15 juni 2005, 17:09
|
#1
|
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 11 januari 2003
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 12.249
|
Marshallplan
Citaat:
Marshallplan Wallonië niet noodzakelijk goed idee
(Stefaan HUYSENTRUYT De Tijd - 14-6)
Om Wallonië economisch uit de put te krijgen, moet er een Marshallplan voor Wallonië komen, vindt PS-voorzitter Elio Di Rupo. Dan valt wel te hopen dat het om een voor de Walen beter plan gaat dan het oorspronkelijke Marshallplan. Want toen dat plan midden 1952 afliep was de Waalse economie er relatief slechter aan toe dan bij de start in 1947.
In 1947 was Europa in een economisch dieptepunt beland en dreigde er zelfs hongersnood. Om die dreiging af te wenden en om het oprukkende communisme een halt toe te roepen, lanceerde Washington het Marshallplan, genoemd naar de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken George Marshall. In totaal stelden de Amerikanen, gespreid over enkele jaren, 17 miljard dollar ter beschikking. Dat gebeurde onder de vorm van leningen, schenkingen en wat nu 'gebonden' hulp heet, steun op voorwaarde dat er Amerikaanse producten mee gekocht werden. Met het Marshallplan kwamen ook de coca-cola, de kauwgum en de koelkast naar Europa.
De 17 miljard dollar Marshallhulp stemt overeen met 7,5 procent van het toenmalige bruto nationaal product van de VS, een inspanning die gespreid werd over een vijftal jaren. Ter vergelijking: de transfers van Vlaanderen naar Wallonië zijn goed voor zo'n 4 procent van het Vlaams primair inkomen, een inspanning die elk jaar opnieuw herhaald wordt.
Als Di Rupo het over een Marshallplan voor Wallonië heeft, moet hij het eigenlijk over een nieuw Marshallplan voor Wallonië hebben. Want het deel van de Amerikaanse Marshallgelden dat na de Tweede Wereldoorlog aan België werd toegewezen, vloeide bijna integraal naar Wallonië. Uit onderzoek van Erik Buyst, hoogleraar economische geschiedenis aan de KULeuven, blijkt dat de Waalse steenkoolmijnen het gros kregen van het voor België bestemde Marshallgeld. Vlaanderen, misschien met uitzondering van een heel klein beetje voor de haven van Antwerpen, viste volledig achter het net. Voor een deel kwam dat omdat Vlaanderen in 1947 geen kapitaalgoederenindustrie had. Het was een in hoofdzaak agrarische regio met wat textielnijverheid. Maar dat waren sectoren die niet onmiddellijk op Marshallsteun konden rekenen.
Spaarpot
Beter is Wallonië van de Amerikaanse steun nochtans niet geworden. Om te beginnen kreeg ons land al relatief weinig Marshallhulp. Ons land voelde zich zo rijk dat het weinig of geen moeite deed om meer steun in de wacht te slepen. In vergelijking met onze buurlanden was het Belgische productieapparaat relatief ongeschonden uit de tweede grote wereldbrand gekomen. Onze economie zat bij de start van het plan, in 1947, al opnieuw op het vooroorlogse peil. De haven van Antwerpen en de spoorwegen draaiden in opdracht van de geallieerden op volle toeren, terwijl alle andere belangrijke West-Europese havens en belangrijke spoorknooppunten verwoest waren.
Bovendien beschikte ons land over een goed gevuld spaarpotje dat tijdens de oorlog was bijeengespaard met de verkoop van uranium uit Congo aan de VS. We hadden in de naoorlogse periode dus weinig last van de dollarschaarste, die elders in Europa zo nijpend was. Ook de goudvoorraad van de Nationale Bank was vrijwel ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog gekomen.
Toch was de voorsprong die de Belgische economie in 1947 nog ten opzichte van onze buurlanden had tegen het einde van het Marshallplan in 1952 al omgeslagen in een achterstand. De oorzaak hiervoor is niet te vinden in de relatief beperkte Amerikaanse steun die ons land ontving, wel in een verkeerde aanwending ervan. De Marshallsteun verdween voor een groot deel in de Waalse mijnen, terwijl de hulp efficiënter aangewend had kunnen worden in de jongere en steenkoolrijkere Limburgse mijnen. Bovendien werden de dollars die in Antwerpen werden verdiend niet geïnvesteerd in de vernieuwing van productiegoederen maar besteed aan consumptiegoederen, zoals Amerikaanse auto's en citrusvruchten. Terwijl onze buurlanden met Marshallgelden hun productieapparaat vernieuwden, bleven we met ons vooroorlogse machinepark voort boeren. Nochtans deden de Amerikanen wel degelijk pogingen om de Belgische productiviteit op te krikken. Aanvankelijk werden zelfs productiviteitsmissies georganiseerd. Arbeiders, werkgevers en vakbonden werden door de 'Belgische Dienst Opvoering Productiviteit' naar de VS gestuurd om er Amerikaanse bedrijven te bezoeken. De Amerikanen drongen erop aan dat de werkgevers de rol van de vakbonden zouden erkennen. In ruil moesten de vakbonden de noodzaak erkennen de productiviteit te verhogen. Dat laatste was dan weer een noodzakelijke voorwaarde om de massaconsumptie, zeg maar the American way of life, ingang te doen vinden. Maar volgens historici was het effect van de Amerikaanse productiviteitscampagne beperkt.
|
Tsja, wat moet er dan eigenlijk gebeuren? 
__________________
"Denken ist schwer, darum urteilen die meisten."
|
|
|