Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Diverse > Archief > Usenet > nl.politiek
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

nl.politiek Via dit forum kun je alle berichten lezen die worden gepost op de nieuwsgroep nl.politiek. Je kunt hier ook reageren op deze berichten, reacties worden dan ook in deze nieuwsgroep gepost. Vergeet niet om dit te lezen.

 
 
Discussietools
Oud 17 februari 2007, 09:51   #1
Heinrich
 
Berichten: n/a
Standaard pvda er Verbeet deugt niet

CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de PvdA'ster
Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door de Partij voor
de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten van
politici.


Verbeet ontnam PVV-Kamerlid Sietse Fritsma donderdag het woord toen hij zijn
motie toelichtte om de bewindslieden Ahmed Aboutaleb en Nebahat Albayrak uit
het nieuwe kabinet te houden. Volgens de PVV mogen zij geen staatssecretaris
worden omdat ze een dubbele nationaliteit hebben. Aboutaleb is van
Marokkaanse en Albayrak van Turkse afkomst. Beiden zijn lid van de PvdA.

,,Het waren de verkeerde interventies van de voorzitter. Wij moeten in de
Kamer zonder last of ruggespraak kunnen debatteren over alle onderwerpen.
Zij blokkeerde dit debat. Ik ben daar niet tevreden over'', zegt
CDA-Kamerlid Mirjam Sterk zaterdag in Trouw.

VVD-Kamerlid Fred Teeven uit in de krant soortgelijke kritiek. ,,Voorzitter
Verbeet moet oppassen dat ze niet teveel op de linkse stoel gaat zitten. Je
moet je niet door emoties laten leiden'', aldus Teeven.




 
Oud 17 februari 2007, 11:31   #2
=?iso-8859-1?B?Tmljb2zhcw==?=
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door de Partij voor
> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten van
> politici.


Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
Verbeet zich baseerde.

Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.

 
Oud 17 februari 2007, 11:31   #3
Heinrich
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected] oups.com...
> On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door de
>> Partij voor
>> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
>> van
>> politici.

>
> Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
> Verbeet zich baseerde.
>
> Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
> Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
> Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
> dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>

in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
wel teveel gevraagd zijn


 
Oud 17 februari 2007, 12:21   #4
Anneke.A
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Heinrich" <[email protected]> wrote in message
news:[email protected]...
>
> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
> news:[email protected] oups.com...
> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door

de
> >> Partij voor
> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
> >> van
> >> politici.

> >
> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
> > Verbeet zich baseerde.
> >
> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
> > dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
> >

> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
> nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
> wel teveel gevraagd zijn


De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in te
dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde kennelijk
niet dat de tijd van de kamer verdaan werd. Als men echt serieus hierover
was hadden anderen de motie wel gesteund. Men kan nog steeds hierover een
motie indienen en een debat aanvragen. Ze staan pas na de Carnaval op het
stoepje bij de koningin.

A

 
Oud 17 februari 2007, 12:51   #5
Cees Camphuis
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Anneke.A" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected]. ..
>
> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
> news:[email protected]...
>>
>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>> news:[email protected] oups.com...
>> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door

> de
>> >> Partij voor
>> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
>> >> van
>> >> politici.
>> >
>> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
>> > Verbeet zich baseerde.
>> >
>> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
>> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
>> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
>> > dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>> >

>> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
>> nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
>> wel teveel gevraagd zijn

>
> De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in te
> dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde
> kennelijk
> niet dat de tijd van de kamer verdaan werd.


Zeer naïef: "dat de tijd van de kamer verdaan werd". Haha, dit is toch
duidelijk partijpolitiek gekleurd? En niet de eerste keer ook t.o.v de PVV.
Zoals in december 2006:

Vragenuur uitzetstop asielzoekers
Uit de handelingen Van de Tweede Kamer van 19 december 2006:
==========================

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Zoals de PVV-fractie vorige week al aangaf, zijn wij niet alleen
tegen het opschorten van de uitzetting van asielzoekers, maar zouden wij
daar ook nooit de verantwoordelijkheid voor willen nemen.

De voorzitter:

Uw vraag?

========================

De versgebakken PvdA Tweede-kamer voorzitter Verbeet valt hier na 31 woorden
de extreem-rechtse Fritsma in de rede en stelt bits: uw vraag?

even later in hetzelfde debat:

========================

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hadden wij nog een minister voor Vreemdelingenzaken
die buiten deze zaal verkondigde dat er een regeling zat aan te komen voor
200.000 mensen. Deze week hebben wij een VVD-collega die meewerkt aan een
uitzending waarbij een cameraploeg afreist naar Italië en daar tegen
Afrikaanse illegalen zegt: u kunt wel naar Nederland komen om aan de
pardonregeling mee te doen. Een van de illegalen was zelfs bereid om direct
met de TROS mee terug te rijden naar Nederland. Ik wil slechts een opmerking
maken: als er al een aanzuigende werking is, dan houden wij van nu af aan de
VVD daar mede verantwoordelijk voor.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u geen vraag gesteld hebt en geef het woord aan de heer Van
de Camp.

========================

Het PvdA kamerlid krijgt alle ruimte om zijn betoog te houden van 131
woorden (als hij er veel meer had willen gebruiken had dat ook gekund) en
stelt niet eens een vraag. En dat tijdens het vragenuurtje. De PvdA
voorzitter staat dit alles gemoedelijk en in de beste collegialiteit toe.
Een duidelijk objectieve en boven de partijen staande voorzitter heeft
Verbeet zich hier NIET getoond, wel een partijdige bitch. Slechte beurt voor
een nieuwbakken voorzitter.


>




 
Oud 17 februari 2007, 13:01   #6
Heinrich
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Anneke.A" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected]. ..
>
> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
> news:[email protected]...
>>
>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>> news:[email protected] oups.com...
>> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door

> de
>> >> Partij voor
>> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
>> >> van
>> >> politici.
>> >
>> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
>> > Verbeet zich baseerde.
>> >
>> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
>> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
>> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
>> > dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>> >

>> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
>> nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
>> wel teveel gevraagd zijn

>
> De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in te
> dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde
> kennelijk
> niet dat de tijd van de kamer verdaan werd. Als men echt serieus hierover
> was hadden anderen de motie wel gesteund. Men kan nog steeds hierover een
> motie indienen en een debat aanvragen. Ze staan pas na de Carnaval op het
> stoepje bij de koningin.
>
> A
>

U kletst uit Uw nek


 
Oud 17 februari 2007, 14:41   #7
=?iso-8859-1?B?Tmljb2zhcw==?=
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> U kletst uit Uw nek-


Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?

 
Oud 17 februari 2007, 15:11   #8
F@ber
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Anneke.A" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected]. ..
>
> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
> news:[email protected]...
>>
>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>> news:[email protected] oups.com...
>> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door

> de
>> >> Partij voor
>> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
>> >> van
>> >> politici.
>> >
>> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
>> > Verbeet zich baseerde.
>> >
>> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
>> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
>> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
>> > dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>> >

>> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
>> nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
>> wel teveel gevraagd zijn

>
> De PVV misbruikte kennelijk



Wat?????

> de mogelijkheden om een kansloze motie in te
> dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde
> kennelijk


Huh?????

> niet dat de tijd van de kamer verdaan werd. Als men echt serieus hierover
> was hadden anderen de motie wel gesteund. Men kan nog steeds hierover een
> motie indienen en een debat aanvragen. Ze staan pas na de Carnaval op het
> stoepje bij de koningin.


Ik raad de PVV aan om de identificatieplicht nog maar eens tegen het licht
te houden met al die dubbele paspoorten. Daar zal de verzetsheldin van na de
oorlog en neo-nsb'ster Verbeet ook wel geen zin in hebben.


 
Oud 17 februari 2007, 15:31   #9
Cees Camphuis
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected] oups.com...
> On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> U kletst uit Uw nek-

>
> Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
> spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?
>
>


Ik kan het niet vinden dat de Voorzitter dat mag. Maar kijk even zelf:


Reglement van Orde van de Tweede Kamer

1

HOOFDSTUK I.
BEGRIPSBEPALINGEN................................. ..................... 8

Artikel 1. Begripsbepalingen
.................................................. ...........................8

HOOFDSTUK II. BEGIN EN EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP.............. 8

Artikel 2. Toelating
leden............................................. ....................................8

Artikel 3. Verlies van het lidmaatschap
.................................................. ............8

HOOFDSTUK III. DE VOORZITTER, DE ONDERVOORZITTERS EN HET

PRESIDIUM......................................... .................................................. ...........
9

Artikel 4. Benoeming van een
Voorzitter........................................ ...................9

Artikel 5. Benoeming ondervoorzitters
.................................................. ............9

Artikel 6. Taak van de Voorzitter
.................................................. ....................9

Artikel 7. Bijwonen commissievergaderingen door de Voorzitter
......................10

Artikel 8. Waarneming
voorzitterschap................................... ........................10

Artikel 9.
Presidium......................................... ..............................................10

HOOFDSTUK IV. DE RAMING
.................................................. .................... 11

Artikel 10. Raming; beheer geldelijke middelen
................................................11

HOOFDSTUK V. DE
FRACTIES.......................................... .........................
11

Artikel 11. Samenstelling
fracties.......................................... ..........................11

Artikel 12. Ontstaan nieuwe fracties
.................................................. ..............11

HOOFDSTUK VI.
PERSONEEL......................................... ...........................
12

Artikel 13. De Griffier en het overige
personeel......................................... ......12

Artikel 14. Leiding ambtelijke organisatie; archiefzorg
en -beheer.....................12

HOOFDSTUK VII. DE
COMMISSIES........................................ ................... 13

Paragraaf 1. Algemene
bepalingen........................................ ...................... 13

Artikel 15. Instelling commissies; bijstand
.................................................. .....13

Paragraaf 2. Vaste commissies, algemene commissie, themacommissies en

tijdelijke commissies
.................................................. ...................................
13

Artikel 16. Vaste
commissies........................................ .................................13

Artikel 17. Algemene
commissies........................................ ...........................13

Artikel 17a. Themacommissies
.................................................. .....................13

Artikel 18. Tijdelijke
commissies........................................ ............................14

Paragraaf 3. Overige commissies
.................................................. ............... 14

Artikel 19. De commissie voor het onderzoek van de
Geloofsbrieven..............14

Artikel 20. De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven
.....14

Artikel 21. De commissie voor de Werkwijze
.................................................. 15

Artikel 21a. De commissie voor de
Rijksuitgaven..................................... .......15

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

2

Artikel 22. De commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten.............16

Artikel 22a. Commissies van advies
.................................................. ..............16

Paragraaf 3a. Gemengde
commissies........................................ .................. 16

Artikel 23. Gemengde commissie van toezicht op de griffie voor de

interparlementaire betrekkingen
.................................................. .....................16

Artikel 24. Gemengde commissie van beroep voor de Dienst Verslag en

Redactie
.................................................. .................................................. ....16

Paragraaf 4. De leden en de
voorzitter........................................ ................ 17

Artikel 25. De
commissieleden.................................... ...................................17

Artikel 26. De commissievoorzitter
.................................................. ...............17

Paragraaf 5.
Bevoegdheden...................................... ...................................
18

Artikel 27. Bevoegdheden van commissies
.................................................. ....18

Artikel 28. Vormen van mondeling overleg
.................................................. ....18

Artikel 29.
Hoorzittingen..................................... ...........................................18

Artikel 30. Colleges van advies
.................................................. .....................19

Artikel 31. Grote projecten
.................................................. ...........................19

Paragraaf 6.
Verslagen......................................... .......................................
19

Artikel 32.
Verslagen......................................... ............................................19

Paragraaf 7.
Commissievergaderingen............................ ...........................
20

Artikel 33. Tijdstippen van
bijeenkomen....................................... ..................20

Artikel 34. Bijwonen vergaderingen
.................................................. ...............20

Artikel 35.
Voorzitterschap................................... .........................................20

Artikel 36. Besluitvorming
.................................................. ............................21

Artikel 37. Openbaarheid commissievergaderingen
..........................................21

Artikel 38. Schending van
vertrouwelijkheid................................. ...................21

Paragraaf 8. Vormen van mondeling
overleg........................................... ... 22

Artikel 39. Wetgevingsoverleg
.................................................. ......................22

Artikel 39a. Begrotingsoverleg
.................................................. ......................22

Artikel 40. Nota-overleg
.................................................. ...............................22

Artikel 41. Algemeen overleg
.................................................. ........................23

Artikel 42. Mondeling overleg met rijksambtenaren
..........................................23

Artikel 43. Plenaire behandeling na
begrotingsoverleg................................. .....23

Artikel 44.
Vervallen......................................... .............................................23

Artikel 44a. Plenaire behandeling na nota-overleg waarvan een beknopt
verslag is

gemaakt en na algemeen overleg
(tweeminutendebat)................................ .......23

Artikel 45. Samenloop vergaderingen
.................................................. ............24

HOOFDSTUK VIII. DE PLENAIRE VERGADERING.................................. 24

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

3

Paragraaf 1. Algemene
bepalingen........................................ ...................... 24

Artikel 46. Bijeenroeping
.................................................. ..............................24

Artikel 47. Schorsing of sluiting van de
vergadering....................................... .25

Artikel 48.
Presentielijst.................................... .............................................25

Artikel 49. Quorum
.................................................. ......................................25

Artikel 50. Ontbreken van quorum
.................................................. ................25

Artikel 51.
Zitplaatsen....................................... .............................................25

Artikel 52.
Spreekplaats...................................... ...........................................26

Artikel 53. Ingekomen
stukken........................................... ............................26

Paragraaf 2. Regeling van
werkzaamheden..................................... ........... 26

Artikel 54. Regeling van
werkzaamheden..................................... ...................27

Paragraaf 2a. Het
spoeddebat........................................ .............................
27

Artikel 54a. Het spoeddebat
.................................................. .........................27

Paragraaf 2b. Rapportage over interparlementaire vergaderingen........... 27

Artikel 54b. Rapportage over interparlementaire
vergaderingen........................27

Paragraaf 3. De
beraadslaging..................................... ...............................
27

Artikel 55. Spreken in de
vergadering....................................... ......................27

Artikel 56. Persoonlijk feit; voorstel van orde
.................................................. 28

Artikel 57.
Interrupties...................................... .............................................28

Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden
......................................28

Artikel 59. Ontneming van het woord
.................................................. ............29

Artikel 60. Uitsluiting van de
vergadering....................................... .................29

Artikel 61.
Vervallen......................................... .............................................29

Artikel 62. Geen beroep op de
Kamer............................................. ...............29

Artikel 63. Aantal malen dat een lid het woord
voert........................................29

Artikel 64. Maximumspreektijd
.................................................. .....................30

Artikel 65. Ophouden met
spreken........................................... ......................30

Artikel 66. Indienen moties
.................................................. ...........................30

Artikel 67. Sluiting van de
beraadslaging..................................... ....................30

Artikel 68. Sluiting van de beraadslaging op een bepaald tijdstip
.......................31

Paragraaf 4. Stemming over zaken
.................................................. ............ 31

Artikel 69. Nemen van een besluit; stemming
.................................................. .31

Artikel 70. Hoofdelijke stemming
.................................................. ..................32

Artikel 71. Vergissingen bij stemmingen
.................................................. ........32

Artikel 72. Staken van stemmen
.................................................. ....................32

Artikel 73.
Stemverklaring.................................... ..........................................33

Paragraaf 5. Stemming over
personen.......................................... .............. 33

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

4

Artikel 74. Stemopneming bij stemming over personen
....................................33

Artikel 75. Invulling van de stembriefjes
.................................................. ........33

Artikel 76. Minder stembriefjes dan quorum
.................................................. ..33

Artikel 77. Ongeldige stemmen
.................................................. .....................34

Artikel 78. Nietige stemming
.................................................. .........................34

Artikel 79. Vrije stemming
.................................................. ............................34

Artikel 80. Derde stemming
.................................................. ..........................34

Artikel 81. Vierde
stemming.......................................... .................................34

Artikel 82.
Tussenstemming.................................... .......................................35

Artikel 83. Staken van stemmen
.................................................. ....................35

Artikel 84. Niet in de Grondwet vermelde
keuzen............................................ 35

Artikel 85. Keuze van personen door de commissies
.......................................35

Artikel 86. Aanbieding aan de Koning
.................................................. ...........35

Paragraaf 6. Slotbepalingen
.................................................. ....................... 36

Artikel 87. Officieel verslag en
Handelingen....................................... .............36

Artikel 88. Geheimhouding
.................................................. ...........................36

Artikel 89. Verslag of notulen van een vergadering met gesloten deuren
............36

HOOFDSTUK IX. BEHANDELING VOORSTELLEN VAN (RIJKS)WET,

INITIATIEFVOORSTELLEN VAN WET, ANDERE IN HANDEN VAN EEN

COMMISSIE GESTELDE STUKKEN EN VERDRAGEN............................. 37

Paragraaf 1. Voorstellen van wet
.................................................. ............... 37

Artikel 90.
Inhandenstelling.................................. ..........................................37

Artikel 91. Debat op hoofdlijnen
.................................................. ...................37

Artikel 92. Wetgevingsrapport
.................................................. ......................37

Artikel 93. Inzenden van opmerkingen (inbreng)
..............................................38

Artikel 93a.
Rapporteur........................................ .........................................38

Artikel 94. Verslag
.................................................. .......................................38

Artikel 95.
Termijnen......................................... ............................................39

Artikel 96. Indienen
amendementen...................................... ..........................39

Artikel 97. Toelaatbaarheid
amendementen...................................... ...............39

Artikel 98. Wijzigen en intrekken van
amendementen...................................... .40

Artikel 99.
Subamendementen................................... .....................................40

Artikel 100. Overnemen van
amendementen...................................... ..............40

Artikel 101. Algemene beraadslaging in twee termijnen; artikelsgewijze

behandeling
.................................................. .................................................4 0

Artikel 102. Behandeling voorstel van wet en
artikelsgewijze............................41

behandeling in
wetgevingsoverleg................................. ..................................41

Artikel 103. Volgorde van stemmen; vervallen van amendementen
....................41

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

5

Artikel 104. Eindstemming over het voorstel van wet
.......................................42

Artikel 105. Tweede
lezing............................................ .................................42

Artikel 106. Verandering van volgnummers, aanhalingen,
e.d...........................42

Artikel 107. Verzending van voorstel van wet naar Eerste Kamer
......................42

Artikel 108. Terugzending van verworpen voorstel van wet
..............................43

Paragraaf 2. Voorstellen van Rijkswet
.................................................. ...... 43

Artikel 109. Algemene
regel............................................. ..............................43

Artikel 110. Schriftelijke
voorbereiding..................................... ......................43

Artikel 111. Stellen van een
termijn........................................... ......................43

Artikel 112. Verslag van het vertegenwoordigende
lichaam..............................43

Artikel 113. Aanneming met minder dan drie vijfden van de
stemmen...............44

Paragraaf 3. Initiatiefvoorstellen van wet
.................................................. .. 44

Artikel 114. Inzenden van initiatiefvoorstellen van (Rijks)wet
............................44

Artikel 115. Horen Raad van State
.................................................. ................44

Artikel 116. Wijze van behandeling initiatiefvoorstellen van
wet........................45

Artikel 117. Verzending van initiatiefvoorstel van wet naar Eerste
Kamer..........45

Artikel 118. Verdediging in de Eerste
Kamer............................................. ......45

Paragraaf 4. Andere in handen van een commissie gestelde stukken ........ 45

Artikel 119.
Inhandenstelling.................................. ........................................45

Artikel 120. Debat op hoofdlijnen over in handen gestelde stukken
...................46

Artikel 121. Inzenden van opmerkingen
(inbreng)......................................... ...46

Artikel 121a. Rapporteur over een ander in handen gesteld
stuk.......................47

Artikel 122.
Termijnen......................................... ..........................................47

Artikel 123.
Nota-overleg........................................... ....................................47

Paragraaf 5.
Verdragen......................................... ......................................
48

Artikel 124. Verdrag ter stilzwijgende
goedkeuring....................................... ...48

Artikel 125. Uitspreken van de wens door de Kamer
zelf.................................48

Artikel 126. Uitspreken van de wens namens de Kamer door de
Voorzitter......48

Artikel 127. Uitspreken van de wens door dertig
leden....................................49

Artikel 128. Uitspreken van de wens door de Gevolmachtigde Minister
............49

Artikel 129. Toetreding tot en opzegging van een
verdrag................................50

Paragraaf 6. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet
....................... 50

Artikel 130. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet
...............................50

Artikel 130a. Uitspreken van de wens door de Kamer zelf
................................50

Artikel 130b. Uitspreken van de wens namens de Kamer door de
Voorzitter....51

Artikel 130c. Uitspreken van de wens door dertig leden
...................................51

Indien dertig of meer leden de bedoelde wens te kennen willen geven, doen
zij dit

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

6

door schriftelijke mededeling aan de Voorzitter, die hiervan onverwijld
kennis

geeft aan de Kamer, aan de desbetreffende minister en aan de Voorzitter van
de

Eerste Kamer.
.................................................. ..............................................51

HOOFDSTUK X.
VERZOEKSCHRIFTEN.................................. .................. 51

Artikel 131. Behandeling van de conclusies van de commissie voor de

Verzoekschriften.................................. .................................................. .......51

Artikel 132. Minister besluit geen gevolg te geven aan besluit;
inhandenstelling .52

HOOFDSTUK XA.
BURGERINITIATIEF.................................. ................... 52

Artikel 132a
.................................................. .................................................5 2

HOOFDSTUK XI. HET VRAGEN VAN INLICHTINGEN AAN DE

REGERING
.................................................. .................................................. ..
53

Paragraaf 1. De interpellatie
.................................................. ...................... 53

Artikel 133. De interpellatie
.................................................. ...........................53

Paragraaf 2. Schriftelijke vragen
.................................................. ............... 54

Artikel 134. Indienen schriftelijke
vragen............................................ .............54

Artikel 135. Beantwoording schriftelijke
vragen............................................ ...54

Paragraaf 3. Het mondelinge vragenuur
.................................................. .... 54

Artikel 136. Het mondelinge
vragenuur......................................... ..................54

Artikel 137.
Vervallen......................................... ...........................................55

Artikel 138. Volgorde vragenstellers en
spreektijden...................................... ..55

Artikel 139. Geen moties; einde
vragenuur......................................... .............56

HOOFDSTUK XIA. VRAGEN VAN INLICHTINGEN AAN

KABINETS(IN)FORMATEUR(S).......................... .........................................
56

Artikel 139a. Vragen van inlichtingen aan
kabinets(in)formateur(s)...................56

HOOFDSTUK XII.
ENQUÊTE.......................................... .............................
56

Artikel 140. Voorstel tot het instellen van een
onderzoek.................................56

(enquête)
.................................................. .................................................. ...56

Artikel 141. Omschrijving en toelichting
.................................................. ........56

Artikel 142. Voorbereidend onderzoek en openbare
behandeling.....................57

Artikel 143. Commissie van onderzoek
.................................................. .........57

Artikel 144. Duur van het onderzoek
.................................................. .............57

Artikel 145. Ondervraging van getuigen en deskundigen
...................................58

Artikel 146. Verdenking van valse
verklaring........................................ ...........58

Artikel 147. Ondertekening van processen-verbaal en van andere stukken
.........58

Artikel 148.
Verslag........................................... ............................................58

Artikel 149. Ontbinding van de
commissie......................................... .............59

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

7

Artikel 150. Beëindiging
onderzoek......................................... .......................59

HOOFDSTUK XIIA. REGISTERS
.................................................. ................ 59

Artikel 150a. Registers
.................................................. .................................59

HOOFDSTUK XIII. HET PUBLICEREN VAN STUKKEN........................... 60

Artikel 151. Publicatie van
stukken........................................... ......................60

HOOFDSTUK XIV. BEZOEKERS EN TOEHOORDERS............................. 60

Artikel 152. Bezoekers en toehoorders
.................................................. ..........60

HOOFDSTUK XV.
SLOTBEPALINGEN.................................... ................... 61

Artikel 153. Herziening van het
Reglement......................................... .............61

Artikel 154. Afwijking van het Reglement
.................................................. ......61

Artikel 155.
Inwerkingtreding.................................. .......................................61

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

8

HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Waar in dit Reglement sprake is van:

a. de Voorzitter, wordt daarmee de Voorzitter van de Kamer bedoeld;

b. de ministers, worden daaronder de staatssecretarissen begrepen;

c. stukken, worden daarmee bedoeld bescheiden in de zin van de

Archiefwet 1995;

d. drukken, wordt daaronder mede begrepen plaatsing op het internet.

HOOFDSTUK II. BEGIN EN EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP

Artikel 2. Toelating leden

1. Elk nieuwbenoemd lid doet van zijn verkiezing blijken door

overlegging van de bij de wet voorgeschreven stukken.

2. De geloofsbrieven en daarop betrekking hebbende stukken worden op

de griffie van de Kamer ter inzage gelegd voor de leden.

3. Over de toelating van leden die benoemd zijn verklaard na periodieke

aftreding of ontbinding besluit, voor zover mogelijk, de Kamer in oude

samenstelling.

Artikel 3. Verlies van het lidmaatschap

1. Indien een lid het oordeel van de Voorzitter dat dit lid heeft

opgehouden lid te zijn, wegens hetzij het niet bezitten van een van de

vereisten voor het lidmaatschap hetzij het vervullen van een met het

lidmaatschap onverenigbare betrekking, aan het oordeel van de Kamer

onderwerpt, doet de Kamer over de zaak geen uitspraak dan nadat een

daartoe door haar uit haar midden benoemde commissie van onderzoek

verslag heeft uitgebracht. De commissie hoort het desbetreffende lid, indien

die de wens daartoe te kennen geeft.

2. Met betrekking tot een lid van het Europese Parlement is het eerste lid

van overeenkomstige toepassing.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

9

HOOFDSTUK III. DE VOORZITTER, DE ONDERVOORZITTERS

EN HET PRESIDIUM

Artikel 4. Benoeming van een Voorzitter

1. In de laatste vergadering van de Kamer in de oude zitting, stelt deze een

ontwerp vast voor een profielschets van de nieuw te benoemen Voorzitter.

In de eerste vergadering van de nieuwe zitting beslist de Kamer over dit

ontwerp. Vervolgens geeft de tijdelijk Voorzitter de gelegenheid tot het

stellen van kandidaten voor de vervulling van de vacature en gaat de Kamer

over tot de benoeming van een Voorzitter.

2. Zolang in een nieuwe zitting geen Voorzitter is benoemd, treedt een

oud-Voorzitter als tijdelijk Voorzitter op, waarbij de laatstafgetredene

voorrang heeft. Bij ontstentenis van een oud-Voorzitter treedt als tijdelijk

Voorzitter op de laatst afgetreden oud-ondervoorzitter; bij aanwezigheid van

twee of meer gelijktijdig afgetreden oud-ondervoorzitters wordt hun

rangorde in het Presidium, waarin zij gelijktijdig zitting hadden, in acht

genomen. Bij ontstentenis van een oud-ondervoorzitter treedt het lid dat het

langst in de Kamer zitting heeft als tijdelijk Voorzitter op; bij gelijke

zittingsduur gaat het oudste lid in leeftijd voor.

3. Bij het tussentijds openvallen van het voorzitterschap stelt de Kamer

hiervoor zo spoedig mogelijk een profielschets vast. Vervolgens geeft de

tijdelijk Voorzitter de gelegenheid tot het stellen van kandidaten voor het

vervullen van de vacature en gaat de Kamer over tot benoeming van een

Voorzitter.

Artikel 5. Benoeming ondervoorzitters

De Kamer benoemt na iedere voorzittersbenoeming een door haar te

bepalen aantal ondervoorzitters, van wie de rangorde wordt bepaald door de

volgorde van hun benoemingen.

Artikel 6. Taak van de Voorzitter

De taak van de Voorzitter bestaat voornamelijk in:

a. het leiden van de werkzaamheden van de Kamer en van die van het

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

10

Presidium;

b. het doen naleven van het Reglement van Orde;

c. het uitvoeren van door de Kamer genomen besluiten;

d. het vertegenwoordigen van de Kamer.

Artikel 7. Bijwonen commissievergaderingen door de Voorzitter

De Voorzitter is bevoegd de vergaderingen van elke commissie bij te

wonen.

Artikel 8. Waarneming voorzitterschap

1. Indien de Voorzitter niet beschikbaar is, wordt het voorzitterschap

waargenomen door een van de ondervoorzitters,

overeenkomstig de in artikel 5 genoemde rangorde.

2. Is de Voorzitter noch een van de ondervoorzitters beschikbaar, dan

wordt de Voorzitter vervangen overeenkomstig de regeling in artikel 4,

tweede lid.

3. Een waarnemend Voorzitter heeft dezelfde taken en bevoegdheden als

de Voorzitter.

Artikel 9. Presidium

1. De Voorzitter en de ondervoorzitters vormen samen het Presidium. De

Voorzitter benoemt voor ieder lid van het Presidium een plaatsvervanger die

bij afwezigheid van het desbetreffende lid in zijn plaats de vergadering van

het Presidium bijwoont. De Kamer kan deze benoeming aan zich houden.

2. Het Presidium kan geen besluiten nemen, indien niet meer

dan de helft van zijn leden of hun plaatsvervangers aanwezig is; bij staken

van stemmen beslist de Voorzitter.

3. Andere leden kunnen door de Voorzitter worden uitgenodigd aan de

vergaderingen van het Presidium deel te nemen; dezen hebben een

adviserende stem.

4. Het Presidium stelt een of meer commissies van advies in die,

behoudens in zeer spoedeisende gevallen, met betrekking tot onderdelen van

zijn taak moeten worden gehoord, voordat het ten aanzien van die

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

11

onderdelen besluiten neemt.

5. Het Presidium wordt bijgestaan door de Griffier.

HOOFDSTUK IV. DE RAMING

Artikel 10. Raming; beheer geldelijke middelen

1. Het Presidium maakt jaarlijks de raming van de in het volgende jaar

voor de Kamer benodigde uitgaven op en zendt deze tijdig aan de Kamer ter

vaststelling en aan de betrokken minister.

2. De Griffier is, namens de Voorzitter, belast met het begrotingsbeheer

van de Kamer. De bevoegdheden, voortkomend uit dit beheer, kunnen geheel

of gedeeltelijk worden gemandateerd.

3. Bij afzonderlijk op voordracht van het Presidium door de Kamer vast te

stellen reglement worden regels gesteld voor het toekennen van geldelijke

middelen aan fracties en voor het beheer van die middelen door fracties.

HOOFDSTUK V. DE FRACTIES

Artikel 11. Samenstelling fracties

1. De leden, die door het centraal stembureau op dezelfde lijst verkozen

zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie

beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit

lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

2. Van veranderingen die nadien in de samenstelling van een fractie

optreden, doet deze fractie mededeling aan de Voorzitter.

3. Elke fractie doet van de samenstelling van haar bestuur mededeling aan

de Voorzitter.

Artikel 12. Ontstaan nieuwe fracties

1. Vindt in een fractie een splitsing plaats die leidt tot de vorming van
een

of meer nieuwe fracties, dan worden de financiële tegemoetkomingen van de

daarbij betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden

door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

12

verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken

leden.

2. Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de

tegemoetkoming van de nieuwgevormde fractie niet groter zijn dan de

tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte als bedoeld

in artikel 11, eerste lid.

3. Teneinde voldoening aan verplichtingen die tegenover de medewerkers

van de oorspronkelijke fractie bestaan, mogelijk te maken, kan het

Presidium, in afwijking van het eerste en tweede lid, een tijdelijke
regeling

treffen.

HOOFDSTUK VI. PERSONEEL

Artikel 13. De Griffier en het overige personeel

1. De Kamer benoemt de Griffier en ontslaat deze.

2. Het Presidium is belast met het uitoefenen van de overige

rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de Griffier.

3. Het Presidium benoemt de directeuren, de plaatsvervangend griffiers,

de bijzonder presidiumadviseur en het hoofd Onderzoeks- en

Verificatiebureau en ontslaat dezen.

4. De Griffier is belast met het uitoefenen van de overige

rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de directeuren en de

plaatsvervangend griffiers.

5. De overige ambtenaren worden door de Griffier aangesteld, dan wel

ontslagen.

6. De Griffier kan mandaat verlenen tot het uitoefenen van zijn

bevoegdheden ingevolge het vierde en vijfde lid.

Artikel 14. Leiding ambtelijke organisatie; archiefzorg en -beheer

1. De Griffier heeft de leiding van de ambtelijke organisatie. Het

Presidium oefent hierop toezicht uit.

2.De Griffier is, namens de Kamer, belast met het beheer van de

archieven van de Kamer.

3.De Griffier kan mandaat verlenen tot het uitoefenen van zijn

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

13

bevoegdheden ingevolge het eerste en het tweede lid.

HOOFDSTUK VII. DE COMMISSIES

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 15. Instelling commissies; bijstand

1. De Kamer stelt de commissies in die door de bepalingen van dit

reglement worden voorgeschreven.

2. Elke commissie wordt bijgestaan door de Griffier of een door de

Griffier aangewezen plaatsvervangende griffier, alsmede door een of meer

andere door de Griffier aangewezen ambtenaren van de Kamer.

Paragraaf 2. Vaste commissies, algemene commissie, themacommissies en

tijdelijke commissies

Artikel 16. Vaste commissies

De Kamer kent een vaste commissie voor ieder ministerie, met

uitzondering van het ministerie van Algemene Zaken. Tevens kent de Kamer

vaste commissies voor Europese Zaken en voor Nederlands-Antilliaanse en

Arubaanse Zaken.

Artikel 17. Algemene commissies

1. De Kamer kan algemene commissies instellen voor onderwerpen die

van bijzonder belang zijn voor de uitoefening van haar taken dan wel vrijwel

alle ministeries aangaan.

2. Een algemene commissie wordt ingesteld voor de duur van een zitting.

3. De Kamer kan ook andere commissies belasten met de behandeling van

dergelijke onderwerpen.

Artikel 17a. Themacommissies

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

14

1. De Kamer kan themacommissies instellen voor onderwerpen van groot

maatschappelijk belang die niet specifiek één ministerie aangaan.

2. Een themacommissie wordt ingesteld maximaal voor de duur van een

zitting.

Artikel 18. Tijdelijke commissies

1. De Kamer kan tijdelijke commissies instellen voor specifieke

onderwerpen.

2. Het instellingsbesluit van een tijdelijke commissie bevat in ieder geval:

a. een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp waarover de

commissie de Kamer dient te rapporteren;

b. de termijn waarvoor de commissie wordt ingesteld.

3. De in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde termijn kan op verzoek van

de commissie door de Kamer worden verlengd.

Paragraaf 3. Overige commissies

Artikel 19. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven

1. Er is een commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Zij

brengt de Kamer schriftelijk of mondeling verslag uit over de toelating van

de leden en, zo nodig, over het verloop van de verkiezingen en de

vaststelling van de uitslag.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de tot lid van het

Europese Parlement benoemd verklaarden.

Artikel 20. De commissie voor de Verzoekschriften en de

Burgerinitiatieven

1. Er is een commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven,

waarvan de werkwijze bij afzonderlijk door de Kamer vast te stellen

reglement wordt geregeld.

2. Zij is belast met het uitbrengen van verslag over alle door de Kamer of

een commissie van de Kamer in haar handen gestelde verzoekschriften en

burgerinitiatieven. Zij is tevens belast met het uitbrengen van verslag over

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

15

onderzoeksrapporten van de Nationale ombudsman, indien daartoe

aanleiding is.

3. De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven toetst

of een burgerinitiatief voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria, genoemd in

artikel 132a, en aan de vormvereisten, vastgesteld in het in het eerste lid

bedoelde reglement.

4. Elk verslag over een verzoekschrift en een burgerinitiatief bevat een

duidelijke conclusie of een behandelingsvoorstel.

5. De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk in overleg te treden

met de regering en de Nationale ombudsman.

6. De commissie kan aan een vaste of algemene commissie verzoeken

haar van advies te dienen of namens haar een onderzoek in te stellen en

daaromtrent aan haar verslag uit te brengen, waarna zijzelf aan de Kamer

verslag uitbrengt.

Artikel 21. De commissie voor de Werkwijze

Er is een commissie voor de Werkwijze die desgevraagd of eigener

beweging de Kamer adviseert over de werkwijze van de Kamer en dit

reglement.

Artikel 21a. De commissie voor de Rijksuitgaven

1. Er is een commissie voor de Rijksuitgaven. Zij is belast met de

behandeling van aangelegenheden van rechtmatigheid en doelmatigheid van

besteding van collectieve middelen, alsmede met de voorlichting, advisering

en ondersteuning van de Kamer en de commissies bij de uitoefening van het

budgetrecht en de financiële controle. Deze voorlichting, advisering en

ondersteuning strekken zich behalve tot de begrotingsstukken, uit tot door

de Kamer aangewezen grote projecten en tot de budgettaire en comptabele

aspecten van beleidsvoornemens en -beslissingen van de regering.

2. Rapporten van de Algemene Rekenkamer en regeringsstukken van

comptabele aard worden direct in handen van de commissie gesteld. Het

Presidium kan nader besluiten een dergelijk stuk mede in handen van een

andere commissie te stellen; artikel 119, vierde lid, is van overeenkomstige

toepassing.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

16

3. Over een voorstel aan de Kamer, de Algemene Rekenkamer te

verzoeken een onderzoek in te stellen, wordt niet beslist dan na advies van

de commissie.

Artikel 22. De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

1. Er is een commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 25, eerste lid, zijn lid van
deze

commissie de voorzitters van de fracties, als bedoeld in artikel 11, eerste
lid.

De Voorzitter benoemt de leden van de commissie.

Artikel 22a. Commissies van advies

Het Presidium kan ten behoeve van zijn eigen werkzaamheden

commissies van advies instellen.

Paragraaf 3a. Gemengde commissies

Artikel 23. Gemengde commissie van toezicht op de griffie voor de

interparlementaire betrekkingen

1. Bij afzonderlijk reglement, vast te stellen door de beide kamers der

Staten-Generaal, wordt de instelling geregeld van een griffie voor de

interparlementaire betrekkingen.

2. Het toezicht op de griffie voor de interparlementaire betrekkingen

wordt uitgeoefend door de bij genoemd reglement in te stellen gemengde

commissie.

Artikel 24. Gemengde commissie van beroep voor de Dienst Verslag en

Redactie

1. Bij afzonderlijk reglement, vast te stellen door de beide kamers der

Staten-Generaal, worden de zorg voor de Dienst Verslag en Redactie, de

taakuitoefening, de openbaarmaking van het verslag van het verhandelde in

de vergaderingen der Staten-Generaal alsmede de bewaartermijnen geregeld.

2. De bevoegdheid om in het door de dienst geleverde verslag wijzigingen

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

17

aan te brengen of aangebrachte wijzigingen ongedaan te maken wordt

uitgeoefend door de bij genoemd reglement in te stellen gemengde

commissie van beroep voor de Dienst Verslag en Redactie.

Paragraaf 4. De leden en de voorzitter

Artikel 25. De commissieleden

1. De Voorzitter bepaalt uit hoeveel leden een commissie zal bestaan. De

Kamer kan anders besluiten.

2. De Voorzitter benoemt de leden en, voor zover hij dit wenselijk acht,

plaatsvervangende leden.

3. Ontheffing van het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap kan

op verzoek door de Voorzitter worden verleend. In de hierdoor ontstane en

in alle andere vacatures voorziet de Voorzitter.

4. De leden en de plaatsvervangende leden van commissies, met

uitzondering van die van algemene commissies, worden bij de aanvang van

elke zitting opnieuw benoemd. Totdat deze benoemingen zijn geschied

blijven de in de vorige zitting bestaande commissies voortbestaan in de oude

samenstelling.

Artikel 26. De commissievoorzitter

1. De eerste vergadering van een nieuw ingestelde commissie heeft op

uitnodiging en onder leiding van de Voorzitter plaats. In deze vergadering

benoemt de commissie uit haar midden een voorzitter, die met de leiding

van de verdere werkzaamheden is belast, en een ondervoorzitter.

2. Na de in artikel 25, vierde lid, bedoelde nieuwe samenstelling van een

commissie en bij het tussentijds openvallen van het voorzitterschap of het

ondervoorzitterschap van een commissie wordt opnieuw in het

voorzitterschap of het ondervoorzitterschap voorzien in een daartoe

bijeengeroepen vergadering.

3. De keuze van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt aan de

Kamer medegedeeld.

4. Bij ontstentenis of verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen

door de ondervoorzitter of anders door het lid dat het langst in de Kamer

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

18

zitting heeft. Bij gelijke zittingsduur gaat het oudste lid in leeftijd
voor.

Paragraaf 5. Bevoegdheden

Artikel 27. Bevoegdheden van commissies

Voor een goede vervulling van haar taken is een commissie in ieder geval

bevoegd:

a. zich tot een minister te wenden ter verkrijging van alle stukken waarvan

zij de kennisneming nodig acht;

b. mondeling of schriftelijk in overleg te treden met een minister;

c. tot het beleggen van rondetafelgesprekken;

d. tot het houden van hoorzittingen;

e. tot het afleggen van werkbezoeken;

f. zich te laten voorlichten door colleges van advies;

g. externe deskundigen in te schakelen;

h. de Kamer voor te stellen een groot project aan te wijzen.

Artikel 28. Vormen van mondeling overleg

Een mondeling overleg met een minister kan:

a. betrekking hebben op een in handen van een commissie gesteld voorstel

van wet (wetgevingsoverleg);

b. betrekking hebben op een in handen van een commissie gestelde

begroting dan wel een onderdeel daarvan (begrotingsoverleg);

c. betrekking hebben op een ander in handen van een commissie gesteld

stuk (nota-overleg);

d. gericht zijn op het geregeld van gedachten wisselen over het algemeen

beleid (algemeen overleg).

Artikel 29. Hoorzittingen

1. Van het houden van een hoorzitting wordt mededeling gedaan aan de

leden van de Kamer en op het internet.

2. Wil een commissie rijksambtenaren horen, dan nodigt zij hen door

tussenkomst van de desbetreffende minister uit.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

19

Artikel 30. Colleges van advies

1. De leden kunnen voorstellen om advies te vragen aan externe

adviescolleges als bedoeld in artikel 17 van de Kaderwet adviescolleges.

Een zodanig voorstel wordt aan een commissie van de Kamer gericht.

2. De commissie zendt het voorstel met haar advies aan het Presidium.

Het Presidium legt het voorstel voorzien van het advies van de commissie

en zijn eigen advies voor aan de Kamer.

3. De Kamer besluit over het voorstel.

Artikel 31. Grote projecten

1. De commissies kunnen op elk moment voorstellen aan de Kamer doen

tot aanwijzing van een groot project.

2. Een besluit van de Kamer tot aanwijzing van een groot project wordt

door de Voorzitter onverwijld aan de verantwoordelijke minister

meegedeeld. Deze mededeling vermeldt tevens welke commissie met de

uitvoering wordt belast.

3. De Kamer stelt een procedureregeling grote projecten vast.

Paragraaf 6. Verslagen

Artikel 32. Verslagen

1. Een commissie brengt aan de Kamer verslag uit omtrent de in haar

handen gestelde stukken. Deze verslagen bevatten zo beknopt mogelijk

hetgeen op het stuk betrekking heeft. De commissie is bevoegd datgene weg

te laten, wat zij niet ter zake acht.

2. De Kamer kan besluiten dat een commissie over in haar handen

gestelde stukken, die naar het oordeel van de commissie niet in het openbaar

kunnen worden behandeld, geen verslag hoeft uit te brengen.

3. Een commissie brengt in ieder geval verslag uit van door haar gevoerd

openbaar mondeling overleg met een minister.

4. Alle door een commissie uit te brengen verslagen worden opgesteld

onder verantwoordelijkheid van de griffier van de commissie.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

20

Paragraaf 7. Commissievergaderingen

Artikel 33. Tijdstippen van bijeenkomen

1. De commissie komt op door haar zelf te bepalen tijdstippen bijeen.

Heeft zij hieromtrent geen besluit genomen, dan bepaalt haar voorzitter deze

tijdstippen.

2. De voorzitter roept haar in ieder geval binnen een redelijke tijd bijeen

zo dikwijls hetzij de regering, hetzij een vierde van haar leden onder
opgave

van redenen de wens daartoe te kennen geeft.

Artikel 34. Bijwonen vergaderingen

1. Leden en plaatsvervangende leden van een commissie hebben toegang

tot al haar vergaderingen.

2. Tot een wetgevingsoverleg, een begrotingsoverleg en een nota-overleg

waarin moties kunnen worden ingediend, hebben alle leden van de Kamer

toegang. Zij hebben het recht aan de beraadslaging deel te nemen.

3. Een commissie kan een of meer leden van de Kamer, die lid noch

plaatsvervangend lid van de commissie zijn, op hun verzoek toestemming

verlenen een andere commissievergadering dan bedoeld in het tweede lid bij

te wonen; in dat geval is het betreffende lid bevoegd aan de beraadslaging

deel te nemen.

Artikel 35. Voorzitterschap

1. De voorzitter van een commissievergadering heeft dezelfde

bevoegdheden als aan de Voorzitter van een vergadering van de Kamer

toekomen, met dien verstande dat een uitsluiting ingevolge artikel 60
slechts

geldt voor de openbare vergaderingen van die commissie gedurende de dag

waarop de uitsluiting plaats heeft.

2. Een gezamenlijke vergadering van twee of meer commissies wordt

voorgezeten door de commissievoorzitter, die het langst in de Kamer zitting

heeft. Bij gelijke zittingsduur gaat het oudste lid in leeftijd voor.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

21

Artikel 36. Besluitvorming

1. Besluiten worden alleen door de leden van de commissie genomen, met

dien verstande dat bij ontstentenis of afwezigheid van een lid zijn

plaatsvervanger zijn bevoegdheden uitoefent.

2. Besluiten in een gezamenlijke vergadering van twee of meer

commissies worden door elk van de commissies afzonderlijk genomen.

Indien de besluiten niet gelijkluidend zijn beslist zo nodig de Kamer.

3. De commissie voor de Verzoekschriften kan geen besluit nemen, indien

niet meer dan de helft van haar leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn.

Artikel 37. Openbaarheid commissievergaderingen

1. De vergaderingen van commissies zijn openbaar. De Kamer kan

besluiten dat vergaderingen van een bepaalde commissie besloten mogen

zijn.

2. Een commissie kan besluiten dat haar procedurevergaderingen besloten

zullen zijn.

3. Een commissie kan besluiten een besloten vergadering te houden op

voorstel van een lid van de commissie of een minister. Wordt het voorstel

gedaan tijdens een openbare vergadering, dan worden de deuren gesloten tot

over het voorstel is beslist.

Artikel 38. Schending van vertrouwelijkheid

1. Ten aanzien van de inhoud van vertrouwelijke stukken en de

gedachtenwisseling in een besloten commissievergadering wordt

geheimhouding in acht genomen, met uitzondering van hetgeen de

commissie in haar verslag vermeldt.

2. De commissie kan toestaan dat de leden en de ministers bekend maken

wat zij zelf in de besloten vergadering hebben medegedeeld, mits daardoor

de vertrouwelijkheid van door anderen gedane mededelingen niet wordt

geschonden.

3. Het Presidium kan de Kamer voorstellen een lid dat de

vertrouwelijkheid van een commissievergadering of van een document heeft

geschonden, voor ten hoogste een maand uit te sluiten van alle

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

22

commissievergaderingen van een of meer commissies en/of van de

toezending van vertrouwelijke stukken.

4. Het voorstel kan niet worden gedaan dan nadat het uit te sluiten lid en

de voorzitter van de commissievergadering, waarvan de vertrouwelijkheid is

geschonden, zijn gehoord, althans behoorlijk opgeroepen.

5. Het voorstel wordt in stemming gebracht bij de aanvang van de eerste

vergadering na de dag, waarop het Presidium tot het doen van het voorstel

heeft besloten. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd.

6. Een beslissing tot uitsluiting wordt door de Voorzitter onverwijld

schriftelijk ter kennis gebracht van de leden van de Kamer.

Paragraaf 8. Vormen van mondeling overleg

Artikel 39. Wetgevingsoverleg

1. Voor het houden van een wetgevingsoverleg heeft een commissie

toestemming van de Kamer nodig. De Kamer besluit op voorstel van de

Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter.

2. De commissie is niet bevoegd te besluiten tot maximumspreektijden bij

wetgevingsoverleg. Wel kan de commissie beslissen dat leden die aan het

overleg willen deelnemen de door hen gewenste spreektijd tevoren opgeven.

3. Van een wetgevingsoverleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.

4. Tijdens een wetgevingsoverleg kunnen moties worden ingediend.

Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 39a. Begrotingsoverleg

1. Elke commissie kan over de in haar handen gestelde begroting(en) een

begrotingsoverleg houden.

2. Van het begrotingsoverleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.

3. Tijdens een begrotingsoverleg kunnen moties worden ingediend.

Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 40. Nota-overleg

1. Een commissie kan over een in haar handen gesteld stuk een notaReglement

van Orde van de Tweede Kamer

23

overleg houden.

2. Van een nota-overleg wordt een beknopt verslag gemaakt.

3. De commissie kan de Kamer verzoeken dat van een nota-overleg een

stenografisch verslag wordt gemaakt. De Kamer besluit op voorstel van de

Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter.

4. Tijdens een nota-overleg met stenografisch verslag kunnen moties

worden ingediend. Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 41. Algemeen overleg

1. Een commissie kan over zaken die betrekking hebben op het haar

betreffende beleidsterrein een algemeen overleg houden.

2. De agenda van een algemeen overleg wordt tevoren door een

commissie vastgesteld en meegedeeld op het internet.

3. Van een algemeen overleg wordt een beknopt verslag gemaakt.

Artikel 42. Mondeling overleg met rijksambtenaren

In een mondeling overleg kunnen met instemming van de desbetreffende

minister inlichtingen worden verschaft door daartoe door de minister

aangewezen ambtenaren.

Artikel 43. Plenaire behandeling na begrotingsoverleg

1. Voor de plenaire afronding van het begrotingsoverleg stelt de Kamer

een maximumspreektijd per fractie vast.

2. Stemming over alle begrotingen en de daarbij ingediende

amendementen vindt in samenhang plaats, bij voorkeur in één week.

Artikel 44. Vervallen

Artikel 44a. Plenaire behandeling na nota-overleg waarvan een

beknopt verslag is gemaakt en na algemeen overleg

(tweeminutendebat)

1. De beraadslaging over een verslag van een nota-overleg waarvan een

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

24

beknopt verslag is gemaakt of over een verslag van een algemeen overleg

wordt alleen geopend indien een lid naar aanleiding van dat overleg een

motie wenst in te dienen.

2. In afwijking van artikel 63, eerste lid, voert elk lid slechts eenmaal
het

woord.

3. In afwijking van artikel 64, tweede lid, stelt de Kamer een gelijke

maximumspreektijd per fractie vast.

Artikel 45. Samenloop vergaderingen

1. De dagen en uren waarop een overleg met stenografisch verslag zal

worden gehouden, worden door de Voorzitter vastgesteld.

2. Er worden niet meer dan twee overleggen als bedoeld in het eerste lid

tegelijk gehouden. Op tijdstippen waarop een vergadering van de Kamer

wordt gehouden, kan slechts één overleg als bedoeld in het eerste lid worden

gehouden.

HOOFDSTUK VIII. DE PLENAIRE VERGADERING

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 46. Bijeenroeping

1. De Voorzitter roept de vergadering bijeen zo dikwijls hij dit nodig

oordeelt. Voorts roept hij de vergadering binnen een redelijke termijn
bijeen

als dit door dertig leden schriftelijk, onder opgave van redenen, is
verzocht,

dan wel indien de regering de wens daartoe, onder opgave van redenen, te

kennen geeft.

2. Indien het Presidium algemene richtlijnen heeft vastgesteld voor de

dagen en uren waarop de Kamer doorgaans zal bijeenkomen houdt de

Voorzitter daarmee zoveel mogelijk rekening.

3. De Kamer kan ook zelf besluiten op welke dag en welk uur zij weer

bijeen zal komen, doch de Voorzitter blijft dan vrij in geval van
onvoorziene

omstandigheden de Kamer tegen een eerder of later tijdstip bijeen te roepen.

4. Voor elke vergadering worden de leden tijdig schriftelijk opgeroepen.

Is dit niet mogelijk, dan kan de oproeping op andere wijze plaatsvinden. De

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

25

oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen.

Artikel 47. Schorsing of sluiting van de vergadering

1. De Voorzitter kan de vergadering schorsen of sluiten, indien hij dit met

het oog op de loop van werkzaamheden of ter handhaving van de orde

wenselijk acht.

2. Tot het voortzetten van de vergadering na 23.00 uur wordt een besluit

van de Kamer vereist.

Artikel 48. Presentielijst

Ieder aanwezig lid tekent voor het begin van de vergadering de

presentielijst. De lijst blijft op de tafel van de Griffier liggen voor

ondertekening door later komende leden.

Artikel 49. Quorum

De Voorzitter opent de vergadering indien op het uur van bijeenroeping

de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende
leden

is getekend.

Artikel 50. Ontbreken van quorum

1. Indien op of kort na het uur van bijeenroeping het vereiste aantal leden

niet tegenwoordig is, opent de Voorzitter de bijeenkomst en kan hij namen

van de afwezige leden laten oplezen. Hij kan kennis geven van ingekomen

stukken. Daarna stelt hij de vergadering tot een later tijdstip uit.

2. De namen van zowel de aanwezige als de afwezige leden worden in het

officieel verslag van de Handelingen van de Kamer opgenomen; voor wat

betreft de afwezige leden onder vermelding van de opgegeven redenen van

verhindering.

Artikel 51. Zitplaatsen

1. Elk lid heeft een voor hem bestemde zitplaats in de vergaderzaal. Het

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

26

Presidium wijst deze zitplaats aan. Het Presidium kan ook aan een fractie

een bepaalde groep zitplaatsen aanwijzen en de verdeling daarvan aan de

fractie overlaten.

2. Indien de Voorzitter het verzoekt nemen de leden hun zitplaatsen in.

3. Het Presidium zorgt dat voor de bijzondere gedelegeerden van de

Staten van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba zitplaatsen

beschikbaar zijn.

4. Het Presidium zorgt verder dat voor de ministers en personen die zij

hebben aangewezen om zich in de vergadering te doen bijstaan, zitplaatsen

beschikbaar zijn.

5. Het Presidium kan zitplaatsen toekennen aan andere personen die door

de Kamer zijn uitgenodigd.

Artikel 52. Spreekplaats

Ieder lid spreekt staande, tenzij de Voorzitter hem verlof geeft zittende te

spreken, en van de spreekplaats, tenzij de Voorzitter toestaat, dat hij van
een

andere plaats spreekt.

Artikel 53. Ingekomen stukken

1. Alle sedert de laatste vergadering ingekomen stukken worden

opgenomen in een lijst die gedurende de vergadering op de tafel van de

Griffier ter inzage ligt. In deze lijst doet de Voorzitter voorstellen over
de

wijze van behandeling daarvan. De voorstellen zijn aan het einde van de

vergadering aangenomen tenzij voordien door een lid bezwaar is gemaakt

tegen een voorstel; in dat geval wordt over het betreffende voorstel door de

Kamer beslist. De lijst en de voorstellen worden in het officieel verslag

opgenomen.

2. De Voorzitter blijft bevoegd van die stukken welke hij daartoe

belangrijk genoeg acht, in de vergadering mededeling te doen.

3. De Voorzitter kan ongetekende, onbegrijpelijke en beledigende stukken

zonder nadere mededeling terzijde leggen.

Paragraaf 2. Regeling van werkzaamheden

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

27

Artikel 54. Regeling van werkzaamheden

1. De Kamer regelt haar werkzaamheden hetzij op voorstel van de

Voorzitter, hetzij op dat van een lid.

2. Regeling van werkzaamheden vindt in het algemeen plaats bij de

aanvang van de vergadering; de Voorzitter kan weigeren op andere

tijdstippen een regeling van werkzaamheden aan de orde te stellen. Indien de

Voorzitter voornemens is voorstellen tot regeling van werkzaamheden te

doen, laat hij dit op de oproeping voor de vergadering vermelden, tenzij

daartoe in verband met de vereiste spoed geen gelegenheid heeft bestaan.

3. Een lid dat voornemens is bij de regeling van werkzaamheden te vragen

om een brief van de regering moet hiervoor tevoren toestemming verkrijgen

van de Voorzitter.

Paragraaf 2a. Het spoeddebat

Artikel 54a. Het spoeddebat

1. Een spoeddebat wordt gehouden indien een verzoek daartoe wordt

gesteund door ten minste dertig leden.

2. Het verzoek geschiedt bij de regeling van werkzaamheden onder

aanduiding van het onderwerp van het spoeddebat.

3. De Voorzitter bepaalt de dag waarop het spoeddebat wordt gehouden.

Paragraaf 2b. Rapportage over interparlementaire vergaderingen

Artikel 54b. Rapportage over interparlementaire vergaderingen

De voorzitters van delegaties die hebben deelgenomen aan internationale

interparlementaire vergaderingen rapporteren schriftelijk aan de Kamer over

hun bevindingen.

Paragraaf 3. De beraadslaging

Artikel 55. Spreken in de vergadering

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

28

1. Geen lid voert het woord dan na het aan de Voorzitter gevraagd en van

hem verkregen te hebben. De Voorzitter verleent het woord in de volgorde,

waarin het is gevraagd, tenzij de Kamer anders besluit. De leden kunnen zich

als spreker op de daartoe bestemde sprekerslijst laten inschrijven zodra de

Voorzitter heeft medegedeeld voornemens te zijn het onderwerp aan de orde

te stellen, dan wel de Kamer, al dan niet onder voorbehoud, heeft besloten

het onderwerp aan de orde te stellen.

2. Indien ministers, personen die zij hebben aangewezen om zich in de

vergadering te doen bijstaan, de Gevolmachtigde Ministers of de bijzondere

gedelegeerden het woord verlangen, verleent de Voorzitter dit niet dan nadat

de spreker die aan het woord is zijn rede heeft beëindigd.

3. Indien de Voorzitter het woord wil voeren over het onderwerp dat aan

de orde is, tenzij dit nodig is voor de uitvoering van de hem opgedragen

taak, verlaat hij de voorzittersstoel. Hij neemt die niet weer in zolang het

onderwerp aan de orde is.

Artikel 56. Persoonlijk feit; voorstel van orde

1. De volgorde van de sprekers kan worden verbroken, wanneer een lid het

woord vraagt over een persoonlijk feit of over de orde.

2. De Voorzitter verleent het woord voor een persoonlijk feit niet dan na

een voorlopige aanduiding van dat feit. De beslissing of iets een
persoonlijk

feit vormt berust bij de Voorzitter.

3. Een voorstel van orde kan worden gedaan hetzij door de Voorzitter,

hetzij door een lid.

Artikel 57. Interrupties

De Voorzitter kan interrupties toelaten. Deze dienen te bestaan uit korte

opmerkingen of vragen zonder inleiding.

Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden

1. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt, roept de

Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.

2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

29

orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt

met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de

Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de

waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.

Artikel 59. Ontneming van het woord

1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede

lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te wijken,

beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn plicht
tot

geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te

sporen tot onwettige handelingen, kan de Voorzitter hem het woord

ontnemen.

2. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag dat lid

niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp

deelnemen.

Artikel 60. Uitsluiting van de vergadering

De Voorzitter kan een spreker op wie artikel 59 is toegepast en ieder

ander lid dat zich schuldig maakt aan gedragingen als in dat artikel zijn

bedoeld, uitsluiten van de verdere bijwoning van de vergadering op de dag

waarop de uitsluiting plaats heeft.

Artikel 61. Vervallen

Artikel 62. Geen beroep op de Kamer

Van de beslissingen ingevolge de artikelen 58 tot en met 61 door de

Voorzitter genomen, is beroep op de Kamer niet toegelaten.

Artikel 63. Aantal malen dat een lid het woord voert

1. Geen lid voert meer dan twee maal en evenmin na afloop van de tweede

termijn het woord over hetzelfde onderwerp, tenzij de Kamer hem hiertoe

verlof geeft.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

30

2. Bij de bepaling, hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp heeft

gesproken, wordt niet meegerekend het spreken over een persoonlijk feit of

over een voorstel van orde.

Artikel 64. Maximumspreektijd

Onverminderd artikel 43, eerste lid, kan de Kamer voor de behandeling

van een onderwerp maximum spreektijden vaststellen per fractie met

inachtneming van de omvang van de fracties, en voor de ministers. Daarbij

kan tevens worden bepaald dat de beraadslaging zal worden beperkt tot één

termijn.

Artikel 65. Ophouden met spreken

Zodra de voor de redevoeringen of de stemverklaringen gestelde

maximumduur is verstreken, verzoekt de Voorzitter de spreker met spreken

op te houden. Deze geeft terstond aan dit verzoek gevolg.

Artikel 66. Indienen moties

1. Een lid dat het woord voert kan daarbij moties over het in behandeling

zijnde onderwerp indienen. Zulk een motie moet kort en duidelijk

geformuleerd, op schrift gebracht en door de voorsteller ondertekend zijn;

zij kan alleen in behandeling komen indien zij door ten minste vier andere

leden wordt mede ondertekend of ondersteund.

2. Tenzij de Kamer hiertoe verlof geeft, wordt een motie niet gedurende

de eerste termijn ingediend. Indiening in eerste termijn is in elk geval

mogelijk, indien de beraadslaging betreft een verslag van een algemeen

overleg.

3. De tekst van een motie wordt door de indiener voorgelezen.

4. De behandeling van moties vindt plaats tegelijk met de beraadslaging

over het in behandeling zijnde onderwerp, tenzij de Kamer besluit haar later

te doen geschieden.

Artikel 67. Sluiting van de beraadslaging

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

31

1. Wanneer niemand meer het woord verlangt, sluit de Voorzitter de

beraadslaging.

2. Wanneer de Voorzitter van oordeel is, dat het onderwerp van

verschillende zijden voldoende is belicht, kan hij in afwijking van het
eerste

lid aan de Kamer voorstellen de beraadslaging van de zijde van de Kamer

eerder te sluiten. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd.

3. De sluiting van de beraadslaging van de zijde van de Kamer kan op

dezelfde grond ook worden voorgesteld door een in de vergaderzaal

aanwezig lid. Het voorstel mag niet worden toegelicht en er wordt niet over

beraadslaagd.

Artikel 68. Sluiting van de beraadslaging op een bepaald tijdstip

Op voorstel van de Voorzitter of van een in de vergaderzaal aanwezig lid

kan de Kamer ook besluiten, dat de beraadslaging van de zijde van de Kamer

over een onderwerp op een in dat voorstel te vermelden tijdstip zal worden

gesloten. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Wordt het aangenomen,

dan heeft de Voorzitter de bevoegdheid de nog beschikbare tijd naar

billijkheid te verdelen.

Paragraaf 4. Stemming over zaken

Artikel 69. Nemen van een besluit; stemming

1. Nadat de beraadslaging is gesloten, gaat de Kamer zo nodig over tot het

nemen van een besluit.

2. De stemming over moties kan worden aangehouden; heeft zij niet plaats

gevonden in de eerste vergadering twee maanden na het besluit tot

aanhouden - recessen niet meegerekend - dan wordt de motie geacht te zijn

vervallen. De Kamer kan anders besluiten.

3. Stemming geschiedt door handopsteken.

4. Een stemming kan achterwege blijven indien geen van de leden daarom

vraagt. In dat geval stelt de Voorzitter voor het besluit zonder stemming te

nemen. Evenwel kunnen in de vergaderzaal aanwezige leden aantekening

vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd; in dat geval

wordt het besluit geacht met de stemmen van de overige leden te zijn

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

32

genomen.

Artikel 70. Hoofdelijke stemming

1. In afwijking van artikel 69, derde lid, vindt hoofdelijke stemming plaats

indien een lid daarom vraagt.

2. Hoofdelijke stemming vindt eveneens plaats, wanneer naar het oordeel

van een lid de stemverhouding bij een stemming bij handopsteken niet

duidelijk is; tot zulk een hoofdelijke stemming kan niet worden overgegaan,

wanneer de uitslag van de stemming bij handopsteken is vastgesteld.

3. Voor de hoofdelijke stemming wordt door het lot beslist, bij welk

nummer van de presentielijst zij een aanvang zal nemen.

4. Bij hoofdelijke stemming brengt ieder lid mondeling zijn stem uit met

het woord "voor" of het woord "tegen".

5. Indien bij hoofdelijke stemming blijkt, dat het voor de opening van de

vergadering vereiste aantal leden niet meer aanwezig is, kan de Voorzitter

hetzij de vergadering voor enige tijd schorsen en haar indien bij heropening

weer voldoende leden aanwezig blijken te zijn voortzetten, hetzij de

vergadering sluiten en tegen een later tijdstip een nieuwe vergadering

bijeenroepen.

Artikel 71. Vergissingen bij stemmingen

1. Heeft een lid zich tijdens een hoofdelijke stemming bij het uitbrengen

van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing herstellen voordat het

volgende lid heeft gestemd. Bemerkt hij zijn vergissing eerst later, dan kan

hij na afloop van de stemming wel aantekening vragen, dat hij zich heeft

vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

2. Heeft een lid zich tijdens het stemmen bij handopsteken vergist, dan kan

hij deze vergissing slechts herstellen tot de Voorzitter de uitslag heeft

vastgesteld. Bemerkt hij zijn vergissing eerst later, dan kan hij na afloop
van

de stemming wel aantekening vragen, dat hij zich heeft vergist; in de
uitslag

van de stemming brengt dit echter geen verandering.

Artikel 72. Staken van stemmen

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

33

1. Bij staken van stemmen is, indien de vergadering voltallig is, het

voorstel niet aangenomen.

2. Is de vergadering niet voltallig, dan wordt het nemen van het besluit tot

een volgende vergadering uitgesteld. Staken de stemmen opnieuw, dan is het

voorstel niet aangenomen.

Artikel 73. Stemverklaring

1. Na de stemming kunnen stemverklaringen worden afgelegd.

2. De Voorzitter kan toelaten, dat stemverklaringen worden afgelegd na de

sluiting der beraadslaging, doch dan onmiddellijk voorafgaande aan de

stemming. In dat geval kan na een afgelegde stemverklaring de beraadslaging

niet worden heropend.

3. Een stemverklaring mag niet langer duren dan twee minuten.

Paragraaf 5. Stemming over personen

Artikel 74. Stemopneming bij stemming over personen

Stemming over personen voor benoemingen, voordrachten of keuzen

geschiedt met stembriefjes, welke in een bus worden geworpen. Bij zulk een

stemming benoemt de Voorzitter vier leden tot stemopnemers. Nadat de

eerstbenoemde stemopnemer het getal van de in de bus gevonden

stembriefjes en de Voorzitter dat van de aanwezige leden hebben opgegeven,

maakt de eerstbenoemde stemopnemer de uitslag bekend.

Artikel 75. Invulling van de stembriefjes

Voor iedere kandidaat afzonderlijk wordt een stembriefje ingevuld, dat

een duidelijke aanwijzing van de persoon moet bevatten. In geval van twijfel

beslist de Kamer.

Artikel 76. Minder stembriefjes dan quorum

Indien het getal van de in de bus gevonden stembriefjes minder bedraagt

dan het voor de opening van de vergadering vereiste aantal leden dan is

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

34

artikel 70, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 77. Ongeldige stemmen

Niet of niet behoorlijk ingevulde stembriefjes tellen voor de bepaling van

de meerderheid niet mee.

Artikel 78. Nietige stemming

De stemming is nietig:

a. indien het getal van de in de bus gevonden stembriefjes groter is dan dat

van de leden die de presentielijst hebben getekend en dit verschil van
invloed

heeft kunnen zijn op de uitslag;

b. indien het getal van de behoorlijk ingevulde stembriefjes minder

bedraagt dan het voor de opening van de vergadering vereiste aantal leden.

Artikel 79. Vrije stemming

De eerste stemming is vrij. Wanneer niemand bij deze eerste stemming de

volstrekte meerderheid behaalt, vindt een tweede, eveneens vrije stemming

plaats.

Artikel 80. Derde stemming

Indien ook bij de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid

verkrijgt, heeft een derde stemming plaats, nu tussen de vier personen, die

bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn

bij de tweede stemming slechts op drie of vier personen stemmen

uitgebracht, dan vindt de derde stemming plaats tussen de twee personen, op

wie het hoogste aantal stemmen is uitgebracht.

Artikel 81. Vierde stemming

Wanneer ook bij de derde stemming geen volstrekte meerderheid wordt

verkregen, heeft een vierde stemming plaats tussen de twee personen, die bij

de derde stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

35

Artikel 82. Tussenstemming

Indien bij de tweede of derde stemming niet is uitgemaakt tussen wie

moet worden overgestemd, heeft er nog een tussenstemming plaats om

hierover te beslissen.

Artikel 83. Staken van stemmen

1. Indien bij een tussenstemming of bij een stemming tussen twee

personen de stemmen staken, beslist het lot.

2. Om deze beslissing tot stand te brengen worden de vereiste

naambriefjes, behoorlijk toegevouwen, door een der stemopnemers in de

bus geworpen en door een andere stemopnemer een voor een uitgetrokken

en voorgelezen. De persoon, op het eerstuitgetrokken naambriefje vermeld,

is de gekozene.

Artikel 84. Niet in de Grondwet vermelde keuzen

Betreft het benoemingen, voordrachten of keuzen, die niet in de Grondwet

zijn vermeld, dan kan de Kamer in een bijzonder geval daarvoor andere

regels doen gelden.

Artikel 85. Keuze van personen door de commissies

De keuze van personen door de commissies vindt op dezelfde wijze plaats

als die door de Kamer, met dien verstande, dat bij de derde stemming de

keuze gaat tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste

stemmen hebben verkregen.

Artikel 86. Aanbieding aan de Koning

De Voorzitter draagt zorg, dat de voordrachten van personen van wie de

benoeming geschiedt bij koninklijk besluit mondeling of schriftelijk aan de

Koning worden aangeboden.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

36

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 87. Officieel verslag en Handelingen

1. De Griffier draagt zorg dat van elke vergadering en van elke

bijeenkomst bedoeld in artikel 50 een stenografisch verslag (Handelingen)

van de gehouden beraadslaging wordt gemaakt. Op dit verslag is het in

artikel 24, eerste lid, bedoelde reglement van toepassing.

2. De Griffier draagt zorg, dat van elke vergadering en van elke

bijeenkomst bedoeld in artikel 50 een officieel verslag wordt gemaakt. Dit

verslag behelst in elk geval de namen van de leden die tegenwoordig waren

en van hen die zich bij de stemmingen voor of tegen verklaarden, een

beknopte opgave van de inhoud van alle ingekomen stukken, en alle door de

Kamer of door de Voorzitter genomen besluiten. Het officieel verslag wordt

vastgesteld door de Voorzitter en de Griffier, ten bewijze daarvan door hen

ondertekend, en in het centraal archief van de Tweede Kamer bewaard.

3. Indien ministers of de personen die hen in de vergadering bijstaan,

gedurende de openbare beraadslaging gestelde vragen voor de sluiting van de

beraadslaging deels schriftelijk, deels mondeling beantwoorden, worden de

schriftelijke antwoorden opgenomen in een bijlage bij het verslag van de

vergadering, waarin de overige vragen mondeling werden beantwoord.

Artikel 88. Geheimhouding

1. De Kamer, met gesloten deuren vergaderend, kan omtrent het aldaar

behandelde geheimhouding opleggen.

2. De geheimhouding wordt door alle leden, ook door hen die later van

het verhandelde kennis hebben genomen, bewaard. Zij kan door de Kamer,

met gesloten deuren vergaderend, worden opgeheven.

Artikel 89. Verslag of notulen van een vergadering met gesloten deuren

1. De Kamer kan besluiten, dat in een vergadering met gesloten deuren

stenografen aanwezig mogen zijn. In dat geval wordt van het verhandelde

overeenkomstig de daarvoor geldende regels een stenografisch verslag

gemaakt, dat echter, tenzij de Kamer dadelijk of later anders besluit, niet

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

37

wordt gedrukt, doch in het centraal archief van de Tweede Kamer achter

slot wordt bewaard, tenzij de Kamer anders besluit.

2. Heeft de Kamer niet besloten, dat medewerkers van de Dienst Verslag

en Redactie aanwezig mogen zijn, dan maakt de Griffier notulen. Deze

worden dadelijk of in een volgende vergadering met gesloten deuren gelezen

en aan goedkeuring onderworpen. Behalve hetgeen in artikel 87, tweede lid,

tweede volzin, is vermeld, behelzen deze notulen een beknopt verslag van de

beraadslagingen. Zij worden in het Centraal Archief van de Tweede Kamer

achter slot bewaard, tenzij de Kamer anders besluit.

HOOFDSTUK IX. BEHANDELING VOORSTELLEN VAN

(RIJKS)WET, INITIATIEFVOORSTELLEN VAN WET, ANDERE IN

HANDEN VAN EEN COMMISSIE GESTELDE STUKKEN EN

VERDRAGEN

Paragraaf 1. Voorstellen van wet

Artikel 90. Inhandenstelling

1. Voorstellen van wet worden door de Voorzitter en de eerste en tweede

ondervoorzitter in handen van een vaste of algemene commissie gesteld.

2. Het besluit wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de

leden gebracht. Is het besluit niet met eenparigheid van stemmen genomen,

dan wordt daaraan geen uitvoering gegeven voordat daarvan mededeling is

gedaan in een openbare vergadering van de Kamer. Bij die mededeling kan

de Kamer anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan door ieder lid worden

gedaan.

Artikel 91. Debat op hoofdlijnen

De Kamer kan op voorstel van de commissie besluiten dat de

beraadslaging in het algemeen over een voorstel van wet zal geschieden

voordat met het onderzoek door de commissie een aanvang wordt gemaakt.

Artikel 92. Wetgevingsrapport

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

38

1. Voordat met het onderzoek door de commissie een aanvang is gemaakt,

adviseert de griffier van de commissie over de vraag of het wenselijk is dat

over dat voorstel een wetgevingsrapport wordt uitgebracht.

2. Een wetgevingsrapport wordt opgesteld door de griffier van de

commissie.

Artikel 93. Inzenden van opmerkingen (inbreng)

1. De leden van de Kamer zijn bevoegd binnen een door de commissie te

bepalen termijn schriftelijk hun opmerkingen omtrent een voorstel van wet

aan haar in te zenden. Van de gestelde termijn wordt mededeling gedaan aan

de leden van de Kamer.

2. De commissie stelt de in het eerste lid bedoelde termijn vast binnen

veertien dagen nadat het voorstel van wet in haar handen is gesteld.

3. De commissie kan besluiten dat de opmerkingen van de leden van de

Kamer, behalve langs de in het eerste lid voorziene schriftelijke weg,
zullen

worden ingebracht in een voor alle leden van de Kamer toegankelijke

vergadering. In een in de eerste volzin bedoelde vergadering is elk lid van
de

Kamer bevoegd aan de beraadslaging deel te nemen.

Artikel 93a. Rapporteur

Een commissie kan een van haar leden benoemen tot rapporteur over een

in haar handen gesteld wetsvoorstel.

Artikel 94. Verslag

1. De commissie brengt een verslag uit waaruit blijkt dat zij de

behandeling in een openbare vergadering van de Kamer, al dan niet onder

voorbehoud, voldoende voorbereid acht.

2. Een verslag wordt dadelijk gedrukt, aan de leden rondgedeeld en aan de

regering toegezonden. Bijlagen bij verslagen worden eveneens gedrukt en

rondgedeeld, tenzij de commissie bepaalt, dat ze ter inzage zullen worden

gelegd. Zijn de bijlagen van vertrouwelijke aard, dan worden ze ter

vertrouwelijke inzage van de leden gelegd.

3. Na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag kan de

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

39

commissie besluiten een nader verslag uit te brengen.

Artikel 95. Termijnen

1. Nadat een voorstel van wet in handen van een commissie is gesteld, kan

het Presidium een termijn vaststellen waarbinnen die commissie haar verslag

vaststelt.

2. Indien de commissie binnen de bepaalde tijd niet gereed kan zijn, vraagt

zij verlenging van de termijn. Hierover wordt door het Presidium beslist.

Deze beslissing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de

leden van de Kamer gebracht. Tevens wordt daarvan mededeling gedaan in

een openbare vergadering van de Kamer.Is de beslissing niet met

eenparigheid van stemmen genomen, dan kan bij die mededeling de Kamer

anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan door ieder lid worden gedaan. Is

een termijn eenmaal door het Presidium verlengd, dan kan een verdere

verlenging alleen door de Kamer worden toegestaan, tenzij de Kamer tot

nadere bijeenroeping is uiteengegaan, in welk geval het Presidium een

verdere verlenging kan toestaan.

3. Mocht de commissie in gebreke zijn gebleven binnen de daarvoor

gestelde termijn verslag uit te brengen, dan kan de Kamer de beraadslaging

openen zonder dat een verslag is uitgebracht.

Artikel 96. Indienen amendementen

1. Vanaf het tijdstip dat een voorstel van wet in handen van een commissie

is gesteld staat het ieder lid vrij amendementen, voorzien van een beknopte

toelichting, in te dienen.

2. Een amendement wordt met de meeste spoed vermenigvuldigd en

rondgedeeld.

Artikel 97. Toelaatbaarheid amendementen

1. Een amendement is ontoelaatbaar, indien het een strekking heeft,

tegengesteld aan die van het voorstel van wet, of indien er tussen de
materie

van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband

bestaat.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

40

2. Een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de Kamer het

niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Een daartoe strekkend voorstel kan, zo

nodig met onderbreking van de orde, worden gedaan hetzij door de

Voorzitter, hetzij door een van de leden.

Artikel 98. Wijzigen en intrekken van amendementen

De eerste ondertekenaar is bevoegd in het amendement veranderingen aan

te brengen. De eerste ondertekenaar is ook bevoegd het amendement in te

trekken, doch indien de beraadslaging gesloten is alleen met toestemming

van de Kamer.

Artikel 99. Subamendementen

De regels die voor amendementen gelden zijn ook van toepassing op

voorstellen tot wijziging van door een ander lid ingediende amendementen.

Artikel 100. Overnemen van amendementen

1. De Voorzitter deelt tijdens de beraadslaging over een voorstel van wet

mee dat een amendement is overgenomen indien:

a. de minister te kennen geeft zich met de inhoud van een ingediend

amendement te kunnen verenigen; en

b. de Voorzitter zich ervan heeft overtuigd dat geen van de in de

vergaderzaal aanwezige leden zich tegen het overnemen van het amendement

verzet.

2. Een overgenomen amendement is vanaf het tijdstip van de in het eerste

lid bedoelde mededeling onderdeel van het voorstel van wet; het maakt geen

afzonderlijk onderwerp van de beraadslaging meer uit.

3. Tijdens een wetgevingsoverleg kan een amendement niet worden

overgenomen.

Artikel 101. Algemene beraadslaging in twee termijnen; artikelsgewijze

behandeling

1. De algemene beraadslaging over een voorstel van wet vindt plaats in

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

41

twee termijnen.

2. De Kamer kan besluiten na de algemene beraadslaging één voor één in

hun volgorde de afzonderlijke artikelen en de daarop voorgestelde

amendementen en tenslotte de beweegreden van het voorstel in behandeling

te nemen.

3. De Kamer kan tot een andere wijze van behandeling besluiten.

Artikel 102. Behandeling voorstel van wet en artikelsgewijze

behandeling in wetgevingsoverleg

1. De Kamer kan op voorstel van de Voorzitter en de eerste en tweede

ondervoorzitter, de commissie gehoord, besluiten:

a. dat, onverminderd het bepaalde in artikel 91, over een voorstel van wet

een wetgevingsoverleg wordt gehouden voordat het in een vergadering van

de Kamer aan de orde komt;

b. dat, na de algemene beraadslaging over een voorstel van wet, de

beraadslaging over de afzonderlijke artikelen en de beweegreden van dat

voorstel in een wetgevingsoverleg plaatsvindt.

2. In een wetgevingsoverleg als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,

worden de artikelen van een voorstel van wet en de daarop ingediende

amendementen op dezelfde wijze behandeld als voor de behandeling van

artikelen en amendementen in de vergadering van de Kamer is

voorgeschreven.

Artikel 103. Volgorde van stemmen; vervallen van amendementen

1. Bij het stemmen over een artikel onderscheidenlijk de

beweegreden en over de daarop voorgestelde amendementen wordt de

volgende volgorde in acht genomen: eerst wordt gestemd over de

subamendementen, daarna over de amendementen en tenslotte over het

artikel of de beweegreden.

2. Van amendementen op eenzelfde gedeelte van het wetsvoorstel komt

het amendement met de verste strekking het eerst in stemming. Bij geschil

hierover beslist de Kamer.

3. De Kamer kan besluiten dat over onderdelen van een amendement, van

een artikel, of van de beweegreden afzonderlijk zal worden gestemd.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

42

4. De Kamer kan beslissen dat amendementen door het aanbrengen van

andere wijzigingen als vervallen moeten worden beschouwd.

Artikel 104. Eindstemming over het voorstel van wet

Nadat over alle artikelen en over de beweegreden is gestemd, vindt de

eindstemming over het voorstel in zijn geheel plaats.

Artikel 105. Tweede lezing

1. Indien het voorstel van wet in de loop van de beraadslaging of ten

gevolge van de stemmingen wijziging heeft ondergaan, kan de Kamer

besluiten de eindstemming tot een volgende vergadering uit te stellen.

2. In die tussentijd kunnen wijzigingen worden voorgesteld die

noodzakelijk zijn geworden door nog voor de stemming aangebrachte en

door ten gevolge van de stemming aangebrachte wijzigingen; ook kunnen

deze voorstellen strekken tot het herstellen van kennelijke vergissingen. De

voorstellen bedoeld in de eerste volzin kunnen worden gedaan door de

regering en door de desbetreffende commissie.

3. Over de aldus voorgestelde wijzigingen wordt onmiddellijk gestemd,

tenzij zij de Kamer aanleiding geven tot heropening van de beraadslaging.

Artikel 106. Verandering van volgnummers, aanhalingen, e.d.

1. Verandering van het volgnummer van artikelen, van artikelleden of van

gedeelten daarvan, nodig geworden door wijzigingen die in een voorstel van

wet zijn gebracht, en veranderingen in de verwijzing naar artikelen, naar

artikelleden of naar gedeelten daarvan, die het gevolg daarvan zijn, worden

door de Voorzitter aangebracht.

2. De Kamer kan besluiten de in het eerste lid bedoelde veranderingen

geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Artikel 107. Verzending van voorstel van wet naar Eerste Kamer

De Voorzitter zendt een aangenomen voorstel van wet door naar de

Voorzitter van de Eerste Kamer met het volgende formulier: "De Tweede

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

43

Kamer der Staten-Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen

wetsvoorstel aan de Eerste Kamer".

Artikel 108. Terugzending van verworpen voorstel van wet

De Voorzitter zendt een verworpen voorstel van wet, door of vanwege de

Koning ingediend, terug naar de Koning met het volgende formulier: "De

Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft het hierbij wederom gaande

wetsvoorstel verworpen".

Paragraaf 2. Voorstellen van Rijkswet

Artikel 109. Algemene regel

De behandeling van voorstellen van Rijkswet geschiedt op dezelfde wijze

als die van andere voorstellen van wet, doch met inachtneming van de

volgende bijzondere regels.

Artikel 110. Schriftelijke voorbereiding

De voorbereiding van de openbare beraadslaging in de Kamer over een

voorstel van Rijkswet geschiedt langs schriftelijke weg.

Artikel 111. Stellen van een termijn

Voorstellen tot het bepalen van een termijn waarbinnen het

vertegenwoordigende lichaam van de Nederlandse Antillen

onderscheidenlijk van Aruba bevoegd is over een voorstel van Rijkswet

schriftelijk verslag uit te brengen, en voorstellen om aan de regering te

verzoeken zulk een termijn te stellen, moeten in een vergadering van de

Kamer worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij door een van de

leden.

Artikel 112. Verslag van het vertegenwoordigende lichaam

Het schriftelijke verslag van het vertegenwoordigende lichaam wordt

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

44

gedrukt, aan de leden rondgedeeld en aan de regering toegezonden.

Artikel 113. Aanneming met minder dan drie vijfden van de stemmen

Indien de Kamer, nadat de Gevolmachtigde Minister onderscheidenlijk de

bijzondere gedelegeerde zich tegen het voorstel heeft verklaard, dit
aanneemt

met een geringere meerderheid dan drie vijfden van het aantal der

uitgebrachte stemmen, zendt de Voorzitter het aangenomen voorstel niet aan

de Eerste Kamer, doch geeft hij van deze aanneming kennis aan de
ministerpresident.

Deelt deze mede, dat het voorstel wordt gehandhaafd, dan zendt de

Voorzitter het alsnog aan de Eerste Kamer.

Paragraaf 3. Initiatiefvoorstellen van wet

Artikel 114. Inzenden van initiatiefvoorstellen van (Rijks)wet

1. Voorstellen van wet of van Rijkswet, door een of meer leden aanhangig

te maken en alle voorstellen, ingevolge artikel 15 van het Statuut voor het

Koninkrijk der Nederlanden door de Gevolmachtigde Minister voor de

Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba te doen, worden

schriftelijk en ondertekend bij de Voorzitter ingezonden.

2. Door de leden aanhangig gemaakte of door de Gevolmachtigde

Minister gedane voorstellen van Rijkswet worden door de Voorzitter

dadelijk na ontvangst aan het vertegenwoordigende lichaam van de

Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba gezonden.

Artikel 115. Horen Raad van State

1. Voordat een door leden aanhangig gemaakt voorstel van wet of van

Rijkswet door de Kamer in behandeling wordt genomen hoort zij de Raad

van State.

2. De Kamer kan de Raad van State voorts horen omtrent de in het eerste

lid bedoelde voorstellen, nadat deze in behandeling zijn genomen. Een

daartoe strekkend voorstel kan, zo nodig met doorbreking van de orde, door

een lid worden gedaan tot aan het tijdstip van de eindstemming over het

voorstel van wet in zijn geheel.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

45

Artikel 116. Wijze van behandeling initiatiefvoorstellen van wet

1. Door leden aanhangig gemaakte voorstellen van wet of van Rijkswet

worden op dezelfde wijze behandeld als door of vanwege de Koning

ingediende voorstellen van wet of van Rijkswet, met dien verstande dat

overal waar sprake is van het optreden van een minister, de initiatiefnemer

of de initiatiefnemers in diens plaats optreedt onderscheidenlijk optreden
en

dat de initiatiefnemers niet aan het onderzoek van het voorstel kunnen

deelnemen.

2. Een of meer initiatiefnemers kunnen zich in de vergaderingen van de

commissies en van de Kamer doen bijstaan door ten hoogste twee door hen

daartoe aangewezen personen.

3. Als ministers bij de behandeling in de Kamer het woord verlangen,

krijgen zij dit na de initiatiefnemers, tenzij de Kamer anders besluit.

Artikel 117. Verzending van initiatiefvoorstel van wet naar Eerste

Kamer

De Voorzitter zendt een aangenomen voorstel van wet, door een of meer

leden aanhangig gemaakt, door naar de Voorzitter van de Eerste Kamer met

het volgende formulier: "De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt

bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. Zij heeft

...... opgedragen het voorstel in die Kamer te verdedigen".

Artikel 118. Verdediging in de Eerste Kamer

Tenzij de Kamer anders besluit, wordt de verdediging, bedoeld in artikel

85 van de Grondwet, opgedragen aan de initiatiefnemer(s).

Paragraaf 4. Andere in handen van een commissie gestelde stukken

Artikel 119. Inhandenstelling

1. De Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter kunnen besluiten

andere stukken dan een voorstel van wet in handen van een commissie te

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

46

stellen. Deze andere stukken kunnen afkomstig zijn van het kabinet dan wel

van één of meer leden.

2. Voordat de Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter besluiten

een stuk als bedoeld in het eerste lid in handen van een commissie te
stellen,

onderzoekt het of dat stuk wordt voorafgegaan door een aparte paragraaf

met duidelijke beslispunten en een paragraaf met de financiële

consequenties.

3. De Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter kunnen aan de

Kamer voorstellen een stuk aan de regering dan wel de leden van wie het

stuk afkomstig is terug te zenden om alsnog te worden voorzien van de in

het tweede lid bedoelde beslispunten.

4. Een besluit tot inhandenstelling wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk

ter kennis van de leden gebracht. Is het besluit niet met eenparigheid van

stemmen genomen, dan wordt daaraan geen uitvoering gegeven voordat

daarvan mededeling is gedaan in een openbare vergadering van de Kamer.

Bij die mededeling kan de Kamer anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan

door ieder lid worden gedaan.

5. Blijft een besluit van de Voorzitter en de eerste en tweede

ondervoorzitter achterwege, dan kan ieder lid in een openbare vergadering de

Kamer een voorstel doen het stuk in handen van een commissie te stellen.

Artikel 120. Debat op hoofdlijnen over in handen gestelde stukken

De Kamer kan, op voorstel van de commissie besluiten dat de

beraadslaging in het algemeen over een in handen van een commissie gesteld

stuk zal geschieden voordat met het onderzoek door de commissie een

aanvang is gemaakt.

Artikel 121. Inzenden van opmerkingen (inbreng)

1. De leden van de Kamer zijn bevoegd binnen een door de commissie te

bepalen termijn schriftelijk hun opmerkingen omtrent een in handen van een

commissie gesteld stuk aan haar in te zenden. Van de gestelde termijn wordt

mededeling gedaan aan de leden van de Kamer.

2. De commissie stelt de in het eerste lid bedoelde termijn vast binnen

veertien dagen nadat stuk in haar handen is gesteld.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

47

3. De commissie kan besluiten dat de opmerkingen van de leden van de

Kamer, behalve langs de in het eerste lid voorziene schriftelijke weg,
zullen

worden ingebracht in een voor alle leden van de Kamer toegankelijke

vergadering. In een in de eerste volzin bedoelde vergadering is elk lid van
de

Kamer bevoegd aan de beraadslaging deel te nemen.

Artikel 121a. Rapporteur over een ander in handen gesteld stuk

Een commissie kan een van haar leden benoemen tot rapporteur over een

in haar handen gesteld stuk.

Artikel 122. Termijnen

1. Nadat het stuk in handen van een commissie is gesteld, kan het

Presidium een termijn vaststellen waarbinnen die commissie haar verslag of

haar lijst van vragen vaststelt..

2. Indien de commissie binnen de bepaalde tijd niet gereed kan zijn, vraagt

zij verlenging van de termijn. Hierover wordt door het Presidium beslist.

Deze beslissing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de

leden van de Kamer gebracht. Tevens wordt daarvan mededeling gedaan in

een openbare vergadering van de Kamer. Is de beslissing niet met

eenparigheid van stemmen genomen, dan kan bij die mededeling de Kamer

anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan door ieder lid worden gedaan. Is

een termijn eenmaal door het Presidium verlengd, dan kan een verdere

verlenging alleen door de Kamer worden toegestaan, tenzij de Kamer tot

nadere bijeenroeping uiteengegaan is, in welk geval het Presidium een

verdere verlenging kan toestaan.

3. Mocht de commissie in gebreke gebleven zijn binnen de daarvoor

gestelde termijn een verslag of lijst van vragen uit te brengen, dan kan de

Kamer de beraadslaging openen zonder dat een verslag of lijst van vragen is

uitgebracht.

Artikel 123. Nota-overleg

Over een in handen van een commissie gesteld stuk kan een nota- overleg

worden gehouden.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

48

Paragraaf 5. Verdragen

Artikel 124. Verdrag ter stilzwijgende goedkeuring

1. Zodra een verdrag ter stilzwijgende goedkeuring aan de Kamer wordt

overgelegd, tekent de Griffier op de begeleidende brief de dag van ontvangst

aan en de dag, waarop de wens, dat het verdrag aan de uitdrukkelijke

goedkeuring der Staten-Generaal zal worden onderworpen, uiterlijk te

kennen kan worden gegeven. Hij draagt zorg, dat de begeleidende brief met

de genoemde aantekening onverwijld aan de leden wordt rondgedeeld en,

indien het een verdrag betreft, dat de Nederlandse Antillen
onderscheidenlijk

Aruba raakt, aan de desbetreffende Gevolmachtigde Minister wordt

toegezonden. Als eerste dag van de van toepassing zijnde termijn in de

Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geldt de dag na die van

ontvangst van het overgelegde verdrag.

2. De wens kan te kennen worden gegeven door of namens de Kamer of

door ten minste dertig leden. Betreft het een verdrag, dat de Nederlandse

Antillen, onderscheidenlijk Aruba raakt, dan kan de wens ook door de

desbetreffende Gevolmachtigde Minister te kennen worden gegeven.

Artikel 125. Uitspreken van de wens door de Kamer zelf

1. Indien de Kamer besluit de bedoelde wens te kennen te geven, doet de

Voorzitter hiervan onverwijld mededeling aan de Minister van Buitenlandse

Zaken en aan de Voorzitter van de Eerste Kamer. Betreft het een verdrag, dat

de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba raakt, dan doet de

Voorzitter deze mededeling tevens aan de desbetreffende Gevolmachtigde

Minister.

2. Een voorstel tot het te kennen geven van deze wens moet in een

vergadering van de Kamer worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij

door een van de leden.

3. Verkrijgt zulk een voorstel geen meerderheid, doch verklaren ten

minste dertig leden zich daarvoor, dan vindt artikel 127 toepassing.

Artikel 126. Uitspreken van de wens namens de Kamer door de

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

49

Voorzitter

De wens, dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-

Generaal zal worden onderworpen, kan namens de Kamer door de

Voorzitter te kennen worden gegeven. Alvorens hiertoe te besluiten,

raadpleegt hij zo mogelijk de daarvoor in aanmerking komende commissie

of commissies. Hij geeft de wens te kennen aan de Minister van

Buitenlandse Zaken en deelt onverwijld aan de Kamer en aan de Voorzitter

van de Eerste Kamer mede, op welk tijdstip hij dit heeft gedaan. Betreft het

een verdrag, dat de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba raakt, dan

doet de Voorzitter deze mededeling tevens aan de desbetreffende

Gevolmachtigde Minister.

Artikel 127. Uitspreken van de wens door dertig leden

Indien dertig of meer leden de bedoelde wens te kennen willen geven,

doen zij dit door schriftelijke mededeling aan de Voorzitter, die hiervan

onverwijld kennis geeft aan de Minister van Buitenlandse Zaken. De

Voorzitter deelt onverwijld aan de Kamer en aan de Voorzitter van de Eerste

Kamer en, indien het een verdrag betreft, dat de Nederlandse Antillen

onderscheidenlijk Aruba raakt, tevens aan de desbetreffende Gevolmachtigde

Minister mede, door welke leden de wens te kennen is gegeven en op welk

tijdstip hij hiervan aan de Minister van Buitenlandse Zaken kennis heeft

gegeven.

Artikel 128. Uitspreken van de wens door de Gevolmachtigde Minister

1. Indien de Gevolmachtigde Minister de bedoelde wens door tussenkomst

van de Voorzitter te kennen geeft, geeft deze hiervan onverwijld kennis aan

de Kamer, de Voorzitter van de Eerste Kamer en de Minister van

Buitenlandse Zaken. Bij de kennisgeving aan de Kamer en de Voorzitter van

de Eerste Kamer doet hij voorts mededeling van het tijdstip van de

kennisgeving aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Indien de

Gevolmachtigde Minister de bedoelde wens te kennen geeft, doet de

Voorzitter, zodra hij dit verneemt, hiervan onverwijld mededeling aan de

Kamer.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

50

2. Betreft een voorstel, als bedoeld in artikel 125, een verdrag, dat de

Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba raakt, dan wordt de

desbetreffende Gevolmachtigde Minister in de gelegenheid gesteld de

mondelinge behandeling van dat voorstel bij te wonen en daarbij zodanige

voorlichting aan de Kamer te verstrekken als hij gewenst oordeelt.

Artikel 129. Toetreding tot en opzegging van een verdrag

Indien aan de Staten-Generaal mededeling wordt gedaan van het

voornemen tot toetreding tot of opzegging van een verdrag, vindt het

bepaalde in de artikelen 124 tot en met 128 overeenkomstig toepassing.

Paragraaf 6. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet

Artikel 130. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet

1. In gevallen waarin de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp

dan wel de inwerkingtreding van een overgelegd (ontwerp)besluit bij wet

wordt geregeld, tekent de Griffier op de begeleidende brief de dag van

ontvangst aan en de dag, waarop de wens uiterlijk te kennen kan worden

gegeven. Hij draagt zorg, dat de begeleidende brief met de genoemde

aantekening onverwijld wordt gepubliceerd. Als eerste dag van de termijn

die van toepassing is op het overgelegde (ontwerp)besluit, geldt de dag na

die van ontvangst.

2. De procedure, bedoeld in het eerste lid, vindt eveneens toepassing

wanneer de wens te kennen kan worden gegeven dat inlichtingen worden

ontvangen of dat overleg wordt gewenst.

Artikel 130a. Uitspreken van de wens door de Kamer zelf

1. Indien de Kamer besluit de bedoelde wens te kennen te geven, doet de

Voorzitter hiervan onverwijld mededeling aan de desbetreffende minister en

aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

2. Een voorstel tot het te kennen geven van deze wens moet in een

vergadering van de Kamer worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij

door een van de leden.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

51

Artikel 130b. Uitspreken van de wens namens de Kamer door de

Voorzitter

De wens dat regeling bij wet plaats heeft kan namens de Kamer door de

Voorzitter te kennen worden gegeven. Alvorens hiertoe te besluiten,

raadpleegt hij zo mogelijk de daarvoor in aanmerking komende commissie

of commissies. Hij doet van het te kennen geven van de wens onverwijld

mededeling aan de Kamer, aan de desbetreffende minister en aan de

Voorzitter van de Eerste Kamer.

Artikel 130c. Uitspreken van de wens door dertig leden

Indien dertig of meer leden de bedoelde wens te kennen willen geven,

doen zij dit door schriftelijke mededeling aan de Voorzitter, die hiervan

onverwijld kennis geeft aan de Kamer, aan de desbetreffende minister en aan

de Voorzitter van de Eerste Kamer.

HOOFDSTUK X. VERZOEKSCHRIFTEN

Artikel 131. Behandeling van de conclusies van de commissie voor de

Verzoekschriften

1. Bij de openbare behandeling van de door de commissie voor de

Verzoekschriften voorgestelde conclusies kan ieder lid amendementen op

deze conclusies voorstellen. Op deze voorstellen zijn de bepalingen omtrent

amendementen op voorstellen van wet van overeenkomstige toepassing, met

dien verstande dat ook amendementen, waarvan strekking tegengesteld is aan

die van de conclusies van de commissie, toelaatbaar zijn.

2. Verwerpt de Kamer de voorgestelde conclusies zonder daarvoor andere

in de plaats te stellen, dan worden de stukken in handen van een tijdelijke

commissie gesteld of, indien de conclusies reeds door een tijdelijke

commissie waren voorgesteld, in handen van een nieuwe tijdelijke

commissie, die daaromtrent nader aan de Kamer verslag zal moeten

uitbrengen.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

52

Artikel 132. Minister besluit geen gevolg te geven aan besluit;

inhandenstelling

Indien de Kamer zich heeft verenigd met de conclusies in een verslag van

de commissie voor de Verzoekschriften, waarbij een minister wordt

uitgenodigd iets te doen of na te laten en de minister bij brief te kennen
heeft

gegeven daaraan geen gevolg te geven, wordt deze brief in handen gesteld

van de commissie voor de Verzoekschriften, die aan de Kamer kan

voorstellen dit stuk met de onder haar berustende stukken te stellen in

handen van een vaste of een algemene commissie, ten einde daarover dan

nader aan de Kamer verslag uit te brengen.

HOOFDSTUK XA. BURGERINITIATIEF

Artikel 132a

1. Het burgerinitiatief is een voorstel om een onderwerp voor behandeling

door de Kamer voor te dragen en is gericht op de vervaardiging, wijziging of

intrekking van een wettelijke regeling dan wel op het te voeren

regeringsbeleid.

2. Het burgerinitiatief kan niet betreffen:

a. een aangelegenheid van een decentrale overheid;

b. een vraag over, klacht of bezwaar tegen het regeringsbeleid;

c. een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het

burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, behoudens in het

geval van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of

omstandigheden die ten tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de

Kamer niet bekend waren;

d. belastingen en begrotingen;

e. zaken die in strijd zijn met de Grondwet en de goede zeden.

3. In het reglement, bedoeld in artikel 20, eerste lid, kunnen nadere

voorwaarden worden gesteld.

4. De initiatiefnemer kan verzocht worden een toelichting te geven op zijn

burgerinitiatief.

5. De Kamer neemt ten aanzien van elk geagendeerd burgerinitiatief een

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

53

besluit.

HOOFDSTUK XI. HET VRAGEN VAN INLICHTINGEN AAN DE

REGERING

Paragraaf 1. De interpellatie

Artikel 133. De interpellatie

1. Indien een lid over een onderwerp dat vreemd is aan de orde van de dag

inlichtingen van een of meer ministers verlangt, kan hij, onder aanduiding

van de voornaamste punten waarover hij vragen wil stellen, aan de Kamer

verlof vragen tot het houden van een interpellatie. Zulk een verlof wordt

mondeling gevraagd bij gelegenheid van een regeling van werkzaamheden.

De Voorzitter kan ook op een ander tijdstip het aanvragen van een

interpellatie toestaan.

2. De Kamer verleent het verlof indien het verzoek tot het houden van een

interpellatie wordt gesteund door ten minste dertig leden.

3. Wanneer de Kamer het gevraagde verlof verleent, bepaalt zij hetzij

dadelijk, hetzij later, een dag, waarop de interpellatie zal worden
gehouden.

De daarbij betrokken minister wordt uitgenodigd op de bepaalde dag in de

vergadering tegenwoordig te zijn. Indien de zaak zeer veel spoed vereist en

de minister tegenwoordig is, kan de Kamer besluiten, dat de interpellatie

dadelijk wordt gehouden. De minister geeft dan, indien hem dit mogelijk is,

dadelijk de gevraagde inlichtingen; is hem dit niet mogelijk, dan stelt de

Kamer de verdere behandeling tot een later tijdstip uit.

4. De interpellant doet, tenzij de interpellatie dadelijk wordt gehouden, de

Voorzitter zo spoedig mogelijk schriftelijk weten, welke vragen hij bij de

interpellatie zal stellen. Deze zendt ze aan de daarbij betrokken minister

door, tenzij bij hem, wegens vorm of inhoud van de vragen, daartegen

overwegend bezwaar bestaat. Doorgezonden vragen brengt de Voorzitter ter

kennis van de leden, en maakt deze openbaar.

5. Bij een interpellatie voert de interpellant niet meer dan twee malen en

een ander lid niet meer dan eenmaal het woord, tenzij de Kamer hiertoe

verlof geeft.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

54

Paragraaf 2. Schriftelijke vragen

Artikel 134. Indienen schriftelijke vragen

1. Het lid dat schriftelijk vragen wil stellen aan een of meer ministers

dient deze vragen bij de Voorzitter in. De vragen dienen kort en duidelijk

geformuleerd te zijn.

2. De Voorzitter zendt de vragen aan de desbetreffende minister, tenzij bij

hem wegens vorm of inhoud van de vragen daartegen overwegend bezwaar

bestaat. De Voorzitter brengt de doorgezonden vragen ter kennis van de

leden en maakt deze openbaar.

Artikel 135. Beantwoording schriftelijke vragen

1. Indien de minister niet in staat is de vragen binnen drie weken te

beantwoorden laat hij dit de Voorzitter onder opgave van redenen weten.

2. De Griffier is belast met de publicatie elke drie maanden van een

overzicht van de vragen die langer dan zes weken op beantwoording

wachten.

3. De minister kan aan de Voorzitter te kennen geven dat hij een vraag niet

schriftelijk maar mondeling wil beantwoorden. De vraag wordt dan

beantwoord tijdens het eerstvolgende mondelinge vragenuur.

4. De vragen worden met de schriftelijke antwoorden opgenomen in het

Aanhangsel van de Handelingen.

Paragraaf 3. Het mondelinge vragenuur

Artikel 136. Het mondelinge vragenuur

1. Het mondelinge vragenuur vindt plaats op dinsdag aan het begin van de

vergadering. De ministers zijn op dit tijdstip steeds beschikbaar behoudens

verplichtingen die naar het oordeel van de Voorzitter voor moeten gaan.

2. Het lid dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit, onder

aanduiding van het onderwerp, schriftelijk bij de Voorzitter aan uiterlijk

dinsdag 12.00 uur. De aanmelding kan niet eerder geschieden dan donderdag

12.00 uur in de voorgaande week dan wel, indien dit later is, direct na

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

55

sluiting van de laatste vergadering in de voorgaande week.

3. De Voorzitter beslist welke van de aangemelde vragen binnen het uur

worden gesteld.

4. De Kamer kan in een bijzonder geval voor het mondeling vragenuur

ook een ander tijdstip vaststellen. De Voorzitter bepaalt dan het tijdstip

waarop het onderwerp van de vragen bij hem dient te zijn aangemeld.

5. De Voorzitter nodigt de desbetreffende ministers uit voor het

vragenuur, waarbij hij mededeling doet van het onderwerp van de vragen.

Vervolgens maakt de Voorzitter het onderwerp van de vragen openbaar.

Artikel 137. Vervallen

Artikel 138. Volgorde vragenstellers en spreektijden

1. De Voorzitter bepaalt de volgorde waarin de onderwerpen tijdens het

vragenuur aan de orde worden gesteld.

2. De vragensteller wordt voor ten hoogste twee minuten het woord

verleend om aan een of meer ministers vragen te stellen en een toelichting
te

geven. De minister of - indien de vragen aan meer ministers zijn gericht -
de

ministers gezamenlijk wordt voor ten hoogste vijf minuten het woord

verleend om de vragen te beantwoorden. Interrupties door de vragensteller

zijn toegestaan na drie minuten.

3. De vragensteller krijgt, tenzij hij gebruik gemaakt heeft van de

bevoegdheid om de minister na drie minuten te interrumperen, na de

beantwoording door de minister opnieuw het woord voor ten hoogste één

minuut om hetzij aan een minister hetzij aan een lid aanvullende vragen te

stellen. Aan ieder tot wie vragen zijn gericht, wordt voor ten hoogste drie

minuten het woord verleend om de vragen te beantwoorden.

4. Vervolgens kan de Voorzitter aan andere leden, ieder voor ten hoogste

één minuut, het woord verlenen om vragen te stellen over hetzelfde

onderwerp. Aan ieder tot wie vragen zijn gericht, wordt voor ten hoogste

drie minuten het woord verleend om de vragen te beantwoorden.

5. Afgezien van de bevoegdheid bedoeld in het tweede lid, worden tijdens

het vragenuur geen interrupties toegelaten.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

56

Artikel 139. Geen moties; einde vragenuur

1. Tijdens het vragenuur kan geen verlof gevraagd worden tot het houden

van een interpellatie, noch kunnen moties worden ingediend.

2. Onderwerpen die aan het einde van het vragenuur nog niet aan de orde

zijn gekomen, komen te vervallen.

HOOFDSTUK XIA. VRAGEN VAN INLICHTINGEN AAN

KABINETS(IN)FORMATEUR(S)

Artikel 139a. Vragen van inlichtingen aan kabinets(in)formateur(s)

De Kamer kan na afronding van een opdracht tot kabinets(in)formatie

besluiten om een formateur of informateur dan wel formateurs of

informateurs uit te nodigen om over het verloop van die

kabinets(in)formatie inlichtingen te verschaffen.

HOOFDSTUK XII. ENQUÊTE

Artikel 140. Voorstel tot het instellen van een onderzoek

(enquête)

Een voorstel tot het instellen van een onderzoek (enquête) moet

schriftelijk worden ingediend, hetzij door een commissie uit de Kamer naar

aanleiding van een bij haar in overweging zijnde onderwerp, hetzij door een

of meer leden.

Artikel 141. Omschrijving en toelichting

Het voorstel omvat een omschrijving van het onderwerp van het

onderzoek en, zo mogelijk, de namen van getuigen en deskundigen. Tenzij

het uitgaat van een commissie die het reeds in haar verslag omtrent het bij

haar in overweging zijnde onderwerp voldoende heeft toegelicht, is het

vergezeld van een memorie van toelichting. Voorstel en memorie van

toelichting worden gepubliceerd op de wijze voorgeschreven in artikel 151.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

57

Artikel 142. Voorbereidend onderzoek en openbare behandeling

1. Is het voorstel door een of meer leden gedaan, dan verricht een

tijdelijke commissie het voorbereidend onderzoek.

2. Is het voorstel afkomstig van een commissie uit de Kamer, dan komt

het zonder voorbereidend onderzoek in openbare behandeling. Het

Presidium kan evenwel bepalen dat de beraadslaging wordt voorbereid door

een verslag van de commissie die het voorstel heeft gedaan. In dat geval

bevat het verslag alle binnen een door het Presidium vast te stellen termijn

van ten minste veertien dagen door een of meer leden aan de commissie

toegezonden schriftelijke vragen en opmerkingen, alsmede de antwoorden

daarop van de commissie.

3. De openbare beraadslaging vindt plaats op de wijze voorgeschreven

voor een door een lid der Kamer aanhangig gemaakt voorstel van wet.

Artikel 143. Commissie van onderzoek

1. Heeft de Kamer tot het instellen van een onderzoek besloten, dan draagt

zij de uitvoering op hetzij aan een reeds bestaande commissie uit haar

midden, hetzij aan een in te stellen commissie van onderzoek. In het laatste

geval wordt de commissie samengesteld op de wijze, in artikel 25 voor

commissies voorzien.

2. De Voorzitter zorgt voor plaatsing in de Staatscourant van het besluit

tot het instellen van het onderzoek en van de samenstelling van de

commissie waaraan de uitvoering is opgedragen. Op gelijke wijze geeft hij

kennis van wijzigingen in de omschrijving van het onderwerp van het

onderzoek.

Artikel 144. Duur van het onderzoek

De Kamer bepaalt bij het besluit tot het instellen van een onderzoek de

termijn waarbinnen het onderzoek zal zijn afgelopen. De termijn kan op

voorstel van de commissie die het onderzoek verricht door de Kamer

worden verlengd.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

58

Artikel 145. Ondervraging van getuigen en deskundigen

1. De getuigen en deskundigen worden door de voorzitter van de

commissie ondervraagd. Ook de leden en medewerkers van de commissie

kunnen, na van de voorzitter het woord te hebben verkregen, vragen stellen.

2. De schriftelijke aantekening van de afgelegde verklaringen of gegeven

berichten geschiedt door de zorgen van de griffier.

Artikel 146. Verdenking van valse verklaring

1. Wanneer de commissie een getuige ervan verdenkt, opzettelijk een

valse verklaring onder ede of onder belofte te hebben afgelegd, wordt

daarvan een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt, bevattende de afgelegde

verklaring van de getuige en de aanduiding van de gronden, waarop het

vermoeden van valsheid berust.

2. De commissie stelt een door de griffier ondertekend afschrift van het

proces-verbaal in handen van het openbaar ministerie bij de rechtbank van

het arrondissement, waarin het verhoor heeft plaatsgevonden.

Artikel 147. Ondertekening van processen-verbaal en van andere

stukken

De processen-verbaal van verhoor van getuigen of deskundigen alsmede

het afzonderlijk proces-verbaal bedoeld in artikel 146 worden door de

aanwezige leden der commissie en door de griffier ondertekend. Alle andere

van de commissie uitgaande stukken, behalve die waaromtrent de Wet op de

Parlementaire Enquête de ondertekening van de aanwezige leden van de

commissie vordert, worden door haar voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 148. Verslag

1. Na afloop van het onderzoek of zo dikwijls de commissie het nodig

oordeelt dan wel de Kamer daartoe besluit doet de commissie van haar

verrichtingen verslag aan de Kamer.

2. De processen-verbaal van de gehouden verhoren en de overige

bescheiden van het ingestelde onderzoek worden op de griffie bewaard.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

59

3. De Kamer kan voorts de openbaarmaking gelasten van niet door de

commissie openbaar gemaakte stukken, met uitzondering van bescheiden en

aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie, genomen

krachtens de haar bij de artikelen 18a en 18b van de Wet op de

Parlementaire Enquête verleende bevoegdheid, geheim dienen te worden

gehouden.

Artikel 149. Ontbinding van de commissie

Heeft de Kamer de uitvoering van het onderzoek aan een daartoe

ingestelde commissie van onderzoek opgedragen, dan blijft deze commissie

bestaan totdat de Kamer heeft besloten haar te ontbinden.

Artikel 150. Beëindiging onderzoek

Van de beëindiging van het onderzoek wordt door de zorg van de

Voorzitter kennis gegeven in de Staatscourant. De stukken van het

onderzoek worden in het Centraal Archief van de Tweede Kamer bewaard.

De Kamer kan evenwel besluiten dat de stukken naar het Rijksarchief zullen

worden overgebracht.

HOOFDSTUK XIIA. REGISTERS

Artikel 150a. Registers

1. Ter griffie wordt een register bijgehouden waarin de leden hun

nevenactiviteiten en de (te verwachten) inkomsten uit hun nevenactiviteiten

vermelden, uiterlijk één week na aanvaarding daarvan. Onder inkomsten

wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting

1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen, bedoeld in artikel 31

van die wet of winst uit onderneming in de zin van afdeling 3.2 van de Wet

inkomstenbelasting 2001. Op uiterlijk 1 april na ieder kalenderjaar waarin

de inkomsten zijn genoten vermelden de leden opnieuw hun inkomsten over

dat kalenderjaar.

2. Ter griffie wordt een register bijgehouden waarin de leden hun

buitenlandse reizen op uitnodiging van derden vermelden, uiterlijk één week

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

60

na terugkeer in Nederland.

3. Ter griffie wordt een register bijgehouden waarin de leden de door hen

ontvangen geschenken met een hogere waarde dan 50 euro vermelden,

uiterlijk één week na ontvangst van het geschenk.

4. De drie registers liggen voor een ieder ter inzage.

5. De Griffier is belast met de publicatie, twee maal per jaar, van de

opgaven in het register voor de nevenfuncties.

HOOFDSTUK XIII. HET PUBLICEREN VAN STUKKEN

Artikel 151. Publicatie van stukken

1. Alle tussen de regering en Kamer gewisselde documenten worden voor

zover mogelijk terstond digitaal gepubliceerd.

2. Deze documenten worden ook op andere wijze vermenigvuldigd zodra

de Kamer dit nodig acht.

HOOFDSTUK XIV. BEZOEKERS EN TOEHOORDERS

Artikel 152. Bezoekers en toehoorders

1. Het Presidium kan regels stellen voor de toelating van

bezoekers tot het gebouw van de Kamer en in het bijzonder van toehoorders

tot de tribunes. Deze regels mogen het beginsel van de openbaarheid van de

vergadering van de Kamer, met uitzondering van die welke overeenkomstig

dit Reglement met gesloten deuren worden gehouden, niet aantasten.

2. Alle tekenen van goed- of afkeuring zijn aan de toehoorders verboden.

De Voorzitter zorgt voor de handhaving van dit verbod en voor de bewaring

van behoorlijke stilte. Hij kan bij overtreding degene, die de orde stoort
of

gestoord heeft, doen vertrekken en desnoods alle toehoorders of allen die

zich op een bepaalde tribune bevinden doen verwijderen.

3. De toehoorders zijn verplicht de aanwijzingen van het personeel van de

Kamer en van het toezichthoudend personeel van de politie op te volgen. Bij

overtreding hiervan heeft de Voorzitter de bevoegdheden bedoeld in het

tweede lid.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

61

HOOFDSTUK XV. SLOTBEPALINGEN

Artikel 153. Herziening van het Reglement

1. Ieder lid kan schriftelijk voorstellen een of meer bepalingen van het

Reglement te herzien.

2. Ook een commissie kan een zodanig voorstel indienen, mits dit het

gevoelen van de meerderheid van het aantal leden waaruit zij bestaat

weergeeft. Zulk een voorstel wordt ondertekend door de leden van de

commissie die zich daar vóór hebben verklaard.

3. Op de voorstellen bedoeld in het eerste en tweede lid zijn de bepalingen

betreffende door leden aanhangig gemaakte voorstellen van wet van

toepassing. Indien ze van eenvoudige aard zijn, kan de Kamer echter bepalen,

dat ze zonder vooronderzoek in openbare behandeling komen.

4. De beraadslaging over een wijzigingsvoorstel van de Commissie voor

de Werkwijze, dat naar het oordeel van het Presidium niet van eenvoudige

aard is, wordt voorbereid door een verslag van de commissie. Dit verslag

bevat alle binnen een door de Commissie voor de Werkwijze vast te stellen

termijn van ten minste veertien dagen door een of meer leden aan de

commissie toegezonden schriftelijke opmerkingen en vragen, alsmede de

daarop door de commissie opgestelde antwoorden.

5. Neemt de Kamer een voorstel tot herziening aan, dan treedt dit

onmiddellijk in werking, tenzij de Kamer anders besluit.

Artikel 154. Afwijking van het Reglement

De Kamer kan te allen tijde besluiten van de bepalingen van dit Reglement

af te wijken, indien geen der leden zich daartegen verzet en indien de

afwijking niet in strijd is met het Statuut voor het Koninkrijk, de Grondwet

of een andere wet.

Artikel 155. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag waarop na de

eerstvolgende verkiezingen de nieuw gekozen Kamer voor de eerste maal

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

62

samenkomt. 1

1 In werking getreden op 17 mei 1994.

Reglement van Orde van de Tweede Kamer

63



 
Oud 17 februari 2007, 18:51   #10
Willem-Jan Markerink
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

"Anneke.A" <[email protected]> wrote in
news:[email protected]:

>
> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
> news:[email protected]...
>>
>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>> news:[email protected] oups.com...
>> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het
>> >> door

> de
>> >> Partij voor
>> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele
>> >> nationaliteiten van
>> >> politici.
>> >
>> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
>> > Verbeet zich baseerde.
>> >
>> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
>> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
>> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter
>> > zich dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>> >

>> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot
>> het nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert
>> aanhanger wel teveel gevraagd zijn

>
> De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in te
> dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde
> kennelijk niet dat de tijd van de kamer verdaan werd. Als men echt
> serieus hierover was hadden anderen de motie wel gesteund. Men kan nog
> steeds hierover een motie indienen en een debat aanvragen. Ze staan pas
> na de Carnaval op het stoepje bij de koningin.
>
> A
>
>


Aha, en welk staatsrechtelijk mechanisme hanteert men om moties van het
predikaat 'kansrijk/kansarm' te voorzien?

Volgens mij werkt democratie toch net even iets anders.

--
Bye,

Willem-Jan Markerink

The desire to understand
is sometimes far less intelligent than
the inability to understand

<[email protected]>
[note: 'a-one' & 'en-el'!]
 
Oud 17 februari 2007, 19:01   #11
Willem-Jan Markerink
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

"Cees Camphuis" <[email protected]> wrote in
news:[email protected]:

>
> "Anneke.A" <[email protected]> schreef in bericht
> news:[email protected]. ..
>>
>> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
>> news:[email protected]...
>>>
>>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>>> news:[email protected] oups.com...
>>> > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>>> >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
>>> >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het
>>> >> door

>> de
>>> >> Partij voor
>>> >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele
>>> >> nationaliteiten van
>>> >> politici.
>>> >
>>> > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
>>> > Verbeet zich baseerde.
>>> >
>>> > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
>>> > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
>>> > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter
>>> > zich dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.
>>> >
>>> in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot
>>> het nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert
>>> aanhanger wel teveel gevraagd zijn

>>
>> De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in
>> te dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren. Verbeet wilde
>> kennelijk
>> niet dat de tijd van de kamer verdaan werd.

>
> Zeer naïef: "dat de tijd van de kamer verdaan werd". Haha, dit is toch
> duidelijk partijpolitiek gekleurd? En niet de eerste keer ook t.o.v de
> PVV. Zoals in december 2006:
>
> Vragenuur uitzetstop asielzoekers
> Uit de handelingen Van de Tweede Kamer van 19 december 2006:
> ==========================
>
> De heer Fritsma (PVV):
>
> Voorzitter. Zoals de PVV-fractie vorige week al aangaf, zijn wij niet
> alleen tegen het opschorten van de uitzetting van asielzoekers, maar
> zouden wij daar ook nooit de verantwoordelijkheid voor willen nemen.
>
> De voorzitter:
>
> Uw vraag?
>
> ========================
>
> De versgebakken PvdA Tweede-kamer voorzitter Verbeet valt hier na 31
> woorden de extreem-rechtse Fritsma in de rede en stelt bits: uw vraag?
>
> even later in hetzelfde debat:
>
> ========================
>
> De heer Dijsselbloem (PvdA):
>
> Voorzitter. Vorige week hadden wij nog een minister voor
> Vreemdelingenzaken die buiten deze zaal verkondigde dat er een regeling
> zat aan te komen voor 200.000 mensen. Deze week hebben wij een
> VVD-collega die meewerkt aan een uitzending waarbij een cameraploeg
> afreist naar Italië en daar tegen Afrikaanse illegalen zegt: u kunt wel
> naar Nederland komen om aan de pardonregeling mee te doen. Een van de
> illegalen was zelfs bereid om direct met de TROS mee terug te rijden
> naar Nederland. Ik wil slechts een opmerking maken: als er al een
> aanzuigende werking is, dan houden wij van nu af aan de VVD daar mede
> verantwoordelijk voor.
>
> De voorzitter:
>
> Ik begrijp dat u geen vraag gesteld hebt en geef het woord aan de heer
> Van de Camp.
>
> ========================
>
> Het PvdA kamerlid krijgt alle ruimte om zijn betoog te houden van 131
> woorden (als hij er veel meer had willen gebruiken had dat ook gekund)
> en stelt niet eens een vraag. En dat tijdens het vragenuurtje. De PvdA
> voorzitter staat dit alles gemoedelijk en in de beste collegialiteit
> toe. Een duidelijk objectieve en boven de partijen staande voorzitter
> heeft Verbeet zich hier NIET getoond, wel een partijdige bitch. Slechte
> beurt voor een nieuwbakken voorzitter.


Haar toenmalige holmaatje Melkert heeft haar destijds al met de paplepel
ingegoten dat zuivere democratie alleen iets voor dappere mensen is.

Melkert was slechts het topje van de Kankerberg.
(wij noemen slechts Fortuyn-mede-moordenaar Klaas de Vries)

--
Bye,

Willem-Jan Markerink

The desire to understand
is sometimes far less intelligent than
the inability to understand

<[email protected]>
[note: 'a-one' & 'en-el'!]
 
Oud 17 februari 2007, 20:11   #12
Onder het plaveisel het moeras
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 11:27, "Nicolás" <[email protected]> wrote:
> On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>
> > CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door de Partij voor
> > de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten van
> > politici.

>
> Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
> Verbeet zich baseerde.
>
> Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
> Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
> Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
> dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.



Dat is allemaal heel simpel.
De vergadering zelf bepaalt de vergaderorde. Dat begint al met de
agendering. De voorzitter, en lang niet elke vergadering wordt door de
Kamervoorzitter voorgezeten, kan vinden dat een bepaald onderwerp
buiten de orde is. Dat kan hij voor en tijdens de vergadering.
Als de vergadering dat zelf niet vind, dan legt de voorzitter dat af.
Daar zijn de zgn. ordedebatjes voor. Ordedebatten kunnen direct worden
aangevraagd en worden dan ook direct behandeld. Er volgt dan ook
direct een stemming.

En die ordedebatten zijn er behoorlijk vaak.

 
Oud 17 februari 2007, 20:21   #13
Onder het plaveisel het moeras
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 12:19, "Anneke.A" <[email protected]> wrote:
> "Heinrich" <[email protected]> wrote in message
>
> news:[email protected]...
>
>
>
>
>
> > "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
> >news:[email protected] roups.com...
> > > On 17 feb, 09:50, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> > >> CDA en VVD vinden dat de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, de
> > >> PvdA'ster Gerdi Verbeet, weinig gelukkig heeft geopereerd in het door

> de
> > >> Partij voor
> > >> de Vrijheid (PVV) aangezwengelde debat over de dubbele nationaliteiten
> > >> van
> > >> politici.

>
> > > Wat ik mis is je eigen mening en achtergrond, opwelk kamerregelement
> > > Verbeet zich baseerde.

>
> > > Als geboren liberal kreeg ik een gevoel van afgrijzen toen ik haar
> > > Verbeten naar de PVV fraktie zag stormen.
> > > Maar eerst wil ik weten aan welke richtlijnen een kamervoorzitter zich
> > > dient te houden om een dergelijk ingrijpen te wettigen.

>
> > in elk geval boven de partijen staan en zich niet laten verleiden tot het
> > nemen van emotionale beslissingen maar dit zal voor een melkert aanhanger
> > wel teveel gevraagd zijn

>
> De PVV misbruikte kennelijk de mogelijkheden om een kansloze motie in te
> dienen waar nauwelijks iemand over wilde debatteren.


Dat was niet het probleem. De Gruppe Wilders diende een motie in die
met het onderwerp zelf niets te maken heeft.
Kansloze moties, je hebt maar 5 ondertekenaars nodig, die worden wel
vaker ingediend.

>Verbeet wilde kennelijk niet dat de tijd van de kamer verdaan werd.


Nee, de Gruppe Wilders trok de integriteit van een Kamerlid in twijfel
en daar ageerde ze trecht tegen. Eerder deed de Vurer van de Gruppe
Wilders dat ook al tegen Rutte.

>Als men echt serieus hierover
> was hadden anderen de motie wel gesteund. Men kan nog steeds hierover een
> motie indienen en een debat aanvragen. Ze staan pas na de Carnaval op het
> stoepje bij de koningin.
>
> A



 
Oud 17 februari 2007, 22:41   #14
=?iso-8859-1?B?Tmljb2zhcw==?=
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 20:14, "Onder het plaveisel het moeras"
<[email protected]> wrote Dat is allemaal heel simpel.
> De vergadering zelf bepaalt de vergaderorde. Dat begint al met de
> agendering. De voorzitter, en lang niet elke vergadering wordt door de
> Kamervoorzitter voorgezeten, kan vinden dat een bepaald onderwerp
> buiten de orde is. Dat kan hij voor en tijdens de vergadering.
> Als de vergadering dat zelf niet vind, dan legt de voorzitter dat af.
> Daar zijn de zgn. ordedebatjes voor. Ordedebatten kunnen direct worden
> aangevraagd en worden dan ook direct behandeld. Er volgt dan ook
> direct een stemming.
>
> En die ordedebatten zijn er behoorlijk vaak.

En die was er dit keer ook ? en wat was de uitslag ?


 
Oud 18 februari 2007, 01:01   #15
Wim
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected] ups.com...
> On 17 feb, 20:14, "Onder het plaveisel het moeras"
> <[email protected]> wrote Dat is allemaal heel simpel.
>> De vergadering zelf bepaalt de vergaderorde. Dat begint al met de
>> agendering. De voorzitter, en lang niet elke vergadering wordt door de
>> Kamervoorzitter voorgezeten, kan vinden dat een bepaald onderwerp
>> buiten de orde is. Dat kan hij voor en tijdens de vergadering.
>> Als de vergadering dat zelf niet vind, dan legt de voorzitter dat af.
>> Daar zijn de zgn. ordedebatjes voor. Ordedebatten kunnen direct worden
>> aangevraagd en worden dan ook direct behandeld. Er volgt dan ook
>> direct een stemming.
>>
>> En die ordedebatten zijn er behoorlijk vaak.

> En die was er dit keer ook ? en wat was de uitslag ?


Die was er dit keer niet, omdat de PVV die niet aangevraagd heeft. Had
gewoon gekund, en dan was er over gestemd

Wim


 
Oud 18 februari 2007, 13:41   #16
Onder het plaveisel het moeras
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 17 feb, 13:36, "Nicolás" <[email protected]> wrote:
> On 17 feb, 20:14, "Onder het plaveisel het moeras"<[email protected]> wrote Dat is allemaal heel simpel.
> > De vergadering zelf bepaalt de vergaderorde. Dat begint al met de
> > agendering. De voorzitter, en lang niet elke vergadering wordt door de
> > Kamervoorzitter voorgezeten, kan vinden dat een bepaald onderwerp
> > buiten de orde is. Dat kan hij voor en tijdens de vergadering.
> > Als de vergadering dat zelf niet vind, dan legt de voorzitter dat af.
> > Daar zijn de zgn. ordedebatjes voor. Ordedebatten kunnen direct worden
> > aangevraagd en worden dan ook direct behandeld. Er volgt dan ook
> > direct een stemming.

>
> > En die ordedebatten zijn er behoorlijk vaak.

>
> En die was er dit keer ook ? en wat was de uitslag ?


Geen idee. Op TV was het in ieder geval niet te zien. Maar ook de
andere partijen spraken schande van het gedrag van de PVV dus het zal
wel niet veel uitgehaald hebben.

Maar daar is het de Gruppe Wilders ook niet om te doen. Het gaat ze om
het hetzen en de calimerorol. Dat zag je al bij het debat bij de NOS
direct na de bekendmaking van die kiezersrol. Rutte reageerde heel
adequaat op het gejank van Geurt.

 
Oud 19 februari 2007, 10:41   #17
Fred
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

Cees Camphuis wrote:
> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
> news:[email protected] oups.com...
>> On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>>> U kletst uit Uw nek-

>> Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
>> spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?
>>
>>

>
> Ik kan het niet vinden dat de Voorzitter dat mag. Maar kijk even zelf:
>
>
> Reglement van Orde van de Tweede Kamer


Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden

1. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt, roept
de Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.

2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de
orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming
betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door
de Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot
de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.

Artikel 59. Ontneming van het woord

1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede
lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te
wijken, beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren,
zijn plicht tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met
dan wel aan te sporen tot onwettige handelingen, kan de Voorzitter hem
het woord ontnemen.

2. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag dat lid
niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp
deelnemen.

 
Oud 19 februari 2007, 11:31   #18
Cees Camphuis
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Fred" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected]...
> Cees Camphuis wrote:
>> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
>> news:[email protected] oups.com...
>>> On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
>>>> U kletst uit Uw nek-
>>> Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
>>> spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?
>>>
>>>

>>
>> Ik kan het niet vinden dat de Voorzitter dat mag. Maar kijk even zelf:
>>
>>
>> Reglement van Orde van de Tweede Kamer

>
> Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden
>
> 1. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt, roept de
> Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.
>
> 2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de
> orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming
> betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de
> Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de
> waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.
>
> Artikel 59. Ontneming van het woord
>
> 1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede
> lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te wijken,
> beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn plicht
> tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te
> sporen tot onwettige handelingen, kan de Voorzitter hem het woord
> ontnemen.
>
> 2. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag dat lid
> niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp
> deelnemen.
>
>

Helaas fout geantwoord.
Het ging erom o.g. waarvan Kamervoorzitter Gerdi Verbeet een motie van de
PVV buiten de orde kan verklaren.



 
Oud 19 februari 2007, 17:01   #19
Onder het plaveisel het moeras
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet

On 19 feb, 11:35, "Cees Camphuis" <[email protected]> wrote:
> "Fred" <[email protected]> schreef in berichtnews:[email protected] ...
>
>
>
> > Cees Camphuis wrote:
> >> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
> >>news:[email protected] groups.com...
> >>> On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> >>>> U kletst uit Uw nek-
> >>> Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
> >>> spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?

>
> >> Ik kan het niet vinden dat de Voorzitter dat mag. Maar kijk even zelf:

>
> >> Reglement van Orde van de Tweede Kamer

>
> > Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden

>
> > 1. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt, roeptde
> > Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.

>
> > 2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de
> > orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming
> > betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij doorde
> > Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de
> > waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.

>
> > Artikel 59. Ontneming van het woord

>
> > 1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede
> > lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te wijken,
> > beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn plicht
> > tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aante
> > sporen tot onwettige handelingen, kan de Voorzitter hem het woord
> > ontnemen.

>
> > 2. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag dat lid
> > niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp
> > deelnemen.

>
> Helaas fout geantwoord.
> Het ging erom o.g. waarvan Kamervoorzitter Gerdi Verbeet een motie van de
> PVV buiten de orde kan verklaren.


Juist goed geantwoord. De Kamervoorzitter kan dat gewoon doen. En als
de Kamer het niet met de voorzitter eens is, dan moeten ze dat melden
en dan wordt er over gestemd.

 
Oud 19 februari 2007, 17:11   #20
Cees Camphuis
 
Berichten: n/a
Standaard Re: pvda er Verbeet deugt niet


"Onder het plaveisel het moeras" <[email protected]> schreef in bericht
news:[email protected] ups.com...
On 19 feb, 11:35, "Cees Camphuis" <[email protected]> wrote:
> "Fred" <[email protected]> schreef in
> berichtnews:[email protected] ...
>
>
>
> > Cees Camphuis wrote:
> >> "Nicolás" <[email protected]> schreef in bericht
> >>news:[email protected] groups.com...
> >>> On 17 feb, 12:58, "Heinrich" <[email protected]> wrote:
> >>>> U kletst uit Uw nek-
> >>> Weet nou niemand hoe de bevoegdheid van de voorzitter om iemand het
> >>> spreken te beletten geregeld is in kamerreglementen of zo ?

>
> >> Ik kan het niet vinden dat de Voorzitter dat mag. Maar kijk even zelf:

>
> >> Reglement van Orde van de Tweede Kamer

>
> > Artikel 58. Waarschuwing; terugneming van woorden

>
> > 1. Indien een spreker van het onderwerp in beraadslaging afwijkt, roept
> > de
> > Voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terug.

>
> > 2. Indien een lid of een minister beledigende uitdrukkingen gebruikt, de
> > orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming
> > betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door
> > de
> > Voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de
> > waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.

>
> > Artikel 59. Ontneming van het woord

>
> > 1. Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in artikel 58, tweede
> > lid, geen gebruik maakt dan wel voortgaat van het onderwerp af te
> > wijken,
> > beledigende uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn
> > plicht
> > tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan
> > te
> > sporen tot onwettige handelingen, kan de Voorzitter hem het woord
> > ontnemen.

>
> > 2. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag dat lid
> > niet meer aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp
> > deelnemen.

>
> Helaas fout geantwoord.
> Het ging erom o.g. waarvan Kamervoorzitter Gerdi Verbeet een motie van de
> PVV buiten de orde kan verklaren.


Juist goed geantwoord. De Kamervoorzitter kan dat gewoon doen.

===============
Waar staat dat dan?






 
 



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:05.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be