![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Buitenland Internationale onderwerpen, de politiek van de Europese lidstaten, over de werking van Europa, Europese instellingen, ... politieke en maatschappelijke discussies. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1
|
![]() Hallo
voor het vak godsdienst moet ik een focus schrijven over globalisering. Dit is natuurlijk een zeer ruim onderwerp met veel facetten maar ik had er toch graag iets over de visie van de Kerk over globalisering gehad. Maar ik vind er bitter weinig over. Kan er mij iemand helpen? ![]() ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#2 | |
Lokaal Raadslid
Geregistreerd: 6 januari 2003
Berichten: 341
|
![]() Citaat:
In zijn boodschap voor Wereldvredesdag 1 januari 1998 schrijft paus Johannes Paulus II : “De enorme geopolitieke veranderingen die zich sinds 1989 hebben voorgedaan, zijn vergezeld gegaan van ware revoluties op sociaal en economisch gebied. De globalisering van de economie en de financiële wereld is nu een feit en we worden ons steeds meer bewust van de gevolgen van de snelle vooruitgang op het gebied van de informatietechnologieën. We staan op de drempel van een nieuw tijdperk dat hoopvolle verwachtingen en verontrustende vragen in zich heeft. Wat zal het gevolg zijn van de veranderingen die zich voltrekken? Zal iedereen kunnen meeprofiteren van een wereldwijde markt? Zal iedereen eindelijk de kans krijgen om in vrede te leven? Zullen de economische betrekkingen tussen de staten rechtvaardiger worden of zal de economische concurrentie en rivaliteit tussen volken de mensheid in een situatie van nog grotere instabiliteit brengen?” Ik citeer uit het document dat verscheen na afloop van de speciale bisschoppenvergadering voor Amerika in 1997: “De globalisering van de economie heeft een aantal positieve gevolgen zoals efficiency en grotere productiviteit; samen met de uitbouw van de economische betrekkingen tussen de verschillende landen kan ze ook voeren tot grotere eenheid onder de volken en de mensheid beter ten dienste staan. Maar als ze zich enkel laat leiden door de marktwerking in dienst van de sterken, kunnen de gevolgen alleen maar negatief zijn. Voorbeelden zijn: verabsolutering van de economie, werkloosheid, minder en slechter openbaar dienstbetoon, vernietiging van milieu en natuur, vergroting van de kloof tussen rijk en arm, oneerlijke concurrentie waardoor de arme naties steeds meer op achterstand worden gezet.” Is deze waarneming van de positieve en negatieve aspecten van globalisering ook niet door te trekken naar Europa, naar de Europese Unie en naar ons eigen land? Ik richt me nu vooral op de thema’s die vandaag aan de orde zijn en waarover wij in de workshops verder met elkaar in gesprek gaan. De Europese Unie behoort met haar lidstaten tot de centrale actoren in het proces van globalisering. De Unie staat zelf in eerste instantie voor de uitdaging zich op de nieuwe situatie in te stellen. Mensen sociale zekerheid bieden in een arbeidsproces dat sterk aan veranderingen onderhevig is. Een tweedeling in de maatschappij tegengaan, de tegenstelling tussen arm en rijk, tussen goed en slecht opgeleid, tussen legaal en illegaal, tussen de mondige burger die zijn weg wel weet te vinden, tegenover degenen die het gevoel hebben dat zij die ontwikkelingen niet kunnen bijhouden of er geen toegang toe hebben. De Europese Unie moet zich echter niet alleen maar tot zichzelf beperken. Zij moet tegelijkertijd ook wereldwijde verantwoordelijkheid aanvaarden. Al in de oprichtingsakte van 1950 is een passage opgenomen volgens welke Europa zich vanuit een gevoel van zelfbesef en op grond van zijn geschiedenis tot hulp aan andere delen van de wereld verplicht. Die verantwoordelijkheid laat zich niet alleen maar waarmaken door het geven van ontwikkelingshulp. Zolang internationale handelsovereenkomsten vooral de agro-industrie en de grote transnationale ondernemingen bevoordelen ten koste van bijvoorbeeld de kleine boeren in het Zuiden, zolang wij onze grenzen slechts op een kiertje willen zetten voor exportproducten uit ontwikkelingslanden, is er geen sprake van eerlijke en rechtvaardige verhoudingen. Schuldverlichting is heel hard nodig, maar heeft weinig zin als wij de arme landen niet toelaten tot onze vrije markt, als we die vrije markt in feite vooral voor onszelf opeisen. Het rijke Westen moet een beleid ontwikkelen dat ervoor zorgt dat een groter deel van de wereld profijt heeft van deze ontwikkelingen. De afgelopen jaren hebben geen vermindering maar veeleer een groei laten zien van de armoede wereldwijd. Veel landen in het Zuiden profiteren niet van globalisering, maar zakken verder weg in armoede. Volgens de laatste Human Development rapporten van de Verenigde Naties hebben meer dan tachtig landen een lager inkomen per hoofd van de bevolking dan tien jaar geleden. Rond de 1.2 miljard mensen leven nu in extreme armoede. Tegelijkertijd zien we een opeenstapeling van rijkdom bij een kleine groep mensen, zowel in het Zuiden als in het Noorden. Er zijn voorbeelden te over van dictators in het Zuiden die zich verrijkten op kosten van de bevolking en met de hartelijke steun van het Noorden. Maar ondanks de soms exorbitante rijkdom van enkelingen in het Zuiden tonen de cijfers, dat er een enorme kloof is tussen arme en rijke landen en dat die kloof groter wordt. Daarnaast zien we ook dat de rijkdom van individuen toeneemt en dat de publieke rijkdom afneemt. Zo hebben de drie rijkste personen ter wereld een vermogen dat net zo groot is als het Bruto Nationaal Product van de 48 armste landen. In de Verenigde Staten is het vermogen van de rijkste mens gelijk aan het inkomen van de armste 40% van de Amerikaanse bevolking. De gewone bevolking betaalt vaak de zwaarste prijs ten tijde van economische crises. De Filippijnse bisschoppenconferentie wees er in 1998, aan het begin van de financiële crisis in Azië, op dat de menselijke kosten zo groot waren, dat de crisis niet alleen moest worden gezien als een financieel maar vooral als een sociaal probleem. Dat brengt ons bij het migratievraagstuk. Er is een wereldwijde volksverhuizing gaande. In de ontwikkelingslanden zien we het verschijnsel dat mensen hun uitzichtloze bestaan op het platteland verruilen voor het leven in de stad, de plaats waar familieleden wonen, waar de welvaart trekt. De uitstoot van de plattelandsbevolking en de trek naar de grote steden als opstap naar sociaal-economische lotsverbetering is een gegeven. De gevolgen van burgeroorlogen, onderdrukking, armoede en overbevolking brengen veel mensen in beweging. De globalisering heeft dat verschijnsel ook op de stoep van de Westerse landen gedeponeerd. En we weten ons hier in Europa niet goed raad met dat verschijnsel. Enerzijds is er het beleid om economische ruimte zonder grenzen tot stand te brengen, een vrij verkeer van kapitaal en goederen, en vraagt het bedrijfsleven om buitenlandse werknemers om in het groeiend tekort aan arbeidskrachten te kunnen voorzien. Anderzijds probeert men de grenscontroles te verscherpen om immigranten en vluchtelingen buiten de deur te houden. Mensensmokkelaars en criminele organisaties hebben zich inmiddels meester gemaakt van de vluchtelingenroutes. De ontreddering is zo groot, dat mensen zich in gammele bootjes en verborgen in vrachtauto’s naar de welvaart in West-Europa laten brengen. Dat leidt tot dramatische gebeurtenissen, zoals we hebben gezien bij de stranding van de East Sea, een schip met bijna duizend Koerdische asielzoekers dat door de bemanning op de rotsen van de Franse Middellandse-Zeekust werd gezet, of bij de ontdekking van de 58 dode Chinezen in een Nederlandse vrachtauto in Dover. De exodus uit het Oosten en het Zuiden naar Europa is een gegeven, maar op het niveau van de Europese Unie weten de regeringen niet tot een gezamenlijke aanpak te komen. Een ander thema is dat van identiteit, multiculturaliteit en conflict. Godsdiensten spelen een rol in de globalisering. Ze verlenen een motiverend kader en een overstijgend appèl aan het maatschappelijk ethos. Godsdienst en religie bieden mensen een referentiepunt voor de vraag naar de zin van het leven, ze stimuleren en vormen het gevoel van identiteit en bevorderen een harmonieus samenleven, zorg voor de medemens en voor de natuurlijke omgeving. Ze kunnen een rol spelen in de verzoening tussen mensen en volken, maar ze kunnen ook verworden tot bron van racisme, ideologische conflicten versterken en zelfs veroorzaken. De Kerken zijn zich daarvan bewust. In het Oecumenisch Handvest dat alle Kerken van Europa op 22 april in Straatsburg hebben ondertekend, verplichten zij zich elke poging tot misbruik van religie en Kerk voor etnische of nationalistische doelen te weerstaan. Vaak blijkt bij een diepgaande beschouwing dat niet religie maar sociale en economische tegenstellingen de belangrijkste oorzaken van conflicten zijn. Een groeiende onzekerheid en armoede van een groot deel van de mensheid als gevolg van globaliserende economische systemen liggen aan de wortel van menig conflict dat op het eerste gezicht als een religieus conflict wordt gekarakteriseerd. We moeten goed nadenken over de vraag hoe godsdiensten, religieuze organisaties en individuen kunnen bijdragen aan oplossingen van conflicten, met name aan die conflicten die voortkomen uit globalisering van de economie. Onze wereld begint aan een nieuw millennium dat belast is met de tegenstelling tussen economische, culturele en technische vooruitgang die enorme mogelijkheden schept voor een beperkte groep gelukkigen, en de haast perspectiefloze situatie van honderden miljoenen anderen die niet alleen aan de grenzen van deze vooruitgang staan maar die zelfs in omstandigheden leven onder het minimum voor een menswaardig bestaan. “De wereld is in grote haast, en stevent op haar einde af”. Dat zei aartsbisschop Wulfstan tijdens een preek in York, in het jaar 1014. Je kunt je gemakkelijk eenzelfde gevoel bij veel mensen vandaag de dag voorstellen. Maar we moeten ons niet teveel laten leiden door verhalen over het laatste oordeel en andere somberheid. Er zijn veel problemen, maar er zijn ook veel tekens van hoop. Dan denk ik aan de vele mensen, ook jongeren, die zich vrijwillig of beroepsmatig inzetten voor de mensenrechten, voor vrede, voor de bescherming van het milieu, voor de opvang van dak- en thuislozen, van vluchtelingen en asielzoekers, voor solidariteitsbewegingen met de Derde Wereld. Het zijn mensen die geen genoegen nemen met het hoogst bereikbare geluk voor zichzelf, voor het hier en nu, maar die in het onderwijs, in de zorg, in talloze maatschappelijke verbanden zich inzetten voor een andere wereld die zich kenmerkt door rechtvaardige verhoudingen. * We moeten onszelf ook niet teveel richten op globalisering als zodanig. Globalisering is niet het probleem; de manier waarop het zich ontwikkelt is het probleem. Mag ik het in het volgende beeld schetsen (misschien een beetje riskant in deze tijd, zeker in een bijeenkomst met de FNV, maar toch): De hoge-snelheidstrein van de globalisering is allang vertrokken. De rails verbinden de centra van het politieke en economische leven. Het is de hoogste tijd om met de bedrijfsleiding te gaan praten, en met de machinisten. Het spoorboekje moet worden aangepast. Er moeten weer veel meer stoptreinen rijden, opdat veel meer mensen kunnen in- en uitstappen en van de verbindingen, de nieuwe kansen en mogelijkheden gebruik maken. De uitdaging bestaat erin een globalisering in solidariteit, een globalisering zonder uitsluiting te waarborgen. Dat is een duidelijke plicht van de gerechtigheid. Die plicht ligt op de schouders van de overheid, maar is ook een uitdaging en verantwoordelijkheid voor onszelf. Als lokale Kerken en bisschoppenconferenties moeten wij een voortdurende kritische en gekwalificeerde bijdrage leveren aan het publieke debat in eigen land en in de Europese Unie. Wij moeten de economische structuren die een ongelijke verdeling voortbrengen, aan de kaak stellen. Wij moeten de dragers van verantwoordelijkheid uitnodigen de ontwikkelingen te bekijken vanuit het perspectief van humaniteit en solidariteit: komt de vooruitgang werkelijk ten goede aan alle mensen? In onze eigen geloofsgemeenschap wereldwijd vinden we de winnaars en de verliezers van de globaliseringsprocessen. De Kerk kan een platform zijn voor dialoog en uitwisseling van concrete ervaringen. Ik ben blij met de initiatieven van kerkelijke en met de Kerk verbonden organisaties die globalisering op hun agenda hebben gezet, onderzoek doen naar de gevolgen van de globalisering en werken aan beleidsvoorstellen. meer vind je hier: http://www.fnv.nl/levensbeschouwing/...earState/true/ ![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#3 |
Lokaal Raadslid
Geregistreerd: 6 januari 2003
Berichten: 341
|
![]() dubbel!!!
|
![]() |
![]() |