![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Persmededelingen In dit forum kun je discussiëren over persmededelingen die verschenen zijn op onze portaalsite. Persmededelingen kunnen ons steeds via dit adres worden toegestuurd. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Redactie
Geregistreerd: 27 november 2004
Berichten: 28.704
|
![]() FLORENCE/BRUSSEL/DUBLIN 10 april 2013 – Een nieuwe studie van het Onderzoekscentrum van UNICEF over het welzijn van kinderen in rijke landen wijst uit dat Nederland, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden opnieuw bovenaan de tabel staan terwijl vier Zuid-Europese landen – Griekenland, Italië, Portugal en Spanje – zich in de onderste helft bevinden. België doet het globaal gezien niet al te slecht maar staat nog voor enkele belangrijke uitdagingen, met name op het vlak van onderwijsgelijkheid.
Report Card 11 van het UNICEF Onderzoekscentrum bekijkt de situatie van kinderen in de geïndustrialiseerde wereld. Terwijl debatten sterk tegengestelde visies blijven opleveren rond de pro’s en contra’s van (sociale) bezuinigingsmaatregelen, brengt Report Card 11 de prestaties van 29 van ’s werelds meest ontwikkelde economieën in kaart op het vlak van het welzijn van kinderen tijdens het eerste decennium van deze eeuw. Volgens het rapport bewijst die internationale vergelijking dat kinderarmoede niet onvermijdelijk is, maar afhangt van het gevoerde beleid – en dat bepaalde landen hun meest kwetsbare kinderen veel beter beschermen dan andere. “UNICEF roept overheden en sociale partners op om kinderen en jongeren altijd een plaats te geven in hun besluitvormingsprocessen,” aldus de directeur van het Onderzoekscentrum, Gordon Alexander. “Van elke overwogen of ingevoerde beleidsmaatregel moeten overheden expliciet de invloed ervan nagaan op kinderen, families met kinderen, adolescenten en jonge volwassenen. Die groepen hebben geen stem in het beleid of ze wordt zelden gehoord.” Report Card 11: de studie van het kinderwelzijn in rijke landen meet vijf dimensies in het kinderleven – het materieel welzijn, gezondheid en veiligheid, onderwijs, gedrag en risico’s, en huisvesting en milieu. Uit de studie blijkt geen sterk verband tussen het bbp per inwoner en het algemeen kinderwelzijn. Zo staat Slovenië hoger gerangschikt dan Canada, Tsjechië hoger dan Oostenrijk en Portugal hoger dan de Verenigde Staten. Het rapport toont ook dat de landen in Centraal en Oost-Europa de kloof met de gevestigde industriële economieën beginnen te dichten. Ondanks tegenslagen in sommige landen op vlak van specifieke indicatoren is de algemene tendens in de jaren 2000 er een van gestage verbetering op verschillende domeinen van het kinderwelzijn in de geïndustrialiseerde wereld. Elk land waarover gegevens beschikbaar zijn, zag zijn kindersterfte en lage gezinswelvaart dalen, terwijl het aantal inschrijvingen voor hogere opleiding is toegenomen. Gezien het blijvende gebrek aan geactualiseerde internationale vergelijkende data over kinderlevens (de meeste data in het rapport betreffen 2010, de meest recente vergelijkende informatie die beschikbaar is), weerspiegelt Report Card 11 het resultaat van de overheidsbeslissingen in de periode voor de crisis. Het rapport stelt dat de drie jaren van economische tegenspoed sindsdien niet veel goeds brengen voor vandaag of de nabije toekomst. Voor het grootste deel dienen die data echter om langetermijntrends in beeld te brengen en ze geven de resultaten van langetermijninvesteringen in kinderlevens weer. Een gemiddeld niveau van de schoolprestaties, inentingskosten, of het vertonen van risicogedrag zullen bijvoorbeeld niet gauw in een aanzienlijke mate veranderen in de korte periode van recessie van de laatste drie jaar. En, wat de dimensie ‘gedrag en risico’s’ van het kinderwelzijn betreft, is er goed nieuws over de hele lijn. Onder de 11- tot 15-jarigen in de 29 onderzochte landen zegt slechts acht procent dat ze minstens één keer per week een sigaret roken; slechts 15 procent geeft te kennen minstens twee keer dronken te zijn geweest in hun leven; 99 procent van de meisjes wordt niet zwanger in hun tienerjaren; en zo’n twee derden worden niet gepest of raken niet betrokken bij vechtpartijen. Er wordt echter niet veel aan sport gedaan; de Verenigde Staten en Ierland zijn de enige landen waarin meer dan een kwart van de kinderen aangeeft minstens een uur per dag te sporten. Report Card 11 geeft ook de tevredenheidsgraad van de kinderen over hun eigen leven aan. Die bevindingen stroken in grote lijnen met de op data gebaseerde meting van het kinderwelzijn, zij het met enkele opmerkelijke uitzonderingen: kinderen in Estland, Griekenland en Spanje gaven hun land een veel hogere ranking, terwijl Duitsland, Luxemburg en Polen lager gerangschikt staan. “We moeten meer te weten zien te komen over hoe kinderen hun eigen leven evalueren, over waar het volgens hen om draait, en wel op een meer systematische manier” zegt Gordon Alexander. De stem van het kind, zelfs op jonge leeftijd, is van vitaal belang. Overheden moeten in het beleid rekening houden met kinderen zodat de toekomst van kinderen en economieën op lange termijn beschermd worden. Dat is meer dan ooit nodig in het huidige klimaat.” En België? Wat het algemeen welzijn betreft, staat België op de 9de plaats op 29 industrielanden, achter Luxemburg en Zwitserland. Verontrustend echter is dat armoede – ook in België- een kindergezicht blijft hebben. Kinderen lopen een hoger armoederisico dan volwassenen. Op het vlak van materieel welzijn, neemt België de 13de plaats in (met een gemiddeld inkomen van de armste gezinnen dat 23,7 % onder de nationale relatieve armoededrempel ligt). Ons land neemt trouwens ook een trieste plaats in op het vlak van de kinderarmoedegraad in West-Europa (met 10,3 % van de kinderen die in een huishouden leven waarvan het beschikbaar inkomen minder dan de helft van het nationaal mediaan inkomen bedraagt). Dit is zowel vanuit ethisch en kinderrechtelijk standpunt, als vanuit economisch en sociaal standpunt bijzonder alarmerend. België heeft ook een relatief hoog kindersterftecijfer in vergelijking met andere West-Europese landen, met een score van 19,52 overlijdens per 100.000 kinderen tussen 1 en 19 jaar. Op de onderwijsdimensie scoort België erg goed (2de plaats na Nederland). Maar we staan voor immense uitdagingen wat de ongelijkheden betreft die ons onderwijssystemen in de hand werken: voor veel kinderen en jongeren uit arme gezinnen, is school een hindernissenparcours dat kwetst en uitsluit. Het erg hoge percentage (5,7 % bij 15-19 jarigen) NEETs (Not in Education, Employment or Training) is hiervoor zeer illustratief. Wat risicogedrag betreft (enerzijds roken, alcoholgebruik, cannabisconsumptie en anderzijds voldoende beweging, fruitconsumptie) staat ons land op de 14de plaats. In West-Europa is België het land met het hoogste aantal kinderen, dat betrokken is in gevechten (39 %, 21ste plaats). Ook pestgedrag scoort hoog (37,73 %, 23ste plaats). Anderzijds vinden vele Belgische kinderen hun klasgenoten vriendelijk en behulpzaam en neemt ons land de zesde plaats in wanneer de kinderen zelf hun welzijn beoordelen. België doet het globaal gezien dus niet al te slecht: we mogen ons verheugen over bepaalde positieve tendensen en cijfers. De uitdaging bestaat erin om deze minstens te behouden in tijden van crisis. Bovendien mogen goede resultaten geen excuus zijn om niet verder te kijken dan gemiddelden. Download hier het volledige rapport: www.unicef.be of via : Perscontact: Philippe Henon, Press & Communication Manager UNICEF België T 02/230.59.70 – 0477/555.023 – [email protected] Bron: politics.be
__________________
Politics.be - Jouw politieke portaalsite |
![]() |
![]() |