![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
VLD Vivant Enkel sympathisanten van VLD Vivant, die bovendien lid zijn van de gebruikersgroep 'VLD Vivant' kunnen in dit onderdeel reageren. Je kan jezelf als groepslid voordragen via je control panel. |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Europees Commissaris
Geregistreerd: 17 april 2003
Berichten: 6.621
|
![]() Zoals aangekondigd zal het 3de en laatste luik van deze verhandeling het probleem van de morele verantwoording van de uitkering van een onvoorwaardelijk basisinkomen aan allen aansnijden.
Zoals immers betoogt, lijkt ons een ‘correcte’ fundering hiervan de noodzakelijke voorwaarde om de zo belangrijke middenklassen hun steun te verwerven en aldus een duurzaam maatschappelijk draagvlak te creëren. In eerste instantie zal een aantal theorieën besproken worden die niet deugen om het basisinkomen te verdedigen, vervolgens zal de ‘correcte’ morele fundering van het basisinkomen geschieden en ten slotte zal ook de onvoorwaardelijkheid van dit basisinkomen gerechtvaardigd worden. Om te illustreren dat het inderdaad zeer belangrijk is dat het basisinkomen omwille van de juiste redenen aan allen wordt verstrekt, beginnen we deze bespreking met een aantal geopperde theorieën te weerleggen. Aldus zal immers duidelijk worden dat een aantal theorieën de kritiek dat het basisinkomen parasitisme legitimeert een open doel verschaft. Het behoeft geen uitleg dat in zulke gevallen meer kwaad dan goed gedaan wordt. We zullen gebruik maken van een gedachtenexperiment van Van der Veen (Staat, burger en basisinkomen. Notitie voor de studiedag van de Vereniging Basisinkomen) om aan te tonen dat het parasitisme verwijt in sommige gevallen onweerlegbaar is, maar tevens omdat het ons later in staat zal stellen om te verklaren waarom het basisinkomen, in onze moderne maatschappij, toch gerechtvaardigd is. Van der Veen veronderstelt een gesloten samenleving, Homogenië genaamd, waar het enige verschil tussen de inwoners hun persoonlijke voorkeuren met betrekking tot arbeid en consumptiemogelijkheden is. Er zijn twee soorten mensen in deze samenleving: ‘Lazies’ die tevreden zijn met een bestaansminimum als ze daar niet voor hoeven te werken, en er zijn ‘Crazies’ die bereid zijn tot dubbele werkdagen met maximale arbeidsinspanningen als dat hun consumptiemogelijkheden (hoe marginaal ook) verhoogt. Dat in een dergelijke samenleving de invoering van een basisinkomen niet gerechtvaardigd kan worden, is duidelijk. Het zou de ‘Lazies’ immers in staat stellen te parasiteren op de offers van de ‘Crazies’. (We maken gebruik van Gauthier’s criterium van parasitisme: je positie verbeteren door die van een ander te verslechteren) Wanneer de ‘Lazies’ er niet waren zouden de ‘Crazies’ immers beter af zijn, en omgekeerd zouden de ‘Lazies’ slechter af zijn wanneer de ‘Crazies’ er niet waren. Het argument dat wie geen betaalde arbeid verricht wel onbetaalde arbeid zal verrichten houdt geen steek aangezien men in dat geval of geïnteresseerd is in de arbeid zelf of in het product van die arbeid en dat reeds als voldoende beloning ervaart. Homogenië, waar mensen enkel verschillen in voorkeur m.b.t. arbeid en consumptiemogelijkheden, verschilt echter van de werkelijke wereld, en wel in 4 aspecten: in aanleg, in begunstiging door giften en nalatenschappen,in toegang tot de beschikbare banen en in de toegang tot de natuurlijke hulpbronnen! Het argument dat door Van der Veen zelf verdedigd wordt, is dat van de compensatie omwille van het verschil in aanleg. Verschillen in natuurlijke begaafdheid zullen ertoe leiden dat sommigen in staat zullen zijn een hoger inkomen te genereren dan anderen met dezelfde, of zelfs minder, inspanningen. Niet enkel Van der Veen doch tal van concepties van verdelende rechtvaardigheid zijn van oordeel dat een dergelijke ongelijkheid onrechtvaardig is en het is ook niet ons doel om deze alhier in vraag te stellen. Relevant is immers niet of een dergelijke situatie rechtvaardig is, dan wel of als gevolg van die (aangenomen) onrechtvaardigheid het gerechtvaardigd kan worden om een onvoorwaardelijke inkomensoverdracht in te stellen? Het antwoord is neen, het enige waar de mensen immers in verschillen is in aanleg, wat met zich meebrengt dat hun arbeidsproductiviteit, gemeten in de marktwaarde van het product, hoger of lager kan zijn. Een gerechtvaardigde compensatietheorie zou dus kunnen voorstellen om die productiviteit van de minder productieven te herstellen tot het gemiddelde, zodoende iedereen als gevolg van een gelijke inspanning een gelijk stuk taart toebedeelt krijgt. Een dergelijke theorie kan echter nooit een rechtvaardiging zijn voor de loskoppeling van het verkrijgen van een inkomen enerzijds en het leveren van een arbeidsprestatie anderzijds. Op basis van het verschil in aanleg kan met andere woorden niet bepleit worden om mensen een (in geld uitgedrukt) bedrag toe te kennen en hen vrij te stellen van het verrichten van arbeid. De zwakte van dit soort theorieën is dat zij inkomensoverdrachten legitimeert tussen mensen die enkel van elkaar verschillen door een verschil in ambitie! Een onvoorwaardelijk basisinkomen ter compensatie voor verschillen in natuurlijke aanleg blijkt dus een weinig coherente verdediging van het idee van een basisinkomen te zijn. Een andere verdediging dringt zich dus op. Onder andere Philippe Van Parijs ziet een financiering van het basisinkomen door middel van belastingen op giften en nalatenschappen als gerechtvaardigd. Aangezien hijzelf deze verdediging eigenlijk reeds ondergraaft, ga ik daar niet al te uitgebreid op ingaan. In zijn werk uit 1991 ‘Why Sufers Should Be Fed: The Liberal Case for an Unconditional Basic Income’ onderkent hij, in een voetnoot, immers zelf reeds dat op dergelijke wijze de reële vrijheid van de begunstigden wordt aangetast wanneer zij geen giften kunnen doen of testamentaire beschikkingen. Samengevat komt het bezwaar tegen deze verantwoording van het basisinkomen neer op het feit dat de levensstijl van de ‘Lazies’ hun eigen keuze, en dus verantwoordelijkheid, is. Ze hebben bijgevolg niet het recht de kosten daarvan te verplaatsen naar anderen. De toegang tot beschikbare banen, en dus de verwerving van een monetair inkomen, aangrijpen als rechtvaardiging voor het verstrekken van een onvoorwaardelijk basisinkomen lijkt, en is in de huidige situatie, verdedigbaar. Helaas zal blijken dat dit argument te temporeel en situationeel is. Als gevolg van o.a. het feit dat het minimumloon (voor de laagstbetaalde arbeid) boven de marktprijs ligt, C.A.O.’s een duopolie scheppen in plaats van competitieve markt, personeel opleiden en ontslaan een hoge kostenplaatje heeft, wordt (betaalde) arbeid in feite overbetaald. Werkenden parasiteren welgenomen dus op de niet-werkenden. Hamminga (1983, Opstaan voor iemand misstaat niemand) maakte hieromtrent een interessante suggestie: iedere werkzoekende krijgt jaarlijks een aantal van X waardebonnen en voor het bezetten van een (volledige) arbeidsplaats wordt het hogere aantal van Y waardebonnen gevraagd. Bijkomende waardebonnen dienen dan aangekocht te worden bij een certificatenbeurs. Bijgevolg ontstaat er een arbeidsloos inkomen ter hoogte van de marktwaarde van X waardebonnen. Het gevolg daarvan is echter ook dat bij een eventueel herstel van het evenwicht op de arbeidsmarkt de hoogte van dit arbeidsloos inkomen zou dalen tot nul. In wezen zouden dergelijke waardebonnen overigens enkel verstrekt mogen worden aan hen die bereid zijn om te werken, wie dat niet wenst wordt immers niet benadeelt door zijn werkloosheid. Men zou aldus exact recht hebben op dat percentage van X waardebonnen dat overeenkomt met het deel van de normale werktijd waarvoor hij zich beschikbaar stelt voor de arbeidsmarkt. Wie koopt en verkoopt wordt zo uitsluitend bepaald door de aard van de aangeboden (betaalde) arbeid en niet door het verschil in voorkeur voor arbeid als zodanig. Deze zienswijze heeft het voordeel dat tevens het onvoorwaardelijke karakter van de verstrekking van een basisinkomen gerechtvaardigd wordt, wanneer iemand immers gedwongen zou worden om een bepaalde baan in te vullen dan wordt de marktwerking verstoord en ontstaat er een domino-effect waarbij mensen banen dienen aan te nemen die niet hun hoogste bereikbare voorkeur betreffen. Dit argument kan echter nooit een duurzaam kader creëren voor het onvoorwaardelijke basisinkomen om de heel eenvoudige reden dat in een arbeidsmarkt in evenwicht de bovengenoemde argumentatie niet langer opgaat. Omdat veronderstelt wordt dat de maatregelen die men wenst te koppelen aan de invoering van het basisinkomen (afschaffen van het wettelijke minimumloon, afschaffen van het algemeen bindende karakter van CAO’s,…) het evenwicht op de arbeidsmarkt opnieuw zullen herstellen, kan het basisinkomen dus nooit louter en alleen omwille van deze reden gerechtvaardigd worden; ze ondergraaft immers haar eigen reden van bestaan. Een duurzame morele rechtvaardiging voor het verstrekken van een onvoorwaardelijk basisinkomen kan, mijn inziens, slechts geschieden op basis van één argument: de ongelijke verdeling en toegang tot de ‘om niet’ gegeven natuurlijke hulpbronnen. Aan de basis van dit idee ligt het uitgangspunt dat de intuïtie ons zegt dat de natuurlijke hulpbronnen ‘van iedereen’ zijn en dat het onrechtvaardig is dat mensen in een wereld geplaatst worden met een ongelijke uitgangspositie, die bovendien bepalend zal zijn voor de latere marktwaarde van hun arbeidskracht. Dat wordt helemaal duidelijk wanneer we het aan de hand van een parabel illustreren: in navolging van Van Parijs en François Huet stellen we ons een situatie voor waarbij een aantal schipbreukelingen – we nemen als vereenvoudiging aan dat zij allen even begaafd zijn - aanspoelen op een onbewoond eiland. Aldaar vinden zij een hoop natuurlijke hulpbronnen en goederen die zijn achtergelaten door een verdwenen beschaving. De vraag waarmee zij nu geconfronteerd worden is hoe zij deze op een rechtvaardige wijze kunnen verdelen? De meest redelijke, tevens rechtvaardige, verdeling zou er uit bestaan iedereen een gelijke koopkracht toe te kennen die op een concurentiemarkt kan worden ingezet. (cf. Ronald Dworkin, 1981, What is Equality?) De verschillen tussen het eiland uit onze parabel en de werkelijke wereld zijn duidelijker zichtbaar dan de overeenkomsten, toch zijn ook die laatste van belang. Het belangrijkste verschil tussen de door ons geschetste fictieve situatie en onze reële wereld is dat de gelijke en onbeperkte toegang tot natuurlijke hulpbronnen, die er in de fictieve wereld bestond, in onze reële wereld niet langer aanwezig is. De natuurlijke hulpbronnen zijn immers al toegeëigend, en wel zo dat sommigen een onevenredig groot aandeel bezitten niettegenstaande ieder een gelijk recht kan doen gelden op het bezit van deze natuurlijke hulpbronnen. De anarcho-kapitalisten zullen beargumenteren dat het voorrangsrecht voor de eerstkomende dit rechtvaardigt, maar die argumentatie komt te kort omdat de volgorde waarin plannen gevormd of tot uitvoering gebracht worden moreel irrelevant is. Temporele volgorde is irrelevant en het valt dan ook niet te aanvaarden dat mensen (zonder daarvoor gecompenseerd te worden) geboren worden in een wereld waarin alle natuurlijke hulpbronnen al door anderen zijn toegeëigend. De zwakte van het (anarcho-kapitalistische) voorrangsrecht is dat alzo zij die niet van in den beginne deel (konden) nemen aan het spel, zonder enige vorm van compensatie, hun oorspronkelijke recht op onbeperkte toegang tot de natuurlijke hulpbronnen verliezen. De marxist in u zal zich de vraag stellen waarom ik de ganse tijd spreek over compensatie en niet gewoon de onbeperkte toegang tot de natuurlijke hulpbronnen verdedig? Daar zijn twee redenen voor, ten eerste is een systeem van exclusieve eigendomsrechten Pareto-superieur ten opzichte van een systeem waarin iedereen slechts gebruikersrechten heeft, bovendien zou zo een systeem parasitisme legitimeren omdat anderen het koren zouden mogen oogsten dat ik zaai, indien niet zou ik hen immers de toegang tot de natuurlijke hulpbronnen ontzeggen en dat terwijl ze daar recht toe hebben. Met andere woorden: wanneer je arbeid en natuur ‘vermengt’ schep je dan eigendomsrechten op die natuur of verlies je het recht op het product van je arbeid? Aan beide voorstellen kleven bezwaren. De oplossing, de rechtvaardige middenweg, lost beide conflicten op: de bewerking van natuurlijke hulpbronnen schept eigendomsclaims op de producten van die arbeid, echter al diegenen die daardoor hun toegang tot die natuurlijke hulpbronnen beperkt zien dienen daarvoor gecompenseerd te worden. Het combineert de noodzaak van het bestaan van eigendomsrechten, maar lost tevens bezwaar van de oneerlijke, afgedwongen ruil op ten gevolge van de ongelijke toegang tot de natuurlijke hulpbronnen. Om te begrijpen dat het hier een afgedwongen, of ongelijke, ruil betreft, grijpen we terug naar onze parabel op het eiland. Stel dat ik op een gegeven ogenblik beslag leg op alle aanwezige natuurlijke hulpbronnen. Als gevolg daarvan hebben de anderen - indien ze wensen te overleven en met geweld ‘mijn’ hulpbronnen afnemen geen optie is - nu geen andere keuze meer dan hun arbeid aan mij te verhuren of verkopen. Ik laat hen even hard werken als zij zouden doen in een situatie waarin ik niet het alleenrecht op de natuurlijke hulpbronnen zou hebben en betaal hun een loon dat precies gelijk is aan het inkomen dat zij zouden bekomen in die situatie. Zij kunnen niet klagen dat hun situatie verslechterd is, ondertussen ontvang ik wel de totale, jaarlijks toenemende, extra opbrengst van deze nieuwe situatie op. Compensatie hiervoor, onder de vorm van een basisinkomen, is dus billijk en gerechtvaardigd.
__________________
Met dank aan: TomB, Supe®Staaf, Brabo, Sato, boer_bavo, @lpha, Knuppel, Raf, Antoon, Tantist, Distel, Pelgrim, Paulus, nou nou, Bobke, Griffin, Spetsnaz, oriana, C uit W, Seba, ingenious, Zeno!, zorroaster, alpina, dejohan, circe, Kotsmos, S., luc broes, Aangebrande, solidarnosc, maddox,Tzuvar Raemborr, Spelev, Mieke 79, DaBlacky, numarx,Vlaanderen Boven, bartje, Turkje, ossaert, Fribre, de Vexille, Groot Bakkes, Jos Verhulst, Bece, Babeth, Nynorsk, driewerf, wb, cuboidz, sancho, Dimitri, e.a. |
![]() |
![]() |
#2 |
Parlementslid
|
![]() Rept Vivant eigenlijk ergens over die links-libertarische ethiek die achter basisinkomen zou moeten zitten? Ik heb daar net nog niks over gelezen op hun site.
__________________
The ultimate decision about what is accepted as right and wrong
will be made not by individual human wisdom but by the disappearance of the groups that have adhered to the "wrong" beliefs. (F.a. Hayek) |
![]() |
![]() |
#3 |
Parlementsvoorzitter
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
|
![]() Voor zover ik weet niet. Helaas ...
|
![]() |
![]() |
#4 | |
Parlementslid
|
![]() Ik zie wel dat ze hier een link hebben naar deze pagina over liberale grondrechten.
Citaat:
__________________
The ultimate decision about what is accepted as right and wrong
will be made not by individual human wisdom but by the disappearance of the groups that have adhered to the "wrong" beliefs. (F.a. Hayek) |
|
![]() |
![]() |
#5 | |
Parlementsvoorzitter
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
|
![]() Een citaat uit diezelfde link:
Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
#6 |
Banneling
Geregistreerd: 19 oktober 2003
Berichten: 3.399
|
![]() Stel dat er een basisinkomen zou worden ingevoerd ter vervanging van ons huidige stelsel van sociale zekerheid, en dat er na een tijdje een referendum zou worden georganiseerd waarbij een meerderheid van de bevolking zich om ethische redenen zou uitspreken voor de afschaffing van het basisinkomen ? Wat dan ? Het is bv. toch perfect denkbaar dat na verloop van tijd een meerderheid van de bevolking zou vinden dat een grote minderheid van de bevolking te veel zou profiteren van dat basisinkomenssysteem (zeker als die minderheid veel vreemdelingen zou omvatten).
|
![]() |
![]() |
#7 | |
Parlementsvoorzitter
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
|
![]() Citaat:
Het basisinkomen is dus geen vervanging van de sociale zekerheid. Wel is het zo dat met invoering van het basisinkomen de huidige SZ grondig kan herbekeken worden en de noodzaak ervan grotendeels zal verdwijnen. Persoonlijk vind ik dat gehandicapten, langdurig en zwaar zieken, gepensioneerden ook recht hebben op een menswaardig leven en gezien hun verminderde economische mogelijkheden recht hebben op solidariteit van de samenleving. Van profiteren is geen sprake. Iemand die van het leven en de vrijheid profiteerd, profiteerd ook niet in de betekenis van parasiteren zoals jij het bedoeld! En wat die vreemdelingen betreft. Als ze lid worden van de club verkrijgen ze eveneens alle voordelen die het lidmaatschap inhoud. Het is hun vrije keuze al dan niet belg te worden. |
|
![]() |
![]() |
#8 | ||
Banneling
Geregistreerd: 19 oktober 2003
Berichten: 3.399
|
![]() Citaat:
Citaat:
|
||
![]() |
![]() |
#9 |
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 29 december 2003
Locatie: Vrije Markt
Berichten: 10.698
|
![]() cynicus:
-als de meerderheid dat vindt, tuurlijk, geen probleem. We zijn democraten. Maar dan wel via referendum, en niet via politieke koehandel in het parlement. Het lijkt mij echter zéér onwaarschijnlijk. Alaska kent immers al enkele jaren een gedeeltelijk basisinkomen, en de mensen zijn daar zeer tevreden mee. het basisinkomen kost ook niet te veel geld. er is geen administratie aan verbonden! Als het basisinkomen even hoog is als de huidige sociale uitkeringen, kunnen we die uitkeringen wel schrappen. Er zijn uitkeringen die onder het basisinkomen liggen, en er zijn er die een klein beetje hoger zijn. Maar véél hoger dan wat Vivant voorstelt is het niet echt. Ik geef een voorbeeld van het systeem in België: er zijn VIERENTWINTIG categorieën voor werkonbekwame zeelieden. -Belg worden (Europeaan worden in het algemeen; ons programma moet europees bekeken worden) zou uiteraard via andere criteria gebeuren. Het basisinkomen zou enkel kunnen uitgekeerd worden aan Belgen; dus niet aan wie x aantal jaar op ons grondgebied verblijft maar geen Belg wil worden (zoals het migrantenstemrecht...) Indien een referendum dit goedkeurt, zou nationaliteit toegekend worden aan immigranten die een job hebben. Dit zorgt immers voor de snelste integratie: je leert de taal, je hebt een inkomen en je wordt niet als parasiet bekeken.
__________________
Hitler was a massmurdering fuckhead, as many important historians have said.
|
![]() |
![]() |
#10 | |
Parlementsvoorzitter
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
|
![]() Citaat:
Wat het burgerschap betreft: Er is niets mis mee dat het burgerschap moet verdient worden. De VS kende ooit een systeem waarbij arme Europese immigranten eerst verplicht waren een 5 tal jaren te werken en daarna als beloning een stuk land ter beschikking kregen en volwaardig staatsburger werden. Het blijft echter de vrije keuze van de immigrant al dan niet zijn lot te verbinden aan de nieuwe maatschappij waarin hij leeft. Een dubbele nationaliteit kan niet voor mij. |
|
![]() |
![]() |
#11 | ||||||||
Parlementslid
Geregistreerd: 24 juli 2005
Berichten: 1.625
|
![]() Over de ethische verantwoording van het basisinkomen is heel wat lectuur te vinden bij de basisinkomen verenigingen zoals BIEN (Basic Income Earth Network) www.basicincome.org en USBIG (US Basic Income Guarantee Network) www.usbig.net waarbij de meeste basisinkomenverenigingen zijn aangesloten of vermeld.
Philippe Van Parijs is wellicht de meest bekende auteur op dit vlak http://www.etes.ucl.ac.be/PVP/VanParijshomepage.htm en tevens medeoprichter van BIEN (basic Income European network) dat later het "Basic Income Earth Network" zou worden. Mij persoonlijk spreekt echter de motivering van Senator Eduardo Matarazzo Suplicy (Brazilië) het meest aan: http://www1.senado.gov.br/eduardosup...iengenebra.htm Citaat:
Deze motivering wordt overigens overgenomen in het Vivant programma (in de bijlagen) : Citaat:
Paul[edit] [size=1]Edit:[/size]
Laatst gewijzigd door Paul Nollen : 26 juli 2005 om 06:41. |
||||||||
![]() |