![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
![]() Een jaar geleden formuleerde ‘Klasse’ , een met belastingsgeld uitgegeven en massaal verspreid blad, een zware beschuldiging aan het adres van de onderwijswereld. De leerachterstand die allochtone kinderen oplopen zou de schuld zijn van de discriminatie die in onze scholen zit ingebakken. Volgens Klasse zijn allochtone leerlingen even intelligent als autochtone kinderen; het is eens te meer de autochtone schurkenbevolking die zich aan discriminatie te buiten gaat. Naar aanleiding van die bewering ging ik op onderzoek uit; het artikeltje hieronder is daarvan de neerslag. Ik post het hier terug, omdat ik steeds meer mijn buik vol krijg van de eindeloze stroom beschuldigingen die de politieke klasse formuleert aan het adres van Jan met de pet. Twee recente voorbeelden. Verhofstadt heeft zich tegenover de Joden verontschuldigd voor de collaboratie. “We moeten de moed hebben om dit te erkennen en te dragen”, zei hij (De Standaard 7/10/02). Het is niet de eerste keer dat onze eerste minister dit soort collectieve schuld op de schouders van de bevolking legt. Hij verontschuldigde zich indertijd namens ons zelfs voor het bloedbad in Rwanda, hoewel Belgen daar niemand vermoordden maar integendeel zelf enkele gruwelijk vermoorde para’s te betreuren hadden. Waarom zouden individuele Vlamingen de schuld moeten dragen (en eventueel moeten betalen) voor iets, dat gebeurd is voor hun geboorte, of in een ander continent, buiten hun individuele controle? De politieke klasse beschouwt de burgers niet als individuen, die verantwoordelijk zijn voor de eigen daden maar niet voor de daden van een ander. Ze vat de burgers op als leden van één of andere abstracte groep (bv. ‘België’) en zadelt ze in die hoedanigheid op met allerhande schulden. Ander voorbeeld: de SPA-volksvertegenwoordiger Voorhamme zegt in De Standaard (28/9/02): “Als gastsamenleving schieten we te kort. We laten de migranten gewoon niet toe om zich te integreren”. Maar 'we' zijn geen ‘gastsamenleving’; het is niet Jan met de pet, maar de politieke klasse die de immigratiestromen op gang heeft gebracht (met de bedoeling om het loon van Jan met de pet naar omlaag te drukken). Je bent een gastheer indien je iemand uit vrije wil hebt uitgenodigd; Jan met de pet hééft niemand uitgenodigd, de machthebbers deden dat. Verder kondigt Voorhamme dwang aan, om de werkgevers te verplichten meer jobs aan te bieden aan allochtonen (terwijl een échte socialist natuurlijk recht op arbeid voor iedereen zou eisen; Voorhamme wil autochtonen werkloos maken ten koste van allochtonen). Anderzijds wijst Voorhamme dwang af, wanneer het bijvoorbeeld gaat om het repressief aanpakken van uithuwelijken: “Daar zijn wij geen voorstander van. Met wetten verander je geen attitudes. Je creëert enkel bijkomende problemen. We moeten eerst onze stellingen zuiveren en vervolgens de dialoog op gang brengen”. Wél dwang voor autochtonen, maar ‘dialoog’ voor allochtonen dus. Hm.
Hier dan het stukje. ------- KLASSE EN RACISME ‘Klasse’ is een maandblad dat wordt uitgegeven door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, departement onderwijs. Het wordt gratis verspreid in de scholen en bij leraren. In het oktobernummer verscheen een extra bijlage over racisme en racismebestrijding. De aanhef van het artikel luidt als volgt: “Is de gemiddelde Turk of Marokkaan dommer dan de gemiddelde Vlaming? Nee. Toch zit maar één procent in het Vlaams hoger onderwijs. Niet meer dan één op vier niet-Belgische leerlingen verlaat het secundair onderwijs met een diploma op zak. Ze krijgen op school minder kansen doordat ze een andere etnische afkomst hebben. Discriminatie zit ingebakken in onze maatschappij. Zeker ook in onze scholen”. Twee stellingen in een notedop dus: (1) de gemiddelde capaciteiten van Vlaamse kinderen enerzijds, en Turkse of Marokaanse kinderen anderzijds, zijn gelijk; en (2) Scholen geven Turkse en Marokkaanse kinderen minder kansen omwille van hun afkomst. Discriminatie zit in de scholen ingebakken. In de katerne staan verschillende voorbeelden van racisme op scholen. Hierbij valt één ding op: enkel autochtonen worden van racisme verdacht. Allochtonen zijn altijd het slachtoffer. En inderdaad: indien de scholen verantwoordelijk zijn voor de selectieve uitsluiting van een groep kinderen omwille van hun etnische afkomst, dan is hun verantwoordelijkheid zwaar, zeer zwaar. Er is dan zeker sprake van ernstige discriminatie. Maar is de dubbele aantijging in Klasse ook w�*�*r? Gezien de ernst van de beschuldiging aan het adres van de Vlaamse scholen en de mensen die daar werken, moeten de bewijsgronden sluitend zijn. Ik informeerde dus bij Klasse naar de wetenschappelijke studies, waarop ze zich beriepen om te beweren, dat de gemiddelde intelligentie bij Vlaamse kinderen en bij allochtone (Marokkaanse en Turkse) kinderen gelijk is. In een antwoord van de Klasse-redactie werd ik verwezen naar het derde hoofdstuk van het boek van prof. Hans Galjaard ‘Alle mensen zijn ongelijk’. Galjaard zet zich in dit hoofdstuk af tegen het idee, dat mensen kunnen verdeeld worden in superieure en inferieure rassen. Hij sluit niet uit dat er genetisch bepaalde verschillen tussen bevolkingsgroepen bestaan, maar stelt dat we op dit vlak veel te weinig weten . Nu, dat leek mij compleet naast de zaak. Want mijn vraag gaat niet over het eventueel bestaan van *genetisch bepaalde* intelligentieverschillen. Mijn vraag gaat over het bestaan van intelligentieverschillen *in het algemeen*. Die kunnen net zo goed ontstaan door cultuur, opvoeding, voedingsgewoonten enz. Op al deze zaken heeft een school al evenmin greep als op de genen van haar leerlingen. De vraag is: bestaan er verschillen in gemiddelde intelligentie - om welke reden ook - tussen de Vlaamse, Marokkaanse en Turkse leerlingen, op het ogenblik dat die de school binnenkomen? Ik kende geen enkele referentie op dit domein, en vermits Klasse me niet wijzer maakte ging ik zelf internetsgewijs op zoektocht. Dat leverde me op enkele luttele dagen een reeks merkwaardige bevindingen op. De belangrijkste autoriteit op het domein blijkt de Nederlandse onderzoeker Jan te Nijenhuis te zijn. Nijenhuis maakte zijn doctoraatswerk over psychologische tests, zoals die bijvoorbeeld bij aanwerving worden gebruikt, en ging ondermeer na of die tests allochtonen niet benadeelden. In een recent artikel geven Te Nijenhuis en Van der Flier (2001) een overzicht van de studies, die op dit vlak in Nederland zijn gemaakt. Alle studies wijzen op aanzienlijke IQ-verschillen tussen autochtonen en allochtonen. Ik citeer hier de resultaten uit de belangrijkste publicaties. Resing et al (1986) vonden voor immigranten van de eerste generatie IQ-verschillen van 1,45 en 1,70 standaarddeviaties voor respectievelijk Turken en Marokkanen. Voor migranten van de tweede generatie vermindert het verschil tot respectievelijk 1,20 en 1,43 standaarddeviaties. Hessels (1993) vindt voor gemengde populaties (eerste én tweede generatie) een verschil van 1,38 standaarddeviaties voor Marokkanen en 1,47 voor Turken. Te Nijenhuis en van der Flier (1997) vinden voor migranten van de eerste generatie een verschil van 1,43 standaarddeviaties voor Turken en 1,86 standaarddeviaties voor Turken. Als ruwe, samenvattende schatting van het gemiddeld IQ voor Turkse en Marokkaanse immigranten geven Te Nijenhuis en van der Flier (2001) een verschil van anderhalve standaarddeviatie. Het gemiddeld IQ voor Turkse en Marokkaanse immigranten bedraagt dus ongeveer 78, indien men het gemiddelde voor autochtone Nederlanders op 100 plaatst. Dat is een aanzienlijk verschil. Het betekent dat 93% van de Turkse en Marokkaanse immigranten een IQ hebben beneden het autochtone gemiddelde. Zo’n verschillen worden meer geprononceerd wanneer je hogere IQ’s gaat vergelijken. Een IQ van 115 (één standaarddeviatie boven het gemiddelde) is typisch voor een succesvolle universiteitsstudent. Indien men een IQ-verschil van anderhalve standaarddeviatie aanneemt, en het gemiddeld IQ van autochtonen op 100 plaatst, verhouden de kansen dat een allochtoon respectievelijk autochtoon een IQ van minstens 115 vertonen, zich als 1:25. Met andere woorden: een verschil in IQ-gemiddelden van anderhalve standaarddeviatie zal zich weerspiegelen in een opvallende ondervertegenwoordiging van allochtonen in het universitair onderwijs. Ik contacteerde ook een andere onderzoeker, Peter Tellegen aan de universiteit van Groningen. Tellegen vecht de stellingen van te Nijenhuis aan, omdat deze laatste ook verbale IQ-tests meerekent en allochtonen , door hun mindere kennis van het Nederlands, hier in het nadeel zijn. Tellegen deed een klein onderzoek met niet-verbale intelligentietests. Ik citeer uit zijn bericht aan mij: “Het gemiddeld IQ bij de jonge kinderen was 88.9 (Marokko, N=25) en 91.8 (Turkije, N=22). Bij de oudere kinderen was dit 87.8 (Marokko, N=9) en 82.7 (Turkije, N=24). Hoewel dus minder groot dan bij verbale intelligentietests, is er wel degelijk van een achterstand sprake. Voor een deel is die vergelijkbaar met de achterstand van autochtone kinderen met laag opgeleide ouders. Uit onderzoek blijkt dat de rekenachterstand in belangrijke mate correspondeert met de niet-verbale achterstand. De taalachterstand is echter bij kinderen uit deze cultuur veel groter. Het is niet realistisch om deze verschillen in capaciteiten van de kinderen te negeren en te verwachten dat goed onderwijs dit wegneemt”. De discussie tussen te Nijenhuis en Tellegen gaat dus niet over het bestaan van een IQ-kloof tussen allochtonen en autochtonen, doch over de grootte van de kloof. Terwijl Nijenhuis de kloof inschat op gemiddeld anderhalve standaarddeviatie, komt Tellegen (op basis van een erg kleine steekproef, die niet in een eigenlijk vakblad is gepubliceerd) uit op een kloof van ongeveer 0.7 standaarddeviatie voor niet-verbale intelligentie. Voor verbale IQ-tests is de kloof veel groter, en de discussie draait grotendeels rond de vraag of dit verschil moet worden meebeschouwd in de schatting van het globale IQ-verschil. Ook in België is enig onderzoek verricht, met name door prof. Jan Van Damme (Katholieke Universiteit Leuven). Hij volgde een groep jongeren vanaf de start in het secundair onderwijs tot de leeftijd van 21 of 22 jaar (Van Damme e.a. 2001). Dit onderzoek, het zogenaamde LOSO-project, levert een schat van gegevens op, die in bepaalde gevallen nogal schokkend zijn. Het middelbaar onderwijs blijkt bijvoorbeeld jongens sterk te benadelen: bij de leerlingen met één of meer jaar studievertraging vinden we meer dan tweemaal zoveel jongens als meisjes (p.65), zonder dat IQ-verschillen of verschillen in familiale achtergrond deze discrepantie kunnen verklaren. In het LOSO-project werden Nederlandstaligen occasioneel vergeleken met anderstaligen (vooral Turken, ook wat Italianen en Marokkanen en vele andere kleinere groepjes). Dit onderzoek toonde ondermeer aan dat de intelligentie bij Nederlandstaligen en anderstaligen sterk uiteenloopt: “Grote verschillen in intelligentie, 2 SD’s inzake verbale en 1 SD inzake numerieke en spatiale intelligentie” (J.Van Damme, persoonlijke mededeling, nov.2001; zie het eerste LOSO-boek). Dat komt dus overeen met de bevindingen van te Nijenhuis. Besluit: de bewering van Klasse, volgens dewelke er geen gemiddelde intelligentieverschillen bestaan tussen autochtonen en allochtonen, is flagrant fout. In de woorden van te Nijenhuis: “Daar kan ik kort over zijn: dat is volstrekte onzin” (te Nijenhuis, persoonlijke mededeling, nov.2001). Door deze vaststelling komt natuurlijk ook de tweede bewering in Klasse op losse schroeven te staan. Discrimineren onze scholen allochtone leerlingen? Met andere woorden: krijgt een allochtoon kind minder kansen dan een autochtoon kind met dezelfde capciteiten en dezelfde sociale achtrergrond? We kunnen hier weer grijpen naar het onderzoekswerk van prof. Van Damme: “...als je rekening houdt met de aanvangssituatie (qua intelligentie, aanvangsleeftijd en -prestaties, sociaal milieu, geslacht...) {is} de doorstroming in het secundair onderwijs beter bij anderstaligen (ook specifiek bij jongeren die thuis Turks of Marokkaans spreken..) dan bij Nederlandstaligen” (Van Damme, persoonlijke mededeling, nov.2001). Met andere woorden: in tegenspraak met wat Klasse beweert krijgen allochtone kinderen onder gelijke omstandigheden méér doorstromingskansen dan autochtonen. In het LOSO-boek lezen we: “Meisjes, leerlingen met vaders en moeders die zelf gestudeerd hebben en leerlingen die thuis (ook) een andere taal dan Nederlands spreken doen het relatief goed (...) als we stellen dat allochtonen het relatief goed doen, dan is dat in vergelijking met leerlingen die thuis exclusief Nederlands spreken, maar die vergelijkbaar zijn met betrekking tot de overige variabelen, m.n. het onderwijsniveau van vader en moeder, de score op de intelligentietest en de aanvangsproeven voor wiskunde en Nederlands en de aanvangsleeftijd” (Van Damme e.a. 2001, p.69-70). Het gemiddelde allochtone kind bevindt zich in een aantal opzichten (intelligentie, opleiding ouders, aanvangskennis, moedertaal..) in een veel ongunstiger positie dan het gemiddelde autochtone kind. Scholen hebben echter op deze elementen niet de minste greep, en wanneer deze factoren verrekend worden, dan blijkt dat het schoolsysteem de allochtonen bevoordeligt ten opzichte van de autochtonen, zoals het ook de meisjes bevoordeligt tegenover de jongens. Te Nijenhuis en Evers bieden een overzicht van studies die in Nederland op dit vlak zijn gemaakt. Uit heel wat studies blijkt dat sprake is van sterke overadvisering van allochtone kinderen. Allochtone kinderen worden dus door scholen en adviescentra niet ontmoedigd, doch juist aangemoedigd om inzake voortgezet onderwijs hoog te mikken. Van de Vijver, Willemse en Van de Rijt (1993) melden, dat er geen noemenswaardige verschillen zijn op rapportcijfers tussen allochtone en autochtone leerlingen, terwijl op de meer objectieve CITO-toetsen wel substantiële groepsverschillen in het nadeel van allochtone kinderen worden aangetroffen. Te Nijenhuis en Evers (2000) noteren daarbij: “Het is denkbaar dat docenten in het toekennen van rapportcijfers meer gericht zijn op de individuele vorderingen van de allochtone leerlingen dan op het aangeven van een relatieve positie van deze leerlingen in de groep”. Volgens deze auteurs blijkt dat “...wanneer adviezen op deze op positieve discriminatie berustende oordelen worden opgevolgd, veel van deze overgeadviseerde allochtone kinderen mislukken in het vervolgonderwijs. Een voor de hand liggende verklaring is dat de score zoals uitgedrukt in het rapportcijfer of het advies niet in overenstemming is met de werkelijke capaciteiten van de leerlingen. Er is dus wel degelijk sprake van bias in het criterium {namelijk de beoordeling en advisering in het onderwijsveld, ten opzichte van de testresultaten}, maar niet in het nadeel maar in het voordeel van jonge allochtone kinderen”. Kortom: ook hier lijkt geen sprake van benadeling, doch eerder van positieve discriminatie van allochtone leerlingen in de scholen. Zowel in Nederland als in België krijgen scholen van staatswege trouwens aanzienlijke extra middelen voor de scholing van allochtonen. De stelling van de Klasse-redactie over benadeling van allochtone kinderen (“Ze krijgen op school minder kansen doordat ze een andere etnische afkomst hebben”) lijkt niet te berusten op empirisch onderzoek. De stelling wordt blijkbaar afgeleid uit de foutieve premisse dat er geen verschil in gemiddelde capaciteiten bestaat tussen allochtone en autochtone kinderen. Referenties: H. Galjaard (1994) ‘Alle mensen zijn ongelijk’ Amsterdam: Uitgeverij Balans M.G.P.Hessels (1993) ‘Leertest voor etnische minderheden: theoretische en empirische verantwoording’ Niet gepubliceerde doctoraatsthesis, Universitet van Utrecht. W.C.M. Resing, N.Bleichrodt, en P.J.D.Drenth (1986) ‘Het gebruik van de RAKIT bij allochtoon etnische groepen’ Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie 41, 179-188 P.Tellegen (2000) ‘Verantwoord testgebruik bij allochtonen. Een reactie’ De Psycholoog 35, p.231-235 J. Te Nijenhuis (1997) ‘Comparability of test scores for immigrants and majority group members in the Netherlands’ Vrije Universiteit Amsterdam; academisch proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor J.te Nijenhuis en H. van der Flier (1997) ‘Comparability of GATB scores for immigrants and majority group members: some Dutch findings’ Journal of Applied Psychology 82, p.675-687 J.te Nijenhuis en Arne Evers (2000) ‘Is een wetenschappelijke benadering van testgebruik bij allochtonen onverantwoord? Een reactie op Tellegen (2000)’ De Psycholoog, p.327-332 J. Te Nijenhuis en H. van der Flier (2001) ‘Group differences in mean intelligence for the Dutch and Third World immigrants’ Journal of Biosocial Sciences 33, p.469-475 J.Van Damme, A.De Troy, J.Meyer, A.Minnaert, G.Lorent, M.-C. Opdenakker, P.Verduyckt (1997/1999) ‘Succesvol doorstromen in de aanvangsjaren van het secundair onderwijs’ (+ bijlagen) leuven: Acco (‘eerste LOSO-boek) J.Van Damme, J. Meyer, A.De Troy en W.Mertens (2001) ‘Succesvol middelbaar onderwijs? Een antwoord van het LOSO-project’ Leuven: Acco (‘tweede LOSO-boek’) F.Van de Vijver, G.Willemse en B.Van de Rijt (1993) “Het testen van cognitieve vaardigheden van allochtone leerlingen” De Psycholoog 28, p.152-159
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
![]() |
![]() |
![]() |
#2 |
Parlementslid
Geregistreerd: 4 april 2002
Locatie: Reetveerdegem
Berichten: 1.643
|
![]() In de VS werkt men reeds 40 jaar aan een correcte aanwezigheid van minderheden in de administratie, het bedrijfsleven... Het is een langetermijnpolitiek, zonder quota's, gebaseerd op heelwat wetenschappelijk onderzoek.
Zwarten blijken een lager IQ te hebben. Dit is een sociaal gegeven. Zo scoren ook Japanse Koreanen slechter op IQ testen dan Japanners. De Koreaanse minderheid in Japan is slecht geschoold, en kampt met realtief hoge werkloosheid. Koreanen uit Z-Korea daarentegen scoren even goed als Japanners. De integratiepolitiek in de VS werkt dan ook trapsgewijs. Men wil bv. 12% zwarte rechters. Stel dat 5% van alle magistraten zwart zijn, en jaarlijks is slechts 2% van de pas benoemde rechters zwart. Dan speelt discriminatie vermoedelijk een rol. De overheid werkt eventuele hinderpalen weg, en zorgt dat 5% van de nieuwe rechters zwart is. Hoe kom je dan tot 12%? Er blijkt dan dat slechts 7% van de afgestudeerde advocaten zwart is. De overheid zal dan bij nieuwe aanwervingen 7% zwarte magistraten aanwerven. Uiteindelijk kom je dan uit bij verschillen in IQ bij kleuters. Die laatste verschillen kunnen enkel door sociale maatregelen weggewerkt worden: onderwijs, kinderopvang... Betere participatie en integratie vereist een lange, volgehouden inspanning van de overheid. In België heeft de overheid nog geen enkel onderzoek uitgevoerd, laat staan één enkele maatregel genomen. NU wil men dit alles in een paar jaar realiseren. Even een wetje stemmen: 10% van alle vacatures moeten naar moslims gaan, ongeacht hun kwaliteiten. Zo werkt het niet. |
![]() |
![]() |
![]() |
#3 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 19 juni 2002
Berichten: 43.125
|
![]() Jammer dat die tests, die toch cultuurafhankelijk blijven, niet eens omgekeerd kunnen worden uitgevoerd. Hoe zou een westerling 'scoren' in de quor'aan school?
|
![]() |
![]() |
![]() |
#4 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Ik heb de lange tekst niet grondig gelezen.Daar dit stoelt op wetenschappelijk uitgevoerde tests,door mensen die iets wilden aantonen.Al dan niet in de politieke straatjes passende.
Mijn persoonlijke ervaring met disciminatie is niet onaanzienlijk,daar ik tot mijn 16 levensjaar opnieuw mocht zeggen voor de hele klas,ten overstaande de nieuwe leraar(s)dat ik niet de Belgische nationaliteit had.Namelijk de rondvraag:"wie is er geen Belg".Verplichte kost elk jaar. Zeer handig,in de lagere school, de samenstelling van de klassen was meestal 3 noord afrikanen,1 nederlander en een Hong Kong Chinees(engelsman toen dus) en en hoop belgen. Je mag raden wie de pineut was, niet die 3 Islamietjes ,want die troepen bij elkaar, en konden nauwelijks de beledigingen verstaan.De Uk chinees was exotisch genoeg om interessant te zijn,maar die vuile keesbol, daar kon je op vitten,beledigen,zelfs op meppen en de schuld geven van alles en nog wat. Mijn levenspartner heeft dit fenomeen ook meegemaakt, langs beide zijden van de Belgs/Nederlandse grens. Ikzelf heb geen hogere scholing genoten, en dit niet uit onwil of kunde ,maar door andere oorzaken(een heel ander verhaal dat te maken heeft met lage loon landen) Maar Babeth heeft wel universitaire diploma's gehaald, ondanks het feit dat ze zowel in Nederland als in België gediscrimineerd (lees:grondig gepest) werd wegens "anders zijn". Dus in mijn ogen is discriminatie niet de oorzaak van de mindere verdere opleiding van allochtonen. Er zijn andere oorzaken. Een andere studie wijst uit dat de meeste "geïmporeerde"1ste generatie niet Europese werk-allochtonen een zeer lage tot niet opleiding hebben genoten. Als gevolg daarvan hebben hun kinderen(onze 2de generatie dus)een opvoeding gekregen die erop neer kwam:"Als je vader kan gaan werken,dan is dat ook goed genoeg voor jullie". Dus hogere opleiding?Waarom,dat brengt geen brood op de plank. Deze denkbeelden en culturele waarde kan je niet met wat wetjes en medelijden oplossen.Dit groeit eruit.Of het rot eruit. En het is dat rotten dat de vieze dingen maakt,zoals het racisme langs beide zijdes. Het heeft hier tot midden 20st eeuw geduurt voordat vrouwen hier gelijke stand kregen met de mannen(stemrecht iemand?),Ook heeft het hierna nog eens 20j geduurt voor het enigzins aanvaard werd dat vrouwen universitair gingen studeren. Babeth's moeder kon met haar hogeschooldiploma niets aanvangen,vond geen werk want was een vrouw. Dit was perfecte discriminatie.. horen we daar nog iets van? Ander frappant voorbeeld.De Europese Werkallochtoon,de eerste golf om juist te zijn, Spanjaarden,Grieken,Italianen,Portugezen.(Nog voorbeelden?). Daar horen we niet teveel van dat ze gediscrimineerd worden.Of die horen we niet zeuren. Ook de misdaadcijfers zijn bijna hetzelfde als van de autochtone Belg(Tja, de maffia zit hier dan ook mee in de leiding.Iemand een PS'er zonder Italiaans bloed in de familie?). De meeste anders validen willen geen medelijden,ze willen een mogelijkheid tot integratie. Oftewel.Zeuren,zagen en andere idiote dingen kweekt alleen maar meer van hetzelfde. Stop met medelijden en betutteling,start met integratie,geen bevooroordeling of voordeling.
__________________
De meeste mensen gaan naar het werk om geld te krijgen, niet om het te verdienen. |
![]() |
![]() |
![]() |
#5 | |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
![]() Citaat:
http://www.steunayaanhirsiali.nl/koran/index.html Een westerling (of gelijk welke' mens) die in zo'n koranschool laag scoort, is een verstandige westerling.
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
|
![]() |
![]() |