![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
be.politics Via dit forum kun je alle berichten lezen die worden gepost op de nieuwsgroep be.politics. Je kunt hier ook reageren op deze berichten, reacties worden dan ook in deze nieuwsgroep gepost. Vergeet niet om dit te lezen. |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Berichten: n/a
|
![]() Politici mogen dan al de mond vol hebben van democratie, in werkelijkheid
hebben ze er een haat-liefdeverhouding mee, stelt BART MADDENS. Enerzijds willen ze de burger nauwer betrekken bij de politiek en meer inspraak geven. Anderzijds wegen ze dat nobele streven voortdurend af tegen doelstellingen die ze minstens even belangrijk vinden: het politieke systeem stabiel houden, en de eigen macht niet te veel in het gedrang laten komen. Om die dubbelzinnige houding van politici tegenover de democratie te illustereren wordt soms wel eens verwezen naar een Chinees sprookje over meester Cheh. Die was verzot op draken en versierde zijn paleis met niets dan drakenmotieven en drakenbeelden. Dat kwam een echte draak ter ore, die daarop besloot meester Cheh met een bezoekje te vereren. Maar toen de draak uiteindelijk voor zijn deur stond, werd de meester gek van angst. Bij nader inzien hield hij toch niet echt van draken. Politici dwepen wel met principes als democratie en volkssoevereiniteit, maar als het er echt op aankomt en het volk zich effectief roert of dreigt te roeren, dan breekt bij hen het angstzweet uit en achten ze de democratie in gevaar. In de periode dat de 'Nieuwe Politieke Cultuur' (NPC) hoogtij vierde, nu ongeveer tien jaar geleden, leek het de politici nochtans even menens. Er werden allerlei revolutionaire voorstellen geformuleerd om de burger dichter bij het beleid te betrekken: er zouden referenda worden georganiseerd, de burgemeester en zelfs de premier zouden rechtsreeks worden verkozen, de afzonderlijke lijsten voor opvolgers zouden worden afgeschaft, enzovoort. Weifelende pogingen Tijdens de eerste regering-Verhofstadt deinde die NPC-storm nog wat na en werden een aantal weifelende pogingen ondernomen om sommige voorstellen uit te voeren. De afzonderlijke lijsten voor opvolgers werden in 2000 zelfs daadwerkelijk afgeschaft. Voortaan zouden het niet langer de partijen maar wel de kiezers zijn die beslissen over wie de ministers opvolgt in het parlement. Het duurde nog twee jaar voor de politici helemaal uit hun NPC-roes ontwaakten en tot het besef kwamen dat het bij nader inzien toch wel veel comfortabeler was zelf de opvolgers aan te wijzen. In 2002 werd de maatregel gewoonweg weer ongedaan gemaakt, zodat de burger de macht die zij op papier even heeft gehad nooit heeft kunnen uitoefenen. Nog halfslachtiger was de manier waarop de eerste regering Verhofstadt het NPC-kroonjuweel van het referendum in de praktijk probeerde te brengen. Onder het blijkbaar cynisch bedoelde motto 'elke Belg een beetje koning' kreeg iedereen een propagandistische vragenlijst in de bus, waarmee men zich onder meer kon uitspreken over de wel zeer controversiële kwestie of de overheid al dan niet voor kwaliteit moet zorgen. Maar toen zich vijf jaar later een mooie gelegenheid voordeed om de burger écht te laten meespreken over een fundamentele beleidskwestie gaf de politieke klasse niet thuis. Het beangstigende aan de hele discussie over het al dan niet houden van een referendum over de Europese grondwet was dat de tegenstanders precies dezelfde argumenten gebruikten als de tegenstanders van het algemeen stemrecht meer dan honderd jaar geleden. De burgers zijn te weinig geïnformeerd om zich over moeilijke kwesties uit te spreken. Ze zullen zich op sleeptouw laten nemen door populistische volksmenners. Ze beseffen niet wat goed is voor hen. In het diepst van hun hart vreesden de politici de confrontatie met de burger en waren ze doodsbang dat de draak opnieuw aan hun deur zou verschijnen in de vorm van een massaal 'neen'. Dezelfde angst voor de draak ligt ook aan de basis van de recente beslissing om de burgemeester toch maar niet rechtstreeks te laten verkiezen. Ook dat was een van de uitlopers van de NPC-furie van de jaren negentig. Tijdens de vorige legislatuur leek het er nog op dat de radicale democraten in de VLD en Spirit hier voet bij stuk zou houden en zich deze enige NPC-trofee niet zouden laten ontfutselen. Want hoe je ook draait of keert, de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester zou betekenen dat een belangrijk stuk macht van de politieke elite wordt overgeheveld naar de burger. De macht over de coalitievorming is nog steeds een vrij exclusief privilege van de politieke elite. En de elite zou geen elite zijn, mocht ze zich niet met alle macht aan haar privileges vastklampen. Exit dus de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester. Ter compensensatie verkregen de radicale democraten wel dat de gemeenteraadsleden voortaan louter op basis van de voorkeurstemmen zullen worden aangewezen. In werkelijkheid is dat niet veel meer dan een schaamlapje, aangezien de voorkeurstemmen nu al de facto doorslaggevend zijn bij de aanwijzing van de gemeenteraadsleden. Heimwee Van de vele voorstellen die ooit werden gelanceerd om de burger meer greep te geven op het beleid blijft dus niet veel meer over. Sterker nog, een aantal hervormingen die momenteel in de pijplijn zitten, lijken juist het tegenovergestelde te beogen. Toen in 1992 werd beslist de federale en de regionale verkiezingen los te koppelen was dat een belangrijk winstpunt voor de democratie. Voortaan kreeg de burger de gelegenheid om de federale en de regionale regering afzonderlijk te beoordelen. Meteen werd het aantal inspraakmomenten verhoogd, waardoor de kiezer ook meer kansen kreeg om de politieke kaarten te herschudden. Vorig jaar heeft zij die extra macht op een nogal doortastende manier benut, en van de weeromstuit heeft zowat de hele politieke klasse heimwee gekregen naar het ancien régime, waarbij federale en regionale samenvielen. Het liefst van al zou men om de vijf jaar federale én regionale verkiezingen willen houden. Op die manier kan de elite vijf jaar lang besturen zonder te worden lastiggevallen door balorige en wispelturige kiezers. Dat een van de grote voorstanders van het laten samenvallen van de verkiezingen, Steve Stevaert, veel belang hecht aan jobzekerheid is onlangs trouwens ook nog op een andere manier duidelijk geworden. Het heet dat de koppeling van regionale en federale verkiezingen de enige manier is om een ernstig beleid te kunnen voeren en het politieke systeem beheersbaar te houden. Nochtans kan men bezwaarlijk stellen dat de kiezer in ons land - in vergelijking met andere landen - overdreven veel naar de stembus wordt geroepen. In de Verenigde Staten wordt om de twee jaar het hele Congres herverkozen. In Frankrijk moeten de kiezers alleen al voor de nationale verkiezing (van president en parlement) op vier verschillende dagen gaan stemmen, en daarnaast zijn er nog eens aparte gemeenteraads- en regionale verkiezingen (ook telkens in twee ronden), Europese verkiezingen en af en toe een referendum. In Duitsland wordt de federale politiek om de haverklap doorkruist door deelstaatverkiezingen. Toch lijkt het politieke systeem in geen enkele van die landen daardoor tilt te slaan. Als het al zo is dat ons politiek systeem geen aparte regionale verkiezingen kan verdragen, dan kan dat enkel maar betekenen dat er iets ernstigs fout is met dat systeem. Wat is dat eigenlijk voor een democratie, als men die enkel kan doen werken door verkiezingen af te schaffen? Wat is dat voor een democratie, waar de politieke elite de confrontatie met de burger zoveel mogelijk uit de weg gaat en zich halsstarrig vastklampt aan de eigen macht en privileges? De vraag stellen is ze beantwoorden. De auteur doceert politieke wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven (c) Bart Maddens De Tijd - 19-6 Zo hoor je het ook eens van iemand anders. -- Ghingis Khan http://www.lotuschild.org/ http://www.khadag.org/ http://www.snowleopard.org/ |