![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Staatsinrichting Vlaanderen versus Wallonië? Een unitaire, federale, confederale staat of meteen Vlaanderen onafhankelijk. Dit is het forum bij uitstek voor discussies over de Belgische staatsinrichting. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Berichten: n/a
|
![]() Naar aanleiding van de Vlaamse feestdag van 11 juli 2002 riep
Norbert De Batselier democratisch Vlaanderen op een basistekst te schrijven. Deze tekst diende op een duidelijke manier de voornaamste democratische principes van de Vlaamse samenleving weer te geven. Dergelijke beginseltekst wordt in een democratische rechtsstaat een Grondwet genoemd. In tegenstelling tot de meeste federale landen kan Vlaanderen als deelstaat van het federale België evenwel geen eigen Grondwet aannemen. Volgens de eerste drie artikelen van de federale Grondwet is het Vlaams Parlement immers niet bevoegd een juridisch bindende akte aan te nemen die kan worden aanzien als een grondwet. In dit opzicht wijkt de huidige stand van onze federale ontwikkeling nog steeds aanzienlijk af van wat de regel is in de meeste democratische federale staten. In tal van federale landen zoals Duitsland, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten is de grondwetgevende autonomie van de deelstaten uitdrukkelijk erkend, hoewel zij niet noodzakelijk over ruimere bevoegdheden beschikken dan Vlaanderen. Vlaanderen is daarentegen niet bevoegd de eigen instellingen met eerbiediging van de beginselen van de democratische rechtsstaat op alle wezenlijke punten zelfstandig vorm te geven. Slechts een aantal aspecten ervan mogen krachtens de federale Grondwet binnen de grenzen van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in decreten worden aangenomen met de tweederde meerderheid.(Artikelen 118, §2 en 123 §2 van de federale Grondwet) Dit embryo van grondwetgevende of zogenaamde constitutieve autonomie moet worden uitgebreid. Na bijna tien jaar federaal België lijkt het aangewezen om de deelgebieden, in casu Vlaanderen, juridisch de mogelijkheid te geven een Grondwet uit te schrijven. Het Vlaams Parlement vraagt de federale regering dan ook om de verklaring tot herziening van de Grondwet zo op te stellen dat de deelgebieden in de volgende legislatuur over een grondwetgevende bevoegdheid kunnen beschikken. Het valt te betreuren dat voorliggende tekst, die de bevolking duidelijk wil maken waar de Vlaamse overheid voor staat, als een voorstel van resolutie door het leven moet gaan. Vanuit juridisch oogpunt lijkt dit nochtans een noodzaak. De grondrechten van de burgers kunnen immers niet decretaal worden gewaarborgd. Hetzelfde geldt voor de bindende krachtlijnen voor het beleid. Het zou dan ook misleidend zijn in de actuele stand van het staatsrecht een lijst van beginselen i.v.m. burgerrechten en beleidsrichtlijnen de vorm te geven van een bijzonder decreet. Immers hoe ruim de feitelijke meerderheid ook zou zijn die in het parlement dit decreet zou aannemen, juridisch kan niet worden verhinderd, dat er later met een geringere meerderheid wordt van afgeweken. Daarom is het aangewezen dat een dergelijke plechtige verklaring wordt aangenomen in de vorm van een resolutie. Bovendien zouden zich in dit decreet delicate bevoegdheidsrechtelijke problemen stellen, omdat naar oordeel van het Arbitragehof de gemeenschappen en de gewesten niet bevoegd zijn in een decreet regels te herhalen, waarvan zij niet de bevoegdheid hebben af te wijken. {(Arbitragehof, 20 december 1985. Anderzijds is het onjuist te stellen dat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest niet bevoegd zijn inzake de concretisering en eventuele beperking van grondrechten. Vele aangelegenheden waartoe zij bevoegd zijn, vertonen immers raakpunten met deze grondrechten. Het Arbitragehof heeft aldus geoordeeld: Het feit dat de Gemeenschap de uitoefening van bepaalde grondrechten zou regelen, tast haar bevoegdheid niet aan. Het feit dat de Grondwet en de internationale verdragen fundamentele rechten en vrijheden erkennen, betekent geenszins dat de regeling ervan enkel de federale overheid zou toekomen. Het staat aan elke overheid de inachtneming ervan te waarborgen door ze te concretiseren wanneer zij haar bevoegdheid uitoefent (Arbitragehof, nr. 124/2000, 29 november 2000).} In afwachting van een formele Vlaamse Grondwet hebben wij er voorlopig voor geopteerd om de term handvest te gebruiken, naar het recente voorbeeld van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000. Vele bepalingen van dit voorstel van Handvest van Vlaanderen zijn de bevestiging van beginselen ontleend aan hogere regels, zoals ze werden geïnterpreteerd door de rechtspraak van hoogste interne en Europese rechtscolleges. Ze worden toegepast op de eigen bevoegdheden van Vlaanderen als gemeenschap en als gewest. Vlaanderen onderschrijft en bevestigt het genot voor iedereen van de fundamentele rechten en vrijheden verankerd in de federale Grondwet en in de internationale verdragen inzake mensenrechten. In deze indrukwekkende verzameling van bepalingen over grondrechten moet onderscheid gemaakt worden tussen regels die rechtstreekse gevolgen hebben in de interne rechtsorde enerzijds en bepalingen, waaraan de burgers geen rechtstreeks afdwingbare rechten of aanspraken ontlenen, doch die een inspanningsverbintenis tot gevolg hebben voor de beleidsverantwoordelijken. Die grondwettelijke en verdragsrechtelijke bepalingen zijn voor de Vlaamse overheid evenwel niet minder bindend. Het is nuttig specifieke toepassingen hiervan voor belangrijke beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid te formuleren. Bij de formulering van deze beginselen werd rekening gehouden met de rechten en de vrijheden, opgenomen in de Grondwet van België, in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en van de Fundamentele Vrijheden (EVRM) en de door België geratificeerde aanvullende protocollen, in het Europees Sociaal Handvest (ESH) en het aanvullend protocol bij dit verdrag, in het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (Bupo), in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR), in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (Kinderrechtenverdrag) en in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (EU-charter) en werd gerefereerd naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (H.v.J.), het Arbitragehof en de Raad van State. De huidige institutionele regels die bevoegdheden toewijzen aan de gemeenschappen en aan de gewesten zijn niet geformuleerd als doelstellingen, doch als aangelegenheden waarover zij de regelgevende en of de bestuurlijke bevoegdheid hebben gekregen.3 Ze zijn met andere woorden beleidsneutraal geformuleerd. Zo betekent de bevoegdheid inzake natuurbescherming en natuurbehoud niet dat een actief beleid van zorg voor het natuurbehoud of –herstel moet worden gevoerd. Het staat de gewesten vrij de natuur te verwaarlozen en andere prioriteiten te stellen, onverminderd de verplichting tot nakoming van internationale en Europese verbintenissen. Om die reden is het noodzakelijk om in dit handvest naast de concretisering van sommige grondrechten vooral ook beginselen op te nemen over de wijze waarop en de intensiteit waarmee de Vlaamse overheid die aangelegenheid ter harte neemt. Ook binnen de beperkte juridische betekenis van een resolutie hebben deze beginselen hun belang ten aanzien van iedereen die onder de rechtsmacht van de Vlaamse overheid ressorteert. Zij maken de doelstellingen duidelijk waartoe een zo ruim mogelijke meerderheid van het Vlaams Parlement zich engageert. De inhoud van die beleidsbeginselen is gestaafd met juridische en politieke argumenten. De structuur die werd aangehouden volgt hoofdzakelijk de belangrijke onderdelen van de Vlaamse bevoegdheden, zoals die volgen uit de Grondwet en uit de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (BWHI). Het zal de aandachtige lezer ondertussen overduidelijk zijn dat voorliggende tekst geen echte Grondwet is in de formeel juridische betekenis van het woord. Toch is dit geen vrijblijvende tekst. De ondertekenende partijen of stemmers van de uiteindelijke resolutie van dit document verbinden er zich immers toe niet van deze bepalingen af te wijken. In die zin is het dé beleidsverklaring van en voor Vlaanderen en kan de tekst de facto zelfs een grotere politieke waarde verkrijgen dan de federale Grondwet. Veel van de artikelen van de federale Grondwet formuleren immers rechten die in de praktijk niet kunnen worden afgedwongen. Het federale grondrecht op arbeid is hiervan een duidelijk voorbeeld. Een kritische lezer zal zeggen dat dit ook hier het geval is. Dit is slechts ten dele juist. De rechten en plichten die in deze tekst zijn opgenomen moeten beschouwd worden als de democratische beleidsintenties van het Vlaams Parlement en niet als de beleidsintenties van een toevallige regeringsmeerderheid. Elke regering die zichzelf respecteert zal met deze tekst dus rekening moeten houden. Het document dat voor u ligt is het resultaat van een persoonlijke denkoefening van de Voorzitter van het Vlaams Parlement over waar het democratisch Vlaanderen van morgen voor moet staan. Ik heb mij hierbij onder meer kunnen steunen op teksten van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België (Deze juridische teksten werden inzonderheid voorbereid door professor Rimanque en de professoren Judo, Leus, Velaers en Van Orshoven) . Aan deze teksten heb ik dusdanig veel aanpassingen en eigen accenten aangebracht dat voorliggende basistekst enkel beschouwd kan worden als mijn individuele maatschappelijke visie waarvoor ik in het huidig stadium alleen de verantwoordelijkheid neem. Deze tekst is dan ook een discussietekst. Hij is neergelegd in het Vlaams Parlement en zal er worden besproken met de democratische fracties. Het document mag evenwel niet vervallen tot een ronkende verklaring van de politiek. Het handvest zou zich hiermee zelf niet ernstig nemen. Eén van de beleidsintenties heeft immers betrekking op de betrokkenheid van de burgers bij het beleid van de Vlaamse overheid. Er werd dan ook voor geopteerd om deze tekst open te stellen voor een ruime discussie met alle Vlamingen. Het is de bedoeling dat de mensen mee schrijven, debatteren en voorstellen aanreiken. Dit kan in eerste instantie door op de tekst te reageren via de klassieke post of via de website Vlaamshandvest.be. Het Vlaams Parlement zal hiervoor een communicatiecampagne opstarten. Dit is evenwel slechts de eerste stap van een ruimer interactief proces. De tekst wordt ook voor reactie overgemaakt aan de zogenaamde georganiseerde samenleving. Hiermee worden niet enkel de “klassieke” organisaties van het maatschappelijk middenveld bedoeld. Het ganse maatschappelijk verenigingsleven (bv. jeugdbewegingen, milieugroeperingen, cultuurorganisaties, verenigingen van gepensioneerden, … ) zal in het debat worden betrokken. Op die manier wordt getracht om de samenleving zelf een kans te geven een handvest uit te schrijven. De voorstellen en opmerkingen zullen grondig besproken worden in het Vlaams Parlement en moeten uiteindelijk leiden tot een Grondwet voor een eigentijds Vlaanderen. Norbert De Batselier December 2002. |
![]() |
![]() |
#2 |
Parlementslid
Geregistreerd: 15 februari 2006
Berichten: 1.565
|
![]() interessant
|
![]() |
![]() |
![]() |
#3 |
Partijlid
Geregistreerd: 2 april 2006
Berichten: 288
|
![]() Laatst gewijzigd door amydal : 9 april 2006 om 22:17. |
![]() |
![]() |