof.



Het parlementslid dat gebruik wenst te maken van het recht op adoptieverlof deelt de datum voor het ingaan van het adoptieverlof mee aan het Uitgebreid Bureau dat eventueel de nodige schikkingen treft in verband met stemafspraken.
demonen is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:08.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be